Tagarchief: 7e klas sterrenkunde

VRIJESCHOOL – 7e klas – Sterrenkunde (1-1/15)

.

WATERSLANG, BEKER, RAAF
HYDRA

Phoibos-Apollo wilde eens voor de godenvader Zeus een feest geven. Toen riep hij de raaf, zijn boodschapper, en zei tegen hem: ‘Vlieg, mijn vogel, naar de aarde en haal voor mij het heldere water uit een levende bron, zodat de offerfeesten kunnen beginnen!’ 
De raaf nam meteen de gouden kelk of beker in zijn klauwen en droeg deze door de lucht. Totdat hij op aarde kwam, moest hij zich door een grote ruimte voorthaasten. Het eerste wat hij op aarde ontdekte, was een vijgenboom met een dicht bladerdak. Omdat hij op zijn lange vlucht niets te eten had gevonden, had hij honger en hij kreeg zin om de vijgen te proeven. Hij streek op de boom neer en hakte op de vruchten in, maar die waren nog hard omdat ze nog verder moesten rijpen eer ze geplukt konden worden. Zijn trek in de vijgen was zo groot, dat de raaf zijn opdracht vergat, onder de boom ging zitten wachten tot de vijgen rijp waren.
Pas toen ze dat waren en de raaf zich ermee vol gegeten had, dacht hij weer aan zijn opdracht die hij van zijn meester had gekregen. Hij kreeg een slecht geweten en zocht naar een verontschuldiging voor zijn lange wegblijven. Met zijn zwarte  klauwen greep hij een lange slang en keerde daarmee naar Phoibos-Apollo terug. Hij vertelde hem wat hij als uitvlucht had bedacht: ‘O, heer, toen ik op de aarde aankwam om voor u het water uit de levende bron te halen, belette deze slang mij dat. Zij maakte het mij heel lastig en heeft me er niet bij laten komen. En nu breng ik haar mee, zodat u de reden kan zien van mijn verzuim en haar kan straffen.’

De alwetende god echter, wist hoe alles in zijn werk was gegaan en keek dwars door de leugen van de raaf heen. Hij gaf hem ten antwoord: ‘Bij de schuld die je door je nalatigheid op je genomen hebt, voeg je daar nu ook nog eens een leugen bij. Want je hebt geprobeerd mij met woorden te misleiden. Ik weet hoe alles in waarheid verlopen is en hoe je onder de vijgenboom hebt zitten wachten, tot de vijgen rijp waren. Als straf zal je voortaan in geen enkele bron je dorst kunnen lessen zolang de vijgen aan de bomen hangen!’

Toen Phoibos-Apollo deze woorden gesproken had, zette hij als waarschuwing de beelden van de raaf, de slang en de gouden beker aan de hemel, waar ze vandaag nog staan.

Deze legende waarin alle drie de sterrenbeelden voorkomen, is ongeveer 2000 jaar oud. Van nog eerder is de legende van de strijd van Heracles met de Hydra van Lerna die in het sterrenbeeld Hydra gezien werd. 
Lerna was in die tijd van de Oude Grieken een heilig en vruchtbaar gebied in de buurt van Argos in Griekenland. Niet ver daarvandaan lag een moeras waarin een monster huisde dat in de hele omgeving onzekerheid bracht. 
Dat was de Hydra, een reusachtige waterslang die van tijd tot tijd uit haar schuilhol kwam en de velden verwoestte en dieren en mensen met haar giftige adem doodde. Want ze had negen koppen en daaruit kon ze zo’n giftige ademstroom spuien dat alle leven in haar omgeving daardoor stierf. 
Enkele mensen wisten te vertellen dat de Hydra onsterfelijk was. Dat was maar voor een deel waar: acht koppen waren wél sterfelijk, maar de negende, in het midden, die was onsterfelijk.

Koning Eurystheus had nog niemand gevonden die de uitzichtloze strijd met de Hydra op zich wilde nemen. Toen de grote held Heracles door het orakel van Delphi verplicht werd voor hem tien werken te verrichten, gaf hij hem als tweede opdracht de Hydra van Lerna te doden. Heracles was daar niet bang voor, hij had  eerder zomaar de leeuw van Nemea overwonnen (sterrenbeeld Leeuw). Hij sloeg het beschermende vel van de leeuw over zijn schouders, stapte in zijn strijdwagen en reed met zijn neef Iolaos naar de moerassen van Lerna. 

Athena die de held van kinds af aan welgezind was, toonde hem de schuilplaats van de Hydra die zich in haar grot onder een plataan bij de bron van de rivier Amymone teruggetrokken had. 
Eerst wist Heracles niet hoe hij de Hydra uit haar grot zou kunnen lokken. Athena fluisterde hem in het met brandende pijlen te proberen. Hij deed het en al gauw kwam het ondier sissend van woede tevoorschijn gekropen en spuwde haar giftige adem naar de held om hem te doden. Heracles echter, hield zijn adem in en ging onverschrokken op de slang af. Die wond zich om zijn benen, zodat hij zou vallen, maar de held bleef standvastig en sloeg eerst met zijn knuppel en dan met zijn zwaard op haar in. Maar zo gauw hij een van de koppen afgeslagen had, groeiden er in plaats van één, twee of meer nieuwe uit de bloedende wond aan.
Heracles zag wel in dat hij alleen de Hydra niet kon bedwingen en hij riep zijn neef Iolaos te hulp. Voor deze kwam, stak hij een deel van het woud in brand en bracht brandende takken mee waarmee hij de wonden van de Hydra uitbrandde, voordat er weer nieuwe koppen konden aangroeien. 
Uiteindelijk bleef alleen de onsterfelijke kop over die voor een deel uit puur goud bestond. Toen nam Heracles zijn gouden dolk en sneed daar de kop mee af. Op de grond siste die nog verder, ook nog toen Heracles deze aan de kant van de weg onder een groot rotsblok had begraven.

Zo                                                                    z                                                       zw
mrt.   1  24°°u                                     apr.   1  23°°u*                             mei   1  21°°u*
         15  23°°u                                               15  22°°u*                                  15  20°°u*
*zomertijd

In maart stijgen deze drie sterrenbeelden aan de avondhemel in het zuidoosten. In april vinden we ze in het zuiden hoog boven de horizon (deze afb.) waar ze een onverwachte brede ruimte innemen en in mei dalen ze naar het zuidwesten weer.

De namen van de sterren

Alfard (Arabisch) = die eenzaam staat
Algorab (Arabisch) = afgeleid van ‘vleugel van de raaf
Alkes (Arabisch) = afgeleid van ‘de kelk’
Hydra (Latein) = waterslang

Meer feiten

Sterrenkundealle artikelen

7e klasalle artikelen

.

2656-2487

.

.

.

.

VRIJESCHOOL – 7e klas – Sterrenkunde (1-1/14)

.

HERCULES

Het sterrenbeeld van Hercules valt wat de andere sterrenbeelden betreft, op doordat onze zon met de aarde en de andere planeten met een onvoorstelbare snelheid ernaar toe bewegen. Het heeft geen erg heldere sterren en toch was het voor de Oude Grieken een beeld waar ze bijzondere aandacht aan schonken. Ze gaven het slechts de naam Engonasin, dat betekent: hij die door zijn knieën gebogen zit. In het beeld van de knielende man dat door de stand van de sterren ontstaat, zagen ze een hele reeks van hun beroemde helden, maar vooral hun grootste held Herakles, die de Romeinen Hercules noemen.
Herakles betekent ‘beroemde Hera’, want door Hera werd deze held beroemd. Hoe dat gebeurde, verhalen ons talrijke antieke schrijvers.

Zeus wilde een geweldige held verwekken die voor hem op aarde tegen het kwaad zou strijden. Hij had daarvoor Alkmene gekozen, de dochter  van de hoge koning van Mykene uit het geslacht van Perseus, die hij in de gedaante van haar echtgenoot Amphitryon tijdens diens afwezigheid bezocht. Tegen de andere goden beroemde hij zich erop dat hij een zoon zou krijgen, die over heel Mykene zou regeren.
Hera, zijn echtgenote, was jaloers op de sterfelijke rivale. Ze liet Zeus zweren dat heerser over Mykene zou worden die als eerst volgende uit het Perseusgeslacht geboren zou worden. Daarna vertraagde ze de geboorte van het kind van Alkmene en liet Eurystheus, een neef van Perseus, voortijdig als zevenmaands kindje vóór hem ter wereld komen. Daardoor was hij voorbestemd de heerser te worden.
Toen het kind van Alkmene, de latere Herakles, geboren werd, stuurde Hera twee slangen die het in de zijn wieg moesten doden. Maar de kleine Herakles greep ze en wurgde ze. Als knaap werd hij voor zijn opvoeding bij de wijze Chiron gebracht (→ sterrenbeeld Kentaur). In de tijd liet Zeus hem door Hermes weghalen en heimelijk aan de borst van de slapende Hera leggen, zodat hij door haar goddelijke melk de onsterfelijkheid deelachtig zou worden. De kleine Herakles zoog echter zo krachtig dat Hera wakker werd en hem verstootte. Daarbij spoot er zoveel goddelijke melk weg dat daardoor de Melkweg ontstond, zoals sommigen aannemen. Een paar druppels vielen op aarde en daar groeiden toen lelies.
Als knaap was Herakles heel sterk. Om de oorlogskunst meester te worden werd hij door de bekwaamste helden van Griekenland opgeleid die hij al snel in kracht en moed overvleugelde. Alleen aan het uiterlijk al kon je zien dat hij een zoon van Zeus was, want hij was reusachtig groot, zo sterk als een beer en zijn ogen fonkelden alsof er vuurstralen uit zouden kunnen komen. Zijn pijlen of wat hij wegslingerde, misten nooit doel. Hij nam ook deel aan de tocht van de Argonauten naar Colchis (→ sterrenbeeld Schip Argo).

Zijn bovenmenselijke kracht kwam echter pas aan het licht, toen hij door een orakelspreuk gedwongen werd, koning Eurystheus die door Hera in zijn plaats de heerser van Mykene was geworden, te dienen en tien werken te verrichten die door Eurystheus bepaald werden. Daarna zou hij de onsterfelijkheid verkrijgen.
Deze tien daden die hem al tijdens zijn leven beroemd maakten, waren:

1. Hij wurgde de Nemeïsche leeuw (→ sterrenbeeld Leeuw)
2.Hij versloeg de Hydra (→ sterrenbeeld Hydra)
3.Hij versloeg de Erymantische ever, een wild dier dat vanaf het gebergte Erymanthos zijn euveldaden verrichtte
4. Hij bracht het Kerynitische hert, een heilig dier van Artemis met een gouden gewei, levend naar koning Eurystheus
5. Hij schoot met zijn pijlen de Stymfalische vogels neer die in het moeras van Stymphalos nestelden en waarvan de veren werden gebruikt om mee te gooien
6.Hij reinigde de tal van Augias in één dag door er een waterstroom doorheen te leiden die alle mest wegspoelde
7. Hij bracht de dtier van Kreta en
8. de Thrakische paarden, eigendom van de Traciër Diomedes en die mensenvlees aten, naar Mykene
9. Hij roofde van de Amazone-koningin Hippolyte haar kostbare gordel, een geschenk van de oorlogsgod en bracht dit naar koning Eurystheus
10. Hij haalde runderen van van Geryones, een reus met drie koppen.

