VRIJESCHOOL – Rudolf Steiner – wegwijzers

 

.

Op deze blog verschenen gedurende 365 zondagen bijzondere uitspraken van Steiner.  

Ik zou nog weken hebben kunnen doorgaan met zijn wijze woorden hier weer te geven.
Maar het gaat niet om de hoeveelheid.

Wél om de inhoud.

Met 365 wegwijzers heb je er een voor elke dag om, als je dat wil, deze op die dag op jouw manier en waar dan ook, te overdenken.

Voor mij zijn ze gebleken, wat ik hier steeds aangaf:

In het geschreven werk van Rudolf Steiner, maar ook in zijn opgetekende voordrachten vind ik vaak uitspraken, die – enigszins los van hun verband – op zich een inhoud hebben waarover je lang kan nadenken. Een tijdlang zo’n zin regelmatig op je laten inwerken, kan tot gevolg hebben dat deze zin je in een bepaalde situatie plotseling invalt en dan een antwoord of een richting blijkt te geven voor waarmee je op dat ogenblik bezig bent.
Ze wijzen je een weg; misschien ‘de’ weg; en ze wijzen je weg van het alledaagse. of geven je juist daarop een andere kijk,

‘wegwijzers’ dus
.

365
Religieuze dankbaarheid ten opzichte van de wereld, die zich in het kind openbaart, samen met het bewustzijn dat het kind een goddelijk raadsel vormt, dat men met behulp van zijn opvoedkunst moet oplossen. Een met liefde beoefende opvoedingsmethode, waardoor het kind zich instinctief aan onszelf opvoedt, zodat men de vrijheid van het kind niet in gevaar brengt, en waar men ook rekening mee moet houden, wanneer zij het onbewuste element van de organische groeikracht vormt.

Religiöse Dankbarkeit gegenüber der Welt, die sich in dem Kinde offenbart, vereinigt mit dem Bewuβtsein. Daβ das Kind ein göttliches Rätsel darstellt, das man mit seiner Erziehungskunst lösen soll. In Liebe geübte Erziehungsmethode, durch die das Kind sich instinktiv an uns selbst erzieht, so daβ man dem Kinde die Freiheit nicht gefährdet, die auch da geachtet werden soll, wo sie das unbewuβte Element der organischen Wachstumskraft ist.
GA 305/75   
Vertaald/81
.

364
Wil men de werkelijkheid benaderen, met name de werkelijkheid van de menselijke natuur, dan moet het duidelijk zijn dat iedere onderverdeling een onderverdeling is van een eenheid. Zou men zich alleen richten op die abstracte eenheid, dan zou men niets leren kennen. Zou men nooit indelen, dan zou de wereld altijd in het vage blijven.

Will man sich der Wirklichkeit nähern, insbesondere der Wirklichkeit der Menschennatur, dann muss man sich klar sein, daβ alle Gliederung vorgenommen wird in einem Einheitlichen; würde man nur auf das abstrakte Einheitliche gehen, so würde man überhaupt nichts kennenlernen. Würde man nicht gliedern, so bliebe die Welt in einem Unbestimmten.
GA 293/123  
Vertaald/125

Zie voor een verdere uiteenzettingAlgemene menskunde voordracht 8

363
Ik had het liefst dat ik de antroposofie iedere dag anders zou kunnen noemen, opdat de mensen niet bij het woord blijven hangen, dat woord uit het Grieks vertalen en daar dan een mening over hebben
.

Mir wäre es am liebsten, wenn ich die Anthroposophie jeden Tag anders nennen könnte, damit nicht die Leute am Worte festhalten, das Wort aus dem Griechischen übersetzen und darnach sich ihr Urteil bilden.
GA 306/29  
Op deze blog vertaald/29
.

362
In iedere leeftijdsfase moet er dus volstrekt op gelet worden dat je niet alleen voor deze leeftijdsfase opvoedt, maar voor heel het aardse mensenleven, zelfs voor wat daar op volgt.

In jedem Lebensalter muβ eben durchaus darauf gesehen werden, daβ man nicht bloβ für dieses Lebensalter erzieht, sondern für das ganze irdische Menschenleben, ja noch darüber hinaus.
GA 309/80   
Op deze blog vertaald/80
.  

361
Juist om het kind lichamelijk krachtig en sterk te laten worden en zonder remmingen, moet men tijdens de kinderjaren het lichaam benaderen via de omweg van ziel en geest.

Gerade um das Kind körperlich stark, kräftig und ohne Hemmungen zu machen, muβ man im kindlicen Alter den Köprper auf dem Umwege der Seele und des Geistes finden.
GA 305/113   
Vertaald/113
.

360
Een op menskundig inzicht gebouwde pedagogie moet er absoluut van uitgaan, de ontwikkeling, de levensvoorwaarden af te lezen aan de menselijke natuur. Als de opvoeder goed kan ‘aflezen’, kan hij het kind zó helpen, dat de eigen aard van het kind te voorschijn komt. Alleen dan is de opvoedkunst echt gezond.

Eine auf Menschenerkenntnis gebaute Pädagogik muβ durchaus davon ausgehen, die Entwicklung, die Lebensbedinungen der Menschennatur abzulesen und im Sinne dieses Ablesens der Lebensbedingungen so dem Kinde zu helfen, daβ die eigene Natur des Kindes herauskommt. Einzig und allein dann ist die Erziehungskunst wirklich gesund.
GA 310/69  
Vertaald/73
.

359
Echte pedagogie is menskunde. Die is al pedagogie en wordt didactiek als die vol leven in de praktijk wordt gebracht in het onderwijs en de opvoeding; dat wordt zelfs een pedagogisch-didactische levensovertuiging en daar komt het op aan. 

Die wirkliche Pädagogik ist Menschenerkenntnis. Sie ist schon Pädagogik und sie wird zur Didaktik in der lebendigen Handhabung des Unterrichts und der Erziehung; sie wird eben zur pädagogisch-didaktischen Gesinnung, und auf diese kommt es an. 
GA 306/148  
Vertaald
Bovenstaande is een eigen vertaling.
.

358
We voeden het kind niet alleen maar op voor de kinderleeftijd; we voeden het op voor het hele aardse bestaan, ook nog voor de tijd daarna.

Wir erziehen eben das Kind nicht bloß für das kindliche Alter; wir erziehen es für das ganze Erdendasein und, wie wir später sehen werden, auch noch für die Zeit darüber hinaus.
GA 309/17  
Op deze blog vertaald/17
Zie: 71; 74; 123; 140; 156; 167; 357
.

357
Pedagogie en didactiek kunnen niet uit uiterlijk technische regels bestaan, maar moeten uit werkelijke menskunde ontstaan die dan overgaat in een zich thuis voelen op de wereld; dat je als leraar en opvoeder dit kind vertrouwd maakt met het zich thuis voelen in de wereld.


Es ist schon so, daβ Pädagogik und Didaktik nicht in äuβeren technischen Regeln bestehen kann, sondern hervorgehen muss aus wirklicher Menschenerkenntnis, die dann übergeht in ein Sich-Fühlen in der Welt, daβ man dieses Sich-Fühlen in der Welt als Lehrender und Erziehender an das Kind heranbringt.
GA 309/73  
Op deze blog vertaald/215
Zie: 358
.

356
Wij hebben een menskunde nodig die ons bloed voor de ziel geeft; die ons niet alleen maar slim en verstandig en knap kan maken, maar die ons ook enthousiast kan maken, innerlijk beweeglijk kan maken, die liefde kan doen ontbranden. Want wat aan pedagogie uit echte menskunde in je opkomt, moet liefdevol gedragen worden.

Wir brauchen eine Menschenerkenntnis, die uns seelisches Blut gibt, die uns nicht nur gescheit und verständig und vernünftig machen kann, sondern die uns enthusiastisch machen kann, innerlich beweglich machen kann, die Liebe entzünden kann. Denn liebegetragen muß dasjenige an
Pädagogik sein, was aus wahrer Menschenerkenntnis hervorquillt.
GA 309/22  
Op deze blog vertaald/22
Zie: 21; 58; 64; 68; 107; 114; 115; 125; 164; 169; 200; 204; 228; 255; 342;
.

355
De leraar moet in staat zijn het kind op een kunstzinnige manier, als kunstenaar te beleven. Alles van het kind moet voor hem innerlijk bewegen.

Der Lehrer muβ imstande sein, das Kind künstlerisch, als Artist zu erleben. Ihm muβ alles im Kinde innerlich beweglich sein.
GA 305/115  
Vertaald/104
Zie: 115; 190
.

354
Het principe van de vrijeschool is niet dat een school wordt opgezet met een bepaalde wereldbeschouwing, maar met een bepaalde onderwijsmethodiek. Wat wij willen bereiken met onze methode, die op de menskunde is gebaseerd, is dat kinderen opgroeien tot mensen die fysiek gezond en krachtig zijn, met een vrije ziel en een heldere geest.

Das Waldorf-Prinzip ist nicht ein prinzip das eine Weltanschauungsschule machen will, sondern eine Methodenschule. Was erreicht werden soll, durch eine Methode, die auf Menschenerkenntnis beruht, ist dasjenige, daβ man aus Kindern physisch gesunde und kr:aftige, seelisch und geistig klare Menschen mache.
GA 305/157    
Vertaald/147
Zie: 41; 74; 79; 156; 177; 352
.

353
Alles wat op een bepaalde leeftijd langzamer wordt geleerd, dat wordt een degelijker en gezonder deel van het levende organisme dan iets wat erin is gestampt.

Alles dasjenige, was langsamer gelernt wird in einem gewissen Lebensalter, das lebt sich sicherer und gesunder in den Lebensorganismus hinein, als was hineingepropft wird.
GA305/99  
Vertaald/85
.

352
De vrijeschool is erop gericht dat mensenkinderen lichamelijk sterke en gezonde mensen worden, die vrij zijn in hun ziel en helder van geest.

Die Waldorfschule soll darnach streben aus Menschenkindern physisch gesunde und starke Menschen zu machen, seelisch freie Menschen machen und geistig klare Menschen zu machen.
GA 305/146  
Vertaald/136
Zie: 101; 123; 140; 156; 179; 354
.

351
Antroposofie wil op geen enkel gebied fanatiek of sektarisch optreden, ze wil alleen zeggen hoe de dingen zijn. 

Anthroposophie ist nirgends dazu da, fanatisch oder sektenhaft aufzutreten, sondern nur, um zu sagen, wie die Dinge sind.
GA 354/107  
Niet vertaald   
Zie: 118; 294; 302; 324; 340
.

350
Het onderwijs moet een voorbereiding zijn op het leven.

Der Unterricht soll eben eine Vorschule für das Leben sein.
GA305/144  
Vertaald/13
Zie 71; 74; 79; 101; 123; 140; 189; 216; 218‘; 222; 223; 357
.

349
Sociale moraal is een plant die haar wortels heeft in de klas, waar de kinderen tussen het zevende en veertiende jaar les krijgen.

Soziale Moral ist eine Pflanze, die ihre Wurzeln im Schulzimmer hat, wo
die Kinder zwischen dem siebenten und vierzehnten Jahre unterrichtet
werden.
GA 304/179  
Op deze blog vertaald
Zie: 44; 178; 349
.

348
Wij moeten het wezen van het kind voor ieder afzonderlijk jaar, ja, zelfs voor iedere afzonderlijke week in onze eigen ziel tot leven laten komen. Daar moet de spirituele grondslag liggen voor de pedagogie.

Das wir das Wesen des Kindes in jedem einzelnen Jahre, ja jeder einzelnen Woche in unserer eigenen Seele lebendig machen, das ist dasjenige, was spirituelle Basis für die Erziehung bilden muss.
GA 305/21  
Vertaald/24
Zie: 59; 193; 219
.

347
In de opvoeding moeten we de mens als geheel weten aan te pakken. En de mens als geheel bestaat uit lichaam, ziel en geest.

In der Erziehung müssen wir den ganzen Menschen ergreifen, und der ganze Mensch ist Körper, Seele und Geist.
GA 305/14  
Vertaald/16
Zie: 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 46; 47; 55; 83; 85; 102; 191; 192; 193: 205; 227; 257; 303; 304; 306; 307
.

346
Je kan langs verschillende wegen de top van een berg bereiken.

Auf verschiedesten Wegen kann man zum Gipfel eines Berges hinkommen
GA 52/46  
Niet vertaald      
.

345
Nu is het vooral nodig dat de mensen bij alles leren met de grootst mogelijke eerlijkheid in de eerste plaats naar waarachtige zelfkennis te zoeken en in de tweede plaats naar waarachtige kennis over de wereld.

Heute ist es notwendig, daβ in allen Dingen die Menschen lernen, mit tiefster Ehrlichkeit erstens nach wahrhaftiger Selbsterkenntnis, zweitens nach wahrhaftiger Welterkenntnis zu suchen.
GA 192/71    
Niet vertaald

344
Het komt er niet op aan dat we ons inbeelden wat het juiste is, maar we moeten oordelen overeenkomstig de werkelijkheid.

Also es kommt nicht darauf an, daß wir uns einbilden, was das Richtige ist, sondern wir haben wirklichkeitsgemäß zu urteilen.
GA169/140  
Gedeeltelijk vertaald     
Zie:  20; 112; 124; 154; 206; 274; 332
.

343
De grote wetmatigheden zijn overal aanwezig, maar op ieder gebied op een eigen manier.

Die groβen Gesetze sind überall vorhanden, aber auf jedem Gebiete auf eigene Weise.
GA 52/21    
Niet vertaald
Zie 243
.

342
Alles zou opgebouwd moeten worden met de ontwikkeling van de mens als uitgangspunt.

Es müβte auf das Werden des Menschen alles gebaut werden.
GA 192/197 
Niet vertaald
Zie: 21
.

341
Alles wat om ons heen stoffelijk is, is eigenlijk een gevolg van iets geestelijks.

Alles Physische um uns herum ist eigentlich ein Ausfluβ des Geistigen.
GA 107/155  
Niet vertaald 
Zie: 14; 25; 36; 50; 88; 98; 103; 104; 105; 111; 127; 132; 155; 170; 185; 254; 268; 276; 296
.

340
Wat er eigenlijk van de antroposofie moet uitgaan is: wakker zijn, enthousiast zijn, haar kennis in activiteit, in de daad omzetten, zodat de mens niet alleen maar wat weet, maar iets door de antroposofie wordt.

Das ist dasjenige, was eigentlich von Anthroposophie ausgehen soll, wach sein, Enthusiasmus haben, die Erkenntnis in wirkliche Tätigkeit, in Tat überführen, so daß der Mensch nicht nur etwas weiß, sondern etwas wird durch Anthroposophie.
GA 218/87  
Niet vertaald
Zie: 118; 294; 302; 324; 351
.

339
Wie de dingen verinnerlijkt begrepen heeft, kan tot een juist eigen oordeel komen.

Der innerlich schon die Dinge begriffen hat, wird zu einem richtigen eigenen Urteil kommen.
GA 52/16  
Niet vertaald
.

338
De mens is een levend wezen dat zich in de tijd ontwikkelt. Een wordend wezen dat met iedere levensfase iets nieuws in zijn totale ontwikkeling in zich opneemt.

Der Mensch ist ein Lebewesen das sich in der Zeit entwickelt. Ein Werdewesen das mit jedem Lebensalter etwas Neues in seine ganze Entwicklung hineinzieht.
GA 192/194    
Niet vertaald 
Zie: 43; 69
.

337
Opvoeden is in werkelijkheid ook een behoeden voor ontsporen.

Erziehung ist also in Wirklichkeit Bewahrung vor dem Entarten.
GA 201/224  
Niet vertaald
.

336
We moeten de mogelijkheid zien te krijgen om begrippen, voorstellingen, gevoelens, wilsimpulsen te vinden voor het levende en dat is vooral nodig op het gebied van de pedagogie.

Diese Möglichkeit müssen wir erreichen Begriffe, Vorstellungen, Empfindungen, Willensimpulse zu finden für das Lebendige und insbesondere auf dem Gebiet der Pädagogik ist das notwendig.
GA 192/198  
Niet vertaald
Zie: 56; 58; 64; 65; 68; 69; 84; 107
.

335
We geven ons aan illusies over wanneer we aan het uiterlijke leven blijven hangen.

Wir geben uns Illusionen hin, wenn wir an dem äuβeren Dasein hängenbleiben.
GA 122/109  
Vertaald/91
Zie: 299
.

334
Iedereen kan zich inbeelden dat wat hij denkt, het juiste is. Hoe minder realiteitszin iemand heeft, des te meer zal hij zich meestal inbeelden dat wat hij denkt, het juiste is.

Einbilden kann sich jeder, daß das richtig ist, was er denkt. Je weniger einer in der Wirklichkeit steht, desto mehr bildet er sich meist ein, daß das Richtig ist, was er meint.
GA 169/140      
Niet vertaald   
Zie 206
.

333
Elke tijd is een overgangstijd van het verleden naar de toekomst.

Jede Zeit ist ein Übergangszeit von der Vergangenheit in die Zukunft.
GA 192/53 
Niet vertaald
.

Sie werden schon aus allerlei früheren Betrachtungen ersehen haben, daß ich nicht die Phrase gerne gebrauche: Wir leben in einer Übergangszeit -, denn jede Zeit ist eine Übergangszeit, nämlich vom Früheren zum Späteren, und es handelt sich immer nur darum: inwiefern ist irgendeine Zeit eine Übergangszeit, was geht über?

U zal wel uit allerlei eerdere beschouwingen gemerkt hebben, dat ik niet graag de grauwe zin gebruik: we leven in een overgangstijd – want elke tijd ies een overgangstijd, namelijk van het eerdere naar het latere en het gaat er steeds om: in hoeverre is een bepaalde tijd een overgangstijd, wat is die overgang?
GA 218/89  
Niet vertaald
.

332
Je mag geen oordeel geven dat je bevalt, maar je bent verplicht in je oordeel weer te geven wat overeenkomt met de werkelijkheid.

Wissen Sie, man darf nicht urteilen danach, was einem gefällt, sondern man ist verpflichtet, nur das in sein Urteil aufzunehmen, was der Wirklichkeit entspricht.
GA 169/140   
Vertaald                                               
Zie: 2; 284; 325; 344
.

331
De grootste leraar voor de vrijeschool is het kind zelf.

Der größte Lehrer für die Waldorfschule ist nämlich, so paradox das klingen mag, das Kind selbst.
GA 304/95-96  
Op deze blog vertaald/96
Zie: 53; 59; 232
.

330
Wat naar de ene kant hoog is, is naar de andere kant laag en omgekeerd. Steeds heeft een ding in de werkelijkheid van het leven twee kanten. Steeds bepaalt het ene het andere.

Was nach der einen Seite hoch ist, ist nach der anderen Seite niedrig, was nach der einen Seite niedrig ist, ist nach der anderen Seite hoch. Immer hat ein jegliches Ding im wirklichen Leben-in der Lebenswirklichkeit-seine andere Seite. Immer bedingt das eine das andere.
GA 193/37    
Niet vertaald       
Zie: 17; 20;  24; 87; 121; 124; 130; 163; 243; 245: 297;
.

329
Alles wat de mens om zich heen ziet, is in ontwikkeling.

Alles was der Mensch um sich herum gewahr wird, ist in Entwicklung.
GA 11/44    
Vertaald
.

328
Menselijk weten moet er altijd op uit zijn om tot de meest uiteenlopende filosofieën en wereldbeschouwingen, tot de geheimen van het leven door te dringen en de oerbronnen van het leven te vinden.

Menschliches Wissen muβ immer darauf ausgehen in den verschiedenen Philosophien und Weltanschauungen in die Geheimnisse des Daseins zu dringen und die Urquellen des Lebens zu finden.
GA 52/46  
Niet vertaald   
Zie: 95
.

327
Alles wat we hier om ons heen zien en waarnemen, is het gevolg en de werking van wat er in de geestelijke wereld gebeurt. 

Alles, was wir hier um uns herum sehen und wahrnehmen, ist eine Folge und Wirkung desjenigen, was in den geistigen Welten vor sich geht.
GA 100/24  
Niet vertaald
.

326
In de mensheid is een oeroude wet werkzaam: vermogens verwerven op het ene gebied gaat alleen wanneer er vermogens op een ander gebied minder worden.

Es ist ein urewiges Gesetz der Menschheit, daβ Fähigkeiten, die auf dem einen Gebiete erworben werden, nur durch Zurücktreten von Fähigkeiten auf einem andern Gebiete gewonnen werden können.
GA 100/20  
Niet vertaald
.

325
Je mag nooit een afgerond oordeel hebben over iets.

Man darf nie ein abgeschloβenes Urteil haben über eine Sache.
GA 52/54   
Niet vertaald 
Zie: 2; 284; 332

324
De taak van de geesteswetenschap is om in alle mogelijke theorieën het wezenlijke op te zoeken.

Die Wesenskernen in all den verschiedenen Theorien zu suchen ist die Aufgabe der Geisteswissenschaft.
GA 52/15  
Niet vertaald   
Zie: 117; 118; 138; 188; 294
.

323
Om in de mens het gevoelsleven te kunnen ontwikkelen, moet de opvoedkunst voor ieder individu anders zijn.

Um das Seelische im Menschen zu erwecken, muß auch die Erziehungskunst für jeden einzelnen verschieden sein.
GA 52/39
Niet vertaald  
.

322
Leven betekent: voortdurend leren.

Das Leben ist ein ewiges Lernen.
GA 52/53  
Niet vertaald
Zie: 151, 194, 261
.

321
Opvoeden betekent: datgene ontwikkelen dat als het individuele in de mens rust. Die hogere ziel die in ieder mens rust te wekken, is het eerste opvoedingsprincipe.

Erziehen heiβt: dasjenige entwicklen, was als Individuellen im Menschen ruht. Diese in jedem Menschen ruhende höhere Seele zu erwecken, ist das erste Erziehungsprinzip.
GA 52/39 
Niet vertaald
.

