VRIJESCHOOL – Rudolf Steiner – Algemene menskunde – voordracht 3 (3-2)

.

Enkele gedachten bij blz. 47 in de vertaling van 1993.

ALGEMENE MENSKUNDE ALS BASIS VOOR DE PEDAGOGIE

luidt de titel van de vertaling van GA* 293 [1].

De voordrachten die Steiner hield hadden tot doel uiteen te zetten wat vrijeschoolpedagogie omvat.
Van 21 augustus tot en met 6 september 1919 volgden de leerkrachten voor de te beginnen school deze cursus die, naast de in de morgen gehouden voordrachten GA 293, ook nog bestond uit de over de rest van de dag verdeelde cursussen  (GA 294) [2] en (GA295) [3]

over het concilie van constantinopel 869

Wir bringen im Unterricht an das Kind heran auf der einen Seite die Naturwelt, auf der anderen Seite die geistige Welt. Wir sind als Menschen durchaus auf der einen Seite verwandt der Naturwelt, auf der anderen Seite verwandt der geistigen Welt, insofern wir eben Menschen hier auf der Erde, auf dem physischen Plane sind und unser Dasein zwischen Geburt und Tod vollenden.

In het onderwijs brengen wij het kind enerzijds met de we­reld van de natuur en anderzijds met de geestelijke wereld in aanraking. Zolang we hier op aarde mens zijn, levend op het fysieke plan tussen geboorte en dood, zijn we werkelijk aan de ene kant verwant aan de natuur en aan de andere kant verwant aan de geestelijke wereld.
GA 293/46
Vertaald/47

Steiner vat met de zin: ( ) zijn we werkelijk aan de ene kant verwant aan de natuur en aan de andere kant verwant aan de geestelijke wereld,

in één keer samen, wat in de artikelen die hier  beginnen met [1-7-2] is besproken.

Enerzijds zijn we verwant aan de natuur, zijn we natuur, met ons fysieke lichaam waarin sterk het etherlijf werkzaam is, dat op zijn beurt in wisselwerking treedt met de gewaarwordingsziel, die op haar beurt weer deel uitmaakt van de ziel met haar componenten verstands-gemoedsziel en bewustzijnsziel, de laatste op haar beurt is verbonden met het het geestzelf, dit weer met de levensgeest en die weer met de geestmens.

Of, kort samengevat: de mens als lichaam, ziel en geest.

Sinds de tijd waarin Steiner leefde is de kennis van het lichaam gigantisch toegenomen.
De ziel is er heel wat bekaaider afgekomen. Die werd o.a. onder invloed van het behaviorisme gereduceerd tot ‘gedrag’. Gedragswetenschap nam langzaam de plaats in van wat ooit ‘psychologie’ was. 

Steiner kon niet veel met de psychologie van zijn tijd. Hij vindt die buitengewoon zwak ontwikkeld.

Nun ist eben die Psychologie-Erkenntnis durchaus etwas, was in unserer zeit außerordentlich schwach ausgebildet ist. 

Daher ist im Grunde genommen fast alles, was heute als Psychologie auf- taucht, durchaus dilettantisch, manchmal auch nur ein Spiel mit Worten.

Bijna alles wat tegenwoordig als psychologie opduikt is uiterst dilettantisch te noemen en soms ook slechts een spel met woorden.

Dat dit zo gekomen is, heeft volgens Steiner alles te maken met het achtste oecumenisch concilie, gehouden in Constantinopel in 869. 

Namentlich leidet die psychologische Erkenntnis unter der Nachwirkung jener kirchlichen dogmatischen Feststellung, die im Jahre 869 gefallen ist und in der eine ältere, auf einer instinktiven Erkenntnis beruhende Einsicht verdunkelt worden ist: die Einsicht, daß der Mensch gegliedert ist in Leib, Seele und Geist. Sie können ja fast überall, wo Sie heute von Psychologie reden hören, von einer bloßen Zweigliederung des Menschenwesens reden hören. Sie können davon reden hören, der Mensch bestehe aus Leib und Seele oder aus Körper und Geist, wie man es dann nennen will; man betrachtet dann Körper und Leib und ebenso auch Geist und Seele als ziemlich gleichbedeutend. 

