.
Russisch sprookje
.
Verteltijd ca. 7 min.
.
De tsaritsa als speelman
.
In een zeker land, in een zeker rijk leefden eens een tsaar en een tsaritsa.
Toen hij geruime tijd met haar geleefd had, besloot de tsaar naar het verre, vreemde land te trekken, waar de joden Christus hadden gekruisigd. Hij gaf zijn bevelen aan de ministers, nam afscheid van zijn vrouw en ging op weg.
Na lange of korte tijd kwam hij in het verre vreemde land, waar Christus door de joden was gekruisigd. Daar regeerde echter in die tijd een goddeloze koning. Toen deze de tsaar zag, liet hij hem grijpen en in de gevangenis werpen. In zijn kerkers bevonden zich gevangenen van allerlei slag; ’s nachts waren ze geketend, maar ’s morgens kregen ze op last van de goddeloze koning een haam om hun hals en moesten ze tot de avond de akkers ploegen.
In zulke kwellende omstandigheden bracht de tsaar volle drie jaren door, zonder te weten hoe hij zich moest bevrijden en hoe hij bericht aan de tsaritsa kon sturen. Maar door een toeval kon hij haar toch een briefje doen toekomen. ‘Verkoop ons gehele bezit,’ schreef hij, ‘en koop me los uit de gevangenschap.’
Toen de tsaritsa de brief had ontvangen en gelezen, brak ze in tranen uit: ‘Hoe kan ik de tsaar loskopen? Als ik er zelf heenga, zal de goddeloze koning me zien en me zogenaamd tot vrouw nemen. En de ministers eropaf zenden? Op die valt geen staat te maken.’ En wat bedacht ze erop? Ze knipte haar lange, bruine vlechten af, kleedde zich als een muzikant, nam een goesli, (een mandoline), en ging zonder tegen iemand iets te zeggen op weg naar het verre land.
Ze kwam bij het paleis van de goddeloze koning en speelde daar zo mooi op de goesli, dat je er wel eeuwig naar had kunnen luisteren. Toen de koning deze verrukkelijke muziek hoorde, liet hij de goesli-speler terstond binnenroepen. ‘Gegroet, speelman. Uit welk land en uit welk rijk kom je?’ vroeg de koning. De speelman antwoordde: ‘Al sinds mijn kinderjaren trek ik door de wijde wereld, maak de mensen blij en verdien er mijn brood bij.’ ‘Blijf bij mij een dag, en een tweede, en een derde. Ik zal je er rijkelijk voor belonen.’ De speelman bleef, speelde iedere dag voor de koning, en deze kreeg nooit genoeg van het luisteren. Wat was dat een verrukkelijke muziek! Alle somberheid en alle zwaarmoedigheid werden er terstond als met de hand door weggewist!
Drie dagen bracht de speelman bij de koning door, daarna kwam hij afscheid nemen. ‘Wat kan ik je voor je moeite geven?’ vroeg de koning. ‘Majesteit, geef mij een van uw gevangenen, u hebt er toch zoveel in uw kerkers. En ik heb een makker nodig voor onderweg: altijd trek ik door vreemde, verre landen en dikwijls heb ik dan geen mens om een woord mee te wisselen.’ ‘Alsjeblieft, zoek er maar een uit die je aanstaat,’ zei de koning, en bracht de speelman naar de kerker. Deze bekeek de gevangenen en zocht de gevangen tsaar uit. Samen vertrokken ze, en ten slotte kwamen ze in hun eigen rijk. Daar zei de tsaar ‘Laat me gaan, brave man, want ik ben geen gewone gevangene: ik ben een tsaar. Vraag zoveel losgeld van me als je wilt, ik zal niet zuinig zijn met geld of met boeren.’ ‘Ga met God,’ zei de speelman, ‘ik heb niets van je nodig.’ ‘Wees dan tenminste mijn gast.’ ‘Als het zo eens uitkomt, zal ik komen.’ Daarna namen ze afscheid van elkaar en ieder ging zijns weegs.
De tsaritsa sloeg vlug een kortere weg in en was nog voor haar man thuis; hier trok ze de speelmanskleren uit en kleedde zich weer zoals het behoorde.
Een uur later ontstond er in het paleis veel drukte en rumoer van heen en weer lopende hovelingen die schreeuwden: ‘De tsaar is gekomen!’ De tsaritsa snelde hem tegemoet, maar hij begroette iedereen en gunde haar geen blik. Bij de begroeting van zijn ministers zei hij: ‘Nu ziet u, mijne heren, hoe mijn vrouw is: hier vliegt ze me om de hals, maar toen ik in de gevangenis zat en haar schreef dat ze mijn gehele bezit moest verkopen, deed ze helemaal niets. Waar dacht ze wel aan, dat ze haar man vergat?’
De ministers berichtten: ‘Uwe majesteit, zodra de tsaritsa uw brief had ontvangen, verdween ze op dezelfde dag, en het is niet bekend waar ze zich verborgen heeft gehouden en wat ze al die tijd heeft gedaan. Pas vandaag heeft ze zich weer in het paleis laten zien.’
De tsaar werd zeer boos en beval: ‘Heren, oordeelt mijn ontrouwe vrouw volgens recht en waarheid. Waar mag ze in de wereld hebben rondgezworven? Waarom wilde ze me niet loskopen? U zoudt uw tsaar in der eeuwigheid niet meer hebben gezien als die jonge speelman er niet was geweest. Voor hem zal ik altijd tot God blijven bidden, en het zou me niet te veel zijn hem de helft van mijn rijk af te staan.’
Intussen had de tsaritsa zich weer in de kleren van de speelman kunnen steken; ze ging naar buiten het erf op en begon de goesli te bespelen. Toen de tsaar dit hoorde, snelde hij er heen, nam de muzikant bij de hand, bracht hem in het paleis en zei tegen zijn hovelingen: ‘Dit is de speelman die mij uit de gevangenis heeft bevrijd.’
De speelman wierp zijn bovenkleding af, en allen herkenden terstond de tsaritsa. Toen was de tsaar zeer verheugd; uit vreugde liet hij een feestmaal aanrichten en zette dat een hele week voort.
.
Sprookjes – alle artikelen
Vertelstof – alle artikelen
1e klas – alle artikelen
Vrijeschool in beeld: 1e klas – sprookjes
.
2849
.