320
Niemand kan onbevangen over iets spreken waarvoor hij een bijzondere interesse heeft.

Niemand kann über etwas unbefangen sprechen, woran er mit seinem Interesse hängt.
GA 52/13  
Niet vertaald

 319
Alles wat later materie is, is er eerst als geest.

Alles, was später materiell ist, ist zuerst geistig da.
GA 127/133    
Niet vertaald
Zie: 6; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196; 213 240; 241; 242; 246; 248; 251; 252; 262; 264; 295; 311; 341
.

318
De mens moet opnieuw het kosmische vinden, dan zal hij zichzelf vinden.

Der Mensch muß wiederum das Außerirdische finden, dann wird er sich selbst finden.
GA 209/29    
Niet vertaald

Zie toelichting bij wegwijzer 313 Voorbeelden in o.aGA 128 Niet vertaald

317
De mens met zijn hele ontwikkeling bestaat niet om wille van hem zelf; hij is er als uitdrukking van de geest, van de omvattende wereld van het goddelijk-geestelijke, hij is de uitdrukking van de wereld-goddelijkheid, van de wereldgeest.

Dieser Mensch mit seiner gesamten Entwicklung ist nicht um seiner selbst willen da, er ist da zur Offenbarung des Geistes, der ganzen Welt des Göttlich-Geistigen, er ist eine Offenbarung der Weltengottheit, des Weltengeistes.
GA 128/12    
Niet vertaald
.

316
Bij alles moeten we ertoe komen de mens in samenhang te zien met het hele universum. We kunnen de inwendige bouw van de mens dan ook alleen maar begrijpen, wanneer we die in relatie tot de kosmos bekijken.

Überall müssen wir dazu kommen, den Menschen im Zusammenhang mit dem ganzen Weltenall zu betrachten. Und verstehen können wir den inneren Aufbau des Menschen auch nur, wenn wir ihn im Zusammenhang mit dem Weltenall betrachten.
GA 208/150
Niet vertaald    

Zie toelichting bij wegwijzer 313 Voorbeelden in o.aGA 128 Niet vertaald
.

315
In deze tijd waarin we geloven met beide benen op de grond te staan, gaat het erom in te zien dat we met abstracte begrippen niet tot de werkelijkheid komen.

Heute, wo man glaubt, mit beiden Füßen in der Wirklichkeit zu stehen, handelt es sich darum, einzusehen, daß mit abstrakten Begriffen nicht die Wirklichkeit erreicht wird.
GA 209/78  
Niet vertaald
.

314
Op elke terrein moeten we zien te bereiken dat we de mens bekijken in samenhang met het hele universum. De vorm* van de mens kunnen we alleen maar begrijpen wanneer we die in relatie zien tot de kosmos.

( ) überall müssen wir dazu kommen, den Menschen im Zusammenhang mit dem ganzen Weltenall zu betrachten. Und verstehen können wir den inneren Aufbau des Menschen auch nur, wenn wir ihn im Zusammenhang mit dem Weltenall betrachten.
GA 208/150  
Niet vertaald

*hier staat Duits ‘innerlich’ dat zowel innerlijk/geestelijk als inwendig betekent. In deze voordracht gaat het over de opbouw van de organen.

313
Willen we de mens leren kennen, dan moeten we bij alles de kosmos te hulp roepen.

Aber überall müssen wir den Kosmos zu Hilfe nehmen, wenn wir den Menschen verstehen wollen.
GA 208/150
Niet vertaald

Toelichting:

Wanneer je de magneetnaald nader bekijkt en je doet dat alleen maar zo dat je zegt dat deze de richting aanneemt door de krachten die erin zitten, dan zou je nooit de noord-zuid gerichte krachten van de magneetnaald begrijpen. Je moet goed begrijpen dat de hele aarde twee krachten heeft, dat de polen van die twee krachten van buitenaf bepaald worden. Het is een onzinnig iets om de mens op de snijtafel te leggen om dan zijn hele wezen te willen verklaren uit wat daar dan binnen zijn huid ligt. Je hebt de hele wereld nodig om te begrijpen wat de mens in zich heeft en wat aan hem te zien is. 
GA 208/158 
Niet vertaald
.

312
Je kan ontdekken wat in de mens geest is; je kan naar de mens kijken: naar zijn vorm, zijn levensfasen, z’n gevoelens, hoe hij zich mentaal uit, wat hij vanuit de geest naar buiten brengt.

So kann man auch vordringen zu dem, was im Menschen das Geistige ist. Nach der Form, nach den Lebensstufen, nach dem Seeleninhalte, nach den geistigen Äußerungen oder geistigen Offenbarungen kann man den Menschen betrachten.
GA 208/128  
Niet vertaald
.

311
Alles wat lichamelijke is, is door de geest gecreëerd.

Alles Leibliche ist vom Geistigen aufgebaut.
GA 208/126  
Niet vertaald
Zie: 6; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196; 213 240; 241; 242; 246; 248; 251; 252; 262; 264; 295; 319
.

310
Bij antroposofische geesteswetenschap moet je innerlijk actief zijn, anders hoor je alleen woorden die je naar eigen goeddunken voor fantasterij kan houden. 

Bei anthroposophischer Geisteswissenschaft, da muß man innerlich mitarbeiten, sonst hört man natürlich nur Worte, die man ja in beliebiger Weise als Phantasterei ansehen kann.
GA 207/150  
Niet vertaald
.

309
Alle opvoeden en leren vóór de tandenwisseling moet geënt zijn op het principe van de nabootsing.

Alles Erziehen und Unterrichten vor dem Zahnwechsel muß auf das Nach­ahmungsprinzip gestellt sein. 
GA 310/52  
Vertaald/54
.

308
Je leeft van meet af aan in een illusie wanneer je lichaam, ziel en geest bij een kind losstaand van elkaar denkt. Want bij het kind vormen die absoluut een eenheid; je kan daar niets scheiden!

Beim Kinde gibt man sich von vornherein einer Illusion hin, wenn man Körperliches und Seelisch-Geistiges voneinander trennt. Denn beim Kinde ist durchaus Geist, Seele, Leib eine Einheit; da kann nichts voneinander getrennt werden!
GA 304A/150  
Op deze blog vertaald/150
.

307
De mooiste pedagogische methode heeft geen waarde wanneer je niet weet wat een kind is. ( )

Die schönste päd­agogische Methode hat keinen Wert, wenn nicht Kindeserkenntnis vorliegt.
GA 304A 170    
Op deze blog vertaald/170
Zie: 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 47; 55; 83; 85; 102; 191; 192; 193: 205; 227; 257; 303; 304; 306; 347
.

306
Het inzicht in wat in de verschillende levensperiodes nodig is, vormt de grondslag voor een zinvol leerplan. 

In der Erkenntnis der besonderen Anforderungen der Lebensab­schnitte liegt die Grundlage für einen sachgemäßen Lehrplan.
GA 298/13  
Vertaald/63       
Zie: 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 47; 55; 83; 85; 102; 191; 192; 193:                                  205; 227; 257; 303; 304; 307; 347
.

305
Met het woordje Ik raakt het eeuwige het tijdelijke aan.

Beim Wort Ich berührt das Ewige das Zeitliche.
GA 94/133 
Niet vertaald
.

304
Uit de kennis van de ontwikkeling van een kind ontstaan doelgericht het leerplan en de leermethode.

Aus der Erkenntnis der kindlichen Entwicklung ergeben sich sach­gemäß Lehrplan und Lehrmethode.
GA 300C/12 
Niet vertaald
Zie: 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 47; 55; 83; 85; 102; 191; 192; 193: 205; 227; 257
; 303;306; 307; 347
.

303
De opvoedingsvraag kan alleen in samenhang met een grondige kennis van het wezen van de mens  behandeld worden.

Die Erziehungsfrage kann nur im Zu­sammenhang mit intimer Kenntnis vom Wesen des Men­schen gehandhabt werden.
GA 55/118  
Op deze blog vertaald/118
Zie: 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 47; 55; 83; 85; 102; 191; 192; 193: 205; 227; 257; 304; 306; 307; 347
.

302
Antroposofie wil een wereldkennis zijn die niet in abstracties blijft steken, die zich in het gevoel inleeft en daardoor tot een basis voor pedagogie en didactiek kan worden.

Anthroposophie will eine solche Welterkenntnis sein, die nicht im Abstrakten bleibt, die in die Empfindung sich hineinlebt und die dadurch zu einer Grundlage für Pädagogik und Didaktik werden kann.
GA 303/35  
Vertaald/40
Zie: 118; 294; 324; 340; 351
.

301
Hoe minder je het intellect dresseert, hoe meer je je toelegt om met de hele mens zo om te gaan dat vanuit de bewegingen van de ledematen, uit de handigheid, het intellect ontstaat – des te beter is het.

Je weniger man den Intellekt dressiert, je mehr man darauf ausgeht, den ganzen Menschen zu behandeln so, daß aus den Gliederbewegungen, aus der Geschicklichkeit der Intellekt wird – und er wird -, desto besser ist es.
GA 301/80  
Op deze blog vertaald/80
.

300
Bij onderwijs en opvoeding is het echt belangrijk dat je daadwerkelijk let op de drie gebieden van de drieledige mens en dat je die tot z’n recht laat komen, maar ook in een zinvolle wisselwerking.

Das eigentlich Bedeutsame beim Unterrichten und Erziehen besteht darinnen, daß man die drei Glieder des dreigliedrigen Menschen wirklich berücksichtigt, jedes zu seinem Recht kommen läßt, und sie aber auch zu ihrer entsprechenden Wechselwirkung kommen läßt.
GA 302/46  
Vertaald
.

299
Als het om het begrijpen van de dingen gaat, blijft ons intellect oppervlakkig. Het dringt niet in de diepere laag door, waar de waarheid te vinden is.

Das­jenige, was unser Intellekt ist, bleibt an der oberen Schicht des Ver­stehens der Dinge, dringt nicht in diejenige Schicht hinunter, wo die Wahrheit wirklich liegt.
GA 193/191  
Niet vertaald
Zie: 335
.

298
De natuur om ons heen is kunstzinnig scheppend. Pas als de mensen dit met kunstzinnige begrippen begrijpen, kan de wereldbeschouwing gezond worden. 

Denn dasjenige was uns als Natur umgibt, schafft künst­lerisch. Und ehe man nicht verstehen wird, daß dasjenige, was uns in der Natur rings umgibt, künstlerisches Schaffen ist und nur mit künstlerischen Begriffen erfaßt werden kann, kann kein Heil in unsere Weltanschauung hineinkommen.
GA 204/248  
Niet vertaald 
Zie 183
.

297
Je zal het geestelijke in de wereld pas begrijpen wanneer je realiteiten met elkaar vergelijkt.

Nur dadurch kommen Sie zum geistigen Weltbegreifen, daß Sie Reales mit Realem vergleichen. 
GA 293 /118  
Vertaald/120   
Zie
17; 21; 87; 150; 250; 259; 273; 274; 275; 280; 281; 286; 292
.

296
Stoffen zijn verstarde processen.

Stoffe sind erstarrt ausschauende Prozesse.
GA 300B/104  
Niet vertaald
Zie: 14; 25; 36; 50; 88; 98; 103; 104; 105; 111; 127; 132; 155; 170; 185; 254; 268; 276; 314
.

295
Zonder de mens kan je de kosmos niet begrijpen.

( ) daß das Weltenall ohne den Menschen nicht begrif­fen werden kann.
GA 201/193  
Niet vertaald 
Zie 6; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196; 213 240; 241; 242; 246; 248; 251; 252; 262; 264; 311; 319
.

294
Antroposofie is absoluut het tegendeel van elke vorm van fanatisme.

Anthroposophie ist absolut das Gegenteil von jedem Fanatismus.
GA 297/274  
Op deze blog vertaald     
Zie  118; 302; 324; 340; 351
.

293
Wanneer we langzamerhand doordringen tot de essentie van de geesteswetenschap, dan komt ons heel duidelijk voor ogen te staan dat de mens werkelijk zijn hele leven door moet leren, wil hij de opgaven van dit leven aankunnen.

( ) indem wir uns dem Nerv der geisteswissen­schaftlichen Bewegung nähern: daß der Mensch wirklich sein ganzes Leben hindurch zu lernen hat, wenn er den Aufgaben dieses Lebens ge­wachsen sein will.
GA 186/166
Vertaald
.

292
Wij moeten uitgaan van de realiteit en niet tegen de werkelijkheid ingaan.

( ) daß wir mit der Wirklichkeit arbeiten und nicht gegen sie.
GA 186/166
Vertaald         
Zie:17; 21; 87; 150; 250; 259; 273; 274; 275; 280; 281;
286;
.

291
De puur intellectualistische vorming zal nooit en te nimmer de mens iets geven voor het latere leven.

Die rein intellektualistische Bildung könnte nie und nimmer irgend etwas den Menschen geben für das spätere Alter.
GA 301/72  
Op deze blog vertaald/72           
Zie: 171; 198224; 234235;
.

290
Het gaat er bij ons om hoe je het kind iets aanleert, niet om wat je het kind aanleert.

Wie man es macht mit dem Kinde, nicht was man an das Kind heranbringt, das ist es, um was es sich bei uns handelt.
GA 297/257  
Op deze blog vertaald/257           
Zie 131

.

289
Je kan door ‘gepreek’* niet opvoeden, maar alleen door het voorbeeld te geven, tot in wat je denkt toe.

Da kann man nicht durch Ermahnungen erziehen, sondern nur durch das Vorbild, bis in die Gedan­ken hinein.
GA 297/215-216  
Op deze blog vertaald/215-216       
Zie: 200; 208; 272; 277; 

*Ermahnung: waarschuwing, vermaning, standje, gebod, moraalpreek, enz.
.

288
Het leven ontwikkelt zich in tegenstellingen.

Das Leben entwickelt sich in Gegensätzen.
GA 297149  
Op deze blog vertaald/149
.

287
Voor de vrijeschoolpedagoog is iedere leerling een raadsel; iets wat in iedere individuele leerling tot uiting komt en wat op een levendige manier elke dag, elk uur opgelost moet worden.

( ) für ihn ist der einzelne Zögling ein Rätsel. Für ihn ist dasjenige, was im einzelnen Zögling sich auslebt, etwas, das mit jedem Tag, mit jeder Stunde lebendig gelöst werden muß.
GA 297/136  
Op deze blog vertaald/136     
Zie: 48; 70; 172; 228; 

.

286
Alleen door niet in schema’s te denken, kom je dichter bij de werkelijkheid.

Denn nur dadurch, daß sie dieses unschematische Denken in sich aufnehmen, kommen sie mit ihrer Seele der Wirklichkeit nahe.
GA 296/73  
Vertaald    
Zie ook: 17; 21; 87; 150; 250; 259; 273; 274; 275; 280; 281; 286; 292: 297
.

285
Je moet niet op de een of andere manier benepen tégen iets zijn.

Man soll nicht irgendwie sich philiströs gegen dasjenige stemmen, nun ja, was vielleicht philiströs ist.
GA 311/139    
Op deze blog vertaald/139

(Op een vraag of er op Engelse scholen aan Engelse sport moet worden gedaan.)
.

284
We moeten tot heldere begrippen komen, geen vage. We moeten inzien dat uitgaan van begrippen, van definities, helemaal niets betekent, wél het waarnemen van de feiten zonder vooroordelen.

( ) daß wir einsehen, wie es vor allen Dingen notwendig ist, zu klaren, nicht verschwommenen, sondern zu klaren Begriffen zu kommen. Man muß schon durchaus einsehen, daß das Ausgehen von Begriffen, das Ausgehen von Definitionen gar nichts bedeutet, sondern das vorurteilsfreie Anschauen der Tatsachengebiete.
GA 206/23  
Niet vertaald   
Zie: 2; 325; 332
.

283
Ook bij het kind dat nog in ontwikkeling is, willen wij er vandaag de dag geen kennis instampen, maar wij proberen zijn vermogens te ontwikkelen, zodat het niet meer nodig is dat het gedwongen wordt iets te begrijpen, maar dat het iets begrijpen wil.

Auch dem noch unreifen Menschen, dem Kinde, wollen wir gegenwärtig keine Erkenntnisse eintrichtern, sondern wir suchen seine Fähigkeiten zu entwickeln, damit es nicht mehr zum Verstehen gezwungen zu werden braucht, sondern verstehen will.
GA 4/190    
Vertaald/219   met deze vertaling:
Ook de nog onrijpe mens, het kind, willen wij tegenwoordig geen kennis instampen, maar wij proberen zijn talenten te ontwikkelen, zodat het niet meer gedwongen hoeft te worden iets te begrijpen, maar begrijpen wil.
.

282
De hele mens bestuderen wil zeggen, in hem die krachten vinden die verdergaan dan het aardse leven.

Und den ganzen Menschen stu­dieren, heißt, in ihm die Kräfte finden, die durchaus über das Erdenleben hinausreichen.
GA 205/106 
Niet vertaald

Over dit ‘verdergaan’: 2e vdr. Algemene menskunde
.

281
Je moet goed in de gaten hebben dat in de realiteit alles alleen maar zo bekeken kan worden dat als iets zich ergens als het belangrijkste voordoet, daar ook andere elementen van de werkelijkheid bijhoren en dat wat anders op de achtergrond blijft, in een andere situatie van de realiteit, het belangrijkste is en dat dat andere dan weer op de achtergrond staat.

( ) Man muß sich klar sein, daß in der Wirklichkeit alles nur so betrachtet werden kann, daß irgendwo etwas als das Hervorstechende erscheint, daß aber die übrigen Elemente der Wirklichkeit darinnen leben, und daß überall, was sonst im Hinter­grunde sich hält, wiederum an einem anderen Orte der Wirklichkeit das Hervorstechendste ist und das andere sich im Hintergrunde hält.
GA 202/58  
Niet vertaald 
Zie ook 17; 21; 87; 150; 250; 259; 273; 274; 275; 280; 286; 292: 297
.

280
Om de werkelijkheid te kennen, mag je nooit schematiseren, nooit ideeën zomaar naast elkaar zetten ( )

Man darf, wenn man mit seinem Erkennen in die Wirklich­keit hineingehen will, niemals schematisieren, niemals die Ideen nur nebeneinander setzen, ( )
GA 202/58  
Niet vertaald   
Zie: 17; 21; 87; 250; 259; 273; 274; 275; 281; 286; 292: 297

Zie ookkarakteriseren
.

279
Let wel dat je de mens alleen maar leert kennen door hem steeds vanuit drie gezichtspunten te belichten. *

Seien Sie sich also klar darüber, daß Sie den Menschen nur dadurch erkennen können, daß Sie ihn immer von drei Gesichtspunkten aus betrachten, ( )
GA 293/132  
Vertaald/134

*vanuit het lichaam: hoofd/romp/ledematen
vanuit de ziel: denken/voelen/willen
vanuit de geest: wakker/dromen/slapen       [uitleg]
.

278
We staan slecht in het leven, wanneer we er star en vreemd tegenover staan. We staan pas goed in het leven, wanneer ieder ogenblik, iedere dag, iedere week, elk jaar een bron is voor ons om te leren ons verder te ontwikkelen.

Wir stehen schlecht im Leben, wenn wir diesem Leben steif und fremd gegenüberstehen. Wir stehen nur dann recht im Leben drinnen, wenn jeder Augenblick, jeder Tag, jede Woche, jedes Jahr für uns eine Quelle ist, für unsere Weiterentwicklung zu lernen.
GA 297/100    
Op deze blog vertaald/100     
Zie 174; 189; 215;
253; 269; 270;
.

277
Je zou je tegenover de kinderen nooit moeten ergeren, geen wrok moeten koesteren.

Um den Kontrast zu zeigen, muß man eine wirk­lich leichte Hand haben und den Humor, so daß die Kinder sehen:
man ärgert sich nie, man hat auch keinen Groll, sondern man behandelt die Dinge so, daß sie sich selber zeigen.
GA 295/24  
Praktijk van het lesgeven/23   
Zie: 208; 272; 289
.

276
Alles wat in de mens ziel is, komt ook tot uitdrukking in de lichamelijkheid, wordt het lichaam ingeprent.

Alles, was seelisch im Menschen ist, drückt sich auch in der Körper­lichkeit aus, prägt sich der Körperlichkeit ein.
GA 205/160  
Niet vertaald 
Zie 14; 88; 170; 202; 203; 210; 254; 263; 268; 296; 314
.

275
Het abstracte denken brengt ons er uiteindelijk toe dat we door louter abstracties de werkelijkheid niet meer zien

Denn das abstrakte Denken führt uns endlich wirklich dazu, eben die Wirklichkeit vor lauter Abstraktionen nicht mehr zu sehen.
GA 205/150-151 
Niet vertaald 
Zie ook:
17; 21; 87; 150; 250; 259; 273; 274; 280; 281; 286; 292: 297
.

274
Iets kan in hoge mate logisch zijn, geestrijk, maar dan hoeft het nog niet in overeenstemming te zijn met de werkelijkheid. In deze tijd hebben we juist een denken nodig dat realistisch is.

Logisch, geistvoll kann etwas in ungeheurem Maße sein, aber es braucht noch nicht wirklichkeitsgemäß zu sein. Ein wirklich­keitsgemäßes Denken aber brauchen wir in diesem Zeitalter.
GA 205/150  
Niet vertaald
Zie ook: 17; 21; 87; 150; 250; 259; 273; 275; 280; 281; 286; 292: 297
.

273
Hoe materialistischer een mens wordt, hoe meer hij van de werkelijkheid vervreemdt.

Und so kommt es, daß, je mehr der Mensch in den Materialismus hineinwächst, er um so mehr aus der Wirklichkeit herauswächst.
GA 297 /204  
Op deze blog vertaald/204   
Zie 17; 21; 87; 150; 250; 259; 274; 275; 280; 281; 286; 292: 297
.

272
Een leraar mag geen droogpruim worden en geen zuurpruim. Een levendige, frisse stemming! Geen droogpruim en geen zuurpruim te worden – daar moet een leraar naar streven!

