–
de kleine beer

De zeven heldere sterren van de Kleine Beer zijn net het spiegelbeeld van de Grote Beer De Kleine Beer is nog extra bijzonder, omdat hij het dichtst bij de noordelijke hemelpool staat. Aan het eind van zijn staart staat Polaris, die het dichtst bij de hemelpool; staat: de Poolster van onze tijd.
Maar dat was niet altijd zo. Want de twee hemelpolen – naast die van het noorden is er ook een van het zuiden die wij niet kunnen zien, bewegen en beschrijven in een platonisch jaar (25.920 jaar) twee cirkels. Ongeveer 4000 jaar geleden bevond zich de noordelijke hemelpool in de staart van de draak. Langzaam is die dan langs de kop van de Kleine Beer getrokken naar zijn staart en zal nog verder gaan naar het sterrenbeeld Kepheus. Daarom is Polaris pas sinds ongeveer 500 jaar de Poolster en in nog eens 500 jaar zal de hemelpool zo ver van Polaris zijn verwijderd, dat je hem geen Poolster meer kan noemen.
De afbeelding laat zien in welke richting de sterren van de Kleine Beer in de loop van de dag en in de loop van het jaar om de hemelpool draaien. Omdat de hemelpool steeds precies in het noorden staat, kan je je met behulp van de sterren van de Kleine Beer in ruimte en tijd oriënteren. Wie de Kleien Beer en zijn plaats aan de hemel kent, kan aan de sterrenhemel zien, waar op aarde het noorden is en welk nachtelijk uur het is. Toen er nog geen kompassen en klokken waren zoals wij die nu kennen, richtten de vroegere zeevaarders zich op de sterren. Met name de Feniciërs, een oud zeevaardersvolk met een belangrijke cultuur, oriënteeren zich op de sterren van de Kleine Beer die men naar zichzelf noemden: ‘Phoinike’.
Legende
In de legenden die er over de Kleine en Grote Beer zijn, wordt er steeds duidelijk op gewezen dat het vrouwelijke dieren, berinnen, zijn.
Onderstaande legende uit een zeer ver verleden, laat dat duidelijk zien. Het gaat om de drie sterrenbeelden die de hemelpool bewaken: de Kleine en Grote Beer en deDraak.
Deze legende voert ons mee naar het begin van de ontwikkeling van de wereld zoals de Grieken die zagen.
Uit de Chaos werden de hemel, Uranos en de aarde, Gaia, geboren en zij regeerden als eerste generatie goden de wereld. Ze werden door Kronos (Saturnus) en Rhea afgelost. Maar de ontwikkeling moest verdergaan. Daar verzette Kronos zich tegen. Want zijn moeder, de aarde Gaia, had hem voorspeld dat een van zijn zonen hem van zijn heerschappij zou beroven. Uit angst daarvoor verslond hij zijn kinderen zodra ze geboren werden. Rhea echter zuchtte onder die gruwelijke macht met wie ze getrouwd was, die alles wat tot ontwikkeling wilde komen, verslond. Diep in haar hart wit ze dat ze Zeus, de toekomstige gebieder van goden en mensen, het leven zou schenken. In haar nood smeekte ze haar moeder Gaia en haar vader Uranos, de hemel vol sterren, om het kind te sparen dat ze al bij zich droeg.
De oeroude goden die door Kronos waren opgevolgd, konden weliswaar nergens meer over beslissen, maar ze waren zeer gaarne bereid vanuit hun rijpere blik raad te verschaffen. Ze gaven hun zwangere dochter de raad een grot in te vluchten van het ontoegankelijke Idagebergte op het eiland Kreta om daar Zeus ter wereld te brengen.
Rhea volgde deze raad op. In de grot bracht ze het kind ter wereld, dat ze overdroeg aan twee nimfen die er als moeders voor moesten zorgen en gaf de geit Amalthea de opdracht het kind met haar melk te voeden. Toen keerde Rhea naar haar gemaal terug, wikkelde een steen in doeken en gaf die aan Kronos om die in plaats van het kind te verslinden.
Kronos merkte aanvankelijk niets. Maar om het huilen van het kleine kind te overstemmen, voerden Cureten voor de grot van Zeus hun cultische dansen uit en sloegen daarbij met hun speren zo hard op hun schilden dat het gehuil van het kind niet tot buiten doordrong.
Kronos had echter een soort voorgevoel gekregen dat zich steeds sterker tot angst ontwikkelde en hij ging op zoek naar het kind. Voor hij echter op Kreta kwam, veranderde Zeus, die als kind al alwetend was, zich in een draak en zij twee verzorgende moeders in berinnen. Kronos kon daarom niets vinden en moest onverrichter zake terugkeren.
Toen Zeus na veel strijd aan de macht kwam, plaatste hij zijn eigen gestalte waarin hij zich veranderd had en die van zijn moeders als sterrenbeelden aan de hemel. Daar vinden wij ze nu nog. De draak bewaakt de pool van de ecliptica, de enige vaste pool aan de sterrenhemel. De Kleine Berin die door haar lange staart de naam ‘Kynosura’ dat ‘hondenstaart’ betekent, kreeg, bewaakt de hemelpool en de Grote Beer wijst die ons aan. Ook de geit werd door Zeus als dank aan de hemel geplaatst.Dec. 1 22º u jan. 1 20º u febr. 1 18º u
15 21º u 15 19º u febr. 15 17º u
De kleine beer draait steeds om de hemelpool die hij bewaakt. Zijn ster, Polaris, is de grootste ster bij de hemelpool, daarom heet hij Poloster.
De namen van de sterren betekenen:
Kochab (Arabisch) = ster
Polaris (Latijn) = Poolster
.
Meer feiten
Sterrenkunde: alle artikelen
7e klas: alle artikelen
.
2454
.