.
BOÖTES
Boötes is geen eigennaam, maar betekent ‘ossenhoeder, ossendrijver’.
In dit sterrenbeeld zagen de Oude Grieken de wijnboer Ikaros die voor zijn wagen loopt die volgeladen is met wijn, de teugels van de ossen die ervoor lopen, in zijn handen houdend.
Zijn legende is ons overgeleverd door Nonnos van Panopolis.
In de tijd dat wijnproductie in Griekenland nog onbekend was, woonde boer Ikaros in Athene. Als geen ander was hij in staat bomen te kweken en te veredelen zodat die rijke vruchten droegen.
Toen de Atheners feest vierden ter ere van Dionysos die de planten zegent, en ook Ikaros zijn zware boerenvoeten tot dansen dwong, kwam er een vreemdeling bij hem op bezoek. De boer ontving hem hartelijk, nodigde hem aan zijn eenvoudige dis en stuurde zijn dochter Erigone eropuit om voor zijn gast geitenmelk te halen.
Maar de vreemdeling hield haar tegen. Hij had een andere drank meegebracht die hij nu uit een leren zak in de beker schonk en aan Ikaros aanbood met de woorden: ‘Beste man, ik heb hier een geschenk voor je meegebracht dat de Atheners nog niet kennen. Wanneer je dat naar hen toe brengt, zullen ze je bejubelen en ik zal je zaligheid prijzen. Besef wel, dat ik Dionysos ben, die jullie meer kan geven dan Demeter. Ik ben jaloers op haar, want lang geleden heeft zij een andere boer de korenaren geschonken. Triptolemos heeft de aren gekregen, maar jij krijgt van mij de druif. Aren zijn niet bij machte de ernstige zorgen te verzachten, maar de druiven en de wijn kunnen wél kwellingen wegnemen die de mensheid pijnigen. Wanneer jij dit naar hen toe brengt, word jij, grijsaard, geliefder dan Triptolemos.
Zo sprak de god en reikte de gastvrije boer de beker met de geestopwekkende wijn. Beker na beker dronk hij leeg en verlangde telkens nog meer van deze lekkere balsem voor de ziel. In plaats van de vertrouwde melk schonk Erigone voor haar vader de wijn in, tot hij dronken was. Met onvaste voeten ging de boer staan. Hij voelde zich plotseling zo licht, zo vrij van de aardse zwaarte dat hij begon te dansen en ter ere van de god van de druiven begon hij een lied te zingen.
Voor Dionysos de gastvrije boer verliet, schonk hij hem stekjes van de druivenplant en leerde hem hoe deze met verzorgende hand te planten en hoe de ranken te verzorgen.
Dankbaar voor het geschenk van de god volgde Ikaros de raad op en perste dan ook de wijn. Maar dat deed hij niet alleen voor zichzelf, maar bracht het goddelijk geschenk ook bij de andere boeren en leerde hun hoe je uit de plant wijn bereidt. Hij liet ze van het lekkere sap proeven. Toen verging het hun net zo als het hem eens vergaan was en hij moest beker na beker vullen. De boeren kregen er geen genoeg van en werden steeds vrolijker. Een van hen stond op en sprak:
‘Zeg eens, oude man, hoe vond je deze nectar van de hemel? Lekkerder dan melk smaakt dit vocht en beter dan elk vloeibaar mengsel met honing. Je drank is zeldzaam en verlost de pijn: mijn zorgen vlieden heen in de luchtige wind.
Jij bent gelukkiger dan de gastvrije Keleos; heb jij in je huis onderdak verleend aan een hemelbewoner?
Ja, er kwam vast een andere god naar je toe, dat vermoed ik.
En die schonk dit vocht voor je vriendelijke maaltijd aan ons Attische land, zoals Demeter de korenaren.’
Maar het vrolijke feest kreeg een kwaadaardig slot. De onbekende drank steeg de boeren naar het hoofd, ze kregen gloeiende wangen, hun ogen rolden in hun hoofd en van binnen raakten ze verhit. Op hun voorhoofd zwollen de aderen, hun hoofden werden zwaar. Het leek wel op de eiken dansten, de rotsen huppelend opsprongen en de diepte van de aarde beefde. Onbekend met de wijn zonken ze ter aarde en kronkelden in het stof.
Toen maakte een waangedachte zich van hen meester: ze dachten dat Ikaros hen had willen vergiftigen. Met schoffels en sikkels gingen ze op hem af en in hun bedwelming sloegen ze hem dood, niet wetend wat ze deden. Bijna dood lispelde hij nog de woorden:
‘O, wijn, jij trooster van de menselijke zorgen,
Zoet voor de anderen, ben je voor mij nu zuur.
Je bracht allen vreugde,
Maar mij, Ikaros, een dodelijk eind.’
Zo stierf Ikaros, de eerste wijnteler in Attika. Zeus echter verhief hem aan de sterrenhemel tot het sterrenbeeld Boötes, waar hij nog altijd voor zijn wagen, beladen met wijn, verderloopt, de teugels in zijn hand.
Niet zo ruim verbreid als deze legende, bestaat er op Kreta een andere die in het sterrenbeeld van Boötes Polymos zag, de uitvinder van de ploeg. Als herinnering voor de mens voor zijn daad die zoveel voor de cultuur betekende, zou Demeter hem als Boötes aan de hemel hebben geplaatst.
De heldere Arcturus is de helderste ster van het beeld, maar die werd er niet bij betrokken. Deze ster die zonder samenhang met de gestalte van Boötes tussen diens benen oplicht, kent een andere legende.
Zijn Arcturus, de berenhoeder, wijst naar het sterrenbeeld van de Grote Beer. De Grieken zagen in hem Arkas, de zoon van Kallisto van wie de tragische geschiedenis is verteld bij het sterrenbeeld van de Grote Beer.
No o zo
mrt. 1 24°°u apr. 1 21°°u* mei 1 21°°u*
15 23°°u 15 22°°u* 15 20°°u*
*zomertijd
In maart vinden we het sterrenbeeld van Boötes aan de avondhemel lager bij de hoirzon en verder naar het noordoosten dan op bovenstaande kaart. In april staat het in het oosten (deze kaart) en in mei hoog in het zuidoosten. Wie het sterrenbeeld van de Grote Beer heeft gevonden en de gebogen lijn van de staartsterren in gedachten verder trekt, komt bij Arcturus de hoofdster van Boötes. Dat is de zekerste weg om Boötes aan de hemel te vinden.
De namen van de sterren betekenen
Arcturus (Latijn) = berenhoeder
Boötes (Latijn) = ossendrijver
Izar (Arabisch) afgeleid van ‘al-mi’zar = voorschoot
Nekkar (Arabisch) afgeleid van ‘Al-Nekkar’= ossendrijver
Meer feiten
Sterrenkunde: alle artikelen
7e klas: alle artikelen
.
2493
.