Der Lehrer darf nicht verdorren und nicht versauern. Unverdorrte, frische Seelenstimmung! Nicht verdorren und nicht versauern!
GA 294/194  
Vertaald/206       
Zie: 208; 277; 289
.

271
De leraar moet een mens zijn die innerlijk nooit een compromis sluit met onwaarheid.

Der Lehrer soll ein Mensch sein, der in seinem Inneren nie ein Kompromiß schließt mit dem Unwahren.
GA 294/193  
Vertaald/205
.

270
De leraar moet een mens zijn met interesse voor alles wat in de wereld en in de mens leeft.

Der Lehrer soll ein Mensch sein, der Interesse hat für alles weltliche und menschliche Sein.
GA 294/193  
Vertaald/205       
Zie: 174; 189; 215; 253; 269; 278
.

269
De leraar moet iemand zijn met initiatieven; die nooit en te nimmer laks wordt bij wat hij op school doet, bij zijn houding naar de kinderen toe.

Denken Sie daran, daß der Lehrer ein Mann der Initiative sei, daß er niemals lässig werde, das heißt, nicht voll bei dem dabei sei, was er in der Schule tut, wie er sich den Kindern gegenüber benimmt.
GA 294/193   
Vertaald/205 
Zie: 174; 189; 215; 253; 270; 278
.

268
Alles wat in de mens ziel is, komt ook lichamelijk tot uitdrukking, verschijnt tot in het lichaam. 

Alles, was seelisch im Menschen ist, drückt sich auch in der Körper­lichkeit aus, prägt sich der Körperlichkeit ein.
GA 205/160  
Niet vertaald   
Zie 14; 88; 170; 202; 203; 254; 263; 265; 268; 276; 296; 314
.

267
De hele mens bestuderen, betekent dat je probeert in hem die krachten te vinden die verder reiken dan het aardse leven.

Und den ganzen Menschen stu­dieren, heißt, in ihm die Kräfte finden, die durchaus über das Erdenleben hinausreichen.
GA 205/106 
Niet vertaald

(Daarmee zijn o.a. de ‘wilskrachten bedoeld – zie Algemene menskunde voordracht 2)
.

266
Routine is de mechanisering van het leven.

Routine, was ja Mechanisierung des Lebens ist.
GA 205/132  
Niet vertaald
.

265
Wat is nu eigenlijk dit menselijk organisme? Het is het exacte spiegelbeeld van zijn geest-zielenwezen.

Denn was ist denn eigentlich dieser menschliche Organismus? – Dieser menschliche Organismus ist ja ein getreues Abbild des Geistig-Seelischen des Menschen.
GA 204/22  
Niet vertaald 
Zie: 14; 25; 36; 50; 88; 98; 103; 104; 105; 111; 127; 132; 155; 170; 188; 202; 210; 263; 268; 276
.

264
Wij begrijpen de mens pas echt, wanneer we deze in een geestelijke samenhang weten te brengen met de kosmos.

Wir verstehen den Menschen nur richtig, wenn wir ihn in einen geistigen Zusammenhang zu bringen wissen mit dem Weltenall.
GA 203/143  
Niet vertaald   
Zie: 6; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196; 213 240; 241; 242; 246; 248; 251; 252; 262; 295; 311; 319
.

263
De ene kant van het menselijk streven is om zoveel mogelijk de materie als zodanig te leren kennen, de andere kant is dat je ook de geest leert kennen.

Soviel als möglich die Materie als solche kennenzulernen, das ist die eine Seite des menschlichen Erkenntnis- und Willensstrebens, die andere Seite ist es, auch den Geist kennenzulernen.
GA 203/90  
Niet vertaald
Zie 202265268276
.

262
Wat wij als individueel mens in het klein verrichten, is toch van kosmische betekenis voor de hele ontwikkeling van de toekomst.

( ) daß unser kleines Wirken als einzelner Mensch eine kosmische Bedeutung für die ganze Entwicklung der Zukunft hat.
GA 203/89  
Niet vertaald   
Zie: 6; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196; 213 240; 241; 242; 246; 248; 251; 252; 264; 295; 311; 319; 311; 319
.

261
Het is dringend noodzakelijk dat we in ons leven een zintuig voor de werkelijkheid ontwikkelen. Zonder komen we niet verder. 

Aber auf der anderen Seite ist es schon dringend notwendig, daß Wirklichkeitssinn in unser ganzes Leben hereinkommt. Ohne diesen Wirklichkeitssinn kommen wir nicht weiter.
GA 203/44  
Niet vertaald               
Zie: 151, 194, 332
.
260
Op het vlak van de kennis is het net zo noodzakelijk dat de mensen zich nu verdiepen in wat de opvattingen over de natuur kunnen bieden, als dat het ook noodzakelijk is dat zij zich verdiepen in wat geesteswetenschap kan bieden. Noch het een noch het ander omvat de volle waarheid, alleen het samengaan van beide in de menselijke ziel heeft de volle waarheid als resultaat.

Daher ist es auf dem Erkenntnisgebiet ebenso notwendig, daß die Menschen heute sich ver­tiefen in dasjenige, was Naturanschauung bieten kann, wie es auf der anderen Seite notwendig ist, daß sie sich vertiefen in dasjenige, was Geisteswissenschaft bringen kann. Weder das eine noch das andere ent­hält die volle Wahrheit, allein der Zusammenklang von beiden in der menschlichen Seele gibt die volle Wahrheit.
GA 203/60  
Niet vertaald
.

259
Alles wat niet in de richting gaat van het begrijpen van de totale werkelijkheid, behoort eigenlijk al bij het leven dat in verval is.

( ) alles, was nicht nach dem Begreifen der ganzen Wirklichkeit hingeht, gehört einfach dem niedergehenden Leben an.
GA 203/36 
Niet vertaald   
Zie: 17; 21; 87; 150; 250; 273; 274; 275; 280; 281; 286; 292: 297
.

258
Onze manier van beschouwen is zeer zeker kijken met een bepaalde bril op, zodat we onze alledaagse bezigheden verrichten zonder de innerlijke samenhangen in de wereld daadwerkelijk te kennen.

Unsere Anschauungsweise ist eben durchaus so, daß sie uns bebrillt, das heißt, mit Brillen ver­sieht, so daß wir unsere alltäglichen Verrichtungen haben, ohne irgend etwas über den inneren Zusammenhang der Welt in Wirklichkeit zu erkennen.
GA 202/272 
Niet vertaald
.

257
Wij moeten doorgronden wat het eigen wezen van de mens is.

Wir müssen ergründen, was des Menschen eigene Wesenheit ist.
GA 202/224  
Niet vertaald
Zie: 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 47; 55; 83; 85; 102; 191; 192; 193: 205; 227; 231; 303; 304; 306; 307; 347
.

256
Je krijgt geen echte kennis van de mens, wanneer je niet bereid bent waarde te hechten aan de indeling van de mens in een warmte-, lucht-, in een water- en in een aarde-organisme.

Aber man bekommt keine wirkliche Erkenntnis vom Menschen, wenn man sich nicht dazu herbeilassen will, diese Gliederung des Menschen in einen Wärmeorganismus, in einen Luftorganismus, in einen Wasserorganismus und in einen Erd­organismus gelten zu lassen.
GA 202/170  
Niet vertaald
.

255
In je gevoelsleven moet een beeld ontstaan van wat een mens nu eigenlijk is.

Man muß in seine Seelenverfassung hereinbekommen eine lebendige Anschauung von dem Menschen als solchem.
GA 202/117  
Niet vertaald
Zie: 356
.

254
{de voorgeboortelijke mens) metamorfoseert zich tot een fysiek wezen; maar dit fysieke wezen is slechts de uiterlijke vorm voor iets geestelijks.

So verwandelt sich der Mensch in ein physisches Wesen; aber dieses physische Wesen ist nur die äußere Form für ein Geistiges.
GA 202/111  
Niet vertaald   
Zie: 14; 25; 36; 50; 88; 98; 103; 104; 105; 111; 127; 132; 155; 170; 188; 202; 210268; 276
; 296 314
.

253
Een de kern rakend totaalbeeld van de mens gaat niet eenzijdig van de ziel, noch eenzijdig van het lichaam uit, maar ziet hoe deze twee, het fysieke en het psychische elkaar over en weer doordringen.

Es ist durchaus so, daß eine durchgreifende, eine totale Betrachtung des Menschen weder einseitig seelisch noch einseitig physisch ist, sondern daß die beiden, Physisches und Seelisches, ineinandergreifen bei dieser totalen Betrachtung.
GA 202/141-142    
Niet vertaald 
Zie: 174; 189; 215; 269; 270; 278

.

252
De mens is een openbaring van de hele kosmos.

Der Mensch ist ein Ausdruck des ganzen Kosmos.
GA 202/23  
Niet vertaald   
Zie: 6; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196; 213 240; 241; 242; 246; 248; 251; 262; 264; 295; 311; 319
.

251
Niemand begrijpt de menselijke gestalte die deze niet uit het samenwerken van aarde en kosmos wil begrijpen.

Niemand ver­steht die menschliche Form, der sie nicht begreifen will aus dem Zu­sammenwirken der Erde mit dem Kosmos.
GA 202/21  
Niet vertaald   
Zie: 6; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196; 213 240; 241; 242; 246; 248; 252; 262; 264; 295; 311; 319

.

250
Wat werkelijkheid is, is meer dan waar het beperkte aardse mensenverstand in eerste instantie toegang toe heeft.

(  ) das, was Wirklichkeit ist, geht über dasjenige hinaus, was dem be­schränkten Erdenverstand zunächst zugänglich ist.
GA 202/19 
Niet vertaald 
Zi
e: 17; 21; 87; 150; 259; 273; 274; 275; 280; 281; 286; 292: 297
.

249
De mens is als fysiek wezen geen werkelijkheid op zich, maar hij is een fysiek wezen samen met de hele aarde

Der Mensch ist als physisches Wesen nicht eine Wirklichkeit für sich, sondern er ist ein physisches Wesen mit der ganzen Erde zusammen.
GA 201/194   
Niet vertaald
.

248
De wereld begrijpen zonder de mens te begrijpen is onmogelijk.

Die Welt zu verstehen, ohne den Menschen zu verstehen, ist nicht möglich.
GA 201/147    
Niet vertaald   
Zie: 6; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196; 213 240; 241; 242; 246; 251; 252; 262; 264; 295; 311; 319
.

247
Pedagoog zijn betekent: dat grootse raadsel oplossen dat het kind ons opgeeft, dat geleidelijk naar buiten toe vertoont wat als aanleg ontstaan is tussen de dood en een nieuwe geboorte.

Pädagoge sein, heißt, jenes großartige Rätsel lösen, welches uns das Kind aufgibt, das nach und nach herausbringt, was veranlagt worden ist zwischen dem Tod und einer neuen Geburt.
GA 201/145  
Niet vertaald     
Zie 173; 179; 180; 217; 226; 236; 331
.

246
In plaats van naar het allerkleinste te kijken, zou je de blik moeten richten op het allergrootste, want daarin is te vinden wat in het kleinste zit. 

Statt bei allem ins Kleinste hineinzugucken, sollte man den Blick hinauswenden ins Größte, denn da ist zu suchen dasjenige, was im Kleinsten lebt.
GA 201/123  
Niet vertaald     
Zie: 6; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196; 213 240; 241; 242; 248; 251; 252; 262; 264; 295; 311; 319
.

245
Je bent erg verkeerd bezig wanneer je uit een geheel een deel neemt en dat gaat bekijken als iets wat op zich staat.

( ) man tut sehr unrecht, wenn man aus einem Ganzen einen Teil herausnimmt und für sich betrachtet.
GA 201/70    
Niet vertaald   
Zie: 15; 17; 20;  24; 87; 121; 124; 161; 163; 243; 330
.

244
Het gaat erom dat je de mens als totaliteit niet kan begrijpen door de losse delen, maar dat je de totaliteit als uitgangspunt neemt en dan van het geheel uit naar de aparte delen kijkt. 

Es handelt sich darum, daß man den ganzen Organismus des Menschen ja nicht begreifen kann aus seinen einzelnen Teilen, sondern daß man die Betrachtung des Ganzen zugrunde legen und dann von dem Ganzen aus die einzelnen Teile betrachten muß.
GA 201/69   
Niet vertaald
.

243
[ ]  het is onmogelijk de wetmatigheden die zich in de wereld voordoen, maar op één manier te vinden. Zolang je van mening bent dat alles opgehangen kan worden aan de werking van oorzaak en gevolg, sta je open voor tragische vergissingen.

Sehen Sie, daraus sollen Sie entnehmen, daß es unmöglich ist, die Gesetzmäßigkeiten, die in der Welt sich uns offenbaren, nur in eindeutiger Weise zu suchen. Solange man der Meinung ist, eine einzige Art von Gesetzmäßigkeit genüge für unsere Welt, alles hänge nur an dem Faden von Ursache und Wirkung, solange gibt man sich greulichen Irrtümern hin.
GA 201/60  
Niet vertaald   
Zie: 15; 17; 20; 24; 87; 121; 124; 130;
161; 163; 245; 343
.

242
In werkelijkheid kan je over het bouwwerk van het universum niet spreken, zonder voortdurend rekening te houden met de mens, in zekere zin steeds probeert in het universum te zoeken wat op de een of andere manier ook in de mens te vinden is.

In Wirklichkeit kann die Konstitution des Weltenalls gar nicht be­trachtet werden, ohne daß man fortwährend auf den Menschen Bezug nimmt, gewissermaßen immer versucht, dasjenige im Weltenall draußen aufzusuchen, was sich auch in irgendeiner Weise im Menschen findet.
GA 201/53 
Niet vertaald   
Zie: 6; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196; 213 240; 241; 246; 248; 251; 252; 262; 264; 295; 311; 319

.

241
De mens is een microkosmos in de macrokosmos.

Denn der Mensch ist ein wirklicher Mikro­kosmos im Makrokosmos.
GA 201/68  
Niet vertaald   
Zie: 6; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196; 213 240; 242; 246; 248; 251; 252; 262; 264; 295; 311; 319
.

240
Wat binnen onze huid besloten ligt, is niets anders dan een spiegelbeeld van het wereldorganisme buiten ons.

Denn was innerhalb un­serer Haut liegt, das ist nichts anderes als das Spiegelbild des äußeren Weltorganismus.
GA.201/49  
Niet vertaald   
Zie: 6; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196; 213; 241; 242; 246; 248; 251; 252; 262; 264; 295; 311; 319

.

239
In het formuleren van onze zinnen moeten we meteen zo gewetensvol zijn dat we naar waarheid streven.

In der Formulierung unserer Sätze müssen wir schon so gewissenhaft sein, daß wir nach Wahrheit streben.
GA 192/145    
Op deze blog vertaald/145
.

238
Het moet om de m e n s gaan, aan hem moet de opvoeder al zijn zorg geven; hem gaat het om de wordende mens.

Der Mensch wird dasjenige sein, worauf hingerichtet werden muß die Sorgfalt desjenigen, der der Leh­rer werdender Menschen ist.
GA 192/93 
Op deze blog vertaald/93
Zie: 201; 212
.

237
De wereld komt er niet door vooruit als je altijd het midden houdt; het midden is terecht aanwezig, als ook de afzonderlijke zijden aanwezig zijn en je deze als krachten in aanmerking neemt.

Die Welt kommt nicht dadurch vorwärts, daß man immer die Mitte hält; die Mitte ist in entsprechender Weise dann vorhanden, wenn auch die einzelnen Seiten vorhanden sind, und wenn man sie als Kräfte berücksichtigt.
GA 141/133  
Niet vertaald
.

236
De wordende mens, de zich ontwikkelende mens is een van de grootste raadsels van het leven en een goede opvoeder moet in de praktische vorming van de wordende mens degene zijn die het raadsel oplost.

Der werdende Mensch, der sich entwickelnde Mensch ist eines der größten Rätsel des Lebens, und der rechte Erzieher muß ein Rätsellöser sein in der praktischen Heranbildung des werdenden Menschen.
GA 97/308    
Niet vertaald           
Zie 173; 179; 180; 217; 226; 236; 247; 331

.

235
( ) Houd er daadwerkelijk rekening mee, dat er in het onderwijs en in de opvoeding niets komt wat niet op de een of andere manier bij het leven aansluit.

Das ist dasjenige, was ich auch hier besonders erwähnen will, daß Sie tatsächlich darauf sehen, daß nichts in den Unterricht und die
Erziehung hineinkommt, was nicht in irgendeiner Weise an das Leben anknüpft.
GA 311/121-22      
Op deze blog vertaald/121/122         
Zie: 171; 198224234291

.

234
Je moet een kind stimuleren, alleen die dingen te denken die ook in het leven aanwezig zijn. Dan komt vanuit het onderwijs weer realiteit in het leven. We lijden in onze tijd juist vreselijk onder het werkelijkheidsvreemde denken van de mensen. 

Sie müssen das Kind anleiten, nur solche Dinge zu denken, die auch im Leben vorhanden sind. Dann wird auch wieder vom Unter­richt aus die Wirklichkeit in das Leben hineingetragen. Wir leiden in unserer Zeit geradezu furchtbar unter dem unwirklichkeitsge­mäßen Denken der Menschen.
GA 311/120  
Op deze blog vertaald/120       
Zie: 171; 198224235291

.

233
Je moet er altijd op bedacht zijn overal het levende, niet het dode aan het kind te brengen.

Sie müssen immer darauf bedacht sein, überall das Lebendige, nicht das Tote in das Kind hin­einzubringen.
GA 311/89    
Op deze blog vertaald/89
.

232
Het gaat erom dat je aan de natuur van het kind afleest wat je met hem moet doen. 

Auch da handelt es sich darum, daß man aus der Natur des Kindes abliest, wie man es zu behandeln hat.
GA311/58    
Op deze blog vertaald/58   
Zie 53; 59; 331
.

231
Het zal er steeds op aankomen dat wij voor iedere leeftijd dat vinden wat door de ontwikkeling van de mens voor deze leeftijd zelf gevraagd wordt. En daarvoor hebben we nodig dat we de mens echt goed kunnen observeren, en een echte menskunde.

Es wird immer darauf ankommen, daß wir für ein jedes Lebensalter dasjenige finden, was nach der Entwicklung des Menschen von die­sem Lebensalter selber gefordert wird. Dazu brauchen wir eben wirk­liche Menschenbeobachtung, wirkliche Menschenerkenntnis.
GA311/56    
Op deze blog vertaald/56   
Zie: 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 47; 55; 83; 85; 102; 191; 192; 193: 205; 227; 257; 303
.

230
(  )  neem als de eerste basisregel van een echte pedagogische kunst: je moet het leven in al zijn uitingen kunnen waarnemen.

( )  so nehmen Sie das als den ersten Grundsatz einer wirklichen pädago­gischen Kunst: du mußt das Leben in allen seinen Äußerungen beob­achten können
GA 311/29  
Op deze blog vertaald/29
.

229
Het leven is van ’s morgens tot ’s avonds op elk gebied  interessant. De kleinste dingen zijn interessant.

Das Leben ist ja vom Morgen bis zum Abend überall interessant. Die kleinsten Dinge sind interessant.
GA 311/28  
Op deze blog vertaald/28
.

228
De leerkracht moet een ongekende eerbied voor het kind hebben en weten: iets uit de goddelijk-geestelijke wereld is naar de aarde gekomen. Dat wij dit weten, tot ons hart laten doordringen en van daaruit opvoeder worden, daar komt het op aan.

Er (der Lehrer) soll mit einer ungeheuren Ehrfurcht vor dem Kinde stehen und wissen: da ist ein Göttlich-Gei­stiges auf die Erde heruntergestiegen. Daß wir dieses wissen, mit diesem unser Herz durchdringen und von da aus Erzieher werden, darauf kommt es an.
GA 311/19    
Op deze blog vertaald/19     
Zie: 48; 70; 172; 287
; 356
.

227
Wanneer je het correcte inzicht hebt dat het mensenleven een samenhangend geheel is, kom je er vervolgens op hoe verschillend nu weer de te onderscheiden levensfasen zijn.

Wenn man die richtige Anschauung hat, daß das ganze Menschen­leben ein zusammenhängendes ist, kommt man erst darauf, wie ver­schieden wiederum die einzelnen Lebensalter sind.
GA 311/15      
Op deze blog vertaald/15  
Zie: 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 47; 55; 83; 85; 102; 191; 192; 193: 205; 227; 257; 303
.

226
Want wat is eerlijk gezegd eigenlijk het mooiste in de wereld? Dat is toch de mens in wording!

Denn, was ist eigentlich das innerlich Schönste auf der Welt? Es ist doch der werdende Mensch!
GA 310/175  
Vertaald/183   
Zie 173; 179; 180; 217; 236; 247; 331

.

225
Omdat alles wat realiteitskarakter heeft, tevens doorgeestelijkt is, kun je de werkelijkheid alleen maar leren kennen als je oog hebt voor het geestelijke.

Weil alles, was wirklich ist, auch durchgeistigt ist, kann man die Wirklichkeit nur erkennen, wenn man einen Blick für das Geistige hat.
GA 310/171  
Vertaald/178
.

224
De betekenis van een nieuwe pedagogie voor de wereld moet erin gelegen zijn dat wij uit de verintellectualisering komen.

Darin muß die Weltbedeutung einer neuen Pädagogik liegen, daß wir über das Verintellektualisierte hinauskom­men.
GA 310/165   
Vertaald/173     
Zie 171; 198 

.

223
Alleen wanneer de leraar en de lerares wereldburger worden, kan op school ook de wereld binnenkomen. En op school moet de wereld leven. *

Nur dann, wenn der Lehrer zum Weltmanne, die Lehrerin selbstverständlich zur «Weltfrau» wird, kann in der Schule drinnen auch Welt leben. Und Welt muß in der Schule leben

Alleen wanneer de leraar tot ‘man van de wereld’ wordt, en wanneer de lerares vanzelfsprekend tot ‘vrouw van de wereld’ wordt, kan het leven de school binnenkomen. Het leven, de realiteit moeten we weer in de school brengen.
GA 310/165  
Vertaald/171   
* eigen vertaling

Zie 71; 74; 79; 101; 123; 140; 189; 216; 218; 350
.

