VRIJESCHOOL – (Kring)spelen (2)

.

Kringspelletjes worden voornamelijk in de kleuterklas gespeeld. Ook in de 1e klas vinden veel kinderen het nog erg fijn, vooral als het ‘nieuwe’ zijn, d.w.z. die ze in de kleuterklas nooit hebben gedaan.

(Dus als 1e-klasleerkracht even verifiëren bij de kleuterjuf/meester.)

DE ZEVENSPRONG

Heb je wel gehoord van de zeven, de zeven,
Heb je wel gehoord van de zevensprong?
Ze zeggen dat ik niet dansen kan,
ik kan dansen als een edelman
dat is een
dat is twee
dat is drie
dat is vier
dat is vijf
dat is zes
dat is ze-e-ven.

Muziek

Alle kinderen vormen een kring met de handen vast en huppelen al zingend linksom, tot: Dat is één! – Bij die woorden plaatsen zij, even stilstaand en met het gezicht naar het midden van de kring gekeerd, de rechter voet een pas naar voren.

Daarna huppelen ze weer in de kring, nu rechtsom, eerste hup op linkervoet. Bij: Dat is één! Dat is twee! – worden een pasje rechts en een aansluitend pasje links naar voren gemaakt. Daarna weer linksom huppelen.

Zo worden steeds het lied en de figuren herhaald, waarna het nieuwe figuur wordt bijgevoegd.

Bij: Dat is drie! – wordt de rechterknie aan de grond gebracht.
Bij: Dat is vier! — wordt de linkerknie óók aan de grond gebracht, en liggen allen dus even geknield met de handen vast.

Je moet opletten, dat je even tijd neemt voor het opstaan daarna.

Bij: Dat is vijf! — wordt de rechterhand even losgelaten en de rechter elleboog op de grond gezet.
Bij: Dat is zes! -wordt ook de linker elleboog op de grond gezet.
Bij: Dat is zeven! – wordt met het voorhoofd de grond aangeraakt, terwijl je de handen op het hoofd houdt.
In deze houding (van een nog ongeboren kind) blijf je nu liggen, terwijl allen het laatste couplet zingen, waarbij nu, te beginnen met: Dat is één! – eerst het hoofd wordt opgeheven, dan de linker elleboog opgetild, en zo voort, alle houdingen in volgorde terugnemend, die je eerst had aangenomen.

Variatie: bij de regels:
Ze zeggen dat ik niet dansen kan, ik kan dansen als een edelman! –

blijft ieder op z’n plaats, de jongens met de armen voor de borst gekruist, de meisjes met de handen op de heupen, en dansen de wiegelpas. Of de meisjes gaan daarbij tegenover de jongen aan haar linkerkant staan. Deze snelle overgangen tussen de figuren zijn echter te moeilijk voor jonge kinderen.

Er is ook geprobeerd een verklaring te vinden voor dit spel:

Deze dans beeldt uit, in het zich beurtelings inrollen en ontrollen, de eeuwige afwisseling van involutie en evolutie, incarnatie en excarnatie, concretie en abstractie, verstoffelijking en vergeestelijking, het middelpuntvliedende en het middelpuntzoekende stadium, of hoe je het maar in analogieën wil aanduiden. Het is de grote pulserende beweging van het Al, van schepping en verlossing, leven en sterven, waarin wij allen opgenomen zijn en meewerken. Als zinnebeeld een van de mooiste heilige dansen, die ons uit de oudheid zijn overgeleverd!
(Melly Uyldert)

Meer over ‘De zevensprong

Meer kringspelletjes bij: peuters en kleuters: alle artikelen

.

Spel: alle artikelen

.

2519

 

 

 

 

 

 

 

 

.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.