Het psychologisch inzicht heeft met name te kampen met de gevolgen van hetgeen in 869 door de kerk tot dogma is verklaard;0 met dit dogma werd een ouder, op instinctieve kennis gebaseerd inzicht op de achtergrond ge­drongen: het inzicht dat de mens bestaat uit lichaam, ziel en geest. Bijna overal waar tegenwoordig over psychologie wordt gesproken kunt u immers horen zeggen dat het wezen van de mens slechts tweeledig is. U kunt horen zeggen dat de mens bestaat uit lichaam en ziel of uit materie en geest of hoe men dat ook wil noemen; in die zienswijze betekenen lichaam en materie en evenzo geest en ziel ongeveer hetzelfde.

0hetgeen in 869 door de kerk tot dogma is verklaard: Steiner doelt op het achtste oecumenische concilie van Constantinopel, waar de ziel en geest niet meer alsw wezenlijk verschillend werden gezien.
Verg. Heinz Herbert Schöffler (ed), Der Kampf um das Menschenbild.
.

Het is m.i. een van de grote verdiensten van Steiner dat hij de mens als drieledig wezen heeft beschreven in een taal die navolgbaar, na-denkbaar is en als inhoud ook existentieel (mee) te beleven. Andere aspecten van het menszijn dan de puur materiële, worden daardoor beleefbaar.
En anderen beleven die ook en als je er op let zie je dat in het leven om je heen. In de film Antonia luidt een van de laatste zinnen:  ( ) ‘omdat ik bij haar wilde zijn op het moment dat het wonder van de dood Antonia’s geest en ziel zou onttrekken aan haar fenomenale lichaam.’

Aan de andere kant is de uitkleding van de drieledigheid, maar ook van de dus al lang bestaande tweeledigheid doorgegaan: de mens wordt in sommige kringen gezien als ‘zijn brein’, een ‘klomp genen’ en wat dies meer zij.

Voor de vrijeschoolpedagogie vormt de idee van de drieledige mens de basis voor wat in de verschillende levensfasen in de mens tot ontwikkeling komt: 

de 1e fase ( 0-7) hoofdzakelijk de lichamelijke ontwikkeling
de 2e fase (7-14) hoofdzakelijk de ontwikkeling van het gevoelsleven
de 3e fase (14-21) hoofdzakelijk de ontwikkeling van het mentale leven

Bij iedere indeling die we maken, moeten we ons telkens realiseren wat daarover moet worden gezegd:

Man darf, wenn man mit seinem Erkennen in die Wirklich­keit hineingehen will, niemals schematisieren, niemals die Ideen nur nebeneinander setzen, sondern man muß sich klar sein, daß in der Wirklichkeit alles nur so betrachtet werden kann, daß irgendwo etwas als das Hervorstechende erscheint, daß aber die übrigen Elemente der Wirklichkeit darinnen leben, und daß überall, was sonst im Hinter­grunde sich hält, wiederum an einem anderen Orte der Wirklichkeit das Hervorstechendste ist und das andere sich im Hintergrunde hält.

Je mag, wanneer je kennend op de werkelijkheid in wil gaan, nooit schematiseren, nooit de ideeën naast elkaar plaatsen, maar je moet goed weten dat in de werkelijkheid alles alleen maar zo bekeken kan worden, dat ergens iets als het meest opvallende eruit springt, dat echter de andere delen van de werkelijkheid daarin zitten en dat alom, wat anders op de achtergrond blijft, op een andere plek van de werkelijkheid het meest opvallende is en dat het andere dan op de achtergrond blijft.
GA 201/58
Niet vertaald

De idee van de mens als trichotomie – drieledig – is na 869 langzaam veranderd in de opvatting dat de mens een dichotomie is, een tweeledig wezen.