222
Het leven, de realiteit moeten we weer in de school brengen. Maar dan moet de leerkracht daadwerkelijk in de wereld staan; voor alles in de wereld een levendige interesse tonen.

Welt, wirkliche Welt müssen wir wieder in die Schule hineinbringen. Dazu muß man aber als Lehrer in der Welt drinnenstehen, muß ein lebendiges Interesse haben für alles, was in der Welt da ist.
GA 310/165  
Vertaald/171   
Zie 175; 200

.

221
We kijken niet meer naar de (volledige) mens, maar naar wat de mens moet worden bijgebracht, wat hij moet weten en in zich moet hebben. ( ) Wij moeten weer oog krijgen voor de héle mens.

Wir schauen nicht mehr auf den Menschen, sondern auf das, was dem Men­schen beigebracht werden soll, was er wissen und in sich tragen soll. ( ) Wir müssen wieder den Blick bekommen für den ganzen Menschen.
GA 310/159   
Vertaald/167
.

220
(  ) een leraar die nooit heeft leren boetseren, begrijpt eigenlijk niets van de ontwikkeling van het kind. 

( )  ein Lehrer, der nie Modellieren gelernt hat, versteht eigent­lich von der Entwicklung des Kindes nichts.
GA310/141  
Vertaald/148
.

219
Voor iemand die niet alleen met zijn nuchtere, droge verstand naar de wereld kijkt, maar in staat is deze invoelend te kennen, is het opgroeiende kind een wonderbaarlijk raadsel; hoe dit iedere dag, iedere week, iedere maand en ieder jaar zijn innerlijk steeds meer in de buitenwereld tot uitdrukking brengt.

Es ist ja zunächst für einen Menschen, der nicht bloß mit dem nüchtern-trockenen Verstande erfaßt, sondern der die Welt fühlend erkennen kann, das heranwachsende Kind ein wunderbares Rätsel, wie es von Tag zu Tag, von Woche zu Woche, von Monat zu Monat, von Jahr zu Jahr im Äußeren immer mehr ein Innerliches offenbart.
GA 297/252  
Niet vertaald
Zie: 59193348
.

218
Wat we op school aan spel doen, moet een directe afbeelding* van het leven zijn. Alles moet met het leven te maken hebben, niets mag bedacht zijn.

Sondern, was man in der Schule als Spiele treibt, muß ein unmittelbares Abbild des Lebens sein. Alles muß aus dem Leben heraus sein, nichts soll ausgedacht sein.
GA310/112     
Vertaald/118
Zie 71; 74; 79; 101; 123; 140; 189; 216; 223; 350

ik zou gekozen hebben voor ‘weerspiegeling’

217
( ) waar is het boek waarin de pedagoog kan lezen wat pedagogie is? Dat zijn de kinderen zelf! Je moet uit geen enkel ander boek pedagogie leren dan uit het boek dat opengeslagen voor je ligt. Dat zijn de kinderen zelf. Daarom heb je een zeer grote interesse nodig voor ieder kind apart.

( ) wo ist denn das Buch, worin der Pädagoge lesen kann, was Pädagogik ist? Das sind die Kinder sel­ber! Man soll aus keinem andern Buche Pädagogik lernen als aus dem Buche, das aufgeschlagen vor einem liegt und das die Kinder selber sind  aber man bedarf dazu eines umfänglichsten Interesses für jedes einzelne Kind.
GA310/110   
Vertaald/116 
Zie
173; 179; 180; 226; 236; 247; 331
.

216
( ) als onderwijs en opvoeding erin bestaan dat leven levendig op het leven wordt overgebracht, dan komt daar­uit ook leven voort, dat gedijt en zich ontwikkelt.

( ) wenn Unterricht und Erziehung darin bestehen, daß Leben lebendig an Leben übertragen wird, dann kommt auch Leben heraus, das sich entwickelt und gedeiht.
GA 310/104  
Vertaald/97
Zie 71; 74; 79; 101; 123; 140; 189; 218‘; 223; 350

Op te vatten als: wanneer het werken van de opvoeder/leerkracht vol leven zit, draagt zij/hij dat over op de leerling en in haar/hem werkt dit als iets levends door.
.

215
Wat we in de school proberen is, dat elke leerkracht over een buitengewone interesse beschikt in, en een enorme aandacht heeft voor de hele mens.

Das ist es, was wir in der Schule versuchen: daß jeder Lehrer das tiefste Interesse und die größte Aufmerksamkeit hat für den ganzen Menschen.
GA 310/92    
Vertaald/97     
Zie: 174;
189; 215; 253; 269; 270; 278
.

214
We moeten het kunstzinnige on­derwijs – zowel in de beeldende als in de muzikale kunsten – van meet af aan in de school verzorgen. Het abstracte mag er niet heer en meester zijn, maar het kunstzinnige moet er heersen. En vanuit het kunstzinnige moet het kind gebracht worden tot het begrijpen van de wereld.

Daher ist der künstlerische Unterricht, sowohl in den bildenden Künsten wie in den musikalischen Künsten, von Anfang an in der Schule zu pflegen. Nicht das Abstrakte darf da herrschen, sondern es muß das Künstlerische herrschen, und aus dem Künstlerischen muß das Kind hineingeführt werden in das Begreifen der Welt.
GA 310/72  
Vertaald/75     
Zie 29; 54; 63; 73; 110; 182; 184;

.

213
We moeten leren de mens als een hiëroglief van het wereldal te beschouwen, want de mens stelt ons in de gelegenheid, van dichtbij, te zien hoe wezenlijk het verschil is van iets dat boven en onder, rechts of links en voor en achter is. Dat moeten we van de mens leren. Dan zullen we het ook in het wereldal vinden.

Wir müssen lernen, den Men­schen als eine Hieroglyphe des Weltenalls aufzufassen, denn der Mensch gibt uns die Gelegenheit, aus der Nähe zu sehen, wie die wesenhafte Verschiedenheit ist des Oben und Unten von etwas, des Rechts und Links von etwas, des Vorne und Hinten von etwas. Und am Menschen müssen wir das lernen. Dann werden wir das auch im Weltenall finden.
GA201/24  
Niet vertaald   
Zie: 6; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196; 213 240; 241; 242; 246; 248; 251; 252; 262; 264; 295; 311; 319

.

212
Het gaat er werkelijk om dat in de hele houding, in de houding van lichaam, ziel en geest van de leraar, zijn nauwe verbonden­heid met de wereld zit. Dan kan hij op de kinderen inwerken, dan is hij voor hen tussen tandenwisseling en geslachtsrijpheid de vanzelfsprekende autoriteit.

So handelt es sich wirklich darum, daß nun in dem ganzen Habitus, in dem seelischen, geistigen und körperlichen Habitus des Lehrers das Zusammengewachsensein mit der Welt drinnen ist. Dann kann er auf die Kinder wirken, dann ist er für sie die selbstverständliche Autorität zwischen Zahnwechsel und Geschlechtsreife.
GA 310/62  
Vertaald/65
Zie: 201; 238
.

211
Op het innerlijk van het kind werken, daarom gaat het.

Daß man auf das Innere des Kindes wirkt, darauf kommt es an.
GA 310/59 
Vertaald 62     
Zie: 14;, 88;, 170; 181

.

210
We moeten begrij­pen hoe het bovenaardse leven in het aardse werkzaam is. Dat is immers ook aanwezig tussen geboorte en dood. Alleen werkt het verborgen in het lichamelijke. En je kunt het lichamelijke niet begrijpen als je het geestelijke dat in het lichamelijke werkt, niet begrijpt.

Wir müssen also begreifen, wie in dem irdischen Leben das Überirdische arbeitet. Denn das ist ja zwischen Geburt und Tod doch auch vorhanden; es arbeitet nur verborgen in dem Leiblichen drinnen, und man versteht das Leibliche nicht, wenn man nicht das im Leiblichen wirkende Geistige versteht.
GA 310/24 
Vertaald/25 
Zie: 14; 25; 36; 50; 88; 98; 103; 104; 105; 111; 127; 132; 155; 170; 188; 203;
254; 296
.

209
Binnen in het kind werkt de god in de mens, en die werkt door het levende*-fysieke heen.

Im Kinde drinnen wirkt der Gott im Men­schen, wirkt durch das Leiblich-Physische hindurch.
GA 310/22  
Vertaald/22 
Zie: 14; 25; 36; 50; 88; 98; 103; 104; 105; 111; 127; 132; 155; 170; 188; 202; 203;

*de vertaling heeft ‘lichamelijk’ voor het Duitse ‘leiblich’. Zie voor het verschil.
.

208
Kritiek leveren is immers altijd makkelijker dan opbouwen.

Kriti­sieren ist ja immer leichter als aufbauen.
GA 310/12 
Vertaald/12        
Zie: 272; 277; 289

.

207
Want je moet echt eerst weten wat een kind is om op de juiste manier op school en thuis dat te kunnen doen wat opvoedend of lesgevend moet gebeuren.

Denn man muß wirklich erst wissen, was das Kind ist, um in der richtigen Weise in Schule und Haus dasjenige hand­haben zu können, was für das Kind erzieherisch oder unterrichtend zu geschehen hat.
GA 309/65     
Op deze blog  vertaald/65 
Zie: 1; 21; 64; 68; 102; 115; 164
.

206
Iets is nog niet waar, wanneer het waargenomen en logisch is. Wat op zich logisch is, is nog geen waarheid. Waarheid wordt het pas, wanneer iets logisch is én in overeenstemming met de werkelijkheid.

( )  eine Sache ist (noch nicht wahr-zie context), wenn sie beobachtet und logisch ist. Aber das Logische allein macht nicht die Wahrheit, sondern die Wahrheit wird erst erzeugt dadurch, daß etwas logisch und wirklichkeitsgemäß ist.
GA 309/64    
Op deze blog  vertaald/64   
Zie: 334
; 344

Steiner zegt dit wanneer hij het over bepaalde rekenopdrachten heeft. 

Meer daarover hier
.

205
We hebben een pedagogiek nodig die op menskunde, op het kennen van het kind, berust. 

Wir brauchen da eine Pädagogik, die auf Men­schenerkenntnis, auf Erkenntnis des Kindes beruht.
GA 309/38  
Op deze blog  vertaald/38
Zie: 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 47; 55; 83; 85; 102; 191; 192; 193; 227; 257; 303; 304; 306; 307; 347
.

204
Wat aan pedagogie uit echte menskunde in je opkomt, moet liefdevol gedragen worden.

Denn liebegetragen muß dasjenige an Pädagogik sein, was aus wahrer Menschenerkenntnis hervorquillt.
GA309/22    
Op deze blog  vertaald/22     
Zie 169
; 356
.

203
Ziel en geest uiten zich nu eenmaal in wat uiterlijk stoffelijk zichtbaar wordt.

Es offenbaren sich Seele und Geist durchaus in dem, was äußerlich stofflich zutage tritt.
GA 309/19    
Op deze blog vertaald/19 
Zie: 14; 25; 36; 50; 88; 98; 103; 104; 105; 111; 127; 132; 155; 170; 188; 203; 210; 254

.

202
Men zou bewust de basis moeten zoeken van wat ziel en geest is, die overal ten grondslag liggen aan het fysieke functioneren. 

Man suche einmal die Grundlage bewußt, daß ein Seelisch-Geistiges überall zugrunde liegt dem körperlichen Wirken.
GA 309/18   
Op deze blog  vertaald/18   
Zie: 14; 25; 36; 50; 88; 98; 103; 104; 105; 111; 127; 132; 155; 170; 188; 203; 210; 254
; 263; 265; 268; 276
.

201
De hele mens moet opvoeder zijn, niet alleen de denkende mens; de voelende mens moet het zijn, de willende mens. 

Der ganze Mensch muß als Erzieher wirken, nicht bloß der denkende Mensch; der füh­lende Mensch muß es, der wollende Mensch muß es.
GA 309/9  
Op deze blog  vertaald/9 

Zie: 212; 238
.

200
Voor de praktijk heb je in het geven van onderwijs, in het opvoedend bezig zijn, innerlijk vuur, innerlijk enthousiasme nodig; je hebt impulsen nodig die niet vanuit het verstand volgens regels van de opvoeder en onderwijsgevende op het kind overgaan, maar die op een intieme manier van de opvoeder of leerkracht op het kind werken.

Zur Schulpraxis braucht man im Handhaben des Unterrichts, im Handhaben der Erziehung inneres Feuer, inneren Enthusiasmus; man braucht Impulse, die nicht verstandesmäßig nach Regeln von dem Lehrenden und Erziehenden auf das Kind übergehen, sondern die in intimer Weise hinüberwirken von dem Erziehenden oder Lehrenden auf das Kind.
GA 309/9  
Op deze blog  vertaald/9     
Zie: 175; 222; 356
.

199
Ware menskunde moet de mens naar lichaam, ziel en geest onderzoeken.

Wahre Menschen-Erkenntnis muß den Menschen nach Leib, Seele und Geist erforschen.
GA 308/90  
Vertaald/140
Zie: 27; 102; 142; 157; 158
.

198
Geef ik de mens vóór zijn puberteit een intellectualistische opvoeding, geef ik hem abstracte begrippen of kant-en-klare waarnemingen, en niet meegroeiende beelden bruisend van leven, dan doe ik hem geweld aan, dan grijp ik bruut in zijn Zelf in. Waarachtig opvoeden doe ik hem alleen wanneer ik niet in zijn Zelf ingrijp, maar afwacht tot dit Zelf, zelf kan ingrijpen in wat ik in de opvoeding heb aangelegd.

Gebe ich dem Menschen vor der Geschlechtsreife eine intellektualistische Erziehung, bringe ich an ihn abstrakte Begriffe heran oder fertig konturierte Beobachtungen, nicht wachsende, lebenssprühende Bilder, dann vergewaltige ich ihn, dann greife ich brutal in sein Selbst ein. Wahrhaft erziehen werde ich ihn nur, wenn ich nicht eingreife in sein Selbst, sondern abwarte, bis dieses Selbst selbst eingreifen kann in das, was ich in der Erziehung veranlagt habe.
GA 308/74  
Vertaald/110     
Zie: 171224; 234235291
.

197
( ) een echte leraar en opvoeder moet steeds het hele mensenleven voor zich zien( ).

(  ) ein wirklicher Unterrichter und Erzieher muß stets das ganze menschliche Leben vor sich haben,( )
GA 308/83 
Vertaald/124
Zie: 140; 167
.

196
Onderwijsmethodiek moet opbloeien uit de levensvoorwaarden voor de opvoeding. En die onderwijsmethodiek kán opbloeien uit de levensvoorwaarden voor de opvoeding als ze ontstaat uit een levendig zich-invoelen van de leerkracht, de opvoeder in de hele kosmos.

Methodik des Lehrens muß erblühen aus den Lebensbedingungen des Erziehens. Und sie kann erblühen aus den Lebensbedingungen des Erziehens, wenn sie erwächst aus einem lebendigen Sich-Erfühlen des Lehrenden, des Erziehenden im ganzen Weltenall.
GA 308/69  
Vertaald/104
Zie: 6; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196; 213 240; 241; 242; 246; 248; 251; 252; 262; 264; 295; 311; 319
.

195
Voor een vruchtbare opvoeding en onderwijs is het noodzakelijk dat je je als opvoeder en leerkracht aanwent om zo goed waar te nemen dat je de bewegingen, de wordende gestalte van het kinderlijk organisme doorziet.

Es ist für ein gedeihliches Erziehen und Unterrichten notwendig, daß man sich als der Erziehende und Unterrichtende den richtigen Blick angewöhnt, der dazu führt, die Regungen, die werdende Gestaltung des kindlichen Organismus wirklich zu durchschauen.
GA 308/42      
Vertaald/67
Zie: 27; 143; 144
.

194
We staan slecht in het leven, wanneer we er star en vreemd tegenover staan. We staan pas goed in het leven, wanneer ieder ogenblik, iedere dag, iedere week, elk jaar een bron is voor ons om te leren ons verder te ontwikkelen.

Wir stehen schlecht im Leben, wenn wir diesem Leben steif und fremd gegenüberstehen. Wir stehen nur dann recht im Leben drinnen, wenn jeder Augenblick, jeder Tag, jede Woche, jedes Jahr für uns eine Quelle ist, für unsere Weiterentwicklung zu lernen.
GA 297/100  
Op deze blog vertaald/100                 
Zie: 151, 261; 332
.

193
Zo kun je met een echte menskunde aan de ontwikkeling van de mens aflezen wat je van week tot week, van maand tot maand, van jaar tot jaar met het kind opvoedend en onderwijzend hebt te doen. Het leerplan moet een kopie zijn van wat je in de ontwikkeling van de mens kunt lezen.

So kann man ablesen an der Menschenentwicklung aus wahrer Menschenerkenntnis heraus dasjenige, was man von Woche zu Woche, von Monat zu Monat, von Jahr zu Jahr mit dem Kinde erzieherisch und unterrichtend zu vollbringen hat. Der Lehrplan muß sein eine Kopie desjenigen, was man in der Menschenentwicklung lesen kann.
GA 308/41 
Vertaald/65
Zie: 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 47; 55; 59; 83; 85; 102; 191
; 192; 205; 219; 227; 257; 303; 304; 306; 307; 347
.

192
Dieper in de mens naar binnen kijken, dat is vooral de taak van de pedagoog, van de opvoeder en daarmee eigenlijk van alle mensen die op de een of andere manier iets met kinderen te maken hebben. 

Tiefer in den Menschen hineinzuschauen, das ist vor allen Dingen die Aufgabe des Pädagogen, des Erziehers, und damit eigentlich aller Menschen, die irgendwie mit Kindern etwas zu tun haben.
GA 308/34  
Vertaald/56
Zie 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 47; 55; 83; 85; 102; 191; 193: 205; 227; 257; 303; 304; 306; 307; 347
.

191
( ) alle opvoeding en al het onderwijzen moet stromen uit de bron van waar menskundig inzicht.

( ) alle Erziehung und aller Unterricht hervorquellen müssen aus wirk­licher Erkenntnis des Menschenwesens.
GA 308/9  
Vertaald/22
Zie 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 46; 47; 55; 83; 85; 102; 192; 303; 304; 306; 307; 347
.

190
Want opvoeden en onderwijzen kan de mens alleen maar, als hij wat hij moet vormen, moet vormgeven, net zo begrijpt als de schilder die slechts kan schilderen, wanneer hij de natuur en het wezen van de kleur kent; en de beeldhouwer alleen maar kan werken, als hij de aard van het materiaal kent enz. Wat voor de andere kunsten geldt die met zichtbare materialen werken: zou dat niet gelden voor de kunst die met het meest edele materiaal werkt dat de mens überhaupt maar in handen kan krijgen, met het wezen mens, zijn wording en zijn ontwikkeling?

Denn erziehen und unterrichten kann der Mensch ebenso nur dann, wenn er dasjenige, was er zu bilden hat, was er zu gestalten hat, versteht, wie der Maler nur malen kann, wenn er die Natur, das Wesen der Farbe kennt, der Bildhauer nur arbeiten kann, wenn er das Wesen seines Stoffes kennt, und so weiter. Was für die übrigen Künste gilt, die mit äußeren Stoffen arbeiten, wie sollte es nicht gelten für diejenige Kunst, die an dem edelsten Stoffe arbeitet, der überhaupt nur dem Menschen vorgelegt werden kann, an dem Menschenwesen, seinem Werden und seiner Entwicklung selbst?
GA 308/9    
Vertaald/21-22     
Zie: 21; 23; 43; 99; 164; 
355
.

189
De leerkracht moet de vrije, onbevangen blik op het leven hebben, moet het leven begrijpen, en voor dit leven dat hij begrijpt moet hij de kinderen in de school kunnen opvoeden en onderwij­zen.

Der Lehrer soll den freien, unbefangenen Blick ins Leben haben, soll das Leben verstehen, und soll für dieses Leben, das er versteht, die Kinder in der Schule unterrichten und erziehen können.
GA 307/234-235    
Vertaald/302 
Zie: 174; 215; 253; 269; 270; 278

.

188
( ) het lichamelijke is de openbaring van iets geestelijks, en het geestelijke wil overal scheppend in het lichamelijke overgaan ( ) 

(  ) das Körperliche ist die Offenbarung eines Geistigen, und das Geistige will überall schöpferisch in das Körperliche übergehen (  )
GA 307/231   
Vertaald/298 
Zie: 14; 25; 36; 50; 88; 98; 103; 104; 105; 111; 127; 132; 155; 170; 202; 203; 254

.

187
De idee is niet een begrip, de idee is een plastische vorm.

Die Idee ist nicht ein Begriff, die Idee ist ein plastische Form.
GA 307/230    
Vertaald/297   
.

186
Een van de belangrijkste gebreken van onze huidige sociale toestan­den is, dat de ene mens zo weinig begrijpt van wat de ander doet. We moeten zover komen dat we niet als geïso­leerde, afzonderlijke mensen of groepen komen te staan, maar vol begrip voor elkaar.

Denn das ist ja einer der Hauptschäden unserer gegenwärtigen sozialen Zustände, daß der eine Mensch so wenig versteht, was der andere tut. Wir müssen tatsächlich dazu kommen, nicht als abgesonderte einzelne Menschen oder Gruppen dazustehen, sondern mit vollem Verständnis der eine dem anderen gegenüberzustehen.
GA 307/228    
Vertaald/294   
Zie 19; 26; 39; 57; 95; 109; 117; 118; 294

.

185
(  ) we hechten er grote waarde aan dat het kind niet alleen naar de kant van de geest en de ziel wordt ontwikkeld, maar dat het ontwikkeld wordt als gehe­le mens, naar geest, ziel en lichaam.

(  ) wir legen einen grossen Wert darauf, dass das Kind nicht nur nach der Seite des Geistes und der Seele ausgebildet wird, sondern dass es ausgebildet wird als ganzer Mensch nach Geist, Seele und Körper.
GA 307/227     
Vertaald/293   
Zie: 7; 142; 157; 158

.