Deze tien werken verrichtte Herakles in 8 jaar en 1 maand. Koning Eurystheus, echter, liet het tweede en zesde werk niet gelden, want dat was tot stand gekomen met de hulp van iemand anders en daarom werden hem nog 2 werken opgedragen:

11.Hij haalde de hellehond Kerberos, de zoon van Typhon uit de onderwereld en leidde hem tot onder de ogen van de koning
12. Hij haalde de gouden appelen van de Hesperiden (→ sterrenbeeld Draak)

Het sterrenbeeld laat Herakles zien nadat hij het 12e werk heeft verricht. In zijn linkerhand houdt hij de appels van de Hesperiden, in de rechter een knuppel en als overwinnaar zet hij zijn rechter voet op de kop van de draak. Hij knielt met zijn rechter been, wat laat zien dat het helemaal gedaan is of ook zijn respect voor dit onsterfelijke wezen en draagt het onkwetsbare vel van de Nemeïsche leeuw waarvan hij de kop als een beschermende helm op zijn hoofd draagt.

           w                                                           nw                                                        n
Sept.  1    1°°u*                                         okt.     1     22°°u                          nov.  1  20°°u
15   24°°u*                                                 15    21°°u                                  15  19°°u
*zomertijd

Het sterrenbeeld Hercules hoort niet meer bij de circumpolaire sterren, maar draait wel als deze om de noordelijke hemelpool. In september vinden we het hoger in het westen en noordwesten (deze kaart) en in november dicht bij de horizon en wel  aan de avondhemel om 21°°u, in de zomertijd om 22°°u.

De namen van de sterren betekenen:

Ras Algethi (Arabisch) = afgeleid van ra’s al-gati = hoofd van de geknielde
Rutilicus (Latijn) = de roodachtige

Meer feiten

Sterrenkundealle artikelen

7e klasalle artikelen

.

2651-2482

.

.

.

.

VRIJESCHOOL – 7e klas – Sterrenkunde (1-1/29)

.

schorpioen

De schorpioen, die in de natuur maar een paar centimeter groot wordt (al bestaan er exemplaren tot 20 cm) staat reusachtig groot aan de sterrenhemel. Vooral in zuidelijke landen waar hij in zijn totaliteit te zien is, maakt hij op de sterren kijkende mens een grote indruk. 

In de tijd van Ptolemaeus, dus zo’n 2000 jaar geleden, verscheen hij aan de mens in een nog grotere gestalte, omdat de sterren van het huidige sterrenbeeld Weegschaal bij zijn scharen hoorden, zodat hij dit sterrenbeeld mede in zich opnam.
De Oude Grieken brachten de hemelschorpioen in verband met hun grote jager Orion die ook als sterrenbeeld aan de hemel staat. 
Volgens een van de legenden om Orion geweven, zou het deze schorpioen geweest zijn die door de godin van de jacht, Artemis, de held deed vallen, toen hij haar te opdringerig werd.

In een andere legende wordt dat weer anders verhaald. 
Eens was Orion op het eiland Kreta op jacht met Artemis. Het kan echter ook een ander eiland zijn geweest, want op dit punt spreken de oude geschriften elkaar tegen. Bij deze jacht had Orion veel geluk, maar werd daardoor overmoedig en begon op te scheppen door te zeggen dat hij elke wild dier kon neerschieten. 
Zo’n hoogmoed moest worden bestraft en Gaia, de godin van de aarde, liet toen uit de diepte der aarde een schorpioen komen die Orion in zijn hiel stak. Door deze steek stierf hij en de dieren konden weer blij zijn met hun leven.

Wie met aandacht naar het sterrenbeeld kijkt, ontdekt iets zeer interessants: Orion is slechts zo lang aan de hemel te zien, als de schorpioen nog onder de horizon blijft. Komt deze in het zuidoosten op, dan gaat tegelijkertijd Orion in het westen onder en verdwijnt zogezegd. Het ziet er dus zo uit of Orion bang is van de schorpioen en voor hem op de vlucht slaat. Misschien was dit wel het begin van deze legende.

In een andere legende is het de zonnezoon Phaethon die bedreigd wordt door de hemelschorpioen. Op een dag had hij zijn vader, de zonnegod Helios smekend gevraagd of hij niet een dag lang de zonnewagen zou mogen mennen. Maar toen hij de immense ruimte in de hemel voor zich zag, verloor hij de moed. Want nu zag hij al die reusachtige gestalten en de dieren die wij als sterrenbeelden kennen, vlak voor zich en daarvan schrok hij zo vreselijk. Vooral de reusachtige schorpioen met zijn twee grote scharen die vanuit de diepte opdook, boezemde hem angst in. Toen de schorpioen ook nog zijn geweldige staart op hem richtte en hem met zijn stekel dreigde waarvan een zwartachtig gif droop, werd hij doodsbang. In zijn angst liet Phaeton de teugels los en de paarden die dat merkten gingen er met de zonnewagen vandoor. Wat voor droevig einde dit verhaal neemt, staat bij bij het sterrenbeeld van de Stroom Eridanus

Wie het sterrenbeeld Schorpioen niet apart bekijkt, maar samen met dat van de Slangendrager, zal zien dat deze met zijn linkervoet op het koppantser van de schorpioen staat. Met zijn voet onderwerpt hij hem als het ware. Dat is zeker geen toeval, maar door de Grieken bewust zo gedaan. Misschien wilden ze ermee uitdrukken dat de slangendrager, de god van het genezen, de kracht van de dood moet beheersen. 

Het sterrenbeeld van de Schorpioen bevat echter niet alleen het aspect van de dood, maar ook dat van de opstanding. Want de Schorpioen behoort bij de vier belangrijke kenmerken van de dierenriem:

Een oude wijsheid zag op de plaats van de Schorpioen bovenzintuiglijk een vliegende adelaar, zoals wij dat kennen uit Ezechiël (Oude Testament) en uit de Openbaring van Johannes (Nieuwe Testament). Volgens deze overleveringen werden ook de vier Evangelisten hun symbolen gegeven, die wij op veel oude beelden zien en in oude kerken vinden.

Mattheüs – mens
Marcus – leeuw
Lucas – stier
Johannes- adelaar

De verandering van de schorpioen in de adelaar kan voor ons een zinnebeeld zijn van dat wij de op aarde werkende doodskrachten in bewustzijnskrachten om moeten werken om – zoals Johannes – op adelaarsvleugels van de geest op te kunnen stijgen. Een hulp daarbij is bij het zien van de Schorpioen aan de hemel, het beeld van de vliegende adelaar erbij te denken.

Zo                                                                     z                                                         zw
juni   1     1°°u*                                        juli    1    23°°u*                      aug.  1  21°°u*
15  24°°u*                                                15    22°°u*                              15 20°°u*

Het sterrenbeeld Schorpioen hoort bij de dierenriemtekens die bij ons en verder naar het noorden maar gedeeltelijk zichtbaar zijn. In juni komt het in het zuidoosten op, bereikt in juli aan de zuidelijke hemel zijn hoogste punt (zie boven) en daalt in augustus naar het zuidwesten weer langzaam onder de horizon, dit bekeken om 22u, zomertijd.

De namen van de sterren betekenen:

Acrab (Arabisch) = schorpioen (ontleend aan aqrab)
Antares (Grieks) = opponent van Ares (Mars)
Sabik (Arabisch) = voorafgaand (van sabiq)
Shaula (Arabisch) = de stekel aan het eind van de staart (afgeleid van aš -šawla) 

.

Meer feiten

Sterrenkundealle artikelen

7e klasalle artikelen

.

2647-2478

.

.

.

.

VRIJESCHOOL – 7e klas – Sterrenkunde (1-1/13)

.

VOERMAN

Deze voerman is eigenlijk iemand die de teugels in handen heeft, zoals uit zijn andere naam Heniochus blijkt of een wagenmenner, want de Grieken hebben verschillende van hun beroemde wagenmenners in dit sterrenbeeld gezien. Volgens de mythologie was Erichthonios de eerste.
Erichthonios was een zoon van de aarde en de god van de smeden en kunstenaars, Hephaistos die een hevige liefde voor Athena had opgevat. Athena, die eigenlijk zijn moeder had moeten worden, nam het ventje bij zich op en gaf het ter verzorging aan de oudste dochter van koning Kekrops van Athene. 
Later nam Athena zelf de opvoeding van hem ter hand en leerde hem wilde paarden te vangen, te temmen en voor de wagen te spannen. 
Toen Erichthonios dan koning van Athene werd, vond hij het vierspan uit waarvoor Zeus hem na zijn dood in het sterrenbeeld van de Voerman voor eeuwig zijn standbeeld gaf. 

Volgens een andere legende heeft Hermes een andere wagenmenner, zijn zoon Myrtilos, in dit sterrenbeeld vereeuwigd. Hij was de wagenmenner van koning Oinomaos die over Pisa en Elis regeerde. De koning bezat een knappe dochter met de naam Hippodameia en al vele edele jongelingen dongen om haar hand. Haar vader, die het huwelijk zolang mogelijk voor zich uit wilde schuiven, stelde als voorwaarde dat alleen degene haar tot vrouw zou krijgen die hem bij het wagenwedrennen  zou verslaan. Hij had van zijn vader Ares twee door de wind verwekte paarden gekregen die nog sneller waren dan de noordenwind en als de beste paarden van Griekenland beschouwd werden. Bovendien liet hij voor deze wedren een bijzonder snelle wagen bouwen. En voor hem was het dus niet moeilijk om de aanbidders van zijn dochter een half uur voorsprong te geven op de lange renweg, terwijl hij dan op de Olympus een ram offerde op het altaar van Zeus.
De koning stond erop dat Hippodameia steeds met haar aanbidder mee moest rijden om zo zijn aandacht van het span paarden af te leiden. De afspraak was: als de koning hem zou inhalen, was het met zijn leven gedaan. Zou hij echter als eerste bij de eindstreep aankomen, dan werd Hippodameia zijn gemalin.
Tot nog toe was het geen aanbidder gelukt de tweekamp te winnen. Met zijn snelle wagen die Myrtilos bestuurde, kon de koning ze allemaal inhalen en hij doorboorde ze van achteren met zijn speer. 
Twaalf edele prinsen hadden op deze manier het leven gelaten, toen een nieuwe aanbidder aangekondigd werd. Het was Pelops, een jonge koning, die het rijk van zijn vader Tantalos aan de kust van de Zwarte Zee geërfd had. Hij hoopte  Hippodameia als zijn echtgenote mee naar huis te kunnen nemen, want de god van de zee, Poseidon, had hem een wagen met gouden vleugels geschonken en daarbij een span gevleugelde paarden.
Hippodameia werd meteen verliefd op de jonge, knappe Pelops toen zij hem voor de eerste keer zag en ze vreesde dat hij het noodlot dat zijn voorgangers had getroffen, ook zou moeten ondergaan. Zij moest op een of andere manier proberen te verhinderen dat de wagen van haar vader sneller zou zijn. Dat kon alleen met hulp van zijn wagenmenner Myrtilos gebeuren en zij beloofde dan ook hem rijkelijk te belonen, wanneer hij de snelheid zou kunnen vertragen. Toen verwijderde Myrtilos die de koningsdochter heimelijk liefhad, de pin uit de as van het wiel van de wagen van zijn heer en zette er een voor in de plaats van harde was en die zou bij het warm worden, smelten. En dat gebeurde ook, midden in de wedren, juist op het ogenblik dat Oinomaos Pelops ingehaald had en hem met zijn speer wilde doorboren. Het wiel vloog eraf, de koning viel, raakte verward in de teugels en werd door zijn paarden dodelijk meegesleept. Dat was zijn straf voor de dood van de onschuldige jongemannen, zoals de goden op de Olympus hadden besloten om een einde te maken aan de moorden. Myrtilos werd echter door Pelops slecht beloond. Hij zag hem als rivaal en uit angst duwde hij hem van een hoge klip de zee in. Toen plaatste zijn vader Hermes hem in het beeld van de voerman tussen de sterren. 

