.
Paul de Bruin, leraar m.o. lichamelijke opvoeding, nadere gegevens onbekend
.
Naast de gymnastiek zoals we die kennen in de vorm van toestelturnen, zaal- en buitenspel en atletiek bestaat er op de vrijeschool nog een facet dat bij de lichamelijke opvoeding thuishoort: de zogenaamde bothmergymnastiek.
Sinds ik aan de vrijeschool de gymnastieklessen van de 3e, 4e en 5e klas verzorg, ben ik me gaan verdiepen in de vrijeschoolgymnastiek.
Langzamerhand beginnen de inzichten en de bedoelingen van de bothmergymnastiek te leven. Het ligt in de bedoeling dat ik deze vorm van gymnastiek als een onderdeel het komende schooljaar aan de derde klas wil aanbieden,
Voordat ik hieraan daadwerkelijk begin, wil ik U allereerst informeren welke plaats de bothmergymnastiek op school inneemt.
Deze vorm van gymnastiek laat zich moeilijk theoretisch verklaren. Je moet de oefeningen eigenlijk zelf ervaren, beleven, voelen en procesmatig op je in laten werken en uiteindelijk – begrijp je niet – maar voel je wat het betekent.
De naam is ontleend aan de heer Von Bothmer, lange tijd leerling van Rudolf Steiner en als zodanig is het initiatief om te komen tot een nieuwe lichaamsscholing, geïnspireerd door Rudolf Steiner.
Bothmer zegt: “Gymnastiek is ruimtescholing ofwel geometrie in de ruimte.”
De oefeningen hebben voor een belangrijk deel tot doel: het zich bewust worden van de ruimte en de ruimtekrachten. De ruimte zoals Bothmer hem beleeft is niet alleen uiterlijke vorm: hoogte, diepte en het horizontale, maar betekent ook: krachten. De mens moet heer en meester worden over de naar beneden trekkende en de naar boven inspannende kracht; hij moet in evenwicht van die krachten kunnen leven. Hij zegt: door het tegelijk oefenen van lichaam en de geest moet het kind in de driedimensionale ruimte leren leven zonder gevangene te worden van de ruimtelijk-materiële wereld. Door de beweging moet de starheid van die materiële wereld overwonnen worden; de ruimte wordt geestelijk beleefd en de mens wordt vrij. Het is daarom ook dat Bothmer bij hoge uitzondering niet met toestellen of handgereedschappen werkt. Je wordt er door afgeleid en je kan daarom niet tot wezenlijke beleving van geestelijke ruimte komen.
Wanneer begin je nu met de bothmeroefeningen op school. Hij zegt hierover dat het jonge kind tot en met het achtste jaar – de 2e klas dus – nog leeft in de wereld van de sprookjes en dat de fantasie ook duidelijk leeft in het spel van het kind. Eenvoudige tik- en wedstrijdspelletjes en het begin van de euritmie is in deze periode het beste bewegingsonderwijs.
Om en nabij het negende levensjaar krijgt het kind een verhouding met de dimensionale ruimte en zijn wetmatigheden. Daarom kan pas in de derde klas een begin gemaakt worden met die zogenaamde ruimtescholing.
Bovendien dienen de activiteiten van de eerste en de tweede klas zo onverbrekelijk met elkaar verbonden te zijn zoals op de kleuterschool, dat een specifiek vak als gymnastiek in die periode nog niet thuishoort.
Ik hoop, dat ik U hiermee enig inzicht heb kunnen geven in de gymnastiek op de vrijeschool.
Rest nog, dat wanneer U zich afvraagt hoe de bothmeroefeningen worden uitgevoerd, ik U kan zeggen dat de eigen ervaring en beleving het beste antwoord daarop is.
.
Gymnastiek: alle artikelen
Vrijeschool in beeld: Bewegende klas
Menskunde en pedagogie: alle artikelen
Algemene menskunde: alle artikelen
.
1044
.