184
Wanneer we door de kunst de hele mens aanspreken, ontwikkelen we in de mens een adequaat begrijpen van de wereld dat zich op de wereld als totaliteit richt.

Wenn wir durch die Kunst den ganzen Menschen ergreifen, bewirken wir in dem Menschen auch wiederum ein entsprechendes Weltverständnis, das auf das Ganze, auf das Totale der Welt geht.
GA.307/226  
Vertaald/281     
Zie 29; 54; 63; 73; 110; 182; 214

.

183
Pas op het ogenblik dat de mens leert begrijpen: de wereld zelf is een kunstwerk, dat de mens leert zo naar de hele natuur te kijken dat hij in die natuur een scheppend kun­stenares ziet, op dat ogenblik pas is de mens op weg zich religieus te verdiepen.

Erst in dem Momente, wo der Mensch begreifen lernt: die Welt selber ist ein Kunstwerk, wo der Mensch lernt, in alle Natur und alles Naturgeschehen
so hineinzuschauen, daß er in der Natur eine schöpferische Künstlerin sieht, erst in dem Momente ist der Mensch auf dem Wege, auch zur religiösen Vertiefung hinaufzudringen.
GA 307/225-226    
Vertaald/281 
Zie 298

.

182
Onze civilisatie kan alleen daardoor haar noodzakelijke opbloei, haar weg omhoog verkrijgen als we meer aan kunstzinnigs in de school binnenbrengen.

Unsere Zivilisation kann nur dadurch den ihr notwendigen Aufschwung, den Aufstieg erlangen, wenn wir mehr Künstlerisches in die Schule hineinbringen.
GA 307/225    
Vertaald/287   
Zie 29; 54; 63; 73; 110; 184; 214

.

181
Alles wat je uiterlijk
[met het kind]* doet werkt diep naar binnen tot in de fysieke organisatie van de mens.

Alles dasjenige, was man im Äußeren tut, wirkt bis tief in die physische Organisation des Menschen hinein.
GA 307/215      
Vertaald/275   
Zie 14, 88, 170211

*’met het kind’ heb ik aan de tekst toegevoegd: het slaat op wat Steiner aan aanwijzingen geeft voor het melancholische kind
.

180
De vrijeschoolleerkracht 
moet leren lezen in het meest wonderbaarlijke document van de wereld, in de mens.

In diesem wunderbarsten Dokument der Welt, im Menschen, soll der Waldorflehrer lesen lernen.
GA 307/203  
Vertaald/259 
Zie
173; 179; 217; 226; 236; 247
.

179
( )  de vrijeschoolpedagogie wil de leerkracht leren lezen, echter niet in een boek, niet in een pedagogisch systeem, maar in de mens.

Und so sehen Sie Stück für Stück, daß die Waldorfschul-Pädagogik den Lehrer lesen lehren will, aber nicht in einem Buche, nicht in einem pädagogischen System, sondern im Menschen.
GA 307/203  
Vertaald/259 
Zie 173; 180; 189; 217; 226; 236; 247

.

178
Voor alles proberen we in het vrijeschoolprincipe de mens zo te ontwikkelen dat hij op de goede manier datgene tot openbaring brengt wat in de hele mens is aangelegd, en aan de andere kant datgene wat hem op de juiste wijze in de we­reld plaatst.

Vor allen Dingen versuchen wir im Waldorfschul-Prinzip den Menschen so auszubilden, daß er in der rechten Art dasjenige zur Offenbarung bringt, was im ganzen Menschen veranlagt ist, und auf der anderen Seite dasjenige, was ihn richtig in die Welt hineinstellt.
GA 307/198
Vertaald/253   
Zie 71; 74; 79; 123; 176; 177

177
In de vrijeschool willen we met name zo werken dat we de mo­gelijkheid vinden de mens als mens volledig te ontwikkelen, en de mens op de juiste wijze in de mensheid zijn plaats te geven.

Wir wollen im Waldorfschul-Prinzip gerade das befolgen, dass wir die Möglichkeit finden, den Menschen als Menschen voll zu entwickeln, und den Menschen in die Menschheit richtig hineinzustellen.
GA 307/198
Vertaald/253   
Zie 41; 74; 79; 156
; 178; 354; 357
.

176
De uiterlijke sociale verhoudingen zijn totaal anders ge­worden dan ze zestig tot zeventig jaar geleden* waren. Maar ons onderwijs hebben we gegeven alsof dat alles niet was ge­beurd. We hebben altijd verzuimd, juist op de goede leef­tijd, op het veertiende, vijftiende jaar, de kinderen wegwijs te maken in de dingen van de levenspraktijk.

Die äußeren sozialen Verhältnisse sind völlig andere geworden, als sie vor sechzig bis siebzig Jahren waren. Unseren Unterricht aber haben wir so geführt, als ob das alles nicht geschehen wäre. Wir haben es immer versäumt, gerade in dem richtigen Lebensalter, in dem vierzehnten, fünfzehnten Jahre, die Kinder einzuführen in die lebenspraktischen Dinge.
GA 307/198   
Vertaald/253   
Zie: 71;
74; 79; 123

*Hier zou nu honderdvijftig tot honderdzestig jaar geleden moeten staan. Dat kan het gevoel oproepen dat deze passage toch nu wel volkomen achterhaald moet zijn. Maar niets is minder waar. Op veel bovenbouwen zijn – door het examen! – veel van de vakken waarover het in deze voordracht gaat, verdwenen. Door de abstracte examenstof is dit deel van de vrijeschoolpedagogie verder van de ‘dingen van de levenspraktijk’ komen af te staan.
.

175
Econo­misch geef je les als je zo voorbereid bent dat voor de les zelf alleen nog de kunstzinnige vormgeving overblijft. Daarom is elk onderwijsvraagstuk niet alleen een kwestie van interes­se, van vlijt, van overgave van de leerling, maar in de eerste plaats een kwestie van interesse, van vlijt, van overgave van de leraar.

Ökonomisch erteilt man einen Unterricht, wenn man so vorbereitet ist, daß für den Unterricht selbst nur noch die künstlerische Gestaltung übrigbleibt. Daher ist jede Unterrichtsfrage nicht bloß eine Frage des Interesses, des Fleißes, der Hingebung der Schüler, sondern in erster Linie eine Frage des Interesses, des Fleißes, der Hingebung der Lehrer.
GA 307/191    
Vertaald/242       
Zie: 200; 222

.

174
De leraar moet vindingrijk zijn. Het is in het algemeen gesproken goed dat de leraar een beweeglijk, vindingrijk denken heeft.

Der Lehrer muß dazu Erfindungsgabe haben, aber es ist ja überhaupt gut, wenn der Lehrer die hat: bewegliches, erfindungsreiches Denken, das ist das, was der Lehrer braucht.
GA 307/178  
Vertaald/228     
Zie: 189; 215; 253; 269; 270; 278

.

173
De grootste godde­lijke openbaring is de zich ontwikkelende mens.

Die größte göttliche Offenbarung ist der sich entwickelnde Mensch.
GA 307/135   
Vertaald/171   
Zie: 180; 217; 226; 236; 247;

.

172
Als de mens in dit aardebestaan voor ons het waardevolste schepsel van de goden is, dan moeten we voor­al vragen: wat hebben de goden in de mens voor ons neerge­zet? Hoe moeten we dat wat zij aan ons hebben toevertrouwd, hier op aarde aan de mens ontwikkelen?

Wenn uns der Mensch in diesem Erdendasein das wertvollste Geschöpf der Götter ist, dann müssen wir vor allen Dingen fragen: Was haben die Götter in dem Menschen vor uns hingestellt? Wie haben wir dasjenige, was sie uns überlassen haben, hier auf Erden an dem Menschen zu entwickeln?
GA 307/132    
Vertaald/169         
Zie: 48; 70; 228; 287

.

171
We maken de ziel losser van het lichaam doordat we de mens intellectualistisch opvoeden.

Wir lösen die Seele ab vom Körper, indem wir den Menschen intellektualistisch erziehen.
GA 307/126   
Vertaald/160         
Zie: 198224234235291

.

170
Want dat is het geheim van de mensontwikkeling: wat op een bepaalde trap van het leven geestelijk-zielsmatig is, wordt later fysiek, openbaart zich fysiek; na jaren openbaart het zich fysiek.

Denn das ist das Geheimnis der Menschenentwicklung: Was auf einer bestimmten Stufe des Lebens geistig-seelisch ist, wird später physisch, offenbart sich physisch; nach Jahren offenbart es sich physisch.
GA 307/108 
Vertaald/142     
Zie 14; 88; 202; 203; 254268; 276

.

169
Want als je de mens kent, dan moet het beste voor de opvoedingspraktijk de zelfstandig in de mens ont­kiemende liefde voor de mens zijn. Pedagogie is in de grond van de zaak uit menskundig inzicht resulterende liefde voor de mens. In ieder geval kan ze toch daarop gebaseerd zijn.

Denn wenn man den Menschen kennt, dann muß das Beste für die Erziehungspraxis die selbständig im Menschen aufkeimende Liebe für den Menschen sein. Pädagogik ist, im Grunde genommen, aus Menschenerkenntnis heraus resultierende Liebe zum Menschen. Mindestens kann sie nur darauf aufgebaut sein.
GA 307/91 
Vertaald/115     
Zie: 165; 204

.

168
Wat heeft het voor zin om iedere keer weer te zeggen dat we niet alleen maar droog les moeten geven, niet alleen stof moeten bijbrengen die het kind moet weten, wanneer we geen kans zien deze stof zo te veranderen dat het direct opvoedingsmiddel wordt?

Was nützt es denn, wenn wir immer wieder sagen, wir sollen nicht bloss trocken unterrichten, nicht bloss dem Kinde Wissensstoff beibringen, wenn wir keine Möglichkeit haben, den Wissensstoff so umzuwandeln, dass er unmittelbar Erziehungsmittel wird?
GA 301/129    
Op deze blog  vertaald/129       
Zie: 40; 41

.

167
Want het gaat er bij een echte opvoe­ding altijd om, niet alleen naar het nu van het kind te kij­ken, maar naar het hele menselijk leven tot aan de dood. We moeten weten dat in de kindertijd in de kiem het hele menselijk aardeleven zit.

Denn es handelt sich bei einer wirklichen Erziehung immer darum, nicht bloß auf die Gegenwart des Kindes zu schauen, sondern auf das ganze menschliche Leben zu schauen bis zum Tode hin. Wir müssen wissen, daß in dem kindlichen Alter im Keime das ganze menschliche Erdenleben steckt.
GA 307/107   
Vertaald/137
Zie: 140; 197; 358
.

166
Vooral de drie eerste levensjaren, maar daarna ook de levensjaren tot aan het zevende, zijn voor de totale ontwikkeling van de mens de allerbelangrijkste, want dan is het kind als mens iets heel anders dan later.

Vor allen Dingen die drei ersten Lebensjahre, dann aber auch die Lebensjahre bis zum siebenten hin, sind für die Gesamtentwicklung des Menschen die allerwichtigsten, denn da ist das Kind als Mensch etwas ganz anderes als später.
GA 307/104    
Vertaald/134                   
Zie: 13

.

165
(  ) Als je de mens kent, dan moet het beste voor de opvoedingspraktijk de zelfstandig in de mens ont­kiemende liefde voor de mens zijn.

Denn wenn man den Menschen kennt, dann muß das Beste für die Erziehungspraxis die selbständig im Menschen aufkeimende Liebe für den Menschen sein.
GA 307/90
Vertaald/115   
Zie: 169
; 356
.

164
( ) Hoe er opge­voed moet worden, kun je pas weten als je weet hoe de mens eigenlijk is.

Denn, wie erzogen werden soll, kann man erst wissen, wenn man weiß, wie der Mensch eigentlich ist.
GA 307/90
Vertaald/115       
Zie: 21; 23; 66; 92; 207; 356
.

163
Noch eenzijdig naar het denken, noch eenzijdig naar de wil, maar alzijdig naar de hele mens moeten we kijken als we op­voeder willen worden.

Weder einseitig auf das Denken, noch einseitig auf den Willen, sondern allseitig auf den ganzen Menschen müssen wir hinblicken, wenn wir Erzieher werden wollen.
GA 307/90  
Vertaald/113   
Zie:
15; 17; 20; 24; 87; 121; 124; 130; 161; 243; 245; 330
.

162
( ) om het licht de juiste helderheid te geven, moet er schaduw zijn. Feller licht werpt een sterkere schaduw.

( ) um dem Lichte die richtige Helligkeit zu geben, muß der Schatten da sein. Hellere Lich­ter werfen stärkere Schatten.
GA 306/197  
Op deze blog vertaald/197
.

161
Je moet altijd een zaak van alle mogelijke kanten willen leren kennen en het er nooit mee eens zijn dat je die maar van één kant hebt leren kennen.

Man muß immer die Sache von allen möglichen Seiten kennenlernen wollen und niemals einverstanden da­mit sein, daß man sie nur von einer Seite kennengelernt hat.
GA 306/167    
Op deze blog vertaald/167   
Zie: 15;
17; 20;  24; 87; 121; 124; 130; 163; 243; 245; 330
.

160
Levensecht de wereld begrijpen is totaal iets anders dan deze met dode begrippen omvatten.

Lebensvoll die Welt ergreifen ist eben etwas durchaus anderes, als sie in toten Begriffen ergreifen.
GA 306/164    
Op deze blog vertaald/164    
Zie: 91; 99; 112; 122; 128; 145; 146; 147; 149

.

159
De welvaart van de mensen is des te groter, naarmate het egoïsme kleiner is
.

Die Menschenwohlfahrt ist um so größer, je geringer der Egoismus ist.
GA 34/214 
Vertaald in een bewerkt en gedeeltelijk vertaald artikel.
.

158
Wanneer je weet hoe lichaam, ziel en geest op elkaar inwerken, kun je met een buitengewoon resultaat in drie richtingen aan de mens werken.

Und so kann man, wenn man dieses ganze Ineinanderwirken von Leib, Seele und Geist kennt, ungeheuer günstig nach den drei Rich­tungen hin im Menschen wirken.
GA 306/158    
Op deze blog vertaald/158                       
Zie
7; 142; 157; 185; 199
.

157
Het begrijpen van hoe geest, ziel en lichaam op elkaar inwerken is iets
 ( ) wat door intensieve waarneming voortdurend onderwerp moet zijn bij wat leraren en opvoeders doen. 

Dieses Durchschauen des Ineinanderwirkens von Geist, Seele und Leib, das ist es, was fortwährend, ohne daß man es nun immer auf den Lippen führt, in intensiver Anschauung die Handlungen des Leh­renden und Erziehenden durchsetzen muß.
GA 306/156    
Op deze blog vertaald/156                         
Zie 7; 142; 158; 185
; 199
.

156
Wat nagestreefd wordt met de op basis van de antroposofie ontwikkelde pedagogie en didactiek, dat is niet: de kinderen levensvreemd maken en ze laten zweven in mystieke nevels. Nee, het is het ‘doorgeestelijken’, ‘doorzielen’ van het lichaam, zodat het lichaam voor het aardeleven, zolang de mens zich op aarde bevindt, een zekere mate van degelijkheid heeft en uit die degelijkheid wederom innerlijke zekerheid kan putten. 

Dasjenige, was mit einer auf der Grundlage der anthroposophischen Forschung angestrebten Pädagogik und Di­daktik verfolgt wird, das ist nicht ein Lebensfremdmachen und ein Hinaufführen der Kinder in mystische Nebel, sondern das ist gerade ein Durchgeistigen und Durchseelen des Leibes, so daß dieser Leib für das Erdenleben, so lange er in demselben ist, tüchtig ist, und aus der Tüchtigkeit wiederum die innere Sicherheit schöpfen kann.
GA 306/151    
Vertaald/32   
Zie: 177
; 352; 354; 357; 358
.

155
Want in alles wat lichamelijk is, werkt de geest.

Denn in allem Körperlichen wirkt eben der Geist.
GA 306/150                                 
Vertaald/32    
Zie
14; 25; 36; 50; 88; 98;103;104; 105; 111; 127; 132; 254; 268; 276; 296
; 314
.

154
Want als je overeenkomstig de realiteit denkt, dan kom je tot volkomen andere oordelen, ook over de zintuiglijke werkelijkheid, dan door middel van abstracties.

Denn gerade wenn man wirklichkeitsgemäß denkt, so kommt man auch der natürlichen, sinnlichen Wirklichkeit gegenüber zu ganz anderen Beurteilungen, als man durch eine abstrakte Lehre kommt.
GA 306/149                  
Vertaald/30-31 

153
Voor de mens die sociaal wil zijn, zijn er twee dingen
 belangrijk: liefdevol achter je eigen doen en laten staan en begripsvol ingaan op het doen en laten van de ander.

Für denjenigen Menschen, der sozial wirkt, kommen zwei Dinge in Betracht: Liebevolle Hingabe an die eigenen Handlungen und ver­ständnisvolles Eingehen auf die Handlungen des anderen.
GA 306/132      
Op deze blog vertaald/132
.

152
Iedere opvoeding is in wezen zelfopvoeding. 

Jede Erziehung ist im Grunde genommen Selbsterziehung des Menschen.
GA306/131  
Op deze blog vertaald/131
.

151
Wie in het leven 
werkelijk iets bereiken wil, moet geen abstracte, verheven idealen koesteren waarover hij z’n benen breekt of waaraan hij z’n hoofd stoot, maar die probeert steeds het leven te nemen zoals het is.

Derjenige, der wirklich etwas im Leben er­reichen will, der stellt nicht abstrakte, ferne Ideale auf, an denen er entweder das Genick bricht oder sich die Stirne zerstößt, sondern der versucht immer im Einklang mit dem Leben zu sein.
GA 306/125    
Op deze blog vertaald/125       
Zie: 194, 261
; 332
.

150
Abstracte eisen dragen het kenmerk dat zij in hun abstractheid geen realiteit worden.

Aber abstrakte Forderungen haben das Eigentümli­che, daß sie sich in ihrer Abstraktheit nicht verwirklichen.
GA 306/118    
Op deze blog vertaald/118     
Zie: 17; 21; 87; 250; 259; 273; 274; 275; 280; 281;
286; 292: 297
.

149
Wat in de ene situatie juist is, is in een andere situatie verkeerd en omgekeerd. Het leven moet in al zijn beweeglijkheid worden beschouwd.

Was an einer Stelle richtig ist, ist von einer anderen Stelle aus falsch, und umgekehrt. Das Leben muss in seiner ganzen Beweglichkeit erfasst werden.
GA 306/87      
Op deze blog vertaald/ 87    
Zie: 91; 99; 112; 122; 128; 145; 146; 147; 154; 160
.

148
Want alles wat je eerst nog moet bewijzen, leeft latent al in de ziel; wat sterk in de ziel leeft, hoef je niet eerst te bewijzen.

Denn alles das, was man erst beweisen muß, lebt schon schwach in der Seele ; dasjenige, was stark in der Seele lebt, muß man ja nicht erst bewei­sen.
GA 306/111 
Op deze blog vertaald/111
.

147
Het leven bestaat niet uit bewijzen en weerleggen, leven bestaat uit beweging, uit verandering, uit metamorfose.

Aber das Leben besteht nicht in Begründung und Widerlegung, sondern das Leben besteht in lebendiger Bewegung, in Transformation, in lebendiger Metamorphose.
GA 306/86    
Op deze blog vertaald/85           
Zie:
91; 99; 112; 122; 145; 146; 147; 149154; 160
.

146
In de praktijk van het leven moet je vanuit de meest verschillende kanten bij de dingen aanknopen

In der Lebenspraxis müssen die Dinge eben immer von den verschie­densten Seiten angegriffen werden.
GA 306/85
Op deze blog vertaald/85
Zie: 91; 99; 112; 122; 128; 145; 147; 149154; 160

.

145
En zo is het in het leven steeds – de dingen in het leven moeten overal vanuit de meest verschillende kanten bekeken worden.

Und so ist es im Leben immer – die Dinge im Leben müssen überall von den verschiedensten Seiten betrachtet wer­den.
GA 306/85    
Op deze blog vertaald/85     
Zie: 91; 99; 112; 122; 128; 146; 147; 149154; 160

.

144
Bij alles komt het er overal op aan, dat je leert de mens exact waar te nemen

Es kommt bei allen Dingen überall darauf an, daß man sich eben eine feine Menschenbeobachtung aneignet.
GA306/62   
Op deze blog vertaald/62   
Zie: 142; 143; 145; 195
.

143
De leraar, de opvoeder heeft nu eenmaal een verfijnd waarnemingsvermogen nodig voor het specifiek menselijke.

Der Lehrer, der Erzieher braucht eben ein feines Beobachtungsvermögen für das spezifisch Menschliche.
GA306/51      
Op deze blog vertaald/51         
Zie: 142; 144; 145; 195
.

142
Juist met het oog op wat de mens bezit aan lichaam, ziel en geest moet je een fijn onderscheidingsvermogen ontwikkelen, wanneer je met de mens pedagogisch-didactisch wil omgaan

Man muß gerade mit Bezug auf das, was im ganzen Menschen nach Leib, Seele und Geist steckt, sich ein feines Unter­scheidungsvermögen aneignen, wenn man den Menschen pädago­gisch-didaktisch behandeln will.
GA306/50      
Op deze blog vertaald/50                                   
Zie: 7; 143; 144; 145
; 195
.

141
Wanneer veel in onze tijd al om een creatieve, veelzijdige vorming vraagt – pedagogie en onderwijspraktijk vragen deze creatieve veelzijdigheid wel het allermeest

Wenn schon vieles in unserer Zeit eine Univer­salität der Bildung erfordert – die Pädagogik und die Unterrichtspra­xis erfordern diese Universalität am allermeisten.
GA 306/29   
Op deze blog vertaald/29  
.