Een derde wagenmenner die de Grieken in het sterrenbeeld van de voerman zagen, was Phaethon die de zonnewagen van zijn vader Helios bestuurde. Zijn legende staat bij ‘Eridanus

De belangrijkste ster van de Voerman is de schitterende Capella, ‘de kleine geit’ Het is de geit die Zeus als kind op het eiland Kreta met haar melk voedde (→ Kleine Beer). Zij zou door de zonnegod Helios zelf in het leven zijn geroepen en was geen gewone geit, maar een nimf als geit. Ze kon de kleine Zeus haar melk geven omdat ze net een bokkentweeling het leven geschonken had, de mooiste die er op Kreta waren en zo bracht zij ze alle drie groot.
Op een dag brak er bij de geit door een boom een hoorn af.  Die pakte een nimf, zij vulde die tot aan de rand met vruchten, legde er een krans van geurende kruiden omheen en bracht deze aan Zeus. Later dronk hij daaruit. Die had de wonderbaarlijke eigenschap dat ieder die eruit dronk, zo voldaan raakte dat hij honger noch dorst voelde. Als wonderhoorn of als gevulde hoorn wordt deze tot op heden gezien als het symbool van de eeuwig stromende vruchtbaarheid en van de overvloed. 
Als dankbaarheid voor haar hulp zette Zeus, zodra hij daartoe de macht had, de geit en de twee bokjes als sterren aan de hemel.

Waarom de voerman die dan draagt, zoals Arat al in de 3e eeuw v Chr. verhaalt, heeft tot nog toe niemand gevonden. 

Zw                                                                  w                                                   nw
febr.  1   24°°u                                       mrt.  1   22°°u                          apr.  1  21°°u*
15  23°°u                                               15   21°°u                                  15 20°°u*
*zomertijd

In maart vinden we aan de avondhemel het sterrenbeeld Voerman hoog in het zuiden. (hierboven). In april daalt het naar het noordwesten toe en in mei staat het dan in het noordwesten dichtbij de horizon. De vijf heldere sterren van de Voerman vormen een opvallende driehoek. De ster bij de rechtervoet van de Voerman is tegelijkertijd de punt van een hoorn van de Stier die zo makkelijk is te vinden.

De namen van de sterren betekenen:

Capella (Latijn) = kleine geit
Menkalinan (Arabisch) = verhaspeld uit ; schouder van de voerman

.

Meer feiten

Sterrenkundealle artikelen

7e klasalle artikelen

.

2641-2473

.

.

.

VRIJESCHOOL – 7e klas – sterrenkunde (1-1/28)

.

WEEGSCHAAL

In de tijd van de Oude Grieken hoorden de sterren die tegenwoordig bij het sterrenbeeld Weegschaal horen, nog bij het sterrenbeeld van de Schorpioen en vormden daarvan de scharen. Daarom bestaan er geen Griekse legenden over deze hemelweegschaal.
We komen een beetje dichter bij het geheim van de hemelweegschaal, wanneer we naar oude sterrenkaarten uit de eerste eeuwen van de christelijke jaartelling ontdekken, dat toentertijd het sterrenbeeld niet alleen een weegschaal was, maar dat deze weegschaal door een gevleugeld engelwezen of door een jongeling, de weegschaalman’ vastgehouden werd. 

Vermoedelijk vinden dergelijke afbeeldingen hun oorsprong nog verder terug tot in de Egyptische tijd waarin de hemelweegschaal in samenhang met de zon en met een godheid werd beschouwd. In de zgn. ‘dodenboeken’ die de Oude Egyptenaren hun gestorvenen meegaven, wordt met beelden en woorden verhelderd welke betekenis de weegschaal had.
Het was de weegschaal van de gerechtigheid, een grote kosmische weegschaal die het evenwicht tussen het leven nu en het hiernamaals, tussen de zichtbare en de onzichtbare wereld vertegenwoordigde.
Wanneer een gestorvene van de zichtbare naar de onzichtbare wereld overging, werd hij voor de god Anubis gebracht, de hemelse rechtspraak. Zijn hart kwam – beeldend – op de linker schaal van de onpartijdige weegschaal van de gerechtigheid te liggen, op de rechter schaal lag een veer, het teken van de Maät, de godin van waarheid en rechtvaardigheid. Dan woog Anubis het hart van de overledene, zoals te zien is op een afbeelding uit de tijd rond 1300 voor Chr,

Alleen als het hart van de gestorvene het onderzoek kon doorstaan, kwam hij in de ruimte van de waarheid en de gerechtigheid en daar begon voor hem een hogere vorm van bestaan.

In de middeleeuwen ontstonden beelden waarop de aartsengel Michaël de weegschaal in de hand houdt en daarmee de zielen van de mensen weegt. Deze tekening ios een versimpeling van een schilderijbeeld van Rogier van der Weyden (1399 – 1464)

In een Hebreeuwse legende ‘De wereldweegschaal’ staat ‘En ik zag hoe de vorst van de engelen Michaël, een geweldige weegschaal vasthield, zo diep, wel van de hemel tot de aarde en zo breed, wel van het noorden naar het zuiden. En ik zei: ‘Heer, wat houdt de aartsengel Michaël daar vast?’ En hij zei tot mij: ‘In deze schaal komen alle deugden en goede werken van de rechtvaardige mensen te liggen, die dan bij de hemelse god gebracht worden.’

Of het engelwezen dat op de oude sterrenkaarten de weegschaal vasthoudt, de aartsengel Michaël is? 
Het beeld kan ons wel helpen vertrouwd te raken met het sterrenbeeld van de Weegschaal.

Zo                                                                    z                                                        zw
mei   1   1°°u*                                          juni   1. 23°°u*                              juli  1  21°°u*
15  24°°u*                                                 15 22°°u*                                  15  20 °°u*
*zomertijd

Namen van de sterren

Kiffa Australis (Arabisch/Latijn) = zuidelijke weegschaal
Kiffa Borealis (Arabisch/Latijn) = noordelijke weegschaal

Meer feiten

Sterrenkundealle artikelen

7e klasalle artikelen

.

2621-2455

.

.

.

.

VRIJESCHOOL – 7e klas – Sterrenkunde (1-1/11)

.

(POOL)DRAAK

Dit sterrenbeeld dat we de draak noemen, kent de mens al sinds onheugelijke tijden. De sterren die erbij horen slingeren op een karakteristieke manier en niet te missen, tussen de beide sterrenbeelden van de Beren door. Vroege Griekse astronomen noemden het sterrenbeeld daarom ook wel ‘de slang tussen de berinnen’. Later werd dat in het Latijn wat korter: ‘serpens’, slang.
De hemeldraak onderscheidt zich van alle andere sterrenbeelden doordat hij wakend rond de eclipticapool ligt, het punt aan de hemel waar de noordelijke hemelpool in een platonisch wereldjaar omheen draait → Kleine Beer.
Wellicht de reden dat de Oude Grieken in de hemeldraak hun hoogste god Zeus zagen.
Een andere legende van de Oude Grieken brengt de hemeldraak in verband met hun zonnegod Apollo:
In het heilige gebied van Delphi, de oude mysterieplaats, was sinds mensenheugenis een spleet in de aarde waaruit een bedwelmende damp opsteeg. Wie die spleet naderde, werd door de damp bedwelmd en raakte in trance waarin hij de diepste waarheden kon uiten en profetische voorspellingen kon doen. In de oudste tijden was het Gaia, de aarde zelf, die op deze manier haar orakelspreuken gaf. In de tijd van Deukalion was het de godin Themis, een dochter van de hemel en de aarde, die aan de vragende mensen hun toekomstige lot in orakelwoorden voorspelde → Waterman.
Een uit de aarde afkomstig ondier, een reusachtige draak, die de mensen Python noemden, bewaakte het heiligdom van Thetis. Als hij van de bergen naar de vruchtbare vlakte afdaalde, verwoestte Python de velden, verjoeg de nimfen, wurgde mensen en vee, slurpte de beken leeg en trok met angstaanjagende bogen om de bergen.
Toen de titanendochter Leto op het eiland Delos aan Apollo het leven had geschonken, een zoon van Zeus, wilde hij al na vier dagen een boog en pijlen hebben. Hij trok naar de Parnassus en doodde met zijn pijlen de drakenslang Python. Op dezelfde plaats die Python had bewaakt, vestigde Apollo later zijn beroemde orakel van Delphi → Dolfijn. De priesteres die de orakelspreuken verkondigde die haar door de godheid geopenbaard werden, werd naar de gedode draak Pythia genoemd. De draak die op aarde zo herdacht werd dat hij in de Phytische Spelen die door Apollo werden ingesteld, voortleefde, werd bovendien door de goden aan de hemel geplaatst, waar hij sindsdien de eclipticapool bewaakt.

Er werden in dit sterrenbeeld ook andere draken uit de Griekse mythologie gezien. Met name de draak Ladon, de bewaker van de appels van de Hesperiden, hield de gemoederen van de Oude Grieken bezig. Hij werd of Ladon genoemd, wat zoveel betekent als ‘die het hemelse gebied van de aarde afzondert’ of ‘Hesperidenslang’. Daar zeggen de antieke schrijvers dit over:
Aan de uiterste rand van de aarde, daar waar de titaan Atlas staande de hemel draagt met zijn hoofd en handen, staat een appelboom met gouden vruchten. Deze boom was een geschenk van moeder aarde aan Zeus en Hera toen zij in het huwelijk traden. Hera was er heel blij mee: het geschenk was een symbool van de eeuwige jeugd, liefde en vruchtbaarheid en zij plantte de boom in de godentuin, ‘aan de overkant van de oceaan’. Daar woonden de ‘westelijke nimfen’ met de heldere stemmen, de dochters van Atlas en Hesperis, die de godentuin verzorgden. Toen Hera echter op een dag merkte dat de Hesperiden van de boom met de gouden appelen snoepten, plaatste ze de drakenslang Ladon bij de boom om die te bewaken. Ladon, die reusachtig groot was, kronkelde om de boom omhoog en sliep nooit. Hij had 100 koppen waarmee hij alle mogelijke, heel verschillende stemmen kon laten horen en hij was onsterfelijk. Sindsdien durfde niemand meer de gouden appels aan te raken.
Koning Eurystheus wist hoe moeilijk het was om deze appelen in zijn bezit te krijgen. Juist daarom droeg hij Herakles op → Hercules, als 12e werk om hem de appels van de Hesperiden te brengen. De held schrok ook daarvoor niet terug, hoewel hij aanvankelijk helemaal niet wist in welke richting hij de tuin van de Hesperiden moest zoeken. Vol moed ging hij op weg waarbij hij veel beproevingen moest doorstaan. Maar steeds opnieuw werd hij geholpen. In de Kaukasus schoot hij de adelaar neer die al 30 jaar lang aan de lever van Prometheus vrat → Adelaar.
Na vele gevaren die hij overleefde kwam Herakles bij de goddelijke tuin aan. Met hulp van de Hesperiden gelukte het hem de draak in slaap te sussen en drie gouden appels te plukken. Dit ogenblik zien we aan de sterrenhemel in het beeld: Herakles die met zijn linkerhand de appels van de Hesperiden draagt, staat met zijn linker voet op de kop van de draak en laat met dit overwinningsgebaar zien dat hij hem overwonnen heeft.
Herakles bracht de gouden appels naar Eurysteus. Deze gaf ze aan Herakles terug en hij schonk ze aan Athena die ze weer aan de Hesperiden teruggaf. Want het zou een schending hebben betekend van de goddelijke wet om het gestolen eigendom uit de godentuin van Hera zelf te houden.

