VRIJESCHOOL – Rudolf Steiner over het Ik – GA 52

.

Uit de voordrachten GA 34  GA 52  GA 53  GA 54  GA 55  GA 56  GA 57  GA 58  GA 59  nam ik de uitspraken van Rudolf Steiner over het fysieke lichaam. .

Omdat Steiner bij zijn uitleg van de dingen vaak ‘het ene op het andere betrekt’, in ‘tegenstellingen’ de verschillen probeert duidelijk te maken waardoor het ‘wezenlijke’ eruit springt, voegde ik de uitspraken uit GA 34GA 52GA 53GA 54GA 55GA 56GA 57GA 58; GA 59  over het fysieke lichaam samen met die over etherlijf.

En ook voor het astraallijf: GA 34GA 52GA 53GA 54GA 55; GA 56GA 57GA 58GA 59

In het onderstaande artikel gebeurt dit nu voor het Ik GA 52

Voordracht 12, Berlijn 7 maart 1904                                        

Theosophie und Somnambulismus

Blz. 257

Innerhalb dieser Körper, die ich Ihnen erwähnt habe, innerhalb des physischen, des Ätherdoppelkörpers und des Astralkörpers, befindet sich erst unser eigentliches Ich; das, was wir unser Selbst nennen, in dem wir uns bewußt werden, in dem wir sagen: wir sind es. Dieses Ich bedient sich der übrigen Glieder der menschlichen Wesenheit, die ich erwähnt habe, als seiner Werkzeuge.

Binnen deze drie lichamen die ik heb genoemd, binnen het fysieke lichaam, het ether(dubbel)lichaam en het astraallichaam bevindt zich ons eigenlijke Ik, dat wat we ons ‘zelf’ (Selbst) noemen, waarbinnen we ons bewust worden, waarbinnen we zeggen: wij zijn het. Dit Ik gebruikt de andere wezensdelen als zijn ‘instrumenten’.
GA 52/257
Niet vertaald.

Blz. 259

Nun, im gewöhnlichen Leben ist es unser Ich, unser helles, waches Tagesbewußtsein, welches von sich aus, gleichsam von innen der Außenwelt das entgegenstellt, was wir brauchen, um die Eindrücke herauszuheben und zu unseren Bewußtseinseindrücken zu machen. Denken Sie sich nun einmal dieses Bewußtsein ausgelöscht. Was ist dann noch in Tätigkeit? Dann ist noch in Tätigkeit der physische Körper, der Ätherdoppelkörper und der Astralleib. Dieser Astralleib kann nun zwar immer dasjenige, was er von außen empfängt, in Bilder umwandeln, nur wird es nicht in Vorstellungen umgewandelt, nur wird es nicht in das bewußte helle Tagesbewußtsein aufgenommen.

In het dagelijks leven is ons Ik, ons heldere, wakkere dagbewustzijn dat van zich uit, a.h.w. van binnenuit zich tegenover de buitenwereld plaatst, dat wat we nodig hebben om de indrukken eruit op te nemen en tot onze bewustzijnsindrukken te maken. Stel je eens voor dat het bewustzijn weg is. Wat is er dan nog actief? Dan werkt het fysieke lichaam nog en ook het ether- en astraallijf. Dit astraallijf kan nog steeds in beelden omzetten wat het vanuit de buitenwereld ontvangt, maar het wordt echter niet omgezet in voorstellingen, en het wordt niet opgenomen in het bewuste heldere dagbewustzijn.
GA 52/259
Niet vertaald.

Omdat Steiner in deze voordracht een bepaald ziektebeeld beschrijft waarbij het om ‘verwrongen’ beelden gaat, wordt uit de context duidelijk, dat dit gebeurt omdat het Ik niet goed aanwezig is. De beelden komen a.h.w. gezond binnen als het Ik bij het hele proces aanwezig is.      

Antroposofie: een inspiratie: over het Ik

Algemene menskunde: voordracht 1 – over het Ik

Algemene menskunde: voordracht 1 – alle artikelen

Algemene menskundealle artikelen

Rudolf Steineralle artikelen op deze blog

Menskunde en pedagogiealle artikelen .

2860

 

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.