.
Een van de unieke vrijeschoolvakken is het vormtekenen.
In zijn pedagogische voordrachtenreeksen GA 293 t/m/ 311 legt Steiner uit wat hij met dit vak beoogt en geeft hij aanwijzingen hoe het (niet) te geven.
In GA 293 gaat het niet zo concreet over vakken of lesstof, hierin worden vooral de menskundige achtergronden van het vrijeschoolonderwijs uiteengezet.
Omdat de lesstof gezien wordt als ‘middel’ en niet als ‘doel’ om de jonge mens in zijn ontwikkeling te begeleiden, is ‘menskunde’ in de verschillende vakken terug te vinden: de antroposofische inzichten omgewerkt tot pedagogie en didactiek.
Menskundige achtergronden voor het vormtekenen vinden we in GA 293 niet concreet uitgesproken.
A.h.w. via ‘een omweg’ vinden we toch een aantal opmerkingen die m.n. voor de ‘geometrische vormen’ (driehoek, cirkel, spiraal enz) van belang zijn.
Die staan in voordracht 3 en voordracht 8. In laatstgenoemde bieden de opvattingen over de gezichtszin en de bewegingszin aanknopingspunten.
In vormtekenen [1-1] merk ik daarover op: Voor nadere uitleg, zie [3-8-1] en
[8-4-6]
Door de samenhang met de bewegingszin pleit het er sterk voor het tekenen van deze geometrische vormen staand te laten uitvoeren.
‘In de verticaal’ roept toch meer het beeld van staan op dan van zitten.
.
Rudolf Steiner over vormtekenen: alle artikelen
Vormtekenen: alle artikelen
Algemene menskunde: alle artikelen
Rudolf Steiner: alle artikelen
Vrijeschool in beeld: alle beelden
.
2106
.