          W                                                          nw                                                        n
Sept.  1      1°°u*                                     okt.  1  22°°u                                nov. 1  20°°u
         15   24°°u*                                            15  21°°u                                       15  19°°u

*zomertijd

Het sterrenbeeld draak hoort bij de circumpolaire sterren die altijd om de noordelijke hemelpool draaien en bij ons steeds boven de horizon staan. Dit beeld toont de positie midden oktober om 21°°u (w.t.)

De namen van de sterren betekenen

Alwaid (Arabisch) = betekenis vaag
Arrakis (Arabisch = betekenis vaag
Etamin (Arabisch) = afgeleid van ra’s at-tinnin = kop van de draak

Gianfar (Arabisch) = betekenis vaag
Thuban (Arabisch) = betekenis vaag

Meer feiten

Sterrenkundealle artikelen

7e klasalle artikelen

.

2615-2449

.

.

.

.

VRIJESCHOOL – 7e klas – sterrenkunde (1-1/10)

.

DOLFIJN

Een legende van wel 2000 jaar oud verhaalt ons hoe deze dolfijn aan de hemel kwam te staan. Het is de legende van Arion, een zanger die toen in Griekenland beroemd was en overal bekend. Over hem wordt verteld dat hij door zijn lied stromend water kon sturen en dat de wildste dieren rustig werden als ze zijn stem hoorden: de wolf hield op het lam na te jagen; de haas ging rustig naast de hond liggen en het hert naast de leeuwin. Ook de duif was niet meer bang voor de havik als de liederen van Arion weerklonken; overal was het vredig.
En terwijl hij vrede om zich heen verspreidde, trok de zanger door het land, tot hij weer naar huis begon te verlangen. Dan ging hij aan boord van een schip en nam alle schatten die hij door zijn kunst verkregen had, met zich mee. De scheepsbemanning zag dat en toen het schip midden op zee was, gingen ze rondom de zanger staan. Dreigend trok de aanvoerder zijn zwaard om Arion om die schatten dood te slaan, maar deze zei zonder angst: ‘Ik smeek niet om mijn leven, maar sta mij toe dat ik nog een paar tonen op mijn lier speel.’
Lachend stonden de wilde lieden dit verzoek toe. Toen zette Arion de laurierkrans op zijn hoofd, sloeg zijn mantel van Tyrreens purper om zijn schouders en speelde op zijn lier. Het klonk als de zang van een stervende zwaan die door een pijl die hem dodelijk raakte, afscheid nam van de wereld. Deze klanken maakten zelfs de wilde kerels die tot moord bereid waren, rondom Arion rustig. Hij benutte de gelegenheid en sprong met zijn lier in zee. Hoog spatte het schuim op toen de zanger in het water terechtkwam – maar toen gebeurde er iets wonderlijks: hij zonk niet naar beneden, maar hij zat ineens op de rug van een dolfijn die naast het schip zwom en hem nu veilig door het water meedroeg. Arion, gelukkig door de onverwachte redding, zong en speelde op zijn lier de mooiste melodieën als dank. De rustig geworden zee luisterde, tot zij veilig de kust bereikten.
Als dank voor de wonderbaarlijke redding van Arion gaven de goden de dolfijn een plaats aan de hemel, met daarbij negen sterren die alleen onder zeer gunstige omstandigheden allemaal tegelijk zijn te zien.

In de godenhymnen van Homerus staat nog een legende over een dolfijn en hoe door hem het beroemde orakel van Delphi zijn naam kreeg.

Toen ooit eens mannen van Kreta op een schip van van het eiland naar Pylos voeren, kwam de god Phoibos-Apollo hen tegemoet. Hij had de gedaante van een dolfijn aangenomen en sprong vanuit zee zo in het snel varende schip. Geschrokken zagen de zeelieden het dier daar liggen. Toen ze dichterbij wilden komen om het goed te bekijken, begon deze zo te klapperen dat de balken schudden. Toen werden ze heel bang. Ze durfden de zeilen niet te hijsen of de touwen losser te maken en zo voer het schip verder waar de straffe zuidenwind het heen blies. Gelukkig voeren ze aan de gevaarlijk klip Maleia voorbij, langs Lakonië en bereikten Tainaros de plaats van Helios die de mensen verblijdt. Daar wilden de Kretenzers aan land gaan en zien of het angstaanjagende dier op het dek van het schip zou blijven liggen of zich weer in de branding zou storten van de visrijke zee. Maar het roer deed niet wat ze wilden en ze moesten verder varen waarheen de ademtocht van Apollo hun schip dreef. Aan de weelderige Peloponnesos voorbij voeren ze de zon tegemoet en kwamen in de richting van het oosten bij de door groene wijngaarden omrankte haven van Krisa. Daar liep hun schip op de zanderige oever. Apollo echter, de dolfijn, sprong van boord en verhief zich tot aan de hemel. Hij leek op een ster in een heldere middag. Er sprongen vonken van hem af en de hele hemel was vervuld met zijn glans.

Toen de Kretenzers in de dichtbij gelegen tempel van Delphi – die toen nog niet zo heette – aankwamen, maakte de god zich aan hen bekend en zei: ‘Als dolfijn heb ik jullie schip hierheen geleid. Jullie moeten mij Delphinier noemen en het altaar daar, moet als het Delphinische overal bekendheid krijgen.’
Zo kreeg de beroemde orakelplaats Delphi haar naam. 

Over de dolfijnen die vroeger veelvuldig voorkwamen in de Griekse wateren, bestaan nog veel meer legenden waarin de bereidheid om te helpen, de trouw, de aanhankelijkheid en de dankbaarheid van deze dieren worden bezongen.
Plutarchus die ons een hele reeks van deze legenden overgeleverd heeft, schrijft in zijn werk ‘Over het verstand van land- en zeedieren’ over de dolfijnen: ‘Alleen de dolfijn bezit van alle dieren van nature, wat de meest oprechte filosofen verlangen: onegoïstische liefde voor de mens. Want hij heeft de mens nooit nodig, nooit is hij op hem aangewezen en toch bewijst hij hem zijn hulpvaardigheid, waarbij hij vaak zijn leven offert.’

In onze zeeën bevinden zich helaas geen dolfijnen. Daarom is er in verschillende plaatsen, bv. in Harderwijk een dolfinarium waar je ze kan zien. Het is de moeite waard deze intelligente, gevoelige en vrolijke dieren te bekijken.
Wie het een keer meegemaakt heeft hoe ze uit het water opspringen, zal ook met het sterrenbeeld Dolfijn een verbinding kunnen maken, want deze dolfijn lijkt aan de hemel net zo te springen. 

No                                                                   O                                                        zo
Juni  1   1°°u*                                        juli  1  23°°u*                              aug.   1  21°°u*
         15  24°°u*                                            15  22°°u*                                      15 20°°u*

Het sterrenbeeld Dolfijn stijgt in juni tussen het noordoosten en oosten vanaf de horizon, is in juli in het oosten te vinden (hierboven) en in augustus in het zuidoosten, nog hoger boven de horizon, aan de avondhemel om 22°°u*   

*zomertijd

Meer feiten

Sterrenkundealle artikelen

7e klasalle artikelen

.

2611-2445

.

.

.

.

VRIJESCHOOL – 7e klas – sterrenkunde (1-1/27)

.

MAAGD

Dit sterrenbeeld van de dierenriem is een van de geheimzinnigste. De Babyloniërs noemden het simpelweg ‘korenaren’ en zo heet de belangrijkste ster ervan tot op heden, Spica = korenaren. 
Bij de oude Grieken was het ook altijd een jonkvrouw. In de oudste tijd werd zij ‘Kore’ = het meisje, genoemd. Men zag in haar de hemelse Persephone, de dochter van de grote godin Demeter. Hoe Pluto, de god van de onderwereld, haar roofde en waardoor zij weer werd bevrijd, wordt hier in de oudste overlevering, die van Homerus, ‘Hymne aan Demeter’, verteld.

Eens was de prille jonkvrouw Persephone met Athena, Aphrodite en andere hemelse jonkvrouwen op een weide aan het dansen, toen deze plotseling overtrokken werd met een toverachtige bloemenpracht. Vreugdevol over deze schoonheid liepen de meisjes hierheen, daarheen en plukten de mooiste bloemen. Alleen Persephone bleef staan. Voor haar was een wondermooie narcis uit de grond gegroeid en het leek wel of de toverbloem haar wilde aankijken. Haar tere, witte kroon glansde in het zonnelicht en vanuit het gouden hartje steeg een bedwelmende geur op waaraan Persephone zich overgaf. Ze plukte de wonderschone bloem en merkte helemaal niet hoe op dat ogenblik de aarde naast haar openbarstte. Uit de aardekloof kwam Pluto, heerser in het schaduwrijk, op een wagen, getrokken door zwarte paarden, omhoog gereden. Hij greep Persephone beet en trok de tegenstribbelende jonkvrouw bij hem in de wagen. Die daalde weer in de aarde af, de kloof sloot weer en vanuit de diepte klonk nog de roep van het geroofde meisje: ‘Help mij, moeder, moeder!!!’