Daarmee deed ook de dualiteit – het dualisme – zijn intrede en tot op vandaag is er nog altijd de controverse lichaam – geest, of stof – geest, of materie – geest.

Toch is het voor sommigen daarmee niet klaar. Zo vind je bijv. – nog bijgewerkt op 07-09-2018- in een glossarium:

De mens is een trichotomie, geen dichotomie. Trichotomie: de mens heeft niet alleen een lichaam en een ziel maar ook een geest. Sommigen menen dat geest en ziel in de Bijbel hetzelfde betekenen, maar dat klopt niet : zie Hebr. 4:12 en 1 Thess. 5:23.

Aan dit concilie van Constantinopel gaat veel geestelijke strijd vooraf. Er wordt diepzinnig nagedacht en de nog te lezen disputen hebben een inhoud die ver gaat. Wie denkt dat de mens van toen ‘primitiever’ dacht dan wij nu, komt bij het lezen van de beweeggronden tot heel andere gedachten.

Voor het doorgronden van de antroposofie is dit concilie werkelijk een breekpunt: zonder de geest als realiteit is antroposofie niet te vatten, blijft het leeg.

Steiner noemt dit concilie heel vaak en dat is begrijpelijk.

Ook in deze voordrachtenreeks nog:

Auf dem Konzil des Jahres 869 haben die Bischöfe der katholischen Kirche der Menschheit verboten, etwas über die große Kugel zu wissen. Sie haben dazumal erklärt, es sei Dogma der katholischen Kirche, daß nur vorhanden sei die mittlere Kugel und die kleinste Kugel, daß der Mensch nur bestehe aus Leib und Seele, daß die Seele nur als ihre Eigenschaft etwas Geistiges enthalte; die Seele sei nach der einen Seite auch geistartig. Geist gibt es seit dem Jahre 869 für die vom Katholizismus ausgehende Kultur des Abendlandes nicht mehr. – Aber mit der Beziehung zum Geiste ist abgeschafft worden die Beziehung des Menschen zur Welt. Der Mensch ist mehr und mehr in seine Egoität hineingetrieben worden. Daher wurde die Religion selbst immer egoistischer und egoistischer, und heute leben wir in einer Zeit, wo man, ich möchte sagen, wiederum aus der geistigen Beobachtung heraus die Beziehung des Menschen zum Geiste und damit zur Welt kennenlernen muß.

Tijdens het concilie van 869° hebben de bisschoppen van de katholieke kerk de mensheid verboden iets over de grote bol te weten te komen. Ze hebben toen tot dogma verklaard, dat alleen de middelste en kleinste bol bestaan: dat de mens slechts bestaat uit lichaam en ziel, en dat iets geestelijks alleen maar als een eigenschap van de ziel bestaat. De ziel zou naar één kant ook iets geestachtigs zijn. Geest bestaat niet meer – sinds 869 – voor de van het katholicisme uitgaande cultuur van het Avondland. — Maar met de afschaffing van de verbinding met de geestelijke wereld is ook de verbinding van de mens met de wereld afgeschaft. De mens is meer en meer op zijn ego teruggeworpen. Daardoor werd de religie zelf steeds egoïstischer, en tegenwoordig leven we in een tijd waarin we — laten we het zo uitdrukken — weer vanuit de geestelijke waarneming de verbinding van de mens met de geestelijke wereld en daardoor met de wereld moeten leren kennen.
GA 293/162

In dit citaat uit de 10e voordracht wordt gesproken over de grotere en kleinere ‘bol’. Het gaat hier om hoofd, romp en ledematen. Daarover is hier iets te vinden.

