.
taalontwikkeling (dus: hersenontwikkeling) d.m.v. klanken
.
De gezonde instincten van oudere generaties zorgden eenvoudig voor allerlei liedjes, bewegingen, spelletjes om het taalgevoel te stimuleren. Niet zozeer vanuit een ‘weten’ dat dit goed is, maar eerder nog door het simpelweg omgaan met het kind en wellicht ook door het ontbreken van veel prikkels die nu aan het kind gegeven kunnen worden door wat er in de wereld aan bijv. geluid- en beelddragers, speelgoed (dat vaak eerder speel-slecht’ genoemd zou moeten worden enz.
De eenvoudige spelletjes die vroeger ‘voor moeder en kind’ opgetekend zijn, zijn uiteraard ook voor vader en kind van belang.
Mellie Uyldert had hiervoor nog een sterk intuïtief gevoel.
Zij zegt bijv,:
Wat de spelletjes van ouders of grootouders met het kind op schoot voor dat kind wel betekenen, wordt veel te weinig beseft! Pas in de laatste tijd is men tot de conclusie gekomen, dat kinderen in de zeer hygiënische kinderhuizen, met moderne afgewogen diëten en pedagogisch speelgoed, minder goed gedijen dan kinderen in armoedige woninkjes, die bij hun ouders zijn en die, weliswaar lang niet altijd pedagogisch bejegend, de nestwarmte krijgen, die de instinctieve ouderliefde nu eenmaal geven kan en de geschoolde opvoedingsambtenaar niet!
Tot die nestwarmte behoren de intieme kwartiertjes tussen moeder en kind, na het bad, bij het voeden, voor het naar bed gaan, als een grapje gemaakt, een liedje gezongen, een bewegingsspelletje gedaan wordt. Waarom kraaien de kleintjes van pret bij het paardje rijden op vaders knie, het schuitje schommelen op moeders schoot? – Omdat het kind daardoor deel neemt aan menselijk contact, omdat het voelt dat het erbij hoort, en iets samen met anderen doet, zoals later, als het meespeelt in een orkest of in een toneelstuk, of meewerkt in een bedrijf. Omdat het zich voelt opgenomen in die grote elektromagnetische stroom, die door alle levende schepselen vaart, van de een op de ander overspringend bij elke aanraking, en daardoor tekorten aanvult en overschotten afneemt, voortdurend stimulerend en kalmerend in het ritme dat het eigen ritme is van onze adem, ons hart, onze gevoelens!
Onderhand leert het kind zijn lichaam beheersen, zijn bewegingen richten, het leert zijn eigen rijkje verkennen om het te leren besturen. De tijd, die we spelend aan onze kinderen besteden, is niet weg – integendeel: wij leggen daarmee de grondslag van een evenwichtige samenleving en mensengeluk!
Zie nu bijv. in dit artikel ‘Algemene menskunde’ [11-5-1] vanaf hier
en [11-4]
Daar noemde ik het liedje Ozewiezewoze’:
Soortgelijke liedjes:
Ozewiezewoze en meer
Ala, mala, mink, monk
Dit liedje is pentatonisch, d.w.z. het maakt gebruik van 5 tonen zonder de c en de f. Dat geeft een wat dromerig-zweverige stemming.
Du-du, ik zeg du
Voor de u kan je uiteraard alle klinkers nemen
Tok-tok-tok, daar zijn de kippen
Dit is een keuze voor het doel bovenbeschreven. De liedhes staan alle op ‘Vrijeschoolliederen, bij de leeftijd 4 – 6.
Wanneer het kind wat ouder is en kan zitten, zijn er nog veel liedjes waarop allerlei bewegingen kunnen worden gemaakt. Ook dat is zeer stimulerend voor bepaalde hersengebieden, dat nu veel meer aangetoond kan worden dan vroeger.
Maar het is net of vroegere generaties dit ‘gewoon’ wisten en zo zijn er uit het verleden vele (vinger)spelletjes, liedjes blijven bestaan.
Ontwikkelingsfasen: alle artikelen
Opvoedingsvragen: alle artikelen
Nabootsing lopen-spreken-denken spel ritme
Vrijeschool in beeld: kleuters
.
2792
.
.