140
Wat we voor het kind doen, doen we niet alleen maar voor de korte termijn, maar voor het hele leven

Was wir an dem Kinde tun, das tun wir nicht bloß für den Augenblick, sondern für das ganze Leben.
GA306/27    
Op deze blog vertaald/27
Zie 71; 74; 79; 101; 123; 189; 197; 216; 218; 222; 223; 350; 352; 358
.

139
Wanneer we mensen willen opvoeden, mogen we ons niet van de realiteit afkeren; want dan staat de werkelijkheid voor ons, dan moeten we ons op de mens zelf richten

Wenn wir aber Menschen erziehen wollen, so dürfen wir nicht von der Wirk­lichkeit abkommen; denn dann steht ja die Wirklichkeit vor uns, dann müssen wir an den Menschen selber herankommen.
GA 306/21  
Op deze blog vertaald/21
.

138
In de ontwikkeling van de mensheid heb je niet het recht je een individualiteit te voelen, wanneer je niet tegelijkertijd voelt, dat je ook deel uit maakt van de hele mensheid

Man hat in der Menschheitsentwicklung nicht das Recht, sich als Individualität zu fühlen, wenn man sich nicht zu gleicher Zeit als Angehöriger der gan­zen Menschheit fühlt.
GA 305/228  
Niet vertaald    
Zie: 19;
26; 39; 57; 95; 109; 117; 118; 186; 294
.

137
De wereld stelt ons voor vele vragen. Wat is het antwoord op al die vragen? Het antwoord is: de mens. De wereld stelt ons voor raadsels en dan staat daar: de mens. Hij is een synthese, een samenvatting en vanuit de mens treedt ons de oplossing van het wereldraadsel tegemoet.

Die Welt gibt uns viele Rätsel auf. – Was ist denn die eigentliche Ant­wort auf die vielen Fragen? Die eigentliche Antwort ist eben kei­ne andere als: Der Mensch. – Die Welt gibt uns die Rätsel auf, und der Mensch steht dann da. Er ist eine Synthese, eine Zusammenfassung, und aus dem Menschen springt uns die Lösung des Weltenrätsels ent­gegen.
GA 305/175  
Vertaald/188 (gebruikt: vert.1977)
.

136
Slechts dan wanneer er het juiste contact is tussen de leerkracht en de hele klas, kan het onderwijs heilzaam zijn.

Nur dann, wenn der richtige Kontakt ist zwischen der Lehr­kraft und der ganzen Klasse, kann der Unterricht heilsam sein. Daher muß jede Lehrkraft so, wie es ihr entspricht, den Unterricht erteilen.
GA 305/100 
Vertaald/105  (gebruikt: vert.1977)
.

135
Men mag nooit de kinderen willen maken tot een kopie van zichzelf.

Man darf niemals die Kinder zu einem Abbild von sich selbst machen wollen.
GA 305/74  
Vertaald/77  (gebruikt: vert.1977)      
Zie 119
.

134
Je moet niet tegen jezelf zeggen: dit of dat moet je in de kinderziel naar binnen gieten, maar je moet eerbied hebben voor zijn geest. De geest kun je niet ontwikkelen, die ontwikkelt zichzelf. Het is je taak alles wat hem kan hinderen bij zijn ontwikkeling uit de weg te ruimen en hem bij te brengen wat hem in staat stelt zich te ontwikkelen.

Man soll sich nicht sagen: du sollst dies oder jenes in die Kinderseele hineingießen, sondern du sollst Ehrfurcht vor seinem Geiste haben. Diesen Geist kannst du nicht entwickeln, er entwickelt sich selber. Dir obliegt es, ihm die Hindernisse seiner Entwicklung hinwegzuräumen, und das an ihn heranzubringen, das ihn veranlaßt, sich zu entwickeln.
GA 305/74  
Vertaald/77  (gebruikt: vert.1977)
.

133
Vanuit het intellect alleen kan geen opvoedkunst ontstaan, dat kan slechts vanuit dankbaarheid en liefde voor de pedagogie.

Von dem Intellekt allein kann keine Erziehungskunst kommen; son­dern allein von dem, was die charakterisierte Dankbarkeit und Liebe für das Erziehen offenbaren.
GA 305/73  
Vertaald/76  (gebruikt: vert.1977)

(In de voordracht gaat Steiner dieper op deze ‘dankbaarheid en liefde’ in.)
.

132
Men moet zich vanuit de geest weten te verdiepen in het fysieke en kunnen waarnemen, hoe de geest voortdurend in het fysieke golft en beweegt.

Man muß vom Geiste aus un­terzutauchen verstehen in die Physis, und beobachten konnen, wie der Geist fortwährend wellt und webt im Physischen.
GA 305/70  
Vertaald/72  (gebruikt: vert.1977)    
Zie:
14; 25; 36; 50; 88; 98; 103; 104; 105; 111; 127; 155; 254; 268; 276; 296; 314
.

131
In opvoeding en onderwijs komt het overal aan op het ‘hoe’.

So kommt es überall in der Erziehung und im Unterrichten auf das «Wie» an.
GA 305/69   
Vertaald /75   
Zie: 1

.

130
We moeten het kind beelden geven die we uit de fantasie halen, die met het kind meegroeien. ( ) Definities zijn vergif voor het kind.

Wir sollen dem Kinde aus der Phantasie herausgeholte Bilder geben, die wachsen mit dem Kinde. Definitionen sind Gift für das Kind
GA 304a/175-176    
Op deze blog vertaald/175-176     
Zie: 15
.

129
Het kind is, als het geboren is, werkelijk het grootste wonder dat er in alle opzichten in het leven op aarde maar kan zijn. Als dat grootste wonder móet je het wel beschouwen, wanneer je er onbevangen voor openstaat.

Das Kind, indem es geboren wird, ist ja wirklich das größte Wunder, das es überhaupt innerhalb des Erdenlebens geben kann. Man muß es als solches größtes Wunder anerkennen, wenn man unbefangenes Verständ­nis dafür hat.
GA 304a/166     
Op deze blog vertaald/166
.

128
Men moet alles met alles in verband zien

Aber man muß alles im Zusammenhang denken.
GA 293/194
Vertaald/195     zie: 91; 99; 112; 122; 145; 146; 147; 149154; 160
.

127
Aan heel het fysiek-etherische ligt de geest ten grondslag

In aller Körperlichkeit, in aller Leiblichkeit ist das Zugrundeliegende geistig
GA 304a/79  
Op deze blog vertaald/79     
Zie:
14; 25; 36; 50; 88; 98;103;104; 105; 111; 132; 155; 254; 268; 276; 296; 314; 341

M.b.t. ‘Leiblichkeit’: in onze taal wordt ‘lijf’ weinig gebruikt en meestal dan nog als synoniem aan ‘lichaam’ (Körper). Hier is het verschil nader omschreven.  Zie ook 105
.

126
De opvoeder moet zo te werk gaan, dat hij het ware, goede en mooie niet alleen voor het kind beschrijft, maar dat hij het ìs. Wat hij is, gaat over op het kind, niet wat hij het leert. Alles wat het moet leren, moet voorgeleefd worden. Het aanleren zelf moet een kunstwerk zijn, geen theoretische inhoud.

Dazu muß dieser Erzieher so wirken, daß er gewissermaßen das Wahre, Gute und Schöne dem Kinde nicht bloß darstellt, sondern es ist. Was er ist, geht auf das Kind über, nicht, was er ihm lehrt. Alle Lehre muß wesenhaft im Vorbilde vor das Kind hingestellt werden. Das Lehren selbst muß ein Kunstwerk, kein theoretischer Inhalt sein.
GA 304/221 
Op deze blog vertaald/217       
Zie 5; 32; 33; 42; 113; 125
.

125
De antroposofische wereldbeschouwing zegt duidelijk dat een ziel alleen maar met warmte vervuld kan worden door een andere ziel. Daarom is zij van mening dat boven alles alle pedagogische activiteit van de opvoeder met bezieling verricht zou moeten worden.

Aber sie (die anthroposophische Weltanschauung) ist sich klar darüber, daß Seele nur von Seele mit Wärme erfüllt werden kann. Deshalb meint sie, daß vor allem die Pädagogik selbst und dadurch die ganze pädagogische Tätigkeit der Erziehenden beseelt wer­den müsse.
GA 304/217  
Op deze blog vertaald/217     
Zie: 5; 32; 33; 42; 113; 126; 356
.

124
Je moet overal reële, echte begrippen hanteren, niet die je jezelf aanpraat. 

Man muß überall mit realen, mit wirklichen Begriffen rechnen, nicht mit dem, was man sich einbildet.
GA 304/112    
Op deze blog vertaald/112    
 Zie: 15; 17; 20; 24; 87; 121; 163; 243; 245; 330; 344
.

123
Wat (in het kind) opbloeit, laten we zo en we maken dat het opbloeit; dat moet de mens zijn leven lang als iets gezonds, iets blakends bezitten en dát ontwikkelen is de opdracht van een echte opvoeder.

Was wir lebensfähig lassen und lebensfähig machen, ist dasjenige, was im Menschen das ganze Leben hindurch als Frisches, Blühendes da sein soll, und das zu entwickeln ist die Aufgabe eines wirklichen Erziehers.
GA 304/48    
Vertaald      
Zie: 51; 71; 74; 79; 352; 354; 358
.

122
Een absoluut ideaal laat zich nergens in het leven realiseren. Het gaat er steeds om: wat is in relatieve zin het beste?

Ein abso­lutes Ideal läßt sich im Leben nirgends verwirklichen, und es handelt sich überall nur darum: welches ist das relativ beste?
GA 303/315    
Vertaald/348    
Zie: 91; 99; 112; 128; 145; 146; 147; 149154; 160

.

121
De aangelegenheden van het leven moet je niet wiskundig willen berekenen  (   )

Aber die Dinge des Lebens sollen nicht mathematisch berechnet werden, ( )
GA 303/313  
Vertaald/348     
Zie: 15; 17; 20; 24; 87; 121; 124; 163; 243; 245

(iets afgeweken van de vertaling)
.

120
(  ) We moeten de werkelijke vrijheid van de mens al in het kind in de volle omvang van het woord respecteren.

( ) , des Menschen wirkliche Freiheit schon im Kinde im vollen Umfange des Wortes zu respektieren.
GA 303/297
Vertaald/332
.

119
In iedere opvoedkunst moeten we uitsluiten ernaar te streven de mensen zo op te voeden dat zij net zo worden als wijzelf.

Das aber muß aus jeder Erziehungskunst ausgeschlossen werden, daß wir das Bestreben haben, die Menschen so zu erziehen, daß sie werden wie wir selber.
GA 303/297
Vertaald/332     
Zie 135

.

118
Dit wil de antropo­sofische wereldbeschouwing: dat de mensen de mogelijk­heid ontwikkelen overal op aarde begrip voor elkaar te hebben.

Aber gerade das will anthroposophische Weltan­schauung, daß die Menschen die Möglichkeit gewinnen, sich über die Erde hin zu verständigen.
GA 303/297
Vertaald/331    
Zie: 294; 302; 324; 340
; 351
.

117
Je moet, als je voor de mensheid op de aarde überhaupt begrip wilt krijgen met betrekking tot haar ethisch-religieuze doelstellingen, je enerzijds de onbevangen­heid eigen maken om niet het ene ideaal op zich als waarde­voller te beschouwen dan het andere, maar beide te willen begrijpen. 

Und man muß, wenn man für die Menschheit auf der Erde überhaupt Verständnis gewinnen will in bezug auf ihre ethisch-reli­giösen Ziele, sich auf der einen Seite die Vorurteilslosigkeit aneignen, nicht irgendein Ideal an sich für wertvoller zu halten als das andere, sondern ein jedes nur verstehen zu wollen.
GA 303/297  
Vertaald/331    
Zie: 118; 138; 186; 294; 324

.

116
Het leven is zo ingericht dat alles zijn normale periode heeft, en de verschillende abnormaliteiten van het leven tre­den op doordat wat voor de ene leeftijd normaal is, in een andere leeftijdsperiode op een abnormale manier erin wordt geschoven

Alles steht im Leben so, daß es seine normale Periode hat, und die verschiedenen Abnormitäten des Lebens treten dadurch ein, daß das­jenige, was für ein Lebensalter normal ist, eben in ein anderes anor­malerweise hineingeschoben wird.
GA 303/238    
Vertaald/268    
Zie 45; 60

.

115
Als we door een inzicht in de menselijke natuur op de juiste manier naast de wordende mens gaan staan, dan zijn we goede opvoedingskunstenaars.

Wenn wir uns durch eine Einsicht in die mensch­liche Natur in der richtigen Weise neben den werdenden Menschen hinstellen, dann sind wir gute Erziehungskünstler.
GA 303/125 
Vertaald/136    
Zie: 21
; 207; 355; 356
.

114
Want het belang­rijkste bij de opvoeding zijn de gevoelens over het wezen van de mens, de gevoelens waarmee we naast die mens staan.

Denn dasjenige, was am meisten in der Erziehung in Betracht kommt, sind die Gefühle über das Wesen des Menschen, mit denen wir neben dem Menschen stehen
GA 303/125    
Vertaald/136    
Zie: 32; 33; 43; 113; 126
; 356
.

113
Want we kunnen bij de kinderen toch alleen maar iets bereiken doordat we mensen zijn, niet doordat we kunnen denken.

Denn wir können bei den Kindern doch nur dadurch etwas erreichen, daß wir Menschen sind, nicht dadurch, daß wir denken können.
GA 302A/121 
Vertaald/19     
Zie: 5; 32; 33; 42; 113 125; 126
.

112
Je moet overal door de schijn heen kijken naar wat iets in werkelijkheid is.

Man hat überall durch den Schein durchzusehen auf das wahre Sein.
GA 302A/86  
Gedeeltelijk vertaald  
Zie: 91; 99;
122; 128; 145; 146; 147; 149154; 160
.

111
Alle ontwikkeling van de mens bestaat erin dat het bovenzin­nelijke dat aanvankelijk zuiver geestelijk bestaat, zich geleide­lijk aan naar beneden toe in het zintuiglijke begeeft.

Alle Entwicklung des Men­schen besteht darin, daß nach und nach das erst bloß geistig existie­rende Übersinnliche sich ins Sinnliche herunterbewegt.
GA 302A/49 
Gedeeltelijk vertaald/51     
Zie:  14; 25; 36; 50; 88; 98;103;104; 105; 127; 132; 155; 254; 268; 276; 296
; 314
.

110
Dit kunnen we ons niet genoeg realiseren:
dat pedagogische kunst uit moet gaan van het leven en niet uit kan gaan van een aftreksel van wetenschappelijk denken.

Das ist dasjenige, was nicht genug bedacht werden kann: daß pädagogische Kunst aus­gehen muß vom Leben, und nicht ausgehen kann vom abgezogenen wissenschaftlichen Denken.
GA 302A/15-16  
Gedeeltelijk vertaald/16*   
Zie 29; 54; 63; 73; 182;184; 214  

109
Dat moeten we in het bijzonder doen als pedagogen, als de mensen aan wie de jeugd is toevertrouwd. We moeten ons echt in de eerste plaats voelen als een onderdeel van de totale wereld, waarin de ontwikkeling van de mensheid een grote rol speelt. [  ]…dat we ons daarin in alle bescheidenheid ervaren als missionarissen van de ontwikkeling van de mensheid.

Das müssen wir insbesondere als Pädagogen, als solche Menschen tun, denen die Jugend anvertraut ist; da müssen wir uns wirklich vor allen Dingen fühlen als ein Glied im Weltganzen drinnen, innerhalb dessen die Menschheitsentwicklung eine große Rolle spielt…..[ ] daß wir uns da drinnen fühlen in aller Bescheidenheit als Missionäre der Menschheitsentwicklung.
GA 302/138    
Vertaald/134     
Zie:19; 26; 39; 57; 95; 117; 118; 138; 186; 294
.

108
(   )  Deze mens­kunde wil dat we de mens naar lichaam, ziel en geest weer in de totale kosmos plaatsen.

Ja, das ist dasjenige, was eine solche Menschenerkenntnis darstellen will, daß wir den Menschen wiederum hinstellen in das ganze Weltall nach Leib, Seele und Geist.
GA 302/120  
Vertaald/119     
Zie 6; 8; 9; 34; 35; 100; 196
; 213 240; 241; 242; 246; 248; 251; 252; 262; 264; 295; 311; 319
.

107
Een pedagogie heeft een echte menskunde nodig, die ook gaat leven in de héle mens, die tot in ons gevoel, maar ook tot in onze wil komt. Zó’n menskun­de moeten we ontwikkelen.

Eine Pädagogik braucht eine richtige Menschenerkenntnis, die auch lebendig wird in dem ganzen Menschen, die in unser Empfinden, die aber auch in den Willen geht. Es ist nötig, dass wir eine solche Menschenerkenntnis ausbilden.
GA 302/113-114    
Vertaald/113    
Zie: 56; 58; 64; 65; 68; 69; 84; 336; 356
.

106
Helder krijgen waar je mee bezig bent, dat is voor leraren buitengewoon nodig.

Sich aufklären über dasjenige, was man eigentlich tut, das ist für den Lehrer ganz besonders notwendig.
GA 302/69  
Vertaald/69     zie 3; 5
.

105
Het fysiek-lichamelijke is de zuivere openbaring van de geest.

Das Physisch-Leibliche ist der reine Ausdruck des Geistigen.
GA 302/50  
Vertaald/51     
Zie: 14; 25; 36; 50; 88; 98; 103; 104; 111; 127; 132; 155; 254; 268; 276
; 296; 314; 341

104
Al het stoffelijke is tegelijkertijd geestelijk.

Alles Stoffliche ist zugleich Geistiges.
GA 302/24
Vertaald/23     
Zie:  14; 25; 36; 50; 88; 98;103; 105; 111; 127; 132; 155; 254; 268; 276; 296
; 314; 341
.

103
Juist doordat we laten zien hoe geest en ziel zich in het lichamelijke manifesteren, brengen we de mensen tot de voorstel­ling: de hele materiële wereld leeft in feite vanuit een geestes-zielen-element.

Gerade dadurch, daß wir zeigen, wie das Geistig-Seelische sich im Leiblichen auslebt, gerade dadurch bringen wir die Menschen dahin, daß sie sich vorstellen: die ganze materielle Welt lebt eigentlich aus dem Geistig-Seelischen.
GA 302/22    
Vertaald/23     
Zie: 14; 25; 36; 50; 88; 98; 104; 105; 111; 127; 132; 155; 254; 268; 276; 296; 314
.

102
Waar wij speciaal behoefte aan hebben is, dat wij er steeds meer in slagen echt in de menselijke natuur door te dringen, dus als leraren door te dringen in de natuur van het kind, in zijn hele wezen naar geest, ziel en lichaam. Wij moeten ons steeds meer bewust worden van wat de mens in wezen is.

Was wir besonders brauchen, das ist, daß wir uns immer mehr und mehr bemühen, wirklich in die menschliche Natur, also als Lehrer in die kindliche Natur, in das ganze Wesen dem Geistigen, Seelischen und Leiblichen nach einzudringen, daß wir uns immer mehr Bewußtsein davon verschaffen, was eigentlich im Menschen vorliegt.
GA 302/10   
Vertaald/11
Zie 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 47; 55; 83; 85; 191; 192; 193: 199; 205; 207; 227; 257; 303; 304; 306; 307; 347
.

101
We moeten echt zo lesgeven dat ons onderwijs levend is, dat wil zeggen: we moeten er niet alleen voor zorgen dat de kinderen bepaalde voorstellingen, gevoelens en vaardigheden krijgen, maar ook dat ze iets levends meenemen in dit leven, al naar gelang hun aanleg en hoe die aanleg ontwikkeld is.

Wir müssen ja durchaus so unterrichten, daß unser Unterrichten ein Lebendiges ist, das heißt, daß wir nicht bloß dafür sorgen, daß das Kind gewisse Vorstellungen, gewisse Empfindungen, gewisse Geschicklichkeiten aufnimmt, sondern daß es je nach seiner Anlage und nach der Ausbildung dieser Anlage etwas Lebendiges in dieses Leben mitnimmt.
GA 302/10    
Vertaald/12
Zie 71; 74; 79; 123; 140; 189; 216; 218‘; 222; 223; 350; 352
.

100
De mens is een kleine wereld, de mens is een microkosmos

Der Mensch ist ja eine kleine Welt, der Mensch ist ein Mikrokosmos.
GA 301/253
Op deze blog vertaald/253         
Zie: 4; 6; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196
; 213 240; 241; 242; 246; 248; 251; 252; 262; 264; 295; 311; 319

99
Je moet overal  naar alle verschijnselen zoeken waarin een zaak zich voordoet. Je kunt niet alleen maar rekening houden met wat meteen voor de hand ligt.

Man muß eben überall den Umfang der Erscheinungen suchen, in den sich ein Komplex, den man hat, einordnet. Man kann nicht nur das, was unmittelbar vor einem liegt, berücksichtigen.  
GA 301/243
Op deze blog vertaald/243   
Zie: 91; 112; 122; 128; 145; 146; 147; 149154; 160
.  

98
Men ziet niet in hoe al het stoffelijke vanuit de geest gevormd wordt en hoe al het geestelijke eigenlijk zich gelijktijdig manifesteert als iets fysieks.

Man sieht nicht, wie alles Physische aus dem Geistigen heraus plastiziert wird, und wie alles Geistige im Grunde ge­nommen in diesem physischen Leben gleichzeitig sich offenbart nach der anderen Seite als ein Physisches.
GA 301/238   
Op deze blog vertaald/238     
Zie: 14; 25; 36; 50; 88; 103; 104; 105; 111; 127; 132; 155; 170; 185; 254; 268; 276; 296; 314
.

97
We brengen alleen een levendige verhouding met het leven tot stand, wanneer we allereerst naar het geheel kijken en het gaat er nooit om dat we op een willekeurige manier van de delen naar het geheel gaan, maar dat je wat zich in het leven als een geheel manifesteert, ook als een geheel karakteriseert.