Ook dit egoïstischer worden van de religie stelt Steiner vaker aan de orde: het vooruitzicht op het ‘eeuwige’ leven, vertroebelt de blik voor het voorgeboortelijke leven en de reïncarnatiegedachte. Dat alles door de afschaffing van de geest.
Zie dit artikel.

Wer hat denn eigentlich die Schuld, daß wir einen naturwissenschaftlichen Materialismus bekommen haben? Daß wir einen naturwissenschaftlichen Materialismus bekommen haben, daran hat die Hauptschuld die katholische Kirche, denn sie hat im Jahre 869 auf dem Konzil von Konstantinopel den Geist abgeschafft.

Wie is er eigenlijk schuldig aan, dat we een natuurwetenschappelijk materialisme hebben gekregen? Dat we een natuurwetenschappelijk materialisme hebben gekregen, is voornamelijk te wijten aan de katholieke kerk, want die heeft in 869 op het Concilie van Constantinopel de geest afgeschaft.
GA 293/163

159

In de 10e voordracht gaat het om de samenhang geest, ziel en lichaam in de vorm van hoofd, romp en ledematen. Doordat de geest wegviel, veranderde ook de opvatting over ziel en lichaam. Dat schiep de voorwaarden voor een Darwinistische opvatting van de evolutie: een evolutieleer van de geest kon niet ontstaan. Daarom werd de evolutieleer vanzelf materialistisch.

Die katholische Kirche ist in Wahrheit die Schöpferin des materialismus auf dem Gebiet der Evolutionslehre. 

In wezen heeft de katholieke kerk het materialisme op het gebied van de evolutieleer gecreëerd.
GA 293/164
160

En Steiner trekt nog meer verrassende conclusies n.a.v. dit concilie:

Die heutigen Denker glauben, sie handeln -oder denken vielmehr – vorurteilslos, bloß wissenschaftlich forschend, wenn sie behaupten, der Mensch bestunde aus Leib und Seele. Nicht wahr, bis zu dem angeblich großen, eigentlich nur von seines Verlegers Gnaden großen Philosophen Wilhelm Wundt behaupten die Leute, wenn man unbefangen denkt, so müsse man den Menschen gliedern in Leib und Seele, wenn über-haupt noch die Seele gelten gelassen wird. Und nur schüchtern wagt sich der Versuch derWahrheit hervor, den Menschen zu gliedern in Leib, Seele und Geist. Die Philosophen, die heute glauben, vorurteilslos den Menschen in Leib und Seele zu gliedern, die wissen eben nicht, daß ihre Gliederung nur das Ergebnis eines historischen Vorganges ist, der seinen Ausgangspunkt genommen hat vom achten allgemeinen Konzil von Konstantinopel, wo die katholische Kirche den Geist abgeschafft hat, indem es zum Dogma erhoben worden ist, daß fortan der richtig gläubige Christ nur zu denken habe, der Mensch bestünde aus Leib und Seele, und die Seele habe auch einige geistige Eigenschaften. Das war Kirchengebot. Das lehren heute noch die Philosophen und wissen nicht, daß sie bloß dem Kirchengebote folgen, sie glauben vorurteilslose Wissenschaft zu treiben. So steht es tatsächlich heute um manches, was man «vorurteilslose Wissenschaft» nennt.

