VRIJESCHOOL – Jaarfeesten – Palmpasen (9)

.

Loïs Eijgenraam*, Vrije Opvoedkunst, maart 2016

.

Pasen   De levensboom

Palmpasen. De kinderen lopen met een tak van hun levensboom, de palmpaasstok, zingend van de haan op het stokje, de eieren bim bam beieren en de Paashaas die spoedig zat komen. Over een paar weken dansen zij om een andere tak van hun levensboom, de meiboom bij het Pinksterfeest.

Deze keer staan wij in de jaarfeestenrubriek stil bij de levensboom. De boom des levens.

Paradijs

In Genesis lezen wij over Adam en Eva die leven in het Paradijs. In het Paradijs staat de boom des levens en de boom van kennis van goed en kwaad. De boom des levens is niet alleen om naar te kijken, maar ook om van te eten. Adam en Eva leefden, net als het jonge kind, nog in een paradijselijk stemming waarin alles goed is, waar de onschuld is en waar de mens ononderbroken gevoed wordt door de levensboom. De vruchten van deze levensboom zijn geen gewone vruchten met levenskrachten, maar krachten van het eeuwige leven.

Adam en Eva mogen niet eten van de boom van kennis van goed en kwaad. Als zij de verleiding niet kunnen weerstaan en toch van de boom eten, worden zij uit de paradijselijke stemming verdreven. In het evangelie wordt dit beschreven als ‘de zondeval’. Na de zondeval is de levensboom niet meer bereikbaar voor hen; hij wordt afgegrensd door een muur van vuur, waar Cherubijnen met een vlammend zwaard de wacht houden en de boom bewaken. Vanaf dat moment doet de dood haar intrede.

De boom in de mens

Rudolf Steiner beschrijft in voordrachten dat ieder mens beide bomen in zich draagt. Hij noemt het centraal zenuwstelsel van de mens een verschrompeld product van de oorspronkelijke boom van kennis van goed en kwaad. De wortels verbeelden de hersenen, de stam de ruggengraat en de vertakkingen ervan zijn verspreid over ons gehele lichaam.

De andere boom, de boom des levens dragen wij volgens Steiner ook als beeld mee in ons fysieke lichaam, het vegetatieve of autonome zenuwstelsel. Dit zenuwstelsel regelt alles in ons lichaam dat samenhangt met de spijsvertering, het hart, onze bloedsomloop.

De mens is in alle culturen, wereldwijd op zoek naar de levensboom.

In oude culturen zien wij rituelen rondom bomen. In bomen zouden (bescherm)geesten huizen. Bij bomen werden vroeger rechtszittingen gehouden en werden cultussen voltrokken.

Ook van de aartsvader Abraham wordt verteld, dat hij van boom tot boom trok en op al deze plekken ontmoetingen met de geestelijke wereld beleefde.

Adam en Golgotha

Wij gaan weer terug naar Adam. Adam wordt ouder en is stervende. Seth, zijn zoon gaat terug naar het Paradijs om geneeskrachtige olie voor Adam te zoeken. Een cherubijn opent de hemelpoort voor Seth en brengt hem bij de plaats waar de boom van de kennis van goed en kwaad en de boom van het leven ineengestrengeld samen verder zijn gegroeid. Dan verschijnt de aartsengel Michael voor Seth en spreekt: “Nog niet is de tijd gekomen dat Adam is genezen van de zondeval.

Op de nieuwe Adam, de Verlosser, zal de aarde nog vele duizenden jaren moeten wachten. Maar ik geef je toestemming om drie zaden van deze twee samengegroeide paradijsbomen voor de toekomst van de aarde mee te nemen”.

