VRIJESCHOOL – Opvoedingsvragen (16-7)

.
Het ‘schoolkind’, met de leeftijd tussen het 6/7 en 12/13 jaar kan soms met bepaalde klachten aangeven dat het niet lekker functioneert. Vaak zijn de klachten vaag, d.w.z. er is geen aantoonbaar fysieke reden, bv. geen bloedarmoede o.i.d. Meestal gaat het om ‘niet lekker’, zich uitend in hoofdpijn of buikpijn. (Dit laatste kan ook wel gewoon komen door een te strak elastiek in de (onder)broek. Wat kan daar de oorzaak van zijn? Kinderarts Holzapfel schrijft er het volgende over en ook al is het artikel zo’n 50 jaar oud, er staan nog uiterst actuele gezichtspunten in.
.

Dr.M.W.Holzapfel, Welede Bercihten nr. 85, 03-1970
.

HET LABIELE SCHOOLKIND
.

Versterking van het innerlijk en bescherming tegen de buitenwereld
.
Elke moeder* zal wel min of meer duidelijk ervaren hebben, dat met het naar school gaan een geheel nieuwe tijd voor haar kind aanbreekt. Misschien mengt zich in dit gevoel ook een lichte angst, omdat ze aanvoelt en weet dat ze op de vorming van dit deel van het leven veel minder invloed heeft dan op de voorgaande tijd. De uiterlijke levensomstandigheden veranderen voor het kind, maar tegelijkertijd verandert het kind zelf en wordt daardoor beïnvloedbaar voor wat er van buiten af op hem toekomt.

Het kleine kind leeft geborgen in de omhulling van de moeder. Het heeft die omhulling nodig en is — zonder deze — gedoemd, naar lichaam en ziel te verkommeren. Het schoolkind wordt niet meer gedragen door dergelijke krachten. Maar het kan toch nog niet geheel op eigen benen staan, zoals de volwassene. Het is een wezen in overgang, dat voortdurend heen en weer pendelt tussen een toestand, waarin het nog gedragen wordt door de omgeving en een andere, waarin het reeds de beginnende zelfstandigheid probeert te verwezenlijken. Deze overgangssituatie, die ook op het zielenleven van het kind invloed uitoefent, maakt het nu juist tot een wezen, dat zo bij uitstek geschikt is om te leren. Het kind is nog niet „klaar” en staat daardoor open voor invloeden vanuit de opvoeding. Maar het heeft daarbij een innerlijke oriëntering nodig, een houvast, dat het zichzelf nog niet kan geven. Dit houvast vindt het in de autoriteit van de opvoeder, die het kind, wanneer deze autoriteit innerlijk gefundeerd is, gaarne accepteert, omdat het die nodig heeft. Heeft bij het kleine kind meer een moederlijk element geleefd, dat bij het schoolkind steeds meer verdwijnt, zo vertoont het steun gevende, dat nu nodig wordt, meer een vaderlijk principe.

Het nieuwe, dat het kind in de school ontmoet, drukt zich niet alleen uit in het onderwijs en in de andere pedagogische maatregelen, maar ook in de velerlei invloeden, die bv. van de klas en schoolgemeenschap en van de afzonderlijke medeleerlingen uitgaan. De weg naar school betekent meestal een grote belasting door factoren van onze „beschaving”: inspanning en haast in het verkeer, lawaai, reclame, de verleidingen van de etalages en supermarkets enