.
Rudolf Steiner over: antroposofie en vrijeschool; wereldbeschouwelijke school; antroposofische leer.
[1-1] ‘antroposofisch’ onderwijs
De vrijescholen bestaan in 2019 100 jaar; in Nederland in 2023. In die 100 jaar zijn er veel (voor)oordelen (hardnekkig) blijven bestaan; over het ‘vrije’ bijv.; ook over de rol van de antroposofie; enige antroposofische gezichtspunten t.a.v. bloed en zenuw en in verband hiermee een paar voorbeelden uit de onderwijspraktijk.
[1-2] ‘antroposofisch’ onderwijs
Voorbeeld van het waarnemen van een kind en een pedagogische behandeling.
[1-3] ‘antroposofisch’ onderwijs
Voorbeeld van omwerken van antroposofische gezichtspunten naar pedagogiek.
Een kind met te veel fantasie en hoe het geholpen werd. Karakteriseren i.p.v. definiëren, vooral bij het waarnemen van kinderen. Een lijst met aandachtspunten voor de kinderbespreking.
[1-4] ‘antroposofisch’ onderwijs
In 1919 hoogst ongebruikelijk in het onderwijs, op de vrijeschool vanaf die tijd vanzelfsprekend: handenarbeid en handwerken voor jongens én meisjes; ze zitten ook samen in een klas; invloed van motorische activiteit op het brein en leren schrijven
Is ‘antroposofisch’ onderwijs indoctrinatie?
[2-1]
De Fransman Perra, lang lid van de Antroposofische Vereniging in Frankrijk en jarenlang vrijeschoolleerkracht beschuldigt de vrijescholen in Frankrijk dat ze kinderen indoctrineren d.m.v. het vertellen van sprookjes.
In zijn artikel toont hij dit niet aan.
[2-2]
De Fransman Perra, lang lid van de Antroposofische Vereniging in Frankrijk en jarenlang vrijeschoolleerkracht beschuldigt de vrijescholen in Frankrijk dat ze kinderen indoctrineren d.m.v. het dierkundeonderwijs in klas 4. Het gevaar van een standpunt is dat je maar één aspect ziet. Ik zie dat vanuit mijn standpunt weer heel anders.
Is de vrijeschool een antroposofische school?
De Vlaamse pedagoog Luc Cielen, ex-vrijeschoolleraar, oprichter van scholen met veel steinermethodiek, stelt deze vraag en beantwoordt die in – stand eind febr. 2018 – elf artikelen.
Hij toont dit vanuit een bepaald (zijn) standpunt aan. Er is echter ook een ander standpunt mogelijk en dan is daar geen sprake van.
.
[3-1/1]
Een discussie over ‘Atlantis‘. Is het ‘Atlantis van Steiner’ lesstof in klas 5
[3-1/2]
Vervolg van [3-1/1] over antroposofie in het geschiedensionderwijs van de 5e klas.
[3-1/3]
Over dierkunde.
Is het drieledig mensbeeld iets exclusief ‘antroposofisch’? Cielen vindt van wel en dus: wanneer je dit gebruikt in het dierkunde-onderwijs, is dit (te) ‘antroposofisch’.
Maar ‘hoofd, romp, ledematen’ is geen antroposofisch bedenksel. Het ‘via de mens naar de dieren’ is een briljante vondst om kinderen op een respectvolle manier met hun leefwereld te verbinden.
[3-1/4]
Over plantkunde:
De vergelijking ontwikkeling kind – planten op de ‘plantenladder’ is eveneens een briljante vondst om kinderen met hun leefwereld te verbinden.
[3-2]
Over de morgenspreuk in de lagere klassen:
Is de spreuk van een ‘geloofsbelijdenis’, of juist iets ‘algemeen menselijks’. Om kinderen innerlijk vertrouwen te geven. Dat staat ver van ‘indoctrinatie’.
[3-3]
Over de morgenspreuk in de hogere klassen:
Er wordt iets beweerd wat niet waar is: niet alleen de mens heeft een ziel, ook het dier; een dubieuze opvatting over het woord ‘rusten’; een vergissing te denken dat de ‘de geest’ boven alles staat; verwarring over ‘de ziel een woning geven’; verschillende opvatting over ‘geloof’; een zwak argument bij ‘indoctrinatie’
[3-4]
Over meer spreuken:
Een willekeurige (niet van Steiner) spreuk als pars pro toto. Verkeerde vergelijking met dierkunde; wonderlijke gevolgtrekkingen die op indoctrinatie zouden moeten wijzen;
[3-5]
Over nog meer spreuken:
Luc meent dat ‘de’ vrijeschool de antroposofie aan de leerkracht opdringt. Maar geen enkele leerkracht wordt (van staatswege) gedwongen op een vrijeschool te gaan werken: je kiest zelf. Dan kies je ook voor de achtergronden. Een kromme redenering leidt tot de conclusie dat ‘er dwang is, en dat dit in tegenspraak is met de beleden vrijheid’
[3-6]
Over nóg meer spreuken:
Dat ook vaklessen met een spreuk zouden moeten beginnen en eindigen is onjuist. Dat kan, maar hoeft niet; een lied een gedicht volstaat; dat leerkrachten bij bepaalde gelegenheden ‘onder ons’ een spreuk zeggen, als werkmotto b.v. speelt zich af buiten het zicht van de leerlingen; of een getuigschriftspreuk dwang is? Luc erkent de waarde van een ‘tafelspreuk’, zo erken ik de waarde van andere spreuken: moreel kunnen ze mens en wereld verrijken; daardoor kunnen ze niet indoctrinerend genoemd worden.
[3-7]
Over ‘het’ schoollied:
Dat sommige scholen een schoollied hebben, is niet direct als ‘iets van de vrijeschool’ te noemen. Steiner heeft zich er nooit over uitgelaten. Het hebben van een schoollied is dus een individuele schoolaangelegenheid. Dat geldt ook voor de gekozen inhoud. Dat moet niet uitmonden in het zingen van antroposofische inhouden.
[3-8]
Kan een atheïst of agnost vrijeschoolleerkracht zijn:
Luc beweert van wel; ik van niet: hoe zou je met een mensbeeld waarin ‘de geest’ een centrale rol speelt, kunnen werken, als je de geest ontkent.
Kan een vrijeschool zonder Steiner?
Luc beweert van wel; ik beweer dat je dan hetzelfde zegt als dat de hand los van het lichaam zinvol kan bewegen.
[3-9]
Jaarfeesten
Op de vrijescholen worden jaarfeesten gevierd. Luc vindt dat de christelijke elementen eruit moeten: terug naar de natuurfeesten. Hij ziet de zin van het michaëlsfeest aan het begin van de herfst niet, maar zinnige gezichtspunten daarover zijn ook op deze blog te vinden: Michaël – alle artikelen
Ik:
Michaël neemt een prominente rol in in allerlei kunstuitingen. Waarom zou je die de kinderen moeten onthouden. En waarom zouden ze ‘moed’ en ‘strijdvaardigheid’ niet als beeld mogen beleven?
[3-10]
euritmie en bothmergymnastiek
Door een verwijzing naar Wikipedia om daar te weten te komen wat bothmergymnastiek is, lijkt me geen basis om te kunnen constateren dat deze vorm van onderwijs ‘antroposofisch’ zou zijn.
Ook Lucs opmerkingen over de euritmie blijven ongenuanceerd aan de oppervlakte. Hij beweert iets over een klank, wat volkomen in tegenspraak is met wat er over die klank door Steiner is opgemerkt. Uit Lucs gebruikte ‘waarschijnlijk’ blijkt geen zeker weten: daarmee komt zijn bewijs op nog lossere schroeven te staan. Ook bij zijn opvatting over ‘tooneuritmie’ mist hij een paar essentiële zaken. Bij ‘intervallen’ zou het tekortschieten, waarvan echter door Luc niets aangetoond wordt.
[3-11]
muziek
In de lagere klassen van de vrijeschool worden naast bekende bestaande kinderliedjes ook pentatonische gezongen en liedjes in de stemming van de zgn. kerktoonladders. In niet-pedagogische voordrachten heeft Steiner over deze ‘stemmingsmuziek’ het e.e.a. gezegd. Voor sommigen is dat aanleiding geweest om daar in het leerplan muziek rekening mee te houden. Maar omdat Steiner iets over pentatoniek heeft gezegd, is het zingen van pentatonische liedjes nog geen ‘antroposofisch’ onderwijs.
1201
.