Haar moeder Demeter had op de top van de Olympus de hulpkreet van haar dochter gehoord. Maar toen ze zich ter aarde stortte, kon zij geen spoor ontdekken van de haar zo beminde dochter die in de aardbodem verdwenen was. Met verlichte fakkels dwaalde ze tevergeefs over de wereld rond. Niemand kon of wilde haar de gruwelijke waarheid vertellen, tot zij Hekate ontmoette die met een fakkel zwaaide en zij leidde haar naar de zonnegod Helios. Van hem die alles weet, vernam Demeter nu dat Pluto haar dochter met goedvinden van de machtige Zeus geroofd had en dat ze nu als zijn gemalin de heerseres van het dodenrijk was.
Een wilde woede maakte zich meester van de vertwijfelde moeder. Ze ging niet terug naar de Olympos en ze meed de hemelse bewoners en ze ging in de gedaante van een arme, oude vrouw naar het huis van de heerser Keleos van Eleusis.
Daar nam ze de opvoeding op zich van de jonge Triptolemos, de zoon van de koning. Toen zij hem op een dag in het goddelijke vuur louteren wilde, zodat hij onsterfelijk zou worden, kwam de ontstelde moeder eraan en verstoorde het ritueel. 
Nu maakte Demeter zich bekend en sprak: ‘O, jullie verblinde mensen, jullie dwazen! Of jullie een goed lot of een slecht lot beschoren zijn, kunnen jullie niet weten.’
Toen gaf ze het bevel dat er op een overhangende rots boven een bron te harer ere een tempel zou worden gebouwd en dat gebeurde.
Voortaan woonde Demeter in die tempel en zij werd door de mensen zeer vereerd en zij koesterde wrok jegens de andere goden. Ze bekommerde zich niet meer om de groei en bloei van de gewassen die de aarde voortbracht. Mislukte oogsten, armoede en honger bedreigden de mensen en de goden ontvingen geen offers meer. 
Toen zond Zeus Iris met de gouden vleugels naar de om haar dochter treurende Demeter. Maar zij bleef onvermurwbaar en eiste eerst de vrijheid van haar kind..
En dus werd de godenboodschapper Hermes naar de Hades gestuurd om Persephone weer te halen. Pluto liet het toe, want omdat het meisje in zijn rijk van een granaatappel had geproefd, hoorde ze voor altijd bij hem. Zeus kon aan de treurende Demeter daardoor alleen verkondigen dat haar dochter voortaan een derde deel van het jaar in het schemerig duister van de aarde moest verblijven, maar tweederde deel mocht zij bij haar moeder zijn, samen met de andere goden.
Hermes bracht het godenkind vanuit de duisternis in het licht terug. Nu gaf Demeter gehoor aan de oproep van de godenvader en zij liet op aarde weer de bladeren ontluiken en de planten ontspruiten en de vruchten rijpen. 
Triptolemos echter, de zoon van de heerser van Eleusis die door Demeter was opgevoed, werd door de godin ingewijd in de geheimen van het verbouwen van granen. En nu vierden de mensen in Eleusis  ‘de opstanding van Kore’, meer dan duizend jaar lang.
In latere tijden zagen de Oude Grieken in het sterrenbeeld van de Maagd ook de goddelijke sterrenjonkvrouw Astrea, ‘de redelijkheid’ of ook wel Dike, ‘de gepersonifieerde ‘gerechtigheid’.
Volgens een oude legende  verbleef Dike vroeger onder de mensen. Dat was in de tijd toen het Gouden Geslacht op aarde woonde. Toen daarna het Zilveren Geslacht op aarde leefde, trok Dike zich in de bergen terug en verscheen alleen nog bij bijzondere gebeurtenissen om de mensen voor hen slechtheid te berispen. Toen hierna het IJzeren Geslacht op aarde leefde, vloog Dike uit teleurstelling over de heersende ongerechtigheid naar de hemel, waaraan ze sindsdien de mensen als het sterrenbeeld Maagd alleen ’s nachts nog verschijnt. 

ZO                                                               Z                                                   ZW
Mr.   1  2°°u                                        apr.  1    1°°u                             mei  1  23°°u*
15  1°°u                                                15  24°°u                                    15 22°°u*
*zomertijd

Het overzichtsbeeld laat het sterrenbeeld Maagd twee uur na het opgaan zien. Je kan het midden maart om 23°°u en midden april om 22°°u (zomertijd) zien tussen het oosten en het zuidoosten, dan komt het op.
Je kan het ook zo vinden: verbind je de drie staartsterren van de Grote Beer in gedachten door een lijn en volg je die verder, dan kom je eerst bij de ster Arcturus in Boötes en dan bij Spica, de hoofdster in het sterrenbeeld Maagd.

De namen van de sterren betekenen:

Spica (Latijn) = korenaren
Vindemiatrix (Latijn) = afgeleid van ‘vindemiator’= wijnboer

Meer feiten

Sterrenkundealle artikelen

7e klasalle artikelen

.

2600-2434

.

.

.

.

.

VRIJESCHOOL – 7e klas – sterrenkunde (1-1/8)

.

AREND, ADELAAR

De legende van de adelaar en de pijl brengt ons bij de Titanenzoon Prometheus, die volgens een Griekse sage het mensengelacht zou hebben geschapen.
Prometheus stamde van het oude godengeslacht af dat door Zeus van de troon werd gestoten.
Toen waren hemel en aarde al geschapen.
Op aarde waren stenen, planten en dieren, maar er ontbrak nog een schepsel waarvan het lichaam zo gevormd was, dat dit een woning voor de geest kon worden om de aarde aan zich te onderwerpen. 
Toen verscheen Prometheus op aarde, de zoon van de Titaan Japetos en de broer van Atlas die de aarde droeg. 
Prometheus wist dat in de aardbodem het zaad van de hemel sluimerde en dus nam hij een grote homp klei, maakte deze vochtig met het water van de rivier, kneedde hem en vormde hem naar het evenbeeld van de goden, heersers over de wereld. .
De mens moest rechtop over de aarde gaan en als enig aards wezen zijn blik naar de hemel richten, want de dieren wenden hun blik naar de aarde. Ook moest aan de mens de spraak worden gegeven die als een weerspiegeling van het wereldscheppende woord het zichtbaar worden van de geest is die aldus de ontwikkeling verder brengt.

Om de homp aarde levend te maken, nam Prometheus van de zielen der dieren al goede en slechte eigenschappen en sloot deze op in de borst van de mens. Als bekroning van zijn werk steeg hij op naar de zonnewagen en daar ontstak hij een fakkel en blies de mens de gloed daarvan in en zo gaf hij deze goddelijk leven en warmte.
Zo schiep volgens deze sage Prometheus de eerste mens gaf daarmee het mensengeslacht zijn plaats op aarde. 
Lange tijd wisten de mensen niet hoe de goddelijke vonk in hen zou kunnen werken.
Toen begon Prometheus voor zijn schepselen te zorgen en leerde hun naar de opkomende en ondergaande sterren te kijken, ook de kunst van het schrijven en tellen. Hij leerde hun de dieren te temmen, dienstbaar aan elkaar te zijn, kruiden tegen zoeken te ziekte en veel meer.
Zo werd Prometheus ook de eerste leraar van de mensheid.

Zeus, die de heerschappij over de wereld van zijn vader Kronos overgenomen had, zag het mensengeslacht aan en verlangde daarvan verering zodat het door de goden beschermd zou worden. Prometheus wierp zich op als verdediger van de mensen en hij probeerde de vader der goden, Zeus, om de tuin te leiden. Voor bij een samenkomst met de goden slachtte Prometheus een stier, pakte het vlees en de beenderen apart in en liet Zeus kiezen. Maar deze doorzag de list, maar koos met opzet het mindere deel om op Prometheus en zijn mensengeslacht wegens het schijnbare bedrog, zijn woede af te kunnen reageren. Zeus ontzegde daarom de mens het vuur dat hij zo dringend nodig had.
Prometheus echter, wist ook hier raad op. Hij nam een lange stengel van de reuzenvenkel, ging daarmee naar de zonnewagen en stak de stengel in brand en bracht het vuur naar de mensen die het behoedden en doorgaven.
Zo hielp Prometheus de mens tegen de wil van de nieuwe goden, wel beseffend dat hij daarvoor zou moeten boeten.
Dat gebeurde dan ook toen Zeus zijn wraak op hem richtte. Hephaistos, de god van het vuur en de smid moest Prometheus met een onverwoestbare ketting aan een rotswand in de Kaukasus vastklinken. Daar hing hij recht overeind boven een angstaanjagende afgrond, zonder te kunnen slapen en met grote pijn, maar zijn geest brak niet. Ook niet toen Zeus zijn adelaar op hem afstuurde die elke dag van de lever van Prometheus pikken mocht en elke dag weer aangroeide. Deze kwelling zou zo lang duren tot een onsterfelijk wezen bereid zou zijn voor Prometheus zijn leven te offeren. 
Iedere dag, dertig jaar lang, kwam de adelaar van Zeus, totdat Herakles onderweg naar de Hesperiden voorbij de Kaukasus trok , waar hij de gekwelde Titanenzoon zag lijden. Hij greep zijn boog en doodde de adelaar. toen bevrijdde hij Prometheus van zijn ketting en daarna van zijn straf, omdat de kentaur Chiron aanbood af te zien van zijn onsterfelijkheid en voor Prometheus te sterven. 
Opdat Zeus zich er vanaf dat ogenblik op zou kunnen beroemen dat zijn vijand toch nog aan de rotsen van de Kaukasus vastzat, droeg Prometheus voortaan een ijzeren ring met een steentje van die rots.
De adelaar van Zeus en de pijl van Herakles werden door de goden aan de sterrenhemel geplaatst om de herinnering aan het lijden van Prometheus en aan zijn bevrijding levend te houden.

NO                                                                     O                                                    ZO
juni   1  °°u*                                            juli   1  23°° u*                           aug. 1  21°°u*
15  24°°u*                                              15  22°°u*                                   15 20°°u*
*zomertijd

De sterrenbeelden adelaar en pijl vinden we in juni precies in het oosten, niet ver boven de horizon, in juli tussen oost en zuidoost (zie beeld hierboven) en in augustus verder naar het zuiden opstijgend, dan aan de avondhemel om 22°°u in de zomertijd.

De namen van de sterren betekenen:

Altair (Arabisch) = de vliegende adelaar.

Meer feiten

Sterrenkundealle artikelen

7e klasalle artikelen

.

2595-2429

.

.

.

.

VRIJESCHOOL – 7e klas – sterrenkunde (1-1/26)

.

LEEUW

 

In dit sterrenbeeld van de dierenriem zagen de oude Grieken de leeuw van Nemea, die de grote held Herakles met zijn handen doodde. 
Door het orakel van Delphi was hem om een schuld in te lossen, opgedragen koning Eurystheus te dienen en tien werken voor hem te verrichten – het werden er twaalf.
Hoewel het de held zwaar viel, aanvaardde hij de lotsspreuk en ging op weg naar koning Eurystheus in Tiryns. 
De eerste opdracht die de koning hem gaf, was het doden van de leeuw van Nemea. Dit was een reusachtig dier met een vel dat ongevoelig wad voor ijzer, brons of stenen. Want het was geen gewone leeuw, maar een dier dat door de goden gestuurd was om Herakles op de proef te stellen. Er werd verteld dat hij geboren was uit de maangodin Selene. In de bergen van Nemea zorgde hij voor onrust en niemand kon hem wat aandoen, omdat hij onkwetsbaar was. Als plaag voor het hele land werd hij door de mensen gevreesd. 

Maar Herakles was niet bang toen de koning hem der eerste opdracht gaf. Hij nam alleen een pijl en boog mee en zijn enorme knuppel die hij uit een olijfboom gesneden had en ging op weg om de leeuw te zoeken.

Tegen het middaguur bereikte de held Nemea. Daar vond hij geen mens die hem de weg kon wijzen naar het hol van de leeuw, want het wilde dier had daar al de hele bevolking weggejaagd. Toen klom Herakles op een berg om rond ter kunnen kijken. Hij zag echter de leeuw niet en ook niets wat zijn aanwezigheid kon duiden. De hele middag dwaalde hij door het dichte woud. Pas tegen de avond ontdekte hij het grote dier toen het over een bospad terugkwam van een rooftocht. Het kwam juist in zijn richting. Herakles verborg zich achter een struik tot de leeuw zo dichtbij was gekomen dat hij zijn pijlen op hem af kon schieten, De eerste schoot hij in zijn zij, tussen de ribben en zijn heup, maar de pijl ketste af op het dikke vel alsof hij op een steen was afgeschoten en viel op de grond. De leeuw had iets gemerkt want hij richtte zijn kop op die eerst naar de grond gericht was. Toen sperde hij zijn bek met de angstaanjagende tanden wijd open en liet zijn ogen naar alle kanten rollen om de vijand te ontdekken.

Toen het wild geworden dier opsprong en Herakles even zijn borst vertoonde – dat zien we op de afbeelding – schoot deze snel een tweede pijl af om hem midden in zijn hart te raken. Maar ook deze pijl kon het vel niet doorboren, ketste van de borst af en viel voor de voeten van het dier op de grond.
Herakles greep nog een derde pijl, maar toen zag het dier hem. Woedend zette het zijn manen op, zijn lange staart sloeg hij om zijn knieholten en maakte zich klaar om zijn vijand te bespringen. Snel wierp Herakles de boog en overgebleven pijlen weg en greep zijn knuppel. Moedig ging hij tegenover de leeuw staan en gaf hem daarmee zo’n enorme slag op zijn bek dat hij brak. De leeuw echter, trok zich in zijn hol terug, want de ingang was vlakbij. 
Aangeslagen keek Herakles naar zijn gebroken knuppel, maar hij gaf de strijd niet op. Eerst sloot hij de ingang van het hol met stenen, want ’s middags had hij op zijn zoektocht naar de leeuw ontdekt dat er nog een tweede ingang was. Hierdoor betrad hij nu moedig het hol van de leeuw, ging onverschrokken op hem af en begon met hem te vechten. Zijn rechterarm hield hij stevig om de nek van het dier geslagen, drukte met zijn knieën in de flank en hield zolang vast dat het dier geen adem meer kon krijgen en stikte.
Op zijn schouders droeg de sterke held de dode leeuw naar de koning die zeer schrok en bang werd voor allebei.
Toen Herakles probeerde de leeuw van zijn vel te ontdoen, lukte dat niet, niet met een wapen, ook niet met een stuk ijzer. Toen kreeg hij plotseling een idee. Hij pakte de messcherpe klauwen van het beest en daarmee kon hij het vel lossnijden en afstropen. Dit ondoordringbare leeuwenvel legde Herakles als een mantel om zijn schouders en droeg het als een pantser dat hem voor elk gevaar beschermde. De kop van de leeuw werd zijn helm en de schrik van alle vijanden.

Zeus echter heeft als herinnering aan de succesvolle strijd van Herakles de uitzonderlijke leeuw als sterrenbeeld aan het firmament gezet. De schitterende hoofdster Regulus = kleine koning, in het hart van de leeuw, wijst op het koninklijke van dit dier en op het bijzondere van dit sterrenbeeld.

ZO                                                                   Z                                                               ZW
mrt. 1  24°°u                                          apr. 1  23°°u*                              mei   1 21°°u*
        15 23°°u*                                               15 22°°u*                                      15 20°°u*
*zomertijd

In februari en maart stijgt het sterrenbeeld leeuw aan de avondhemel tussen het Oosten en het Zuidoosten en staat in april hoog in het Zuiden (zie afb. hierboven). In mei vinden we het in het Zuidwesten, waar het dan nog steeds erg hoog staat.

De namen van de sterren betekenen:

Adhafera (Arabisch) – haarstreng
Denebola (Arabisch) – afgeleid van ‘staart van de leeuw’
Coxa (Latijn) – heup
Regulus (Latijn) – kleine koning

Meer feiten

Sterrenkundealle artikelen

7e klasalle artikelen

.

2589-2423

.

.

.

.

VRIJESCHOOL – 7e klas – sterrenkunde (1-1/7)

.

walvis

Dit sterrenbeeld heette in de oudheid Cetos, ‘zeemonster’ en in de mythologie werd het zo voorgesteld. Poseidon, god van de zee, stuurde het op het volk van de Ethiopiërs af, als straf, omdat koningin Cassiopeia de Nereïden beledigd had. De gekwetste Nereïden gingen naar Poseidon, hun beschermer, toe en deze liet uit de Atlantische zee Cetos komen, een verschrikkelijk zeemonster. Landstukken van Ethiopië werden door hem verwoest en kudden en mensen verslonden.
Voor koning Cepheus luidde een uitspraak van het Orakel dat de plaag pas voorbij zou zijn, wanneer hij zijn dochter Andromeda zou offeren. Daar verzette Cepheus zich lang tegen, maar het volk dat zwaar van Cetos te leiden had, dwong hem er ten slotte toe, zijn enig kind aan een rots in zee te laten vastklinken. Daar wachtte het meisje huilend op de komst van het zeemonster en op haar zekere dood.
Perseus die de Gorgone Medusa gedood had en met zijn vleugelschoenen over dat land vloog, zag het en werd verliefd op de knappe jonkvrouw. Hij  wierp zich op om haar van het ondier te redden, wanneer zij de zijne wilde worden. Toen zij daarin toestemde en ook haar ouders, ging Perseus zo snel mogelijk met zijn vleugelschoenen naar zijn toekomstige bruid, want het ondier naderde al.
Als een sterk schip dat door de armen van zwetende jongens voortgestuwd werd, met zijn bek als boeg het water doorklievend, kwam het dier naderbij, met in borst de golven voor zich uit duwend. Het blies luid en spuwde vuur, zoals je bij het sterrenbeeld nog kan zien. Met opgerichte borst, de kop  nu hoog boven het water uittorenend, sperde het dier zijn neusgaten wijd open. Rood opgezwollen zijn uitsteeksels op zijn rug en de gevaarlijk blikkerende ogen zochten de jonkvrouw aan de oever. Nu ziet hij het meisje, zwemt dichterbij en is nog maar een steenworp afstand van haar.
Maar nu zet Perseus zich met zijn voeten snel van het land af en verheft zich in de lucht, gedragen door zijn vleugelschoenen. Als de schaduw van de jonge strijder boven het water verschijnt, werpt het wilde monster zich meteen op. Maar als een adelaar die beneden op het open veld een slang gewaarwordt, met zijn blauwachtige rug in het zonnetje baadt en deze vanachter nadert en zijn  klauwen in de schubbige nek slaat, zodat de giftige bek zich niet kan omkeren, zo grijpt Perseus nu Cretos. In een snelle stortvlucht stoot hij met zijn getande kromzwaard tot aan het gevest diep in het lichaam van het monster. Zwaar gewond richt het ondier zich nu op, dan weer verdwijnt het onder water. Dan draait het zich weer om als een wild zwijn dat de meute honden woedend van zich weren wil.
Maar met zijn vleugelschoenen ontwijkt Perseus behendig zijn felle bijten. Maar waar er maar gelegenheid is, snijdt hij hem nu weer met zijn zwaard in de rug die met schubben en holle spieren bezaaid is, dan weer tussen de ribben of in zijn staart waar het lichaam verandert in een soort vis.
Golven water vermengd met bloed borrelen op uit de keel van het beest. Daarvan worden de vleugelschoenen van de held zwaarder en hij durft niet meer op de volgezogen vleugels te vertrouwen. Op dat ogenblik ziet hij een klip. Wanner het water even tot rust komt, komt deze er met zijn punt bovenuit, maar nu spoelen de golven er weer over heen. Hier gaat hij staan, pakt met zijn linker hand een uitsteeksel vast en boort, zich krachtig tegen de rots afzettend, zijn zwaard drie, vier keer in het dier, in de flanken.
De stervende Cetos zinkt weg in de golven.
Torn het ondier overwonnen was, kwamen de mensen snel dichterbij, ze hadden het gevecht op veilige afstand gadegeslagen en ze begroetten overwinnaar met luid enthousiasme. Ook koning Cepheus en zijn vrouw Cassiopeia haastten zich naderbij en begroetten de held vol vreugde als redder van het volk en als schoonzoon.
Perseus bevrijdde eerst de gelukkige jonkvrouw van haar ketens die hij met zijn zwaard eenvoudig kapot sloeg, voor hij de sporen van het gevecht wegveegde en de goden een dankoffer bracht: een koe voor zijn beschermvrouwe Athena, een kalf voor zijn gevleugelde vriend Hermes en een stier voor zijn vader Zeus.
De bruiloft van Perseus en Andromeda werd voorbereid en gevierd, toen het ongeluk begon.
Hoe de legende van Perseus, Andromeda, Cepheus en Cassiopeia verder gaat, staat in de legende van Cepheus.

O                                                                      ZO                                                              Z
Okt. 1  24°°u                                               nov. 1  22°°u                               dec. 1 20°°u
15 21°°u                                                      15 21°°u                                      15 19°°u

Het sterrenbeeld Walvis stijgt september/oktober in het zo, staat in november tussen het zuidoosten en het zuiden, zie de afbeelding hierboven, en bereikt in december zijn hoogste stand boven de horizon, staat in januari in het zuidoosten en daalt februari tussen het zuidoosten en het westen weer onder de horizon.

De namen van de sterren betekenen:

Baten Kaitos (Arabisch) betekenis onduidelijk
Dereb Kaitos (Arabisch) afgeleid van danab qaytus = staart van Cetos
Menkar (Arabisch) afgeleid van minhar = neus
Mira (Latijn) = wonderster (omdat de helderheid in een periode van 331 dagen zeer sterk verandert.

Meer feiten

Sterrenkundealle artikelen

7e klasalle artikelen

.

2582-2417

.

.

.

VRIJESCHOOL – 7e klas – sterrenkunde (1-1/5)

.

CEPHEUS

.
Legende
.

