.
ALGEMENE MENSKUNDE ALS BASIS VOOR DE PEDAGOGIE – GA 293
.
GA= Gesamt Ausgabe, (volledige uitgave): de genummerde reeks boeken en voordrachten van Steiner.
De voordrachten die Steiner hield hadden tot doel uiteen te zetten wat vrijeschoolpedagogie omvat.
Van 21 augustus tot en met 6 september 1919 volgden de leerkrachten voor de te beginnen school deze cursus die, naast de in de morgen gehouden voordrachten GA 293 [1], ook nog bestond uit de over de rest van de dag verdeelde cursussen (GA 294) [2] en (GA 295) [3]
Aan de hand van een aantal persoonlijke gedachten en ervaringen, wil ik een context geven voor leerkrachten die op de vrijeschool (gaan) werken bij alle voordrachten.
De tekst in groen is van Steiner; in zwart is de vertaling. In blauw is mijn tekst.
Blz. 23 vert. 23
MENSBEELDEN
.
We zouden slecht met elkaar kunnen communiceren, wanneer de begrippen die we gebruiken geen vast omlijnde betekenis zouden hebben. Op onze vraag: ‘Wat is de, of een…….?’, moet een raak getypeerd antwoord volgen: de omschrijving die we o.a. in het woordenboek vinden. Eenduidig, zodat er geen misverstanden kunnen ontstaan.
Dat gaat nog het beste met de voorwerpen die we in de ruimte als levenloze materie aantreffen: basalt is geen kalk en klei is geen laagveen.
Het wordt al moeilijker bij begrippen als ‘rood’ of ‘kou’ en het is geen wonder dat, om een zeker houvast te vinden, deze begrippen teruggebracht worden tot wat dan – min of meer – te vatten is in een formule waarin vaste waarden worden gebruikt.
Voor de levende natuur kun je dat ook proberen en op de vraag: ‘Wat is een paardenbloem?’, krijg je meestal het antwoord dat de bloeiende paardenbloem omvat. Maar is de bloeiende paardenbloem dé paardenbloem. Dat is hij toch ook wanneer die zijn pluizenbol vertoont, of zijn eerste blaadjes ontvouwt! Kortom: niet alleen de verschijning in de ruimte, maar ook die in de tijd is wezenlijk.
Voor alles wat leeft, is het veel moeilijker om te zeggen: ‘Het IS’. We hebben vooral ook te maken met: het WORDT!
Voor opvoeders een belangrijk feit: je leerlingen zien als wordende wezens.
En in het algemeen dus ook: de mens zien als een wordend wezen: van geboorte tot dood. Voor Steiner begint en eindigt die wording niet met geboorte en dood, zoals we al zagen: tussen geboorte en dood speelt die zich op aarde af, ‘daar buiten’ gaat de wording verder.
Wanneer je ‘antroposofie’ simpelweg omschrijft als ‘wijsheid omtrent de mens’, zal je, wanneer je Steiners werk ter harte neemt, veelvuldig allerlei ‘wijsheden omtrent de mens’ tegenkomen. Mensenkennis, gezichtspunten die een diepe(re) waarheidskern blijken te bevatten. Gezichtspunten die je eigen standpunten verdiepen, maar vooral ook nuanceren.
Op deze blog zijn een aantal van deze gezichtspunten verzameld onder ‘Rudolf Steiner – wegwijzers’
Neem deze wegwijzer (145) bijv.:
En zo is het in het leven steeds – de dingen in het leven moeten overal vanuit de meest verschillende kanten bekeken worden.
Und so ist es im Leben immer – die Dinge im Leben müssen überall von den verschiedensten Seiten betrachtet werden.
GA 306/85
Op deze blog vertaald/85 zie: 91; 99; 112; 122; 142; 143; 146; 147; 149; 154; 160
Dat van ‘verschillende kanten’ bekijken, geeft Steiner o.a. ook zo weer:
Wanneer een boom van verschillende kanten wordt gefotografeerd, is het nog steeds dezelfde boom, maar de foto’s zien er heel verschillend uit; zo kan ook ieder mens zijn eigen mening hebben – afhankelijk van het standpunt waarop hij zich plaatst.
GA 337b – hier in bredere context
of:
Een begrip, een idee, een gedachte is eigenlijk, zodra men de geestelijke feiten en geestelijke wezens onder ogen ziet, nooit iets anders dan een afbeelding, een foto, die men in de fysieke wereld, laten we zeggen, van een boom maakt. Als men een afbeelding van een boom van een kant neemt en een afbeelding van een andere kant, een afbeelding van een derde kant – deze beelden zien er alle verschillend uit. Ze zijn van een en dezelfde boom, maar ze zien er alle anders uit. En alleen doordat men deze afbeeldingen van de meest uiteenlopende kanten neemt, kan men, doordat men ze vergelijkt, nauwkeurig een voorstelling, een ervaring van de werkelijkheid verkrijgen.
GA 72/81 – hier in bredere context te lezen.
Steiner hecht grote waarde aan ‘karakteriseren’ i.p.v. ‘definiëren’, d.w.z. vóór je tot een vorm van definitie komt, moet je eerst uitvoerig zoveel mogelijk gezichtspunten onder ogen hebben gezien.
Tegen deze achtergrond is het volkomen begrijpelijk dat Steiner de mens – als de grootste ‘worder’ op aarde – van alle kanten ‘fotografeert’ en karakteriseert: als twee- drie-, vier-, zeven- negenledig, bijv. Of beschreven vanuit het fysieke standpunt, of vanuit de ziel of vanuit de geest.
Dit laatste gebeurt concreet in de Algemene menskunde:
voordrachten 1 t/m 5: vanuit de ziel
6 t/m 10: vanuit de geest
11 t/m/ 14 vanuit het lichaam,
waarbij we ons moeten realiseren dat de scheiding nergens absoluut is!
In dit opzicht maakt ‘antroposofie’ het er niet makkelijker op, in mijn optiek wel interessanter en je wordt er en passant wijzer van.
.
Over het tweeledig mensbeeld
Over denken – voelen – willen: het drieledig mensbeeld, gaat het in deze voordrachtenreeks [GA 293] zeer uitgebreid en zeer verdeeld over de verschillende voordrachten.
Meer samengevat vind je het hier een aantal artikelen. (Een serie van vier).
Over het vierledig mensbeeld gaat het in deze reeks [GA 293] niet zozeer.
Wél staan op deze blog uiteenlopende opmerkingen van Steiner over:
de vier wezensdelen – ter verdieping vanaf [1-7-2/1]
En verder: die wezensdelen die tot een zevenledig/negenledig mensbeeld leiden:
geestzelf; levensgeest; geestmens: [1-7-2/8] [1-7-2/8-1] link 17281
*GA= Gesamt Ausgabe, de boeken en voordrachten van Steiner
[1] GA 293
Algemene menskunde als basis voor de pedagogie
[2] GA 294
Opvoedkunst. Methodisch-didactische aanwijzingen
[3] GA 295
Praktijk van het lesgeven
.
Algemene menskunde: voordracht 1 – alle artikelen
Algemene menskunde: alle artikelen
Rudolf Steiner: alle artikelen op deze blog
Menskunde en pedagogie: alle artikelen
.
1343-1255
.
.
.
*



