VRIJESCHOOL – astronomie

.
Artikelen voor de bovenbouw die hier worden gepubliceerd hebben alle betrekking op de tijd dat de bovenbouw nog veel meer vrijeschoolbovenbouw kon zijn dan nu het geval is. De exameneisen hebben steeds meer inbreuk gemaakt en daardoor afbreuk gedaan aan het leerplan zoals dat jaren werd gehanteerd, steeds vanuit het gezichtspunt: leerstof is opvoedings- en ontwikkelingsstof. In hoeverre dat principe – naast de examentraining – nog leidraad kan zijn bij de inhoud van de geboden lesstof in de verschillende vrijeschoolbovenbouwen weet ik niet. 
De artikelen voor deze klassen zijn wél vanuit dit gezichtspunt geschreven.

.

Willem Beekman, Jonas jrg. 15 nr. 2
.

Kometen reinigen kosmos

Miljarden zijn geinvesteerd om de komeet Halley, een nietige Steenklomp, te onderzoeken. En in augustus is de laatste van vijf ruimtevoertuigen gelanceerd om in maart 1986 de komeet te ontmoeten. Wat is er zo fascinerend aan een vuile sneeuwbal in de ruimte? De natuur- en geesteswetenschap geven beide een antwoord.

Giotto di Bondone schilderde in 1301 een fresco, de aanbidding door de Wijzen uit het oosten, waarop een komeet mét grote vaart bijna het afdakje boven de heilige familie doorboort. Het is een stralende bol met lange staart, ongetwijfeld een afbeelding van de komeet uit 1301 die later Halley is genoemd en die tot op de huidige dag doet vermoeden dat de ster der wijzen een komeet moet zijn geweest. Giotto was een van de eerste en zeer getalenteerde perspectiefschilders, die de aarde en haar ruimteverhoudingen centraal stelde. De ontwakende belangstelling voor de aarde is ook terug te vinden in de opkomst van de moderne natuurwetenschappen in de tijd vlak na Giotto.

Fresco van Giotto di Bondone, 1302, Scrovegni kapel, Padua. Met de komeet en de aankomst van de Drie Koningen.

Maat, getal en gewicht doen langzamerhand hun intrede in het denken van de mens. Het is daarom zo aardig, dat het Europese ruimtevoertuig dat op 2 juli is gelanceerd om 8 maanden later de komeet Halley te begroeten, Giotto is genoemd. Immers, de technische prestatie die nu geleverd wordt is een bergtop in het natuurwetenschappelijke landschap van maat-getal-gewicht dat de Florentijnse schilder voor het eerst kunstzinnig heeft verkend.
De fresco van Giotto is niet de eerste afbeelding van de meest beroemde komeet aller tijden. Op een wandtapijt, zeventig meter linnen bekend als het tapijt van Bayeux, komen we hem ook tegen. Op het wandtapijt is de slag bij Hastings in 1066 en de invasie van Engeland door Willem de Veroveraar afgebeeld. Naast de arme, verliezende koning Harold is een futuristisch-spinachtige komeet geborduurd met de tekst: Isti mirant stella –
‘met bewondering kijken ze naar de ster’.
Bewondering, maar meestal schrik en vrees is het antwoord van de bevolking op de verschijning van welke komeet dan ook. En dat is tot de zeventiende eeuw niet zo vreemd, omdat de bezwerende kracht van Aristoteles’ visie, als zou het om atmosferische verschijnselen gaan, een komeet dus heel dichtbij suggereerde. Pas na verwoede pogingen van de Deense astronoom Tycho Brahé om te bewijzen dat we ver buiten de aarde in de planetaire ruimte kometen moeten zoeken, brak langzaam het inzicht door: kometen beschrijven gigantische ellipsbanen en staan onnoemelijk ver weg. Toch is Aristoteles’ visie niet helemaal verloren omdat in onze eeuw is komen vast te staan dat restanten van kometen, onder de naam vallende sterren, wel degelijk in de atmosfeer hun waterloo vinden.

Monstercampagne

Terug naar Halley. Zachtjes achterover geleund laat ik mij vermaken in de koepel van het Amsterdamse Zeiss-Planetarium. Zojuist bij de ingang stond ik oog in oog met een model op ware grootte van het Europese ruimtevoertuig Giotto. En nu middenin het programma over de komeet van Halley hoor ik een knetterend bombardement van stenen en gruisdeeltjes; ik waan me een ogenblik op 13 maart 1986, 500 kilometer van de kern van Halley en miljoenen kilometers van de aarde en ik vrees dat mijn Giotto het niet lang meer zal maken. Kosten noch moeite zijn gespaard voor dit voertuig dat – als de voorspellingen uitkomen – in enkele seconden verbrijzeld zal zijn. Ook Japan en Rusland sturen elk 2 satellieten en miljoenen zijn uitgetrokken voor een monstercampagne onder de naam International Halley Watch, waaraan duizenden astronomen over de hele wereld, deelnemen. Kometenkoorts is de naam voor een soort ziekte die plotseling uitbreekt als er weer een staartster verschijnt. Vroeger was het paniek, misoogst, zwarte dood, overstroming en oorlog, waarmee de zogenaamde ‘bijgelovig primitieve’ middeleeuwer een komeet verbond, als zou Gods Gesel op de aardse zondaren neerdalen. Tegenwoordig ‘weten-we-wel-beter’. Maar de koorts is er niet minder om, ook al denken we met ons geciviliseerde bewustzijn alles nuchter te kunnen bekijken. Wie geeft er nu zoveel geld en energie weg om een nietige, vieze ijsklomp tot op het bot uit te kleden? Koorts, denk ik.