In Ethiopië heerste ooit koning Cepheus met zijn gemalin Cassiopeia.
Zij hadden een dochter, de schone Andromeda, een jonkvrouw in de huwbare leeftijd. Ze leefden allen gelukkig en tevreden, tot Cassiopeia, ten prooi gevallen aan ijdelheid, de Nereïden beledigde. De gekrenkte Nereïden wendden zich tot hun beschermer, Poseidon en deze zond vanuit de Atlantische zee een zeemonster dat mensen en kudden verslond.
In zijn nood zond koning Cepheus boden naar het orakel van Zeus-Ammon en liet daar om raad vragen. Het verschrikkelijke antwoord luidde: ‘Pas als de schone Andromeda, de dochter van de vermetele koningin Cassiopeia als buit aan het zeemonster uitgeleverd wordt, komt er een eind aan de nood.
De ongelukkige vader weigerde lang de vreselijke uitspraak te aanvaarden. Maar toen er steeds meer mensen door het monster stierven, drongen de opgewonden Ethiopiërs er bij de koning zo zeer op aan zijn dochter te offeren om het volk te redden, dat hij zich daartegen niet kon verzetten. Met een zwaar hart moest hij haar laten gaan. Andromeda werd met haar beide armen vastgeklonken aan een rots aan de oever van de zee. Daar vond Perseus haar, die juist het avontuur met de Gorgo Medusa overleefd had en hij werd verliefd op de schone jonkvrouw.
Toen Perseus verzekerd was van haar liefde voor hem, haastte hij zich naar haar ouders en trof hen zo aan, zoals ze als beelden versteend, met hulpeloos geheven armen de goden om hulp smeken. Hij scheen voor hen de helper in de grootste nood. Toen hij hun beloofde hun dochter die onbeschermd aan haar ondergang was overgeleverd, van het monster te bevrijden en zo van een gewisse dood te redden, stemde koning Cepheus graag met zijn voorwaarde in haar aan hem als bruid te geven. ‘Niet alleen krijg je mijn dochter als vrouw’, zei hij tegen Perseus, ‘maar ook nog mijn koninkrijk daarbij, wanneer jij ons bevrijdt van het ondier!’
Na deze belofte van de koning, haastte Perseus zich terug naar de jonkvrouw en streed met het monster, tot hij het had gedood.
Koning Cepheus was verheugd dat deze pijnlijke geschiedenis zo goed afgelopen was en gaf de dappere held graag zijn dochter als vrouw. Hij liet de bruiloft van Perseus en Andromeda zorgvuldig voorbereiden en gaf opdracht voor een groot feestmaal waarvoor alle edelen van zijn volk in zijn paleis werden uitgenodigd. Allen waren gelukkig en tevreden. Perseus vertelde juist het verhaal hoe hij het hoofd van Medusa had veroverd, toen er in de zaal onrust ontstond.
Het was Phineus, de broer van de koning, die met zijn gewapende mannen de zaal binnengedrongen was. ‘Hier ben ik’, roept Phineus door de zaal, om de roof van mijn gemalin te wreken!’ Nu dringt het tot Perseus door dat Andromeda al veel eerder aan de broer van haar vader als vrouw was beloofd. Phineus wil de rivaal al met zijn lans doorboren, als koning Cepheus hem als weerwoord geeft: ‘Wat wil je doen, woedende broer? Wat drijft je tot deze daad? Wil je op deze manier de jongeling belonen die haar gered heeft? Toen men haar vastklonk, keek je alleen maar toe en je hielp haar niet, noch als oom, noch als toekomstige bruidegom. Ben je beledigd dat iemand het meisje gered heeft? Laat haar bij hem die haar weghaalde. Hij kreeg haar van haar grijze vader; zij was aan een gewisse dood overgeleverd. Hij heeft haar opgeëist, hij heeft haar verdiend!’
Zo probeerde de koning met woorden het hart van zijn broer te vermurwen. Maar deze zei niets. Hij keek naar zijn broer en toen naar Perseus, niet wetend naar wie hij de lans het eerst zou gooien. Toen aarzelde hij niet langer en wierp de lans naar Perseus – maar die doorboorde slechts een kussen. Toen sprong Perseus op en smeet de lans terug en die zou hem door de borst zijn gegaan, ware het niet dat Phineus zich achter een altaar verschanste. De lans trof Rhoetus, een vertrouweling van Phineus, precies in het voorhoofd en hij stierf ter plekke.
Nu ontbrandde er een hevige strijd tussen de mannen van Phineus en die van de koning. Daarbij waren de aanvallers in het voordeel, want zij hadden hun wapens al getrokken toen ze binnenkwamen, terwijl de mannen van de koning aan de bruiloftsmaaltijd zaten en zich eerst nog moesten bewapenen. Aan beide zijden vielen honderden mannen en Perseus deed er velen in het stof bijten, tot hij inzag dat zijn kracht niet opgewassen was tegen die grote macht. Luid riep hij door de zaal: ‘Jullie dwingen mij hulp te zoeken bij mijn vijand. Wie mij als vriend gebleven is: wend je hoofd af!’ Terwijl hij het riep, haalde hij het hoofd van de Gorgo uit zijn tas. Wie dat aanschouwde, verstarde op het zelfde ogenblik tot een beeld van marmer. Alle tweehonderd aanhangers van Phineus die de strijd tot dan toe overleefd hadden, verstarden tot marmer en uiteindelijk hij ook. Tevergeefs smeekte hij uit angst om zijn leven, want het onrecht dat hij had aangedaan, was te groot.

Na deze gebeurtenissen wilde Perseus niet in Ethiopië blijven. Met zijn vrouw, de schone Andromeda, ging hij naar zijn vaderland terug. Zij kregen veel kinderen die het geslacht van de Perseïden, waaronder de koningen van Perzië, beroemd maakten.
.
Sept. 1  1°° u*                                    okt. 1  22° u                       nov. 1  20° u
15  24° u*                                         15 21° u                               15 19° u
*zomertijd

De sterren die bij Cepheus horen zijn circumpolaire sterren die constant om de hemelpool draaien en altijd boven de horizon staan. In september vind je Cepheus in het noordoosten, heel hoog boven de horizon, in oktober bijna in het zenit. (zie afb. hierboven) en in november tussen het noordwesten en het noorden, ook nog heel hoog boven de horizon, steeds om 21° u, in de zomertijd om 22° u. 

De namen van de sterren betekenen:

Alderamin (Arabisch) afgeleid van ad-adira [al-]yamin = rechter arm
Alphirk (Arabisch) vermoedelijk afgeleid van Cawacib AlPhirk = schaapskudde
Alrai (Arabisch) = betekenis niet bekend

Meer feiten

Sterrenkundealle artikelen

7e klasalle artikelen

.

2575-2410

.

.

.

VRIJESCHOOL – 7e klas – sterrenkunde (1-1/4)

.

andromeda

Legende

Toen Perseus de Gorgo Medusa gedood had en met behulp van zijn vleugelschoenen over zeeën en landen vloog, kwam hij ook boven een ver land waar iets ongewoons moest zijn gebeurd. Want aan de oever van de zee zag hij een wonderschoon meisje dat met haar beide armen vastgeklonken was aan een rots. Toen stopte hij het versteende hoofd van Medusa in een tas die de nimfen hem voor die gelegenheid hadden geschonken en naderde het meisje. Eerst dacht hij nog dat het een liggend beeld was, uit marmer gehakt, ware het niet dat een zacht windje haar haren bewoog en als hij de tranen op haar gelaat niet had gezien die over haar wangen rolden. 
Nietsvermoedend voelde hij de liefde in zich branden, gegrepen door de prachtige schoonheid van de jonkvrouw. Bijna vergat hij de veren van zijn vleugelschoenen te bewegen. Bij haar blijvend spreekt hij haar aan: ‘O, maar jij verdient toch zulke kettingen niet, maar andere banden die verliefden aan je willen binden. Zeg me je naam en de naam van je land en waarom je geketend bent; dat zou ik willen weten.’
Eerst zweeg ze. De jonkvrouw waagde het niet tegen een vreemde man te spreken. Graag had ze haar reine gelaat met haar handen bedekt, maar haar armen waren gebonden. Maar haar ogen vulden zich met tranen, dat kon steeds. Perseus drong steeds verder aan. Om niet de indruk te wekken dat ze over een schuld wilde zwijgen, begon de jonkvrouw toen te spreken. ‘Ik ben Andromeda, de dochter van koning Cepheus van Ethiopië. Het is niet mijn schuld waardoor ik aan de rots vastgeklonken ben, maar die van mijn moeder Cassiopeia die de Nereïden beledigd heeft. Om de goden weer te verzoenen, dien ik als offer voor een reusachtig zeemonster dat voor straf ons land verwoest heeft en al veel mensen gedood. Dat was de wil van het volk, en mijn vader hebben ze gedwongen mij aan de rots te klinken. Nu is de tijd gekomen dat het monster zal verschijnen.’ Dat zei het meisje met overslaande stem en tranen in haar ogen tegen Perseus, die tot diep in zijn ziel door het noodlot van het meisje geraakt was. ‘Nooit zal je zo’n smadelijke dood sterven’, riep hij Andromeda toe, ‘ik zal je redden, als je met mij wil trouwen.’ Verlegen sloeg zij de ogen neer en tegelijkertijd stroomde er een geluksgevoel door haar heen, en alleen door te knikken gaf ze haar ja-woord te kennen, terwijl ze van gêne bloosde. Meer hoefde Perseus niet te weten. Met zijn vleugelschoenen verhief hij zich weer in de lucht en haastte zich langs de kortste weg naar de ouders van het meisje, naar koning Cepheus en koningin Cassiopeia. Hij vond ze zoals ze nu nog aan de sterrenhemel staan, hulpeloos de armen ten hemel gericht, de goden smekend om het vreselijke onheil af te wenden.
Cassiopeia zat op haar troon en Cepheus stond naast haar, toen de vreemde jongeling door de lucht op hen toe kwam en hen aansprak: ‘Voor tranen hebt u later tijd genoeg, maar voor hulp is de tijd kort bemeten. Ik ben Perseus, de zoon van Zeus en de moeder die van de god in de gevangenis zijn gouden zaad ontving. Wanneer u het wil, zal ik het zeemonster niet zo overwinnen en doden zoals ik daarvoor de als een slang behaarde Gorgo Medusa gedood heb. Maar u moet me één ding beloven: wanneer mijn moed het ondier bedwingt en ik uw dochter zo van een gewisse dood kan bevrijden, dan moet u haar mij tot vrouw geven.’
Hoe zouden de treurende ouders kunnen weigeren en twijfelen, te meer niet daar ze in de knappe jongeling die door de lucht tot hen was gekomen, een bode van de goden vermoedden die hen als antwoord op hun smeken gezonden was. Ze beloofden hem alles wat hij wenste en nog meer.
Niet alleen zou hij hun dochter Andromeda tot vrouw krijgen, maar ook de heerschappij over het koninkrijk van Cepheus. Ze beloofden het beiden.
Door deze belofte gesterkt, steeg Perseus met zijn vleugelschoenen weer op en vloog zo snel mogelijk naar het meisje terug dat nu door haar ouders aan hem als bruid was toevertrouwd. Hij kwam net op tijd weer bij haar aan, want het grote monster naderde vanaf de horizon om zijn buit op te halen. Luid snuivend en uit zijn vervaarlijke bek vuur spugend, kliefde het met zijn grote gestalte de golven van de zee. Perseus sprak de
aan de rots gekluisterde jonkvrouw moed in, keek haar nog eens liefdevol aan en bereidde zich voor op de grote strijd met het ondier.

Hoe deze strijd begon en hoe deze afliep staat bij het sterrenbeeld van de Walvis, want zo heet het sterrenbeeld nu.

NO                                                               O                                                               ZO
aug. 1   1°° u                                       sept. 1   23°° u                                     okt. 1  20°° u
15  24°° u                                              15  22°° u                                            15 19°°

Het sterrenbeeld Andromeda klimt in juni tot in augustus, is in september in het oosten te vinden (zie boven) en stijgt in oktober in het noordoosten verder, tot het in november ongeveer in het zenit staat, dan aan de avondhemel om 21°° u, in de zomertijd een uur later. 

De namen van de sterren betekenen:

Alamak (Arabisch) = vermoedelijk afgeleid van al-anaq, de woestijnlynx
Mirach (Arabisch)  = afgeleid van mi’zar ‘schort’
Sirrah (Arabisch) afgeleid van surrat al-faras: navel van het paard (gezamenlijke ster in Pegasus)

Meer feiten

Sterrenkundealle artikelen

7e klasalle artikelen

.

2572-2407

.

.

.

.

 

VRIJESCHOOL – 7e klas – sterrenkunde (1-1/3)

.

CASSIOPEIA
.

Dit sterrenbeeld is naast de Grote Beer  of de Grote Wagen misschien wel het bekendste sterrenbeeld. De sterren ervan zijn als circumpolaire sterren in iedere heldere nacht te zien en vormen een grote, karakteristieke W.
De legende die door de Oude Grieken met dit sterrenbeeld werd verbonden, stamt uit de 6e eeuw voor Christus en veranderde in de meer dan 2500 jaar nauwelijks. Het beeld van Cassiopeia daarentegen werd heel verschillend weergegeven. Ons beeld gaat terug tot de oudste en minst vervalste overleveringen.

