VRIJESCHOOL – De ontwikkeling van het jongere kind (1-2-5)

.

Een van de meest menselijke vermogens is het kunnen spreken.
Spreken kunnen we alleen leren door nabootsing. 
Omdat in vroegere sociale verhoudingen de moeder thuis voor het opgroeiende kind zorgde, heeft zich in de taal het begrip ‘moedertaal’ (het Engels heeft ‘de moeder tong!) gevestigd.

Rudolf Steiner gaf al in het begin van de vorige aan hoe belangrijk klanken zijn voor de vorming van bepaalde gebieden in de hersenen. 
Het huidig hersenonderzoek geeft hem daarin gelijk. (Al wordt dat niet zo luid verkondigd, simpelweg omdat men het werk van Steiner te weinig kent).

Zie voor verdere onderbouwing nu: Algemene menskunde voordracht 11 [11-3]
Daarna [11-4]
De inhoud van deze artikelen legt de basis voor wat al jaren met kinderen wordt gedaan vanuit een instinctief gezond gevoel van de ouders/opvoeders.

Vingerspelletjes

Ze zijn van oudsher dé spelletjes om een klein kind zinvolle bewegingen te laten maken bij een tekst. Deze kennen de kinderen in zeer korte tijd uit het hoofd en op deze manier wordt hun woordenschat sterk uitgebreid.

Uit steeds meer onderzoeken blijkt er een wezenlijke samenhang te bestaan tussen de bewegingen die met name door de handen worden gemaakt en de ontwikkeling van bepaalde hersengedeelten.

Rudolf Steiner maakte er in een aantal pedagogische voordrachten al melding van dat handen(arbeid) de hersenen positief vormt.

Daarover meer in het artikel ‘handen en intelligentie’.

Vingerspelletjes kunnen zeker tot en met de kleuterklas, maar ook in de 1e klas doen kinderen nog graag mee, als het geen ‘kleuterdingetjes’ zijn; dat kan vooral in de niet-Nederlandse talen: dan is het ook weer zeer zinnig bewegingen met klanken en woorden te verbinden.

Op deze blog staan ook vingerspelletjes voor peuters en kleuters. Het is niet zo eenvoudig om een duidelijke scheidslijn aan te geven.
Uiteraard moeten de spelletjes voor de baby, het jonge kind dat een beetje zitten kan, eenvoudig zijn.

Een van de bekendste is wel;
.

NAAR BED, NAAR BED! ZEI DUIMELOT

Een spelletje voor de al wat fijnere motoriek: de betreffende vinger moet a.h.w. even apart bewogen worden. Vooralsnog doet de oudere dit, later zal het kind het nadoen (nabootsing!)

Naar bed, naar bed! zei Duimelot
Eerst nog wat eten! zei Likkepot.
Waar halen we ’t vandaan? zei Langelot.*
Uit grootvaders kastje! zei Ringeling.
Dat zal ik verklappen! zei ’t Kleine Ding.

Er bestaan uiteraard allerlei kleinere varianten:
Waar zullen we ’t halen, zei Lange Jaap
Uit grootmoeders kastje, zei Korte Knaap

Soortgelijk:

Duimelot is in het water gevallen,
Likkepot heeft hem er uit gehaald.
Langejaap heeft hem thuisgebracht,
Korteknaap heeft hem te eten gegeven, en
Pinkelink heeft alles aan moeder verteld!

Mellie Uyldert heeft een verklaring voor de verschillende vingers:

Zij zegt dat de vingers de krachtstroom geleiden die door de arm wordt aangevoerd, elk op een verschillende trilling naar buiten, wat samenhangt met het doel, waarvoor de vinger de kracht gebruikt.

In de duim ziet zij het werktuig en uitdrukkingsmiddel van het Ik, de wil en het hart. Bij de duim gaat het om zonnekracht. ‘Duimen’, (op geluk hopen) is dan:  ‘die kracht opladen en daaraan de wens verbinden die door die lading van scheppingskracht kans krijgt om in vervulling te gaan!

De wijsvinger zou met het geloof te maken hebben. De bisschopsring wordt aan deze vinger gedragen: hier zou het om de Jupiterkracht gaan. Jupiter doet vriendschappen ontstaan; als men naar iemand wijst, maakt men al een etherische verbinding met die persoon.

De middelvinger zou verband houden met de erffactoren van het voorgeslacht, met traditie en verplichting en verantwoordelijkheid; men draagt er de zegelring met het familiewapen aan!

Bij het afleggen van de eed, worden wijs- en middelvinger tegelijk opgestoken: men zweert bij God en bij het voorgeslacht!

Tegen het z.g. boze oog of de boze blik maakt men het z.g.. hoorntje: men steekt wijsvinger en middelvinger uiteen gespreid in de vorm van een V omhoog of voor zich uit, weert dus onheil af door de krachten van Jupiter en Saturnus. (Dit heeft niets met de V van Victorie te maken, dat is er later maar bij bedacht!)”

De ringvinger zou de vinger van Venus zijn en met de liefde te maken hebben, de vinger waaraan de trouwring wordt gedragen.

De pink de vinger van Mercurius, ”die speelkameraadschap kan doen ontstaan, men draagt er de ring van de kleine genegenheid aan. Mercurius geeft ons de spraak en de taal. Het valt op, dat in de overeenkomstige versjes in alle Europese talen de pink steeds degene is, die aan het eind van het avontuur zegt: ik zal alles verklappen! In ’t Frans zeggen de moeders ook: mon petit-doigt me l’a dit!

Het is interessant dat de Duim de actieve is, in de zin van initiatiefnemer: ‘Naar bed,, jullie!’ Of hij heeft al iet gedaan en is in het water gevallen. Als we vanuit de drieledige mens kijken, is de duim zeker het meest verwant met de wil. Iemand ‘onder de duim houden’ betekent toch niet meer of minder dan dat je iemand ‘je  wil oplegt’. Het is ook de vinger waarmee wij de grootste drukkracht kunnen uitoefenen en is daarmee zeer ‘ledematenverwant’.
De Duitse antroposofisch art Norbert Glas gaf een jaar of vijftig geleden een serie boeken uit met als kern dat het uiterlijk van de mens iets openbaart van zijn innerlijk. Een titel luidt:Die Hände offenbaren den Menschen‘.
Ook hij koppelt aan de duim ‘de wil’.
Hij verbindt aan de vingers geen planetenkwaliteiten, dat doet Uyldert wel en ze laat de wijsvinger bij Jupiter horen. Een jupiterkwaliteit is ‘denkend het overzicht bewaren’; dat komen we bijv. weer bij Glas tegen.
Het uitlikken van de pan is voor Uyldert ook een jupiterkwaliteit, hij immers ‘geeft ook de levensgenieters!’
De middelvinger schaart zij onder Saturnus: ‘het probleem-denken’ en ordenen in rubrieken; de ringvinger, Venus, zoekt dan weer het genot. Ze zou in alle talen een ril spelen wanneer het om eten gaat.
En de pink, als mercuriusvinger, is de Mercurius als boodschapper van de goden.
Het ‘over-brengen’ komt ook in alle talen voor!

 Voor Uyldert hangt de duim samen met de Zon, en daarmee met het hart. Volgens haar weet de duim alles van het hart en als er door het kind op gezogen wordt, aan ‘gelurkt’, Duimelot = duimelurk!, masseert het zijn gehemelte en de daar boven liggende hypofyse: de klier die o.m. zorgt voor de kennis van de buitenwereld).
Zij refereert nog aan Klein Duimpje dat als zinnebeeldig sprookjesfiguur in heel Europa voorkomt, en in India is er vaak sprake van een mythisch wezen, niet groter dan een duim, zittend op een lotusblad op het water, overeenkomend met Andersens Duimelijntje, en dat betekent overal: de eeuwige lichtvonk in het mensenhart, het goddelijke deel in de mens.

We kennen nog meer gebaren met de duim: we liften ermee; we geven te kennen dat iets goed is: duimpje hoog.
Maar bij de Romeinen betekende ‘duim omlaag’: dood voor de gladiator en wij geven met dit gebaar ook iets afkeuringswaardig aan.
In het kinderspel betekende de duim omhoog: ik pas!

‘Door de duim stroomt de kracht, die ons met het eeuwige leven verbindt en die ons de individuele waarde schenkt, het eenmalige van onze persoonlijkheid.’

Voor Uyldert is ‘Duimelot is in het water gevallen’: het goddelijke vonkje, of de geest, valt in de wateren van de ziel bij de incarnatie. ‘Juist zoals de levensgeest in de gestalte van Tyl Uylenspiegel in het water valt. Daar in het menselijk-psychische zou het besef van de goddelijke afkomst te loor gaan, als het geloof van Jupiter (de wijsvinger) het niet uit het water haalde en hogerop in het bewustzijn bracht! – Langejaap, de Saturnusvinger van het abstract denken, brengt hem dan thuis in de begrippen der theologie! Duimelot is daar de immanentie. – Korteknaap, de Venus-vinger, geeft hem te eten: de liefde is het voedsel, dat de eeuwigheid in de mens onderhoudt. – En dat dit gehele proces zo plaats vindt, dat het de oer-vorm van de involutie en evolutie is, van schepping en verlossing, dat wordt door Mercurius onderwezen, van de een op de ander oververteld!’

Zo zouden we dus de diepste en grootste waarheden terugvinden in de eenvoudige beelden en woorden van het kinderrijmpje.

.

Mellie Uyldert: Verborgen wijsheid van oude rijmen

In deze reeks:  [1-2],  [1-2-2]  en [1-2-3]  [1-2-4]

Ontwikkelingsfasenalle artikelen

Opvoedingsvragenalle artikelen

Nabootsing      lopen-spreken-denken      spel      ritme

Vrijeschool in beeldkleuters

.

2800

 

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.