Angstaanval

Wat we in essentie van kometen weten is in een paar woorden samen te vatten. Edmund Halley (1656-1742) bewees de ellipsvormige banen van kometen en was daarmee de eerste die ontdekte dat een komeet op vaste tijden terugkeert in zijn baan om de zon. Sommige ellipsen zijn klein en blijven vrij dicht bij de aarde, andere zijn zeer langgerekt waardoor het wel 200 jaar kan duren om dezelfde komeet terug te zien. Sommige komen zelfs helemaal niet terug. De door Halley waargenomen en naar hem genoemde staartster kent een ritme van 76 jaar en heeft dus een mensenleven nodig om ons weer met een angstaanval te plagen. In 1948, precies op het moment dat de komeet Halley het verste punt van zijn baan bereikte in de buitengewesten van ons zonnestelsel, komt Jan Hendrik Oort met de schokkende theorie dat een wolk van miljarden kometen ons zonnestelsel omgeeft. Uit die wolk komen regelmatig zendelingen afdalen naar het centrale gesternte – onze zon – om vervolgens voor eeuwig te blijven rondellipsen. Je kunt de ‘Oort-wolk’ als onuitputtelijk reservoir zien waardoor het kometenvolk nooit opraakt, hoewel een individuele komeet na enkele (soms honderden) omwentelingen voorgoed kan verdwijnen.

Pal daarop, in 1951, komt Fred Whipple met de ‘vuile-ijsbergtheorie’, die met een zekere ontluisterende nuchterheid alle fabels tot vlakbij het absolute nulpunt doet verstijven. Een klein, onregelmatig klompje steengruis met ijs en bevroren gifgassen heeft periodiek de eer om vlakbij de zon tot lichten te komen. Door warmte en zonlicht gaat de kop stralen en zwelt op tot een machtige, maar zeer ijle coma, een soort waterstofwolk, nog dunner dan het sterkste vacuüm dat op aarde bereikt wordt. Van de zon afgekeerd zien we dan het eigenlijke handelsmerk van de komeet, een miljoenen kilometers lange staart, die langer wordt hij het naderen tot de zon en krimpt bij het weer verdwijnen in de onmetelijke ruimte.

Materialistische impuls

Ondanks de akelige precisie waarmee de moderne astronoom de baan en de verschijning van een komeet kan berekenen en voorspellen, blijft er altijd een verrassingselement bestaan. Het is nooit met zekerheid te zeggen hoe indrukwekkend het lichtverschijnsel aan ons firmament zal worden en welke lengte en vorm de staart precies heeft. Deze vrijheid is onder de hemellichamen een typisch privilege voor kometen en het is mede daarom dat Rudolf Steiner in de twintiger jaren spreekt over ‘vrijheidshelden’ van het universum en de oproep doet om bij iedere verschijning een vrijheidsgedicht te maken. En dat niet zomaar uit literaire liefhebberij, maar om een wezenlijker reden: een komeet als Halley heeft een reële betekenis voor de mensheid. Zij doet een geweldig beroep op een goed gebruik van onze vrijheid. In die zin een lastige gast die je ertoe aanzet met ernst en wakkerheid de tijdsverschijnselen om je heen te bekijken. Met name de Halley-komeet krijgt van Steiner de karakterisering mee als zou hij een materialistische impuls versterken, vooral in het denken van de mens.

Nu is het niet moeilijk om, terugkijkend in de vorige eeuw en met een zekere afstand, de opkomst van het materialisme in de wetenschap te beschrijven. Met name rond 1910, toen Halley de laatste keer verscheen, waren er vele tekenen die daarop wijzen. En ook nu, in 1985, kun je spreken van een materialistische golf in onze cultuur, waarvan de overweldigende computeropmars wel het sterkste voorbeeld is. De haast dwingend geprogrammeerde invoeringstechnieken en -taktieken laten een hoge mate van vrijheidsberoving zien, waartegenover je wel heel sterk moet staan om niet meegezogen te worden.