Wir gewinnen nur dadurch ein lebendiges Verhältnis zum Leben, daß wir Ganzheiten unmittelbar anschauen, und es handelt sich niemals darum, daß wir in willkürlicher Weise von dem Teile zu den Ganzheiten übergehen, sondern daß man dasjenige, was im Leben als eine Ganzheit auftritt, auch als eine Ganzheit charak­terisiert
GA 301/189    
Op deze blog vertaald/189
.

96
Het leven verdraagt niet dat men alles indeelt in typen. Het leven vraagt dat alles in beweging is.

Das Leben duldet nicht, daß man typisiert. Das Leben fordert, daß alles in Bewegung ist.
GA 301/166   
Op deze blog vertaald /166 
Zie: 112; 128; 145; 146; 147
.

95
De leraar zou boven alles een omvattende interesse moeten hebben voor de totale ontwikkeling van de mensheid. Hij zou zich diep moeten interesseren voor wat er in zijn tijd gebeurt. 

Der Lehrer müßte vor allen Dingen ein umfassendes Interesse haben an der ganzen Entwicklung der Menschheit. Er müßte intensiv sich interessieren für alles dasjenige, was in seinem Zeitalter vorgeht.
GA 301/163    
Op deze blog vertaald/163  
Zie: 19; 26; 39; 57; 95; 109; 117; 118; 138; 186; 294
.

94
We zullen het [de opvoeding, het onderwijs] echter steeds aankunnen, wanneer we rekening houden met het ritme waaraan de totale mens behoefte heeft.

Wir werden aber immer zurechtkommen, wenn wir auf das rhythmische Bedürfnis im ganzen Menschen Rücksicht nehmen.
GA 301/160   
Op deze blog vertaald /160
.

93
Het gaat er overal om dat wij op de juiste manier de individualiteit van de mens kunnen begrijpen.  

Es handelt sich eben überall durchaus darum, daß wir auf die Individualität des Menschen in der rechten Weise ein­gehen können.
GA 301/159    
Op deze blog vertaald/159                    
Zie: 37
.

92
Wij moeten op elk gebied het zich ontwikkelende kind in ons bewustzijn hebben.

Dieses Prinzip aber wird Ihnen sagen, daß wir überall das sich ent­wickelnde Kind im Sinne haben müssen.
‘Dieses Prinzip’ is de indeling in leeftijdsfasen.

GA 301/145   
Op deze blog vertaald/145                                 
Zie: 21; 23; 66; 164
.

91
Gewoonlijk is het in het leven niet zo dat een streng gescheiden of – of juist is, maar een en – en. Zowel het een als het ander speelt in het leven een rol.

Es ist eben gewöhnlich in bezug auf das Leben nicht ein strenges Entweder-Oder richtig, sondern ein Sowohl-als-auch. Sowohl das eine wie das andere spielt ins Leben herein.
GA 301/109 
Op deze blog vertaald/109             
Zie: : 112; 122; 128; 145; 146; 147; 149154; 160
.  

90
Het gaat erom hoe je de lesstof, de opvoeding zo vormgeeft, dat deze de wilsimpulsen niet tegenwerken, maar overeenstemmen met deze wilsimpulsen.

Es handelt sich darum, wie man das macht, daß man den Unterrichtsstoff, daß man das Er­ziehungsleben so gestaltet, daß sie nicht gegen die Willensinitiative, sondern im Sinne der Willensinitiative wirken. Das ist es, worauf es ankommt.
GA 301/104    
Op deze blog vertaald/104                                 
Zie: 62

.

89
(  ) niet eenzijdig uitgaan van die ene eigenschap van de wordende mens, het intellect, maar uitgaan van de mens als geheel.

(  )  nicht einseitig von dieser einen Eigenschaft des werdenden Menschen, dem Intellekt, sondern daß man ausgeht vom ganzen Men­schen.
GA 301/77  
Op deze blog vertaald/77         
Zie: 28; 52; 72; 75; 78
.

 

88
Hoe zou je dan met de mens willen omgaan, als je niet in staat bent in te zien wat hij fysiek is wanneer hij zich stukje voor beetje vanuit de geest-zielenwereld opbouwt zo, dat niets fysiek is wat niet een zichtbaar worden is van geest en ziel.

Wie soll man denn überhaupt den Men­schen behandeln, wenn man nicht in der Lage ist, einzusehen, was er physisch ist, indem er sich ja Stück für Stück aus dem Geistig-Seelischen heraus aufbaut, so daß nichts physisch ist, was nicht eine Offenbarung des Geistig-Seelischen ist.
GA 301/56   
Op deze blog vertaald/56        
Zie: 14; 25; 36; 50; 98; 103; 104; 105; 111; 127; 132; 155; 170; 185; 254; 268; 276; 296
; 314; 341
.

87
Je leert de dingen pas in hun realiteit kennen, wanneer je ze in de wereld reëel met elkaar in verband kan brengen.

Real lernt man die Dinge aber nur kennen, wenn man sie in der Welt wirklich aufeinander be­ziehen kann.
GA 301/42 
Op deze blog  vertaald 42       
Zie:
15172024; 121163243245 297330
.

86
Je moet altijd willen vaststellen wat een kind kan! Alleen maar vragen stellen moet je niet doen. Je moet willen vaststellen wat een kind kan, niet wat het niet kan.

Immer feststellen wollen, was das Kind kann! Einfach Fragen stellen, das sollte man nicht machen. Man soll feststellen wollen, was das Kind kann, nicht, was es nicht kann.
GA 300C/50   
Niet vertaald    
Zie: 77
.

85
Alle pedagogische kunst moet stoelen op kennis van de ziel.

Alle pädagogische Kunst muß auf eine Seelenerkenntnis gebaut sein.
GA 300C/13
Niet vertaald     
Zie 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 47; 55; 83; 102; 191
; 192; 193: 205; 227; 257; 303; 304; 306; 307; 347
.

84
Vanuit een echte geesteswetenschappelijke menskunde moet de pedagogische en didactische opvoedings- en onderwijspraktijk geïnspireerd zijn.

Von einer wahren geisteswissen­schaftlichen Menschenerkenntnis soll die pädagogische und didak­tische Erziehungs- und Unterrichtspraxis der Waldorfschule befruch­tet sein.
GA 300C/13      
Niet vertaald    
Zie: 56; 58; 64; 65; 68; 69; 107; 336
.

83
De leerkracht moet bij ieder kind instinctief een gevoel hebben of bij hem een van de drie wezensdelen – het zenuw-zintuigsysteem of het ritmische systeem of het stofwisselings-ledematensysteem in de werking ervan overheerst en of je door het stimuleren van een van de andere systemen iets voor de harmonisering van het nadelig overheersen moet doen. 

Der Lehrer soll gewissermaßen instinktiv bei jedem Kinde ein Gefühl davon haben, ob bei ihm eines der drei Glieder des mensch­lichen Organismus, das Nerven-Sinnessystem oder das rhythmische System oder das Stoffwechsel-Gliedmaßensystem in seiner Tätigkeit überwiegt, und ob man durch eine Anspornung eines der anderen Systeme etwas zum Ausgleichen eines schädlichen Überwiegens tun soll.
GA 300B/257
Niet vertaald     
Zie 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 47; 55; 85; 102; 191
; 192; 193: 205; 227; 257; 303; 304; 306; 307; 347
.    

82
Wat iemand zo pijnlijk treft is, dat het schematisch-bureaucratische steeds meer op de voorgrond treedt en dat de zaken met inhoud op de achtergrond raken.

Das ist es, was einen so schmerzlich berührt, daß immer mehr das Schematisch-Bürokra­tische in den Vordergrund tritt, und daß die Dinge, die Inhalt haben, zurücktreten.
GA 300B/188 
Niet vertaald      
.

81
Ieder mens is anders, als kind al.

Jeder Mensch ist ein anderer, schon als Kind.
GA 300B/49 
Niet vertaald  
Zie: 83
.

80
‘Filosofie begint met verwondering’, dat is gedeeltelijk onjuist. In het onderwijs moet je de verwondering aan het eind van een thema laten ontstaan; bij filosoferen staat deze voorop. Kinderen moeten tot verwondering gebracht worden. Ze moeten  iets krijgen waardoor ze helemaal gepakt worden.

Die Philosophie beginnt mit dem Staunen”, das ist zum Teil falsch. Beim Unterrichten muß man das Staunen am Ende eines Kapitels erregen; beim Philosophieren steht es am Anfang. Die Kinder müssen zum Staunen hintendiert werden. Sie müssen etwas haben, was sie ganz in Anspruch nimmt.
GA300B/42-43  
Niet vertaald 
Zie 76
.

79
De kinderen moeten tot mensen opgevoed worden en onderwijs krijgen voor een leven waartegen ze opgewassen zijn en waarvoor ieder mens, ongeacht uit welke sociale klasse hij ook komt, zich kan inzetten.

Die Kinder sollen zu Menschen erzogen und für ein Leben unterrichtet werden, die den Anforderungen entsprechen, für die jeder Mensch, gleichgültig aus welcher der herkömmlichen Gesell­schaftsklassen er stammt, sich einsetzen kann.
GA300B/9      
Niet vertaald     
Zie: 51; 71; 74; 123; 176; 354; 357
.

78
Uitgaan van het hele kind kun je slechts tot een gewoonte maken wanneer je een goed, realistisch streven hebt het kind in zijn verschillende verschijningsvormen te leren kennen. Ieder kind is interessant.

Das kann man im einzelnen sich nur angewöhnen, wenn man ein richtig reales Bestreben hat, das Kind in seinen verschiedenen Varianten kennen­zulernen. Jedes Kind ist interessant.
GA300A/156   
Niet vertaald    
Zie: 28; 52; 72; 75; 89
.

77
Je moet niet zo zeer het idee hebben dat kinderen dit of dat moeten bereiken, maar je moet je afvragen wat kinderen kunnen bereiken op grond van hun psychologische geaardheid. Volledig vanuit het kind werken! 

Nicht so sehr die Idee haben, die Kinder müssen dies oder jenes erreichen, sondern sich fragen, was können die Kinder nach ihrer psychologischen Beschaf­fenheit erreichen? Ganz aus den Kindern heraus arbeiten!
GA300A/156    
Niet vertaald    
Zie: 86
.

76
We moeten geen abstracte discipline bijbrengen, maar bij de kinderen eerbied wekken.

Wir sollten keine abstrakte Disziplin lehren, sondern Achtung hervorrufen bei den Kindern.
GA 300A/121    
Niet vertaald    
Zie 80
.

75
De vrijeschoolpedagogie houdt rekening met de volledige mens in het kind.

Mit dem ganzen Menschen im Kinde rechnet der Geist der Waldorfschul-Pädagogik.
GA 298/214   
Vertaald    
Zie: 28; 52; 7278; 89
.

74
Wij hebben de opdracht om voor de school van het leven de voorbereidende school te zijn.

Und wir haben die Aufgabe, für die Schule des Lebens die Vorbereitungsschule zu sein.
GA 298/204   
Vertaald         
Zie: 51; 71; 79; 123; 354; 358
.

73
Heel het onderwijs moet kunstzinnig van opzet zijn.

Künstlerisch muß aller Unterricht gestaltet sein.
GA 297a/168  
Niet vertaald      
Zie 29; 54; 63; 110; 182;184; 214
.

72
Het kind is in de eerste plaats een ondeelbaar geheel van lichaam, ziel en geest en alleen degene die het kind in deze totaliteit vanuit het daadwerkelijk waarnemen van de mens weet op te voeden en onderwijs te geven, is een echte leraar en opvoeder.

Das Kind ist vor allen Dingen eine Einheit von Leib, Seele und Geist, und nur wer das Kind in dieser Totalität als Einheit aus ech­ter Menschenbeobachtung heraus zu erziehen und zu unterrichten versteht, der ist wahrer Lehrer und Erzieher.
GA297a/164    
Niet vertaald    
Zie: 28; 52; 75;  78;  89
.

71
Het principiële is, dat je zo zou moeten opvoeden, dat je daarmee iets meegeeft, wat heel het leven werkzaam is.

(  )  dem Grundsatze, man solle so erziehen, daß dasjenige, was man heranzieht, für das ganze Leben wirkt.
GA297a/146  
Vertaald       
Zie: 51; 74; 79; 123; 358
.

70
Met de geboorte brengen wij uit de geestelijke wereld onze aanleg mee. Iedere keer, wanneer er een mens wordt geboren, komt er een boodschap uit de geestelijke wereld in de fysiek-zintuigelijke.

Denn durch die Geburt bringen wir aus der geistigen Welt unsere Anlagen mit. Jedesmal, wenn ein Mensch geboren wird, kommt eine Botschaft aus der geistigen Welt in die physisch-sinnliche Welt herunter.
GA 297a/34    
Op deze blog vertaald/34     
Zie:
48: 172; 228; 287
.

69
Menskunde kun je niet verwerven, zonder dat je de mens ziet als een organisme in de tijd.

Menschenkenntnis kann nicht erworben werden, ohne daß man auf den Menschen als auf einen Zeitorganismus hinorientiert ist.
GA 297a/145   
Vertaald    
Zie: 56; 58; 64; 65; 68; 84; 107; 336; 338
.

68
Alleen uit echte menskunde kan echte onderwijskunst en echte opvoedkunst ontstaan.

Nur aus wirklicher Menschenerkenntnis heraus kann wahre Unterrichtskunst und wahre Erziehungskunst ent­stehen.
GA 297a/50      
Op deze blog vertaald/50    
Zie: 56; 58; 64; 65; 69; 84; 107; 207; 336; 356
.

67
De mens is niet alleen maar het uiterlijk fysieke organisme waarover de natuurwetenschap ons grootse, geweldige verklaringen geeft die niet hooglijk genoeg kunnen worden gewaardeerd. De mens is ook ziel en geest.

Der Mensch ist ja nicht nur die äußere physische Orga­nisation, über die uns so großartige, gewaltige, nicht genug zu würdigende Aufschlüsse die äußere naturwissenschaftliche Welt­anschauung gibt. Der Mensch ist auch Seele und Geist.
GA 297a/49    
Op deze blog vertaald/49
.

66
Je kunt de mens niet leren kennen, zonder hem als wordend te leren kennen.

Man kann den Menschen nicht kennen lernen, ohne ihn als werdend kennen zu lernen.
GA 297/205    
Op deze blog vertaald/205   
Zie: 21; 23; 43; 92; 164
.

65
Doordringen tot het werkelijke leven van de mens kun je alleen met geesteswetenschap.

In das wirkliche Leben des Menschen kann man nur durch Geisteswissenschaft eindringen.
GA 297/192  
Op deze blog vertaald/192     
Zie: 56; 58; 64; 68; 69; 84; 107; 336
.

64
Wat en hoe onderwezen wordt, het moet absoluut voortvloeien uit menskunde.

Was gelehrt und wie gelehrt wird, es soll durch­aus herausfließen aus Menschenerkenntnis.
GA 297/174  
Op deze blog vertaald/174      
Zie: 56; 58; 65; 68; 69; 84; 107; 207; 336; 356
.

63
Niet met pedagogie als normwetenschap, maar met pedagogie als kunst moet je het kind benaderen.

Mit Pädagogik nicht als Normwissenschaft, mit Pädagogik als Kunst muß man an das Kind herankommen.
GA 297/173     
Op deze blog vertaald/173
Zie 295473110182;184214  
.

62
(  ) Opvoeding: wat zij tot stand moet brengen is mét de ontwikkelingskrachten van de mens te werken en niet die tegen te werken.
.

(  )  die Erziehung: was sie leisten soll: mit den Ent­wicklungskräften des Menschen zu wirken und nicht gegen sie zu wirken.
GA 297/172  
Op deze blog vertaald/172         
Zie: 90
.

61
Zich ontwikkelen is slechts de omvorming van onze groeikrachten.

Sich-Ent­wickeln ist nur die Umwandlung unserer Wachstumskräfte.
GA 297/137  
Op deze blog vertaald/137
.

60
Juist wat binnen bepaalde grenzen gerechtvaardigd is, leidt tot onheil wanneer het buiten die grenzen toegepast wordt.

Gerade was in gewissen Grenzen berechtigt ist, führt zum Unheil, wenn es über die Grenzen hinausgeführt und angewendet wird.
GA297/129    
Op deze blog vertaald/129                   
Zie: 45; 116
.

59
De mensennatuur zelf moet ons leren wat we in ieder afzonderlijk levensjaar van het kind met het kind opvoedend en onderwijzend moeten volbrengen.

Die Men­schennatur selber muß uns lehren, was wir in jedem einzelnen Lebensjahr des Kindes mit dem Kinde erzieherisch und unterrich­tend zu vollbringen haben.
GA297/73  
Op deze blog vertaald/73      
Zie: 53; 193; 219; 232331; 348
.   

58
Er is een grondige kennis van het menselijk leven nodig wil men een diepgaande, een echte opvoedkunst uitoefenen die de mens dient.

Man braucht eine gründliche Kenntnis des menschlichen Le­bens, wenn man eine gründliche, eine wahre, eine dem Menschen dienliche Erziehungskunst ausüben will.
GA297/73      
Op deze blog vertaald/73           
Zie: 56; 64; 65; 68; 69; 84; 107; 336; 356
.

57
De leraar moet diep in zichzelf de allergrootste interesse voor het leven voelen.

Der Lehrer muß daher durchdrungen sein vom allerintensivsten Interesse für das Leben.
GA297/63      
Op deze blog vertaald/63             
Zie: 19; 26; 39; 95; 109; 138; 186; 294
.

56
Een nieuwe opvoedkunst zal zich niet ontwikkelen, wanneer men niet de moed heeft om tot een heel nieuwe wetenschappelijke oriëntering te komen.

Und eine neue Erziehungskunst  wird sich nicht entwickeln, wenn man nicht den Mut hat, zu einer ganz neuen wissenschaftlichen Orientierung zu kom­men.
GA297/61-62     
Op deze blog vertaald 61/62                   
Zie:49: 58; 64; 65; 68; 69; 84; 107
.

55
Het komt erop aan alle drie de elementen: intellect, gevoel en wil van de mens op de juiste manier op te voeden, dat men zichzelf in staat stelt deze drie elementen op de juiste wijze te laten samengaan.

Es kommt darauf an, alle drei Elemen­te, Intellekt, Gemüt und Willen, im Menschen in der richtigen Weise zu erziehen, daß man sich in die Lage zu versetzen versteht, diese drei Lebenselemente in der richtigen Weise zusammenwirken zu lassen.
GA297/57    
Op deze blog vertaald/57     
Zie 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 46; 47; 83; 85; 102; 191
; 192; 193: 205; 227; 257; 303; 304; 306; 307; 347
.

54
( ) Opvoeden is nooit een wetenschap, maar een kunst.

Denn das Erziehen ist niemals eine Wissenschaft, sondern eine Kunst.
GA297/56          
Op deze blog vertaald/56           
Zie 29; 63; 73; 110; 182;184; 214
.

53
( ) Uit de kennis van de menselijke levensfasen wordt het juiste leerplan ontwikkeld. Het kind zelf geeft ons aan, als we het werkelijk kunnen waarnemen, wat het op een bepaalde leeftijd wil leren.

Sie sehen, aus der Menschenerkenntnis der Lebensalter heraus entwickelt sich der wahre Lehrplan. Das Kind selbst sagt uns, wenn wir es wirklich beobachten können, was es in einem Lebens­alter lernen will.
GA297/53    
Op deze blog vertaald/53         
Zie: 59; 232
; 331

52
Dit moet de belangrijkste eis worden van de moderne opvoeding: handelen vanuit een wetenschap die oog heeft voor de totale mens.

Das muß eine Hauptforderung der heutigen Erziehung werden,  aus einer Wissenschaft heraus, die den ganzen Menschen ins Auge faßt ().
GA297/32-33   
Op deze blog vertaald/33             
Zie: 72;  75;  78; 89
.

51
Zonder rekening te houden met het totaalbeeld van de mens, kunnen we hem niet echt opvoeden.

Wir können nicht, ohne auf das Gesamtleben des Menschen Rücksicht zu nehmen, den Menschen wirklich erziehen.
GA297/31    
Op deze blog vertaald/31         
Zie: 71; 74; 79; 123
.

50
Naarmate wij de toekomst in groeien, moeten wij leren al hetgeen in het zintuiglijke rondom ons is, geestelijk op te vatten. 

Je mehr wir der Zukunft entgegenwachsen, desto mehr müssen wir alles dasjenige, was sinnlich um uns herum ist, lernen geistig aufzufassen.
GA 296/82  
Vertaald/94    
Zie: 14; 25; 36; 88; 98; 103; 104; 105; 111; 127; 132; 155; 296
; 314; 341
.

49
 ( ) Het is noodzakelijk dat een uit de antroposofie voortkomende antropologie de grondslag voor een pedagogie wordt.

Daher wird vor allen Dingen notwendig sein, daß eine in der Anthroposophie sich erge­bende Anthropologie die Grundlage der Zukunftspädagogik werde.
GA 296/70
Vertaald/81     
Zie: 56; 58; 64; 65; 68; 69; 84; 107
.

48
In het gemoed van de leraar of de opvoeder zou eigenlijk ieder kind gezien moeten worden als een vraag van de boven­zinnelijke wereld aan de zintuiglijke wereld.

Als Frage der übersinnlichen Welt an die sinnliche, so sollte eigentlich vor dem Gemüte des Lehrenden  oder Erziehenden jedes Kind stehen.
GA 296/70    
Vertaald/81     
Zie: 70; 172; 228; 287
.

47
We moeten de krach­ten die in de menselijke kinderziel ontwikkeld kunnen worden, sterk ontwikkelen, zodat de volwassen mens deze krachten later uit zijn opvoeding kan putten.

Wir müssen die Kräfte, die in der menschlichen Kinderseele entwickelt werden können, stark entwickeln, damit der Mensch sie später holen kann aus der
Ent­wicklung seiner Kindheit heraus.
GA 296/50   
Vertaald/60      
Zie 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 46; 55; 83; 85; 102; 191
; 192; 193: 205; 227; 257; 303
.

