.
Constantijn I de Grote ca. 280-337
Een portret van Constantijn I op een gouden medaille, die tijdens zijn bewind werd geslagen.
In het jaar 313 leidde Constantijn de Grote zijn leger in de richting van Rome. Volgens de legende zag hij tijdens die tocht ‘een lichtend kruis, scherp
afgetekend tegen de zon ’. Langs de hemel werden de woorden ‘In dit teken zult gij overwinnen’ geschreven.
Hij was diep onder de indruk. Hij beschouwde het als een boodschap van de god van de christenen. Hij gaf zijn troepen het bevel het teken op hun schilden en wapenuitrustingen te schilderen. In de volgende veldslag, bij de Pons Milvius (een brug ten noorden van Rome), wonnen ze van een grote overmacht. Met deze overwinning veroverde Constantijn de macht in het westelijk deel van het Romeinse keizerrijk.
Constantijn I was de eerste Romeinse keizer, die tot het christendom werd bekeerd. Hij maakte een einde aan de vervolgingen van de christenen door de Romeinen, die 300 jaar hadden geduurd. Deze illustratie toont de heilige Petrus en Paulus, die in een droom aan Constantijn verschijnen. In die droom ziet hij ook een kruis met de tekst: ‘In dit teken zult gij overwinnen’. Volgens een andere versie van het verhaal zag Constantijn, toen hij zijn leger in de richting van Rome leidde, een kruis van licht afgetekend tegen de zon, met de woorden ‘In dit teken, overwin’.
Het was voor hem een enorme stap naar de alleenheerschappij, die hij later zou verwerven. Ook voor het christendom betekende het een ommekeer in de verstandhouding tot Rome. Constantijn moedigde het verbreiden van de door hem aangehangen christelijke godsdienst sterk aan. Constantijn was langs een lange en gevaarlijke weg bij de Pons Milvius aangekomen. Er gingen vele schermutselingen tussen de mede-keizers van Diocletianus en hun opvolgers aan vooraf. Constantijn was de zoon van Constantius, één van de caesares van Diocletianus. Hij werd grootgebracht aan het hof van Diocletianus in Nicome-dia. Zijn moeder, Helena, was door zijn vader verstoten. Dat had hij gedaan omdat hij een politiek gunstiger huwelijk kon sluiten. Nadat Diocletianus zich had teruggetrokken, werd Constantius een van de twee keizers. Hij regeerde de westelijke helft van het Romeinse Rijk. Hij voerde oorlog in Brittannië en liet Constantijn komen om hem daarbij te helpen. Constantius stierf, tijdens deze oorlog, in 306 v. Chr. Het leger riep Constantijn uit tot troonopvolger. Maar de jonge leider kon de macht niet onmiddellijk in handen nemen. Er waren anderen, die beweerden recht te hebben op zijn positie. Tussen hen brak een strijd uit, waarbij vele doden vielen. Constantijn rekende bij de Pons Milvius zelf af met de laatste van deze troonpretendenten.
Intussen had een andere heerser, Licinius, in het oostelijk deel van het Romeinse Rijk de macht gegrepen. Hij probeerde al spoedig zijn heerschappij naar het westen uit te breiden. Zijn eerste aanval op Constantijn had geen succes. Er kwam een wankele wapenstilstand. De twee keizers regeerden negen jaar lang in betrekkelijke vrede ieder hun eigen deel van het rijk. In 324 viel Licinius weer aan. Constantijn bracht hem deze keer een beslissende nederlaag toe. Daardoor werd hij de absolute heerser van het Romeinse keizerrijk.
Toen Constantijn en Licinius samen het rijk regeerden, hadden ze in 313 het Edict van Milaan afgekondigd. Hierdoor kwam er een eind aan de vervolgingen van de christenen, die door Diocletianus waren begonnen. Alle godsdiensten werden van toen af toegelaten. Maar Constantijn ging nog veel verder, zowel als heerser in het westen als latere keizer van het hele rijk. Hij zag zichzelf als de dertiende apostel. Hij moedigde de verbreiding van het christendom aan waar hij maar kon. Er werden wetten uitgevaardigd, die christelijke gebruiken ondersteunden. Zo werd de zondag een officiële rustdag en kregen de kerk en de geestelijken bepaalde voorrechten. Keizerlijk land in Rome werd ter beschikking gesteld om een kathedraal te bouwen, de Basilica Constantiniana (tegenwoordig de St. Jan van Lateranen). Ook begon hij met de bouw van de St. Pieterskerk. Direct of indirect was Constantijn ook betrokken bij de bouw van kerken in Alexandrië, Nicomedia, Antiochië, Triëst en vele andere steden.
Wanneer het burgerlijke zaken betrof, was Constantijn minder fantasierijk. Hij deed niet veel meer dan het verbeteren en voortzetten van de bestuurlijke wettelijke, militaire en economische hervormingen, die door Diocletianus waren ingevoerd. Net als zijn voorganger regeerde Constantijn vanuit het oosten, waar hij was geboren. Vandaaruit waren alle delen van het enorme rijk eenvoudiger te bereiken dan vanuit Rome zelf. Op de plaats van het oude Byzantium begon hij in 324 met de bouw van Constantinopel. Hoewel Constantinopel een ‘tweede Rome’ werd genoemd, was het een christelijke stad. Onder de grote aantallen schitterende en belangrijke gebouwen waren veel kerken. In de tijd van Constantijn was Constantinopel de hoofdstad van het hele Romeinse Rijk. Toen het rijk in 395 in twee delen uiteenviel, werd het de hoofdstad van het nieuwe Oostromeinse of Byzantijnse Rijk. In tegenstelling tot het oude Romeinse Rijk werd het Byzantijnse Rijk geregeerd door een christelijke heersende klasse, die oorspronkelijk door Constantijn werd gevormd. Er maakten zowel kerkelijke als burgerlijke autoriteiten deel van uit. Die klasse streefde de groei van een nieuwe christelijke cultuur na, naast de bestaande klassieke cultuur. Het Byzantijnse Rijk bloeide nog lang nadat het West-Romeinse Rijk in handen van de barbaarse stammen was gevallen. Het bewaarde de cultuur en gaf die in de middeleeuwen aan het Westen door.
vertelstof: alle biografieën
6e klas: geschiedenis