Veel moeilijker is het verband te begrijpen tussen deze materialistische denkgolf en de verschijning van komeet Halley. Een gelijktijdig optreden van twee ogenschijnlijk totaal verschillende verschijnselen hoeft nog niet te betekenen dat ze elkaar veroorzaken, dat ze samen uit een gemeenschappelijke oorzaak voortkomen of dat ze innerlijk verwant zijn. Maar het kan wel en aangezien het hier om zaken gaat van een hoge geestelijke orde en eenvoudige natuurwetenschappelijke verklaringen en modellen vooralsnog ontoereikend zijn, ben ik geneigd Steiner als geesteswetenschappelijk onderzoeker voorlopig de autoriteit te verlenen, zijn uitspraken te onderzoeken en mee te kijken naar alle mogelijke fenomenen. Het is ook lange tijd raadselachtig geweest hoe het verband moest worden begrepen tussen het optreden van vlekken op de zon en de verkoop van maaimachines. Het is uiteindelijk verklaard door ritmes in het klimaat en daarmee gepaard gaande ritmes in agrarische productie als tussenschakels te onderzoeken. En dan zitten we nog op een natuurwetenschappelijk-fysiek terrein van onderzoek. De stap naar het geestelijk onderzoeksveld maakt het voor ons moderne stervelingen nog veel moeilijker.

Kruipende vlieg

Treffend is in dit verband de uitspraak die Steiner doet in 1906 als zouden kometen het op aarde levensgevaarlijke gifgas cyaan bevatten, waarmee ze het planetenstelsel een soort kosmische reinigingsbeurt geven, vergelijkbaar met een koortsaanval bij een zieke, een woedeaanval bij een getergde en een on-weersaanval bij een overbeladen atmosfeer. (Overigens is vastgesteld dat bij een woedeaanval het cyaangehalte van ons bloed aanmerkelijk stijgt.) Astronomische metingen aan de Halleykomeet 1910 en andere zwerk-grazers in de jaren daarna gaven een overtuigende bevestiging van Steiners visie. De wegen waarlangs het cyaan ontdekt werd verschilden echter hemelsbreed. De manier waarop de uiterlijke wetenschap zich met kometen bezighoudt is te vergelijken met de bestudering van de Sixtijnse Madonna door een vlieg. Hij ziet, al kruipend over de Madonna, ook kleuren. Rood op de ene plaats en blauw op de andere, maar verder ziet hij niets van de betekenis en het totaalbeeld, de intentie van de schilder en de emotie van de waarnemer.

Wat we dan wél kunnen waarnemen zijn de beroemde wensvervuilers die we vallende sterren noemen en waarvan we noch verwachten dat de wensen uitkomen noch mogen zeggen dat het sterren zijn. In de atmosfeer regenen voortdurend fijne gruisdeeltjes – kiezelsteengroot – uit de kosmos, die door wrijving verbranden als ze met enorme snelheden door het luchtruim suizen. De goed zichtbare lichtende sporen, op slechts korte afstanden van enkele tientallen kilometers, zijn vingerafdrukken van een verdampingsproces, waarbij vooral ijzer en nikkel, maar ook kiezel in fijne dosering de atmosfeer doortrekt. Uiteindelijk regent het fijne ijzerdeeltjes op de bodem, waarbij het om honderden tonnen substantie per jaar gaat. Een soort kosmische voeding voor de aarde.

Op die manier worden de substanties langzamerhand ingebouwd en verteerd in de processen op aarde en kun je zeggen dat we kometen eten, want de gruisdeeltjes zijn overblijfselen van staartsterren die uitgewerkt zijn en hun giftige cyaanreiniging van het planetenstelsel vervangen door een ijzerreiniging van de atmosfeer. Van ver weg naar dichtbij, van planetosfeer naar atmosfeer, van cyaan naar ijzer, verandert het kometenproces en het verbazende daarbij is de aard van de substanties. IJzer is in ons lichaam, in ons bloed een centrale ademstof die de kern vormt van het hemoglobine en relaties legt met de levenwekkende zuurstof. Cyaan daarentegen is een van de meest dodelijke ademgiften, die zich ogenblikkelijk met bloedijzer verbindt en iedere opname van zuurstof blokkeert. Wat een geluk dat het ijzer in de lucht komt en het cyaan in de buitenaardse ruimte blijft! Overigens gaat het – op kosmische schaal – om onnoemelijk kleine hoeveelheden en was de paniek in Chicago 1910 dan ook onterecht: de ramen van vele huizen waren met kranten dichtgeplakt om het gevaarlijke gas buiten de deur te houden.

Onderstaande regels zijn nu niet meer actueel:

Mocht u nieuwsgierig zijn geworden naar deze vreemde indringer in onze huiselijke vrede, dan kunt u hem met enig geluk ook zelf waarnemen in de komende maanden bij goed heldere hemel en niet te veel storend licht van straatlantaarns en volle maan. Hoe mooi en indrukwekkend het gaat worden is niet te voorspellen, maar de verwachtingen zijn weinig hooggespannen, vooral ook omdat de komeet in de lage regionen van de dierenriem zijn grootste helderheid bereikt. Het mooist treffen de Australiërs het, omdat daar de komeet juist hoog verschijnt.
In november staat Halley in Stier en Ram en in december in Vissen en Waterman, maar is in verband met maanlicht niet altijd goed te zien. De eerste twee weken van november en vooral de eerste twee weken van december heeft u de meeste kans van slagen, maar reken erop dat het misschien niet eens met het blote oog zichtbaar is. Een eenvoudige veldkijker zal dan goede diensten bewijzen.
.

Sterrenkunde: alle artikelen

.

2015

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.