Het sterrenbeeld van Cassiopeia is het beste te zien in de herfstmaanden. Want alleen tussen september en november zit ze goed op haar troon, wanneer je ze aan de avondhemel ziet en ook in deze tijd zijn de overige sterrenbeelden die bij de verwikkelingen rond Cassiopeia behoren, het beste te zien. 
Uitgaand van Cassiopeia zijn er nog vier sterrenbeelden die onlosmakelijk met haar geschiedenis zijn verbonden.:

Koning Cepheus, haar man
de mooie Andromeda, haar dochter
een zeemonster dat Andromeda wil verslinden
Perseus die dit monster doodt en die Andromeda bevrijdt

In de herfstmaanden is het zeer indrukwekkend om naar haar te kijken, vooral omdat dan alle personen in de juiste stelling aan de hemel verzameld staan en het monster (tegenwoordig Walvis genoemd) langzaam in het oosten boven de horizon opduikt. Allereerst zie je de punt van zijn staart en dan duiken de kop en het bovenlichaam van het ondier op, dat de mooie Andromeda wil verslinden. 

Legende

Cassiopeia was de vrouw van koning Cepheus en koningin van het verre land dat de Oude Grieken Ethiopië noemden. Zij was een heel knappe vrouw, wat ook zichtbaar is aan haar naam die vertaald luidt: ‘de door haar aanblik schitterende’. Je kan deze naam ook vertalen met ‘die van pracht en praal houdt’ en daarmee wordt op haar ijdelheid gewezen. 
Want Cassiopeia was niet alleen maar mooi, maar ook ijdel en hoogmoedig en op een dag was zij zelfs zo vermetel te beweren dat zij knapper was dan alle Nereïden bij elkaar.
Om te kunnen beoordelen wat deze bewering betekende, moet je weten wie de Nereïden waren.
In de Griekse mythologie waren het de dochters van Nereus, de god van de rustige en kalme zeespiegel en van de nimf Doris, een van de vijftig dochters van  Oceanus,
Vaak wordt er over vijftig Nereïden gesproken, maar in werkelijkheid zijn het er zoveel als er dochters van Oceanus zijn. Het zijn de altijd aanwezige en zegen brengende begeleidsters van de zeegodin Thetis of de godin Amphitrite en we zijn ze al tegengekomen toen ze Theseus hielpen. 
Het is te begrijpen dat de Nereïden over deze uitspraak van Cassiopeia erg boos waren. Ze wendden zich tot Poseidon, hun beschermer, de god van de zee en deden bij hem hun beklag over de belediging die Cassiopeia hen had aangedaan.
Poseidon voelde wel mee met die bevallige zeejonkvrouwen, te meer daar ze de begeleidsters van zijn gemalin Amphitrite waren en hij beloofde dat Cassiopeia voor haar vermetelheid gestraft zou worden. 

Allereerst stuurde hij een grote overstroming die Ethiopië verwoestend teisterde en daarna een verschrikkelijk monster uit de Atlantische zee dat de mensen en kudden verslond. Het land zou pas van de plaag worden verlost, wanneer de knappe dochter van de hoogmoedige koningin, jonkvrouw Andromeda, als prooi aan het zeemonster zou worden gegeven.
Dat werd ook aan koning Cepheus meegedeeld toen hij bij het orakel liet navragen, waarom die plaag over zijn volk was gekomen en wat hij moest doen om de woede van de zeegod te temperen.
Andromeda was echter enig kind van wie niet alleen de moeder, maar ook de vader innig hielden en ze geloofden het orakel niet en ze wilden de gruwelijke eis van het orakel niet inwilligen. 

Toen het zeemonster echter steeds maar tekeer bleef gaan en voortdurend meer mensen uit het volk verslond, viel het volk dat door de boden van de orakelspraak gehoord had, koning Cepheus zo fel aan, dat hij wel aan de druk moest toegeven. 
Met lood in zijn hart liet hij zijn dochter Andromeda met beide armen aan een rots in zee vastklinken, zodat ze niet voor het ondier weg kon lopen. Daar moest de onschuldige jonkvrouw wachten op het dier dat haar verslinden zou. 
Haar moeder Cassiopeia zat ondertussen op haar troon en smeekte de goden om hulp, zoals we in het sterrenbeeld kunnen zien. Dat haar smeken de redder deed verschijnen  die op het nippertje de verloren gewaande dochter Andromeda redde, zien we bij het sterrenbeeld van Perseus.

okt. 1  24° u                                              nov. 1  22° u                                 dec. 1  20° u
15  23° u                                                     15 21°  u                                        15 19° u

Alle sterren van Cassiopeia horen bij de circumpolaire sterren die continu om de noordelijke hemelpool draaien en steeds boven de horizon staan. De karakteristieke W die door de helderste sterren wordt gevormd, is makkelijk te vinden. In september staat Cassiopeia in het noordoosten, hoog boven de horizon vanwaar ze verder stijgt naar het zenit dat ze in november ongeveer bereikt (→ afb. ) op dat ogenblik aan de avondhemel om 21° u, in de zomer om 22° u.

De namen van de sterren betekenen:

Caph (Arabisch)     = afgeleid van al-kalf al-hadib            de gekleurde hand
Rucha (Arabisch)   = afgeleid van rukbat dat al-kursi     knie van de vrouw op de                                                                                                        troon
Schedir (Arabisch) = afgeleid van ala s-sadr                    die op de borst

Meer feiten

Sterrenkundealle artikelen

7e klasalle artikelen

.

2570-2405

.

.

.

.

VRIJESCHOOL – 7e klas – sterrenkunde (1-1/2)

de kleine beer


De zeven heldere sterren van de Kleine Beer zijn net het spiegelbeeld van de Grote Beer  De Kleine Beer is nog extra bijzonder, omdat hij het dichtst bij de noordelijke hemelpool staat. Aan het eind van zijn staart staat Polaris, die het dichtst bij de hemelpool; staat: de Poolster van onze tijd. 
Maar dat was niet altijd zo. Want de twee hemelpolen – naast die van het noorden is er ook een van het zuiden die wij niet kunnen zien, bewegen en beschrijven in een platonisch jaar (25.920 jaar) twee cirkels. Ongeveer 4000 jaar geleden bevond zich de noordelijke hemelpool in de staart van de draak. Langzaam is die dan langs de kop van de Kleine Beer getrokken naar zijn staart en zal nog verder gaan naar het sterrenbeeld Kepheus. Daarom is Polaris pas sinds ongeveer 500 jaar de Poolster en in nog eens 500 jaar zal de hemelpool zo ver van Polaris zijn verwijderd, dat je hem geen Poolster meer kan noemen.
De afbeelding laat zien in welke richting de sterren van de Kleine Beer in de loop van de dag en in de loop van het jaar om de hemelpool draaien. Omdat de hemelpool steeds precies in het noorden staat, kan je je met behulp van de sterren van de Kleine Beer in ruimte en tijd oriënteren. Wie de Kleien Beer en zijn plaats aan de hemel kent, kan aan de sterrenhemel zien, waar op aarde het noorden is en welk nachtelijk uur het is. Toen er nog geen kompassen en klokken waren zoals wij die nu kennen, richtten de vroegere zeevaarders zich op de sterren. Met name de Feniciërs, een oud zeevaardersvolk met een belangrijke cultuur, oriënteeren zich op de sterren van de Kleine Beer die men naar zichzelf noemden: ‘Phoinike’.

Legende

In de legenden die er over de Kleine en Grote Beer zijn, wordt er steeds duidelijk op gewezen dat het vrouwelijke dieren, berinnen, zijn. 
Onderstaande legende uit een zeer ver verleden, laat dat duidelijk zien. Het gaat om de drie sterrenbeelden die de hemelpool bewaken: de Kleine en Grote Beer en deDraak.
Deze legende voert ons mee naar het begin van de ontwikkeling van de wereld zoals de Grieken die zagen.
Uit de Chaos werden de hemel, Uranos en de aarde, Gaia, geboren en zij regeerden als eerste generatie goden de wereld. Ze werden door Kronos (Saturnus) en Rhea afgelost. Maar de ontwikkeling moest verdergaan. Daar verzette Kronos zich tegen. Want zijn moeder, de aarde Gaia, had hem voorspeld dat een van zijn zonen hem van zijn heerschappij zou beroven. Uit angst daarvoor verslond hij zijn kinderen zodra ze geboren werden. Rhea echter zuchtte onder die gruwelijke macht met wie ze getrouwd was,  die alles wat tot ontwikkeling wilde komen, verslond. Diep in haar hart wit ze dat ze Zeus, de toekomstige gebieder van goden en mensen, het leven zou schenken. In haar nood smeekte ze haar moeder Gaia en haar vader Uranos, de hemel vol sterren, om het kind te sparen dat ze al bij zich droeg. 
De oeroude goden die door Kronos waren opgevolgd, konden weliswaar nergens meer over beslissen, maar ze waren zeer gaarne bereid vanuit hun rijpere blik raad te verschaffen. Ze gaven hun zwangere dochter de raad een grot in te vluchten van het ontoegankelijke Idagebergte  op het eiland Kreta om daar Zeus ter wereld te brengen. 
Rhea volgde deze raad op. In de grot bracht ze het kind ter wereld, dat ze overdroeg aan twee nimfen die er als moeders voor moesten zorgen en gaf de geit Amalthea de opdracht het kind met haar melk te voeden. Toen keerde Rhea naar haar gemaal terug, wikkelde een steen in doeken en gaf die aan Kronos om die in plaats van het kind te verslinden. 
Kronos merkte aanvankelijk niets. Maar om het huilen van het kleine kind te overstemmen, voerden Cureten voor de grot van Zeus hun cultische dansen uit en sloegen daarbij met hun speren zo hard op hun schilden dat het gehuil van het kind niet tot buiten doordrong.
Kronos had echter een soort voorgevoel gekregen dat zich steeds sterker tot angst ontwikkelde en hij ging op zoek naar het kind. Voor hij echter op Kreta kwam, veranderde Zeus, die als kind al alwetend was, zich in een draak en zij twee verzorgende moeders in berinnen. Kronos kon daarom niets vinden en moest onverrichter zake terugkeren.
Toen Zeus na veel strijd aan de macht kwam, plaatste hij zijn eigen gestalte waarin hij zich veranderd had en die van zijn moeders als sterrenbeelden aan de hemel. Daar vinden wij ze nu nog. De draak bewaakt de pool van de ecliptica, de enige vaste pool aan de sterrenhemel. De Kleine Berin die door haar lange staart de naam ‘Kynosura’ dat ‘hondenstaart’ betekent, kreeg, bewaakt de hemelpool en de Grote Beer wijst die ons aan. Ook de geit werd door Zeus als dank aan de hemel geplaatst.

Dec. 1    22º u                                       jan. 1  20º u                                 febr. 1  18º u 
        15   21º u                                             15  19º  u                                febr. 15 17º u

De kleine beer draait steeds om de hemelpool die hij bewaakt. Zijn ster, Polaris, is de grootste ster bij de hemelpool, daarom heet hij Poloster.

De namen van de sterren betekenen:

Kochab (Arabisch) = ster
Polaris (Latijn) = Poolster
      

.

Meer feiten

Sterrenkundealle artikelen

7e klasalle artikelen

.

2566-2401

.

.

.

 

 

 

 

 

 

 

 

.