VRIJESCHOOL – 7e klas – Menskunde – voedingsleer (1)

.

F.H.v.d. Hoek, nadere gegevens ontbreken
.

Mens en voeding: periode uit de 7e klas

Een van de periodes die in een zevende klas wordt gegeven is de combinatie menskunde – voedingsleer.
Het is in het kader van de vrijeschoolpedagogiek een logisch vervolg op de periodes uit de 4e, 5e en 6e klas, nl. dier- en plantkunde en mineralogie.

In de 7e klas komt dan de mens aan de orde en ook hier is het evenals in de lagere klassen de bedoeling het kind in de aanbieding van de leerstof in zijn denken, gevoels~ en wilsleven aan te spreken. Vandaar dat er niet wordt uitgegaan van het “doodse” element, de botten, het geraamte met de bekende vragen die wij als volwassenen uit onze biologieles wel herinneren: ‘Wat is het doel van het geraamte? Het geraamte dient ter versteviging van ons lichaam, het geraamte dient als aanhechtingsplaatsen voor- pezen en spieren….. enz.”

Uiteraard kunnen dergelijke zaken wel aan de orde komen, maar dan toch wel meer met betrekking tot bepaalde processen die zich in ons lichaam afspelen. Vandaar dat er – ik meen dat dit typerend is voor het gehele vrijeschoolonderwijs – veel meer van kwaliteiten dan van kwantiteiten wordt uitgegaan.

Bij het 12/13-jarige kind gaat het verstandelijke leven een steeds grotere plaats innemen. De drang om bepaalde processen te willen ontdekken ontwaakt. Dit speelt dan ook in de behandeling van de menskunde duidelijk een rol. Het gevoelsleven van het kind speelt hier echter nog steeds heel duidelijk op in, (op een manier van: “Wat doet deze kennis met mij”, kan het kind bepaalde processen die zich in de menskunde, dus ook – en misschien wel juist – in zich zelf voordoen, trachten te verwerken.

Vandaar ook dat het element – voedingsleer – in het kader van de menskunde zo’n buitengewone invloed kan hebben op het gevoel van kwaliteit, dat de kinderen juist op deze leeftijd kunnen ontwikkelen.

Vanaf de eerste dag in deze periode proberen we het “mens-zijn” zoveel
mogelijk op onszelf te betrekken. Een eenvoudige vraag als “Hoe blijven wij als mens in leven” is nl. lang zo eenvoudig niet, als op het eerste gezicht misschien wel lijkt, ja, een klassengesprek kan zelfs een filosofisch tintje krijgen, naarmate je je meer met dat “mens-zijn” bezig houdt. Natuurlijk komt men in zo’n gesprek al snel op begrippen als voeding en ademhaling. In de loop van deze periode zullen deze begrippen dan ook uitvoerig behandeld worden.

Boeiend was het ook om gezamenlijk in de klas te zoeken naar eigenschappen of kwaliteiten, die wij als typisch menselijk zouden kunnen betitelen. Al gauw werd het duidelijk dat de mens door middel van zijn zintuigen de buitenwereld in zich kan opnemen en daar binnen in zijn “Ik” iets mee kan doen, vooral als het vermogen on te leren hierop inspeelt.

Behalve de “aardevoeding” (het voedsel dat via de mond tot ons komt) werd in deze periode eveneens het begrip “kosmische voeding” geïntroduceerd. Het is namelijk die veelheid van indrukken, zoals die via onze zintuigen tot ons komt (bijv. ogen, gehoor, reuk, tastzin e.d.) die voor de mens onontbeerlijk is en die voor hem eveneens een soort voedsel vormt dat, als dit niet zou plaatsvinden, het typisch menselijke van dit wezen niet tot stand zou laten komen.

Hoewel het verleidelijk is om hier een heel betoog over deze kosmische en aardse voeding op te zetten, zou ik omwille van de ruimte in dit verband willen verwijzen naar het boekje van H.Hoogewerff “Voeding en Voedingsgewassen.” [1]

Hierna zijn wij in de zevende klas vrij uitvoerig ingegaan op de stofwisseling. De weg van het voedsel en van de lucht, de organen met betrekking tot die stofwisseling, de harmonische processen van ademhaling en bloedsomloop, de betekenis van de huid voor ons lichaam.

Steeds weer kwam nadrukkelijk de vraag naar voren.” Wat voor invloed heeft de voeding op ons lichamelijk en geestelijk welzijn? Een vraag waar je je erg theoretisch, maar ook erg praktisch mee kunt bezighouden. Vooral met kinderen is de laatste methode de meest werkbare.

Tijdens dit deel van de periode kregen de kinderen uitvoerig praktisch onderricht van mevr. C.Heppener, die niet zo heel lang geleden nog de scepter zwaaide in het vegetarisch eethuisje Sattvika in Naarden, maar momenteel voedingscursussen aan volwassenen geeft. Het was eigenlijk steeds een ‘heel knus’ geheel, acht kinderen die ’s morgens in alle vroegte in de prachtige bossen van het Theosofisch Centrum liepen te zoeken naar brandnetels om er even later soep van te maken.

Een ander moment zitten ze bij elkaar. Zo luisteren hoe uiteengezet wordt hoe de seizoenen van het jaar zo hun eigen specifieke werking op de natuur hebben, zodat de sapstroom vermindert en vermeerdert. Verbanden worden gelegd tussen deze menskunde/voedingsperiode en de sterrenkundeperiode, die zij hiervoor hadden. [2]

Voor sommige kinderen is het wel even wennen. Zaken als “wat de boer niet kent…” moeten soms wel overwonnen worden. Het is een hele gewaarwording als je verwacht dat “dit toch wel niets zal worden” en dat het uiteindelijk toch heel lekker blijkt te zijn! Ook in de gesprekken aan tafel wordt hier uitvoerig bij stil gestaan. De tendens is toch duidelijk voelbaar na een paar dagen: ook de wat gereserveerdere kinderen worden steeds enthousiaster. Aanvankelijk is er misschien nog even het “vreemde”, wat echter al snel plaats maakt voor het “lekkere”, het “leuke” en het “zelf doen” en gevolgd zelfs door “het bezig zijn met gezond voedsel”. Zelf heb ik deze periode uiterst vruchtbaar gevonden, te meer omdat wellicht enkele vooroordelen (gek, vies) ten aanzien van wat wij in deze periode hebben leren kennen als “goed voedsel”, weggenomen konden worden, terwijl van deze kinderen verwacht mag worden, dat zij daarnaast ook wat kritischer zijn geworden ten aanzien van het “voedsel”, dat ons vaak via de massamedia wordt opgedrongen.

Bijzonder leuk was dat een aantal kinderen, die thuis nog nooit gekookt hadden, enkele van de dingen die zij tijdens deze kleine “cursus” leerden ook daadwerkelijk thuis in praktijk brachten. Het feit dat zoiets dan ook nog lekker werd gevonden was dan natuurlijk een geweldige stimulans. Een logisch vervolg op deze periode zal plaats vinden in de week van 25 juni a.s. .De zevende klas zal dan samen met de zesde een werkkamp hebben op het bedrijf van Loverendale in Zeeland, bekend vanwege het brood uit de reformwinkels.

Ongetwijfeld zullen we in een van de volgende “maandberichten” op dit kamp
terugkomen.

7e klas voedingsleer [2]   tabak

[1] H.Hoogewerff: Voeding en voedingsgewassen
[
2] Sterrenkundeperiode

7e klas: alle artikelen

VRIJESCHOOL in beeld: 7e klas: sterrenkunde; tekenen  (arceren)

1043

.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.