46
Het is noodzakelijk om de blik te richten op het gehele zielenleven.

Es ist schon notwendig, daß man sich einstellt auf die Beobachtung des ganzen Seelenlebens.
GA295/47    
Vertaald/46      
Zie 10; 11; 12; 16; 27; 30; 37; 47; 55; 83; 85; 102; 191
; 192; 193: 205; 227; 257; 303
.

45
Goethe heeft vanuit zijn wereldbeeld immers de fraaie gedachte gevormd dat het normale bestudeerd kan worden aan de hand van het abnormale.

Goethe hat ja aus seiner Weltanschauung heraus den schönen Gedanken geprägt, daß am Abnormen studiert werden könne das Normale.
GA295/46    
Vertaald/46    
Zie: 60; 116
.

44
Het komt er in het onderwijs van de toekomst natuurlijk op aan dat zo veel mogelijk sociale instincten, sociale wil, sociale interesse bijgebracht worden.

Es kommt ja natür­lich in dem Unterricht der Zukunft darauf an, daß möglichst viel soziale Instinkte, sozialer Wille, soziales Interesse erzogen werde.
GA295/39  
Vertaald/39    
Zie: 31; 178; 349
.

43
U moet er in de allereerste plaats van uitgaan, dat de mens een wezen is dat voortdurend in wording is. En dat is iets wat we in ons bewustzijn als opvoeder ons steeds eigen moeten maken, dat de mens voortdurend in wording is, dat hij in de loop van zijn leven metamorfosen ondergaat.

Wir müssen darauf Rücksicht nehmen, daß der Mensch als solcher ein fortwährend Werdender ist. Und das ist etwas, was wir uns in unserem Erzieherbewußtsein immerwährend aneignen müssen, daß der Mensch ein fortwährend Werdender ist, daß er Metamorphosen unterliegt im Verlaufe seines Lebens.
GA 295/30  
Vertaald/30    
Zie: 21; 23; 66; 92; 164; 338
.

42
Opvoeding gebeurt door dat wat u bent, dat wil in dit geval zeggen: wat u van uzelf maakt te midden van de schare kinderen. Dat mag u eigenlijk nooit uit het oog verliezen.

Das Erziehen geschieht durch das, was Sie sind, das heißt in diesem Fall, wozu Sie sich machen innerhalb der Kinderschar. Das dürfen Sie eigentlich nie aus dem Auge verlieren.
GA295/16 
Vertaald/17    
Zie: 5; 32; 33; 113; 114; 125; 126
.

41
( ) Opvoeding en onderwijs moeten ertoe dienen van iemand een volledig mens te maken. ( ) Het resultaat van opvoeding en onderwijs moet zijn, harmonie te creëren tussen de vier wezensdelen.

Und schon daraus kann man ersehen, daß die Men­schenwesenheit nicht eigentlich fertig abgeschlossen ist so, wie sie dem physischen Plan übergeben wird, sondern daß Erziehung und Unter­richt dazu dienen sollen, einen vollständigen Menschen aus dem Men­schen zu machen. Eines der vier Elemente waltet vor bei einem jeden, und es muß Ergebnis von Erziehung und Unterricht sein, die Harmoni­sierung zwischen den vier Gliedern herzustellen.
GA295/10 
Vertaald/12    
Zie 40; 168; 177; 354
.

40
Het moet ons duidelijk zijn dat we de lesstof hoofdzakelijk gebruiken om op de wil, het gemoed en het denken van het kind in te werken, dat het er ons niet zozeer om gaat wat het kind in zijn geheugen vasthoudt als wel dat het kind de kwaliteiten van zijn ziel ontwikkelt.

Wir müssen uns klar sein, daß wir den Unterrichtsstoff hauptsächlich dazu verwenden, um die Willens-, Gemüts- und Denkfähigkeiten des Kindes zu ergreifen, daß es uns viel weniger darauf ankommt, was das Kind gedächtnismäßig behält, als daß das Kind seine seelischen Fähigkeiten ausgestaltet.
GA 295/38-39    
Vertaald/38    
Zie 41; 168
Dit boek is momenteel niet meer leverbaar. Ik heb een digitale inzage voor je: mail naar vspedagogie@gmail.com o.v.v.. GA 295

.

39
Het ergste is deel uit te maken van een door mensen gemaakte wereld, zonder dat men met deze wereld te maken wil hebben.

Das Schlimmste ist das Miterleben der von Menschen gemachten Welt, ohne daß man sich kümmert um diese Welt.
GA 294/162  
Vertaald/134    
Zie: 19; 26; 57; 95; 109; 186; 294
.

38
Als opvoeder hebben we de taak om voortdurend het dode nieuw leven in te blazen om datgene in de mens wat zich in een sterfproces bevindt, te bewaren voor het volledig afsterven, ja, in zekere zin te bevruchten met het scheppende element dat we uit de wil kunnen ontwikkelen.

Wir werden also als Erzieher die Aufgabe haben, fortwährend Totes zu beleben, dem Tode Entgegengehendes im Menschen vor dem völligen Ersterben zu bewahren ja, gewissermassen zu befruchten mit dem, was wir aus dem Willen heraus als belebendes Element entwicklen können.
GA 294/37  
Vertaald/33    
Zie: 123
.
37
U moet proberen door te dringen tot in alle aspecten van het wezen van de mens.

Sie müssen einzudringen versuchen in alle Seiten des menschlichen Wesens.
GA 294/35
Vertaald/32    
Zie 10; 11; 12; 16; 27; 30; 46; 47; 55; 83; 85
; 102; 191; 192; 193: 205; 227; 257; 303; 304; 306; 307; 347
.

36
Al de uiterlijke processen zijn eigenlijk altijd een uiterlijke

manifestatie van innerlijke processen, hoe vreemd dit ook moge klinken voor een slechts op het uiterlijk gerichte wereldbeschouwing.

Was so äußer­liche Vorgänge sind, das ist immer eigentlich der äußere Ausdruck für Innerliches, so sonderbar es für die äußere Weltenbetrachtung aus­sieht.
GA 294/35  
Vertaald/32    
Zie: 14; 25; 50; 70; 88; 98; 103; 104; 105; 111; 127; 132; 155; 254; 268; 276; 296
; 314
.

35
Het is nu de tijd dat de mens uit het inzicht in de samenhang van mens en kosmos moet putten wat voor de opvoeding nodig is.

Es ist jetzt die Zeit, wo der Mensch das, was zur Erziehung gehört, herholen muß aus der Erkenntnis der Beziehung des Menschen zum Kosmos.
GA 294/33  
Vertaald/30     
Zie 4; 6; 8; 9; 34; 100; 108; 196
; 213 240; 241; 242; 246; 248; 251; 252; 262; 264; 295; 311; 319
.

34
Bevrijdt u zich zelf van de illusie dat u een beperkt mens bent, zie u zelf als wat u bent: een proces, een proces in de kosmos, dát bent u in werkelijkheid. Dan kunt u zeggen: ik zelf ben een ademhaling van de kosmos.

Kommen Sie über die Illusion hinweg, daß Sie ein begrenzter Mensch sind, fassen Sie das auf, was Sie sind, als Prozeß, als Vorgang im Kosmos, was es in Wirk­lichkeit ist, dann können Sie sagen: Ich selber bin ein Atemzug des Kosmos.
GA 294/32  
Vertaald/30     
Zie 4; 6; 8; 9; 35; 100; 108; 196
; 213 240; 241; 242; 246; 248; 251; 252; 262; 264; 295; 311; 319
.

33
Het kind moet niet van oor tot oor, maar van ziel tot ziel begrijpen.

Versuchen Sie zu wirken durch Ihr ganzes Verbundensein mit den Kindern.
GA 294/21  
Vertaald/20    
Zie: 5; 33; 43; 113; 114; 125; 126
.

31
Onderwijs is altijd iets sociaals.

Das Unterrichten ist immer eine soziale Sache.
GA 294/17   
Vertaald/17    
Zie: 44
.

30
We moeten teruggaan naar de principes in de natuur van de mens wanneer we in deze tijd in juiste zin les willen geven.

Wir müssen auf die Prinzipien der Menschennatur zurückgehen, wenn wir heute im richtigen Sinne Unterrichter sein wollen,
GA 294/17
Vertaald/17      
Zie 10; 11; 12; 16;
27; 37; 46; 47; 55; 83; 85; 102; 191; 192; 193: 205; 227; 257; 303; 304; 306; 307; 347
.

29
Het hele onderwijs moet afgeleid zijn uit het kunstzinnige. Alle methodiek moet in een bad van kunstzinnigheid gedompeld zijn.
.

Es muß das Ganze des Unterrichts herausgeholt sein aus dem Künstlerischen. Ins Künstle­rische muß alle Methodik getaucht werden.
GA 294/11
Vertaald/12    
Zie: 54; 63; 73; 110; 182;184; 214
.

28
In de methodiek zal het onze taak zijn dat we altijd aan de gehele mens appelleren.

Es wird in der Methodik unsere Aufgabe sein, daß wir immer den ganzen Menschen in Anspruch nehmen.
GA 294/11
Vertaald/12    
Zie: 52;  72;  75;  78;  89
.

27
(  ) Men moet in de wordende mens de samenwerking van lichaam, ziel en geest kunnen waarnemen.

Man muß im werdenden Menschen das Zusammenwirken von Leib und Seele und Geist beobachten können.
GA 293/170
Vertaald/172    
Zie 10; 11; 12; 16; 30; 37; 46; 47; 55; 83; 85; 102; 191
; 192; 193: 195; 205; 199; 227; 257; 303; 304; 306; 307; 347
.

26
Het is noodzakelijk dat vooral leraren in staat zijn de ware achtergronden van culturele gebeurtenissen te doorgronden, anders kunnen ze met opgroeiende mensen niets beginnen.
(  ) Dan zal hij werkelijk eerbied hebben voor de mens als schepping.

Das ist aber notwendig, daß insbesondere der Lehrer, der sonst mit dem werdenden Menschen gar nichts machen kann, die Kulturtatsachen aus den Fundamenten heraus zu erfassen in der Lage ist.
(  ) Denn dann wird er vor dem Menschengebilde die richtige Achtung haben.
GA 293/158
Vertaald/160    
Zie: 19; 26; 39; 57; 95; 109; 117; 138; 186; 294
.

25
U kunt overal de uiterlijke verschijningsvormen beschouwen als openbaringen van het innerlijk. En u begrijpt de uiterlijke vormen slechts, wanneer u ze ook als openbaringen van het innerlijk ziet.

Sie können nämlich überall die äußeren Formen als Offenbarungen des Inneren ansehen. Sie verstehen  nur dann die äußeren Formen, wenn Sie sie als Offenbarungen des Inneren ansehen.
GA 293/149
Vertaald/151    
Zie: 14; 25; 36; 50; 88; 98; 103; 104; 105; 111; 127; 132; 155; 254;
268; 276; 296; 314
.

24
Men moet altijd het een met het ander verweven, want in het leven is alles met elkaar verweven.

Man muß immer das eine mit dem anderen verweben, denn darin besteht das Lebendige.
GA 293/148
Vertaald/150    
Zie: 15; 17; 20; 87; 121; 163; 243; 245 297; 330
.

23
Het is van het grootste belang dat men voortdurend voor ogen heeft niets in de wordende mens te doden, maar hem zo op te voeden en les te geven dat hij levend blijft, dat hij niet uitdroogt en verstart.

Das ist von ganz besonderer Wichtigkeit, daß man sich stets bewußt ist: man ertöte nichts in dem werdenden Menschen, sondern man erziehe und unterrichte ihn so, daß er lebendig bleibt, daß er nicht vertrocknet, nicht erstarrt.
GA 293/140
Vertaald142    
Zie: 21; 43; 66; 92; 164 337
.

22
Het vele definiëren is de dood van het levend onderwijs.

Das viele Definieren ist der Tod des lebendigen Unterrichtes.
GA 293/140
Vertaald/142           
Zie: 15; 130

karakteriseren i.p.v. definiëren
                                      meetkunde 6e klas
                                      Engels 4e klas
.

21
Wanneer je een goed ontwikkeld
inzicht hebt in het wezen van de wordende mens, gedragen door je wil en je gevoel, zal je een goede leraar en opvoeder worden.

Wenn sie selbst ein gut entwickeltes, von Ihrem Willen und Ihrem Gemüt durchzogenes Wissen haben vom Wesen des werdenden Menschen, dann werden Sie auch gut unterrichten und gut erziehen.
GA 293/133     
Vertaald/135    
Zie: 23; 43; 66; 92; 115; 164;
207; 342; 356
.

20
De werkelijkheid bestaat uit tegenstrijdigheden. We begrijpen de werkelijkheid niet, wanneer we niet de tegenstrijdigheden in de wereld zien.

Aus Widersprüchen besteht die Wirklichkeit. Wir begreifen die Wirklichkeit nicht, wenn wir nicht die Widersprüche in der Welt schauen.
GA 293/124
Vertaald/126    
Zie 15; 17; 24;
87; 121; 124; 130; 163; 243; 245: 297;  330
.

19
De pedagoog moet ook de tijd begrijpen waar hij in staat, omdat hij de kinderen moet begrijpen die hem toevertrouwd worden.

Aber der Pädagoge muß auch die Zeit begreifen, in der er steht, weil er die Kinder begreifen muß, die ihm aus dieser Zeit heraus zum Erziehen übergeben werden.
GA 293/119
Vertaald/121  
Zie: 26; 39; 57; 95; 109; 117; 118; 138; 186; 294
.

18
We moeten loskomen van de woorden en we moeten de geest der dingen zoeken. Wanneer we iets willen begrijpen, moeten we niet dadelijk aan het woord denken, maar zoeken naar de feitelijke verbanden.

Wir müssen von den Worten loskommen und müssen an den Geist der Dinge herankommen. Wir müssen nicht gleich, wenn wir etwas begreifen wollen, jedesmal an das Wort denken, sondern wir müssen die tatsächlichen Beziehungen aufsuchen.
GA 293/113
Vertaald/115
.

17
Door feiten met elkaar in verband te brengen, krijgen we reële begrippen.

Durch dieses Tatsachen-aufeinander-Beziehen bekommen wir reale Begriffe.
GA293/113
Vertaald/116    
Zie 15; 20; 24; 87; 121; 124; 161; 163; 243; 245: 297
.

16
Pas het inzicht dat men ook in de wakkere mens te maken heeft met verschillende bewustzijnstoestanden – met waken, dromen en slapen – brengt ons tot werkelijk inzicht in onze taken ten opzichte van de opgroeiende mens.

Erst die Einsicht, daß man es im wachenden Menschen schon zu tun hat mit verschiedenen Bewußtseinszuständen – mit Wachen, Träumen und Schlafen -, erst diese Einsicht bringt uns zu einer wirklichen Erkenntnis unserer Aufgaben gegenüber dem werdenden Menschen.
GA 293/97
Vertaald/99    
Zie 10; 11; 12; 27; 30; 37; 46; 4755; 83; 85; 102; 191
; 192; 193: 205; 227; 257; 303; 304; 306; 307; 347
.

15
Het beeld zal ons aan begrippen helpen.

( ) Das Bildliche wird uns zu Begriffen verhelfen.
GA 293/92
Vertaald/94    
Zie: 17; 20;  24; 87; 121; 124; 130; 163; 243; 245
.

14
Het lichamelijke kan slechts begrepen worden wanneer men het beschouwt als een openbaring van de geest en ook van de ziel.

Das Leibliche kann nur gefaßt werden, wenn es als eine Offenbarung des Geistigen und auch des seelischen aufgefaßt wird.
GA 293/91
Vertaald/93    
Zie: 14; 25; 36; 50; 88; 98; 103; 104; 105; 111; 127; 132; 155; 170; 185; 254; 268; 276; 296
; 314

13
Men moet zich ervan bewust zijn dat het kind nog heel andere zielenkrachten en lichamelijke vermogens moet ontwikkelen dan de volwassenen in de omgang met elkaar.

Man muß sich bewußt sein dessen, daß das Kind noch etwas ganz anderes an Seelenkräften und auch an Körperkräften zu entwickeln hat, als die Erwachsenen im Wechselverkehr mit einander zu entwickeln haben.
GA 293/74
Vertaald/76         
Zie: 166
.

12
Men kan er niet mee volstaan het onderwijs in te richten volgens de gewone menselijke omgang, maar men moet dit onderwijs vormgeven vanuit inzichten in de innerlijke mens.

Es genügt nicht, den Unterricht einzurichten nach dem gewöhnlichen Menschenverkehr, sondern man muß diesen Unterricht aus der Erfassung des inneren Menschen heraus gestalten.
GA 293/73
Vertaald/75    
Zie 10; 11; 16; 27; 30; 37; 46; 47; 55; 83; 85; 102; 191; 192; 193: 205; 227; 257; 303; 304; 306; 307; 347
.

11
Wil men als opvoeder en pedagoog werken, dan moet men juist werken met dat wat zich diep in de menselijke natuur afspeelt.

Man muß gerade mit dem arbeiten, was in den Tiefen unten in der Menschennatur sich abspielt, wenn man erziehend und unterrichtend arbeiten will.
GA 293/72
Vertaald/75    
Zie 10; 12; 16; 27; 30; 37; 46; 47; 55; 83; 85; 102; 191
; 192; 193: 205; 227; 257; 303; 304; 306; 307; 347
.

10
In de opvoeding en het onderwijs van de toekomst moeten we in het bijzonder aan de vorming van wil en gemoed grote waarde hechten.

ln der Zukunftserziehung und im Zukunftsunterricht muß ein ganz besonderer Wert gelegt werden auf die Willens- und die Gemütsbildung.
GA 293/62
Vertaald/64    
Zie 11; 12; 16; 27; 30; 37; 46; 47; 55; 83; 85; 102; 191
; 192; 193: 205; 227; 257; 303; 347
.

9
De mens is niet alleen een toeschouwer in de wereld, maar ook het schouwtoneel van de wereld waarop de grote kosmische gebeurtenissen zich steeds weer afspelen.

Der Mensch ist nicht bloß ein Zuschauer der Welt, sondern er ist Schauplatz der Welt, auf dem sich die großen kosmischen Ereignisse immer wieder und wieder abspielen.
GA 293/59
Vertaald/61     
Ze 4; 6; 8; 34; 35; 100; 108; 196
; 213 240; 241; 242; 246; 248; 251; 252; 262; 264; 295; 311; 319
.

8
(  ) Het wezen van de mens kan eigenlijk alleen begrepen worden in samenhang met het kosmische.

(  ) das Menschenwesen nur begriffen werden kann im Zusammenhange mit dem Kosmischen.
GA 293/40
Vertaald/40    
Zie 4; 6; 9; 34; 35; 100; 108; 196
; 213 240; 241; 242; 246; 248; 251; 252; 262; 264; 295; 311; 319
.

7
Alle zielenroerselen drukken zich uit, openbaren zich in het lichaam.

(  ) U moet de gehele mens leren begrijpen: naar geest, ziel en lichaam.

Alles Seelische drückt sich aus, offenbart sich im Leiblichen, (   ) Sie müssen den ganzen Menschen verstehen lernen: geistig, seelisch und leiblich.
GA 293/38
Vertaald/38-39    
Zie 14; 25; 36; 50; 88; 104; 170; 185

zie voor voorbeelden van ‘dit uitdrukken’ en begripsverklaring lichaam, ziel, geest: antroposofie, een inspiratie
.

6
Als achtergrond voor alles wat hij in de school doet, zou de leraar van tegenwoordig een grondig inzicht moeten hebben in de wetten van het heelal.

Der gegenwärtige Lehrer müßte im Hintergrunde von allem, was er schulmäßig unternimmt, eine umfassende Anschauung über die Gesetze des Weltenalls haben.
GA 293/45
Vertaald/46    
Zie 4; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196
; 213 240; 241; 242; 246; 248; 251; 252; 262; 264; 295; 311; 319
.

5
(   )  want u zult geen goede opvoeder en pedagoog worden wanneer u alleen kijkt naar wat u doet en niet naar wat u bent.

( )  denn Sie werden nicht gute Erzieher und Unterrichter werden, wenn Sie bloß auf dasjenige sehen werden, was Sie tun, wenn Sie nicht auf dasjenige sehen werden, was Sie sind.
GA 293/27
Vertaald/27    
Zie 3; 106; 126
.

4
Pas wanneer men de samenhang van de individuele mens met de gehele kosmos kan inzien, kan men zich een idee vormen van het wezen van de mens als zodanig.

Erst dann, wenn man den Zusammenhang des einzelnen Menschen mit dem ganzen Weltenall ins Auge fassen kann, ergibt sich ja eine Idee von der Wesenheit Mensch als solcher.
GA 293/31
Vertaald/31    
Zie:  6; 8; 9; 34; 35; 100; 108; 196 213 240; 241; 242; 246; 248; 251; 252; 262; 264; 295; 311; 319
.

3
Maar we moeten ons bewust zijn van de achtergronden, de fundamenten van ons handelen.

Aber wir müssen uns bis in die Fundamente hinein bewußt sein dessen, was wir tun.
GA 293/27
Vertaald/27    
Zie: 5; 106
.

2
Vooroordelen ruïneren altijd het diepere inzicht.

Vorurteile zerstören immer höhere Einsicht.
GA 132/28   
Vertaald
Zie: 284; 325; 332
.

1
Slechts door een duidelijk besef van de uitwerking, die elke opvoedingsmaatregel op het kind heeft, kan de opvoeder steeds de juiste tact vinden om in ieder afzonderlijk geval de juiste maatregelen te treffen.

Nur durch ein deutliches Bewußtsein davon, wie die einzel­nen Erziehungsmaßnahmen auf den jungen Menschen wirken, kann der Erzieher immer den richtigen Takt finden, um im ein­zelnen Falle das Richtige zu treffen.
GA 34/338
Vertaald     
Zie: 131
207

.

Rudolf Steiner: alle artikelen

.

645-593

.

Een Reactie op “VRIJESCHOOL – Rudolf Steiner – wegwijzers

  1. Pingback: Als de mens er niet zou zijn……. | antroposofie: een inspiratie

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.