VRIJESCHOOL- Rudolf Steiner – Algemene menskunde – voordracht 2 – alle artikelen

.

ALGEMENE MENSKUNDE ALS BASIS VOOR DE PEDAGOGIE – GA 293

voordracht 2
de bladzijden verwijzen naar de vertaling van 1993

Een kleine uitleg over de indeling in paragrafen:
Het eerste cijfer verwijst altijd naar de voordrachtenvolgorde in de uitgave. [2-
Het tweede cijfer is het onderwerp van de beschouwing, aangegeven met het bladzijnummer en een korte inhoudsomschrijving. [2-1]
Het derde cijfer [2-1-1] geeft een uitbreiding aan van de inhoud van [2-1]
Wanneer je de gang door de voordracht wil volgen, hoef je de uitbreidingen niet per se te lezen, al horen ze er inhoudelijk wel bij. De volgorde door de voordracht is dus de reeks [2-1] [2-2] [2-3] enz.
Als kleur: rood

[2-1] blz. 30/31
Over de noodzaak van een nieuwe psychologie. De pedagogie van Herbart als representant van de ‘oude fase’.

[2-2] blz. 31-33
Over de voorstelling; als beeld; als niet meer werkelijk (unter-real); als onstoffelijk bewegen=denken; beeld als gevolg van spiegeling; voorstellen als kracht die spiegelt; voorstellingskracht als voorgeboortelijke realiteit.

[2-2-1] blz. 31-33
Een nadere toelichting op ‘unter-real‘: de realiteit van de voorstellingsbeelden – als oerbeelden – in de geestelijke wereld, toegelicht vanuit GA 9 Theosofie.

[2-2-2] blz. 35-38
Over antipathie en geheugen; warm en koud m.b.t. sympathie en antipathie; vragen omtrent het geheugen; voor herinneren meer antipathie nodig; voorwaarde voor begripsvorming.

[2-3blz. 33-35
Over de wil; als kiem, toekomst; als nog niet werkelijk (über-real); als kracht(simpuls) die pas na de dood werkelijkheid wordt.

[2-3-1] blz. 35-38
Over: sympathie; de kiem voor na de dood; wil; de opdracht voor de opvoeder: sympathie ontwikkelen voor het kind.

[2-3-2] blz. 35-38
Over: sympathie en fantasie; het denken als -na-denken en -vooruit-denken; de ‘gewone’ imaginatie.

[2-4] blz. 34-36]
Over: het gevaar en de noodzaak van schema’s; over de ziel, gevoel en beleven; antipathie en sympathie; ‘spiegelen’, reflecteren.

[2-4-1] blz. 40-44
Over: antipathie en sympathie; vorming hoofd en ledematen door kosmos; voorwaarde vrijheid.

[2-5] blz. 38
De ziel – hier als sympathie en antipathie omschreven – drukt zich fysiek uit in zenuwen en bloed. [zie [2-5-1] Uitspraken van Steiner waarin hij aangeeft dat geest en ziel zich lichamelijk manifesteren.

[2-5-1] blz. 39/40
Over: de tegenstelling bloed-zenuw.

[2-5-2] blz. 40/41
Over: de zenuwen – motorische zijn in wezen ook sensitieve; uitspraken daarover uit verschillende voordrachten: GA 192; GA 201; GA 205; GA 293; GA 301; GA 302A; GA 303.

[2-5-3-1] De ‘ziel’ van het hart
Walther Bühler over: de impact van de eerste harttransplantatie; bestaan de hartenkrachten slechts in overdrachtelijke zin?; hart en zielenleven; drieledige mens; betekenis van de hartspier; hart en bloedsomloop; hart als waarnemingsorgaan; hart en ziel; hart en geweten.

[2-5-3-2] Het hart, een heel bijzonder orgaan
Hans Kümmell over: ontdekking van het hart; wat is het allemaal; hart historisch gezien; het uiterlijke en innerlijke hart; hart en drieledige mens; hart en ritme; hart en ademhaling; relatie met de wereld; hartziekten; in de taal.

[2-6] blz. 40/41
Over: de mens als kosmisch wezen; 25920, getal van kosmisch, platonisch jaar in samenhang met ademen en slapen/wakker worden; wat heeft de leerkracht aan deze kennis: eerbied voor de leerling.

[2-6-1] blz. 40/41
Over: de mens als kosmisch wezen; 25920, getal van kosmisch, platonisch jaar in samenhang met ademen en slapen/wakker worden; uit GA 192, 201, 205.

[2-7] blz. 40/41
Korte inleiding op de zgn. ‘3 haarden‘ waar sympathie en antipathie elkaar ontmoeten: in het hoofd, in de borst en in het onderlijf.

[2-7-1] blz. 41
De 1e van de door Steiner 3 genoemde plaatsen waar antipathie en sympathie elkaar fysiek ontmoeten: in het hoofd; over ‘de sprong’ = de synaps; over sensitieve en motorische zenuwen; Arie Bos over ‘kneedbare’ hersenen; waar is hier zenuw en bloed i.v.m. antipathie en sympathie; opmerkingen uit GA 179 en GA 194; nog veel vragen i.v.m. pedagogisch-didactisch handelen.

[2-7-2] blz. 41
De 2e en 3e door Steiner genoemde plaatsen waar antipathie en sympathie elkaar fysiek ontmoeten: in het ruggenmerg en het onderlichaam.
.
[2-8] blz. 42-43
De drieledige mens: de noodzaak tot indeling en tegelijkertijd de onmogelijkheid daarvan; hoofd – romp – ledematen ofwel: zenuwzintuig- ritmisch en stofwisselingssyteem; ergens ligt het accent, maar het komt in het hele lichaam terug; over stofwisseling in het hoofd.
.
[2-9] blz. 43-44-45
In zeker opzicht een samenvatting van alles wat is besproken en [2-2 en wat onder dit nr. volgt]; over zuurstof en koolzuur in het bloed bij voorstelling en beeld; de besproken tegenstellingen als basis voor het lesgeven.
.

[2-10] blz. 44/45
De mens komend uit de geestelijke wereld, opvoeding als voortzetting van geestelijke activiteit op aarde; beeldend vermogen en betekenis van beeldend onderwijs; waardige stemming van waaruit je met kind omgaat.

Algemene menskundealle artikelen

Menskunde en pedagogiealle artikelen

Rudolf Steineralle artikelen op deze blog

.

1472

.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.