Ria Buscop, nadere gegevens ontbreken
.
REKENEN IN DE 2E KLAS
Zo na de week waarin we Driekoningen hebben gevierd en we een taalperiode afsloten die met advent begonnen was, was het mooi tijd om eens flink te gaan rekenen. De tafels! Al in de eerste klas hebben we eindeloos vaak de reeksen gelopen van de tafels 1, 2, 3, 4 en 5. De antwoorden van de tafels 1 t/m 5 kunnen de kinderen wel dromen, zowel heen als terug.
Maar tot nu toe waren ze zich er nog niet van bewust dat we met de tafels bezig waren. In deze nieuwe rekenperiode is die naam voor het eerst gevallen. We gaan de tafels leren!
2 = 1 x 2 1 x 2 = 2 3 = 1 x 3 1 x 3 = 3
4 = 2 x 2 2 x 2 = 4 6 = 2 x 3 2 x 3 = 6
klap stamp stamp klap enz
We begonnen natuurlijk met de tafel van 1 en de antwoorden werden onder elkaar op het bord geschreven. Daarna volgde er iedere dag een nieuwe rij met antwoorden. En al na een paar dagen ontdekten enkele slimmerds dat de tafels niet alleen verticaal, maar ook horizontaal verschenen. Maar er is nog veel meer te ontdekken in zo‘n tafelwereld. Kijkt u zelf maar eens.
Ik vroeg de kinderen 1 x 1, 2 x 2, 3 x 3, 4 x 4 etc. (de kwadraten dus) in te kleuren. Dan de rij naast de kwadraten in een andere kleur. Al heel snel zagen ze dat die aan beide kanten gelijk was:
2, 6, 12, 20, 30, 42, 56, 72, 90
Er was zelfs een hele pientere die zag dat er steeds 2 meer bij kwamen:
Bij de volgende rij ook, maar nu met oneven getallen:
U begrijpt dat dit laatste lang niet door elk kind gezien werd. Maar het leuke van zo‘n tafelveld is, dat er voor elk kind op zijn eigen niveau iets in te ontdekken valt. Bijvoorbeeld ook het volgende:
3 x 4 kun je zo opzoeken, 3 opzij en 4 naar beneden, net zowel als 4 x3 , 4 opzij en 3 naar beneden en je krijgt hetzelfde antwoord. Voor tweede klassers een hele ontdekking!
Het grappige in de klas is dat enkele kinderen pas na een week zelf ontdekken dat er horizontaal ook tafels ontstaan als je ze verticaal opschrijft, de verrassing voor dat kind is net zo groot als voor het kind dat zoiets meteen al door heeft. Opgetogen roept het: ‘Juffie, de tafels komen ook zo!’ en z’n vinger wijst van links naar rechts. De rest roept: ‘Zie je dat nu pas!’ of: ‘Dat wisten we al lang,’ maar het kind straalt van vreugde over zijn ontdekking. Eindeloos variëren kun je om toch steeds weer die reeksen van antwoorden bij de kinderen paraat te krijgen. Behalve het lopen met klappen, stampen, grond-aantikken, in de lucht springen etc. hebben we veel met de bal gespeeld. We maakten een grote kring met z‘n allen, waarbij iedereen een nummer kreeg. De bal werd gegooid naar degene die het juiste antwoord als nummer had. Bij de tafel van 1 kreeg iedereen dus een beurt. Bij de tafel van 2 om en om. We deden de antwoorden van alle tafels van 1 t/m 10. Wat ze dan al niet ontdekken!
Nr. 7, 13, 17, 19 en 23 beginnen te klagen dat ze nooit eens aan de beurt komen. De priemgetallen! Het woord wordt niet genoemd, maar de beleving is er, daar kun je in een hogere klas op terugkomen.
Als je dergelijke oefeningen iedere dag een keer doet in zo‘n rekenperiode, zorgen sommige kinderen bij het aftellen, dat ze op plaatsje 12 of 24 komen te staan, dan kom je lekker vaak aan de beurt. Zonder veel te spreken daarover voelen alle kinderen aan dat dit speciale getallen zijn. Een ander kringspel was het volgende:
De kring mocht nu maar uit 10 kinderen bestaan en we telden gewoon door na. de 10, dus nr. 1 was ook nr. 11 en 21. Net zo ver als nodig was om de tafel helemaal van het begin tot het eind te kunnen gooien. Steeds weer nieuwe verrassingen. Bij de tafel van 1 sla je niemand over; bij de tafel van 2 sla je 1 kind over; bij die van 3 2 kinderen enz.
Snapt u wat een lol het is als je voor de eerste keer de tafel van 5 doet in zo!n kring van10 kinderen. Natuurlijk kun je zeggen, dat bij de tafel van 5 de antwoorden altijd op een 0 of een 5 eindigen, maar veel leuker is het om als juf niets te verklappen en de kinderen zo‘n balspel te
laten doen. Wat een pret voor die twee die op plaatsje 5 en 10 staan.
De volgende dag als je dit weer doet wil iedereen 5 of 10 zijn. En wat dacht u van de tafel van 10?
Nog een leuk spel met de tafel van 2.
Op het ritme van 2 = 1 x 2 1 x 2 = 2 klappen steeds 2 kinderen op het antwoord 2 de handen tegen elkaar en bij 1 in de eigen handen en bij 2 weer tegen elkaar. Bij 4 is dat dus als volgt:
4 kinderen klappen de handen 2 aan 2 tegen elkaar dus:
4 = 2 x 2 2 x 2 = 4
klap tegen klap in de klap in de klap tegen
elkaar eigenhand eigenhand elkaar
De rij zwelt aan tot 20. Gaan we weer terug dan reduceert die lange rij weer 2 aan 2 tot niets. Zo wordt een tafel net zo‘n leuk klapspel als bijvoorbeeld ‘Papegaaitje leef je nog’.
Een gezellige, vrolijke rekenperiode was dat in de tweede klas.
.
2e klas rekenen: alle artikelen
rekenen: alle artikelen
2e klas: alle artikelen
Vrijeschool in beeld: 2e klas
.
554-508
.