.
RUDOLF STEINER
GA 304
Inhoudsopgave; voordracht [1] [3] [4] [5] [6] [7]
Aan het eind van voordracht 6 staat een vragenbeantwoording bij deze voordracht, maar ook een die bij voordracht 1 hoort.
vragenbeantwoording bij de 3e voordracht.
ERZIEHUNGS- UND UNTERRICHTSMETHODEN AUF ANTHROPOSOFISCHER GRUNDLAGE
9 openbare voordrachten gehouden tussen 23 februari 1921 en 16 september 1922 in verschillende steden.
OPVOED- EN ONDERWIJSMETHODEN VANUIT DE ANTROPOSOFIE
Voordracht 2, Den Haag 27 februari 1921
Erziehungs-, Unterrichts- und praktische Lebensfragen vom Gesichtspunkte anthroposophischer Geisteswissenschaft
Een antroposofische kijk op opvoeding, onderwijs en het praktische leven
Deze voordracht is vertaald:
Wat is de betekenis van de antroposofie? Dat zij de mens de weg tot inzicht in hogere werelden wijzen kan? Zeker. Maar daar kan het niet bij blijven.
De antroposofie biedt ook inzicht in de vraagstukken van het dagelijkse, praktische leven. Want dáár wil de antroposofie tot bloei komen: in de grote vragen waarvoor de moderne mens zich gesteld ziet. Niet voor niets richtte Rudolf Steiner zich ook op thema’s als onderwijs, landbouw, geneeskunde, economie.
In de twee voordrachten in deze bundel laat hij zien hoe en waarom de antroposofie opgenomen kan en wil worden in de werkelijkheid van het leven.
Ze werden in 1921 in Den Haag gehouden.
Vertaling: Bernard Asselbergs, John Hogervorst en Michiel Scager.
Uitgeverij Nearchus
.
Steiner: alle pedagogische voordrachten
Steiner: alle artikelen op deze blog
.
2427
.