De huidige denkers menen dat ze onbevooroordeeld, louter weten­schappelijk onderzoekend, handelen — of veeleer denken – wanneer ze beweren dat de mens bestaat uit lichaam en ziel. Nietwaar, tot en met de naar men zegt grote, eigenlijk slechts bij de gratie van zijn uitgever grote filosoof Wilhelm Wundt– beweren de mensen: als je onbevangen denkt, dan moet je de mens onderverdelen in lichaam en ziel, als men de ziel überhaupt nog laat gelden. En slechts schoorvoetend waagt de waarheid tevoorschijn te komen, de mens onder te ver­delen naar lichaam, ziel en geest. De filosofen die vandaag de dag menen de mens onbevooroordeeld onder te verdelen in lichaam en ziel, die weten nu eenmaal niet dat hun on­derverdeling slechts het resultaat is van een historische ge­beurtenis, die zijn uitgangspunt had in het achtste algemene concilie van Constantinopel6. Daar heeft de katholieke kerk de geest afgeschaft doordat ze tot dogma verhief dat de chris­ten met het juiste geloof voortaan slechts moest denken dat de mens uit lichaam en ziel bestaat, en dat de ziel ook enke­le geestelijke eigenschappen heeft. Dat was een gebod van de kerk. Dat leren ons tegenwoordig de filosofen nog steeds en ze weten niet dat ze slechts het kerkelijke gebod volgen; ze denken onbevooroordeelde wetenschap te bedrijven. Zo is het vandaag de dag feitelijk gesteld met veel van wat ‘on­bevooroordeelde wetenschap’ wordt genoemd.

5.Wundt: Wilhelm Wundt (1832-1920), richtte het eerste instituut voor experimentele psychologie op.

6. Achtste oecumenische concilie van Constantinopel in het jaar 869: In de ‘Canones contra Photium’ werd in dit tegen de patriarch Photius ge­houden concilie onder Can. 2 vastgelegd dat de mens niet ‘twee zie­len’, maar ‘unam animam rationabilem et intellectualem’ heeft. De door Steiner zeer gewaardeerde katholieke filosoof Otto Willmann schrijft in zijn driedelig werk Geschichte des Idealismus, 1ste druk, Braunschweig 1894, § 54: Het christelijke idealisme als voltooiing van dat van de klassieke oudheid (deel 2, blz. 111): ‘Het misbruik dat de gnostici maakten met de door Paulus onderscheiden pneumati­sche en de psychische mens, doordat zij dit voor de uitdrukking van hun volmaaktheid uitgaven, deze als de vertegenwoordigers van de in de wet van de kerk bevangen christen verklaarden, werden door de kerk bestemd tot uitdrukkelijke verwerping van de trichotomie. ’
GA 194/80
Vertaald:110/111
.

Und nach und nach glauben die Wissenschaften, daß sie ihrer eigenen Vorurteilslosigkeit, ihrer eigenen Vorausset­zungslosigkeit folgen, weil ihnen nicht mehr bewußt ist, daß dasjeni­ge, dem sie eigentlich folgen, die alten Verbote der Kirche sind. Das auf der einen Seite mit Bezug auf unser Geistesleben, das sich rein auf die äußere sinnliche Wirklichkeit beschränkt und das mit seinen ge­wissenhaften Methoden, mit den Methoden, die gerade in der Naturerkenntnis in der neueren Zeit so große Triumphe gefeiert haben, nicht eingreifen kann in das Gebiet von Geist und Seele. Und so ist das Gebiet von Geist und Seele etwas Lebensfremdes gewor­den.

Langzamerhand beginnen de wetenschappen te geloven dat zij werken zonder hun eigen vooroordelen, dat ze hun eigen premissen volgen, terwijl er geen bewustzijn meer is het feit dat ze dat wat ze volgen de oude kerkverboden zijn.
Dat enerzijds m.b.t. ons geestesleven de wetenschap zich zuiver beperkt tot de uiterlijke zintuiglijke werkelijkheid met gewetensvolle methoden, met methoden die in de natuurwetenschap van de nieuwere tijd tot zulke grote triomfen heeft geleid, geen toegang vindt tot het gebied van geest en ziel. En zo is dit gebied iets  geworden dat levensvreemd is.
GA 297/122
Op deze blog vertaald/122

Een andere opmerkelijke uitspraak is:

Vom Geiste darf man ja nicht mehr sprechen, seitdem ein Konzil den Geist abgeschafft hat*, seitdem gesagt worden ist: der Mensch besteht nicht aus Leib, Seele und Geist, sondern nur aus Leib und Seele, die Seele hat nur geistige Eigenschaften. Die Trichotomie wurde ja dogmatisch im Mittelalter verboten, aber die heutige «voraussetzungslose»Wissenschaft treibt Psychologie, indem sie gleich damit beginnt: Der Mensch besteht aus Leib und Seele. Sie weiß nicht, wie wenig voraussetzungslos sie ist, indem sie nur folgt der mittelalterlichen Dogmatik! Die erleuch­tetsten Universitätsprofessoren folgen derselben, ohne eine Ahnung  davon zu haben. Man muß, um richtig in den Menschen hineinzuse­hen, den Menschen betrachten können nach Leib, Seele und Geist. Der Materialist begreift nur das Denken – das ist nämlich seine Tra­gik. Der Materialismus begreift am wenigsten die Materie, weil er am wenigsten den Geist darin sieht. Er dogmatisiert bloß: es gibt nur Materie und ihre Wirkungen; aber er versteht nichts davon, daß überall der Geist darinnen ist. Es ist das Eigentümliche, man muß, wenn man den Materialismus schildern will, die Definition aufstellen: Der Materialismus ist diejenige Weltanschauung, die nichts von der Materie versteht.

Over de geest mag niet meer gesproken worden sinds een concilie de geest afgeschaft heef*t, sedertdien gezegd wordt: de mens bestaat niet uit lichaam, ziel en geest, maar alleen uit lichaam en ziel, de ziel heeft alleen maar geestelijke eigenschappen. De trichotomie werd zelfs in de middeleeuwen dogmatisch verboden, maar de tegenwoordige wetenschap zonder vooropgezette uitgangspunten bedrijft psychologie door meteen te beginnen met: de mens bestaat uit lichaam en ziel. Die weet niet, hoe weinig zonder vooropgezette uitgangspunten ze is, wanneer ze slechts de middeleeuwse dogmatiek volgt! De briljantste universiteitsprofessoren nemen dat gewoon voor lief, zonder dat ze dat door hebben. Je moet, om op een juiste manier inzicht te krijgen in de mens, de mens kunnen zien naar lichaam, ziel en geest. De materialist begrijpt alleen het denken – dat is namelijk zijn tragiek. De materialist begrijpt het minst van de materie, omdat hij het minst de geest daarin werkzaam ziet. Hij zegt alleen dogmatisch: er is alleen maar materie en wat daarvan als werking uitgaat; maar hij begrijpt niets van het feit dat de geest overal aanwezig is. Het is zo merkwaardig dat je, wil je wat over het materialisme zeggen, de definitie moet formuleren: het materialisme is die wereldbeschouwing die niets van de materie begrijpt.
GA 306/49
Op deze blog/vertaald

In dit licht kun je ook bijv. de volgende opmerking van Steiner plaatsen:

Das Leibliche kann nur gefaßt werden, wenn es als eine Offenbarung des Geistigen und auch des seelischen aufgefaßt wird.

Het lichamelijke kan slechts begrepen worden wanneer men het beschouwt als een openbaring van de geest en ook van de ziel.
GA 293/95
vertaald/93

Deze en andere uitspraken bevinden zich bij Rudolf Steiner Wegwijzers

voor dit onderwerp o.a. wegwijzer: 14; 25; 36; 50; 88; 98; 103; 104; 105; 111; 127; 132

.

*GA= Gesamt Ausgabe, de boeken en voordrachten van Steiner

[1] GA 293
Algemene menskunde als basis voor de pedagogie
[2] 
GA 294
Opvoedkunst. Methodisch-didactische aanwijzingen
[3] 
GA 295
Praktijk van het lesgeven

.

Algemene menskunde: voordracht 3 – alle artikelen

Algemene menskundealle artikelen

Rudolf Steineralle artikelen op deze blog

Menskunde en pedagogiealle artikelen

.

1656

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.

 

 

 

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.