Seth ging terug naar de aarde waar Adam reeds gestorven was. Adam werd, nadat Seth de drie zaden in de mond van Adam had gelegd, begraven op Golgotha. Uit het graf groeide een vlammende struik die, nadat deze gesnoeid werd, steeds weer nieuwe twijgen en bladeren ontwikkelde. In de vlammende struik stond geschreven: ’ik ben die ik was, die is en die komen zal’.
Dit is een beeld van de mens die komt, sterft en weer op aarde komt. De mens komt uit het licht, gaat door de duisternis en keert weer terug naar het licht. De drie zaden van de twee ineen gegroeide bomen uit het Paradijs verbeelden deze drie geestelijke groeikiemen van de mens: komend uit het licht, gaand door de duisternis en weer terugkerend tot het licht.

Er wordt verteld dat van het hout van de struik die op het graf van Adam groeide, de kribbe van het Jezuskind is gesneden en 33 jaar later ook het kruis voor Christus op de berg Golgotha is gemaakt. Het kruis op Golgotha kan als een beeld voor de mens zijn, namelijk dat het kruis waar Christus aan stierf ook een opstandingslevenskruis is, ontsproten uit de boom des levens.

In de kunstgeschiedenis kunnen wij dit beeld ondermeer herkennen in de zogenaamde stenen (zonne)kruizen.

Stenen kruizen

Op vele stenen kruizen zien wij beelden en afbeeldingen van druivenranken, vogels die zingen in de takken, bloeiende rozen. Vlechtmotieven verbinden de vier windstreken en de vier seizoenen en daarmee de vier grote jaarfeesten. In het midden straalt de zon, beeld van het eeuwige leven die alles tot een samenhangede eenheid brengt in de beelden op deze kruizen.

In Ierland, maar ook in Turkije en Armenië, zijn stenen kruizen die dateren uit de 9de eeuw na Christus. Deze stenen kruizen staan op strategische punten geplaatst: bij wegen die elkaar kruisen, deuren van kerken, bij poorten en bij graven. De stenen hadden als opdracht de mens te herinneren aan zijn oorsprong en doel. Daarom werden het levenschenkende kruizen genoemd.

Het lijnenspel van de vlechtmotieven op deze kruizen zijn een beeld voor het levende denken van de mens. Ook in ons denken kunnen wij de draden en lijnen uit het verleden en heden tot een harmonisch patroon naar de toekomst gericht, vlechten. In het vlechten van deze levensdraden wordt de tijd in de ruimte verbeeld en daarmee zichtbaar gemaakt.

Rond 1900 is een spreuk opgeschreven die vrouwen in Schotland, op de Hybriden eilanden, uitspraken bij de haard, waar zij drie turfblokken in de vorm van een wiel in de haard hadden gelegd. Het eerste blok voor de God van het Leven, het tweede blok voor de God van de Vrede en het derde blok voor de God van de Genade. Daarna strooiden ze er een beetje as over uit, nooit zoveel dat het vuur zou doven.

De heilige Boom,
Die behoedt,
Die beschermt,
En omhult,
De haard,
Het huis,
De huishouding,
Deze avond,
Deze nacht,
Oh, deze avond,

Deze nacht,
En iedere nacht,
Iedere afzonderlijk nacht.

Palmpasen. De kinderen lopen met hun stokken door het land, een twijgje van de levensboom. Dit artikel eindigt met een gedicht van Albert Steffen.

Laat ons de bomen beminnen,
de bomen doen ons goed.
In al hun groene twijgen,
stroomt God zijn levensbloed.
Eens wilde ‘t hout verharden,
toen hing Christus er aan.
Dat wij ons zouden laven,
een eeuwig leven brak aan.

.

*Met toestemming van de auteur Loïs Eijgenraam

Boeken van de auteur

Website Loïs Eijgenraam

School voor antroposofische kinderopvang

.

Het verhaal over de drie zaden is te vinden in: ‘En het werd licht‘ van Jakob Streit
.

Palmpasen en Pasen: alle artikelen
.
VRIJESCHOOL in beeld: Palmpasen

.

1782

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.

 

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.