VRIJESCHOOL – Over de wijsheid van de sprookjes (1-7/5)

.

OTTO JULIUS HARTMANN  (†1990) bioloog en filosoof heeft tijdens zijn leven zeer veel publicaties verzorgd met antroposofie als uitgangsprincipe.
Zie bijv. een lijst met titels
Hij schreef ook regelmatig in een blad dat in de laatste tientallen jaren van de vorige eeuw in Duitsland verscheen voor (vrijeschool)ouders: Der Elternbrief.

Hartmann wijdde een aantal artikelen aan de ‘wijsheid van de sprookjes’.
.

Otto Julius Hartmann, der Elternbrief, nadere gegevens ontbreken
.

OVER DE WIJSHEID VAN DE SPROOKJES
.

Met doorzichtige politieke redenen wordt beweerd dat alle mensen gelijk zijn.
Dat vind je in de sprookjes niet.
Diepgaand kennen zij de menselijke natuur en zijn zij op de hoogte van de essentiële verschillen in de morele kwalificaties van mensen. Ze kennen wie begenadigd is of wie vervloekt, weten welke mensen bij het licht, welke bij de duisternis horen. Het blijft echter onduidelijk of deze mensen zo door God zijn geschapen of dat ze in de loop van hun aardse leven zelf de ene of de andere kant hebben gekozen.
Maar het is goed dat kinderen al een gevoel van waarheid krijgen (ook als het een meer onbewust voorvoelen is) voor de verschillen die ze in hun verdere leven bij mensen kunnen tegenkomen.

Vele, zo niet alle sprookjes hebben de taak om mensen langs de gevaarlijke en pijnlijke wegen naar zelfoverwinning en zelfkennis te leiden. Nu zijn er, zoals we hebben gezien, veel verschillende ‘kamers’ in het ‘koninklijke kasteel’ van het fysieke en mentale bestaan ​​van de mens, die bedoeld zijn voor zijn Ik om in te leven tijdens zijn aardse bestaan. Naast de kelder met de wilde dieren, is er nog een speciale kamer. Alle kamers, behalve deze ene, moeten door de “trouwe Johannes” (nr. 6)* worden geopend voor de zoon van de koning, volgens de wil van de stervende koning.
In deze kamer wordt het mysterie van het mannelijke en vrouwelijke bestaan ​​bewaard, en daarmee ook de grootste uitdagingen en gevaren die op het Ik in het aardebestaan afkomen

De jongere is in eerste instantie trots op de eenheid van zijn persoon. Maar nu moet hij ineens ontdekken dat hij in sommige opzichten maar de helft is. Als hij de andere helft moet ontdekken, komt dit neer op een soort verlamming die hij op een nieuw niveau zal moeten overwinnen. Dit is wat er met de koningszoon gebeurt als hij, achter de rug van ” de trouwe Johannes” naar de verboden kamer kijkend, het beeld van de koningsdochter ontmoet, d.w.z. het oer- en tegenbeeld van het eeuwige vrouwelijke, verborgen in zijn eigen ziel.  Oervreugde en oerverschrikking zijn ermee verbonden. De vrouw is tegelijkertijd de redding en de bedreiging van de man.

Het probleem is echter nog niet opgelost met de dramatische verwerving van de bruid, die het sprookje beschrijft. Voor beiden wachten nog de moeilijkste opgaven. Ze worden gesymboliseerd in het ‘wilde paard’, in het ‘vurige gewaad’ en in de ‘bloeddruppel’. Het egoïsme dat hier ontstaat, moet uiteindelijk op een eeuwenoude, mysterieuze manier worden goedgemaakt door het opofferen van kinderen als symbool van het ‘andere zelf’.
Onze kinderen zullen dit allemaal niet begrijpen, maar ze zullen wel een echte voorkennis verwerven over wat hen zal en moet overkomen, maar wat niet gemakkelijk is om op een menselijke manier mee om te gaan. Hoe dan ook negeert de huidige ‘seksgolf’ de ware realiteit van dit gebied.

Bijzonder merkwaardig zijn die sprookjes waarin de proefpersoon iets moet doen dat kennelijk onmogelijk of zelfs onzinnig is– en dat ook daadwerkelijk doet. Hij is er echter niet bij met zijn gewone dagelijkse bewustzijn en zelf. Hij slaapt. En terwijl hij slaapt, brengen mysterieuze krachten het schijnbaar onmogelijke tot stand. Bijvoorbeeld een berg afgraven, een vijver droogleggen of zelfs het bouwen van een heel kasteel met alle details in één dag. Bijvoorbeeld ‘De Ware Bruid’ (nr. 186), ‘De Gouden Vogel’ (nr. 57).
De Evangeliën spreken ook over een ‘berg’ die zou rijzen op verzoek van degene die werkelijk vertrouwt. Maar uiteraard ligt deze ‘berg’ niet buiten in het landschap (waarom zouden we hem wegdoen?), maar is het, zoals het sprookje zegt, de ‘berg’ die ons berooft van een helder zicht op de wereld. Dus de berg van ons egoïsme en egocentrisme, die de waarheid over onszelf en onze medemensen verduistert.

Maar wie kan in één dag een vijver droogleggen of een heel kasteel bouwen? Zijn dit misschien die gezonde en vernieuwende levenskrachten die ons elke nacht worden gegeven en die ons lichaam vernieuwen terwijl we in een diepe slaap liggen (niet in staat dit zelf te doen)? Maar er zijn dromen waarin we iets ervaren in een symbolische vorm van deze nachtelijke vernieuwingsprocessen die proberen te compenseren voor wat we overdag door onze chaotische gedachten en passies aan onze fysieke gezondheid verstoren.

Of de sprookjes van Grimm nu echte mysteriewaarheden bevatten of alleen maar morele opvattingen of zelfs maar het vrije spel van de menselijke verbeelding – ze betekenen in ieder geval ‘voedsel‘ voor de kinderzielen. Hebben die niet nog maar pas de zo verschillende werelden via de geboorte verlaten en dringen ze niet slechts heel geleidelijk en moeizaam door tot onze werkelijkheid die wordt gedomineerd door natuur- en scheikunde, technologie en geld.
Maar snel daarna, meestal al vanaf het begin van school, zullen ze wel moeten en zal hun Ik zich volledig onderdompelen in de wereld van computers. Maar ze zijn dit aardse bestaan binnengegaan om de aardse stof te gebruiken en daardoor hun Ik te ontwikkelen! Het is des te belangrijker om ze in de kindertijd te voeden met de rijkdom aan creatieve verbeeldingskracht. In werkelijkheid komt de rijkdom van het mineralen-, planten- en dierenrijk uit dezelfde bronnen waar ook onze echte sprookjes vandaan komen.

Maar de ‘natuur’ zoals die nu is, is een ‘natura naturate’, een (zoals Novalis het noemt) ‘versteende stad’ die al lang verlaten is door de creatieve oerkrachten van de evolutie (de natura naturans). Er wordt alleen nog niet ‘doorgegeven, niet langer op grote schaal getransformeerd en vernieuwd.

Hoe mooi voor de kinderen als ze in het sprookje kunnen ervaren hoe mensen in zwanen of raven veranderen en wegvliegen, maar ook weer in mensen kunnen veranderen. Want in de zielenwereld is nog mogelijk wat in de aardse wereld onmogelijk is.

.

*in Grimm

Sprookjesalle artikelen

Vertelstofalle artikelen

1e klasalle artikelen

VRIJESCHOOL in beeld1e klas                          * sprookjes  (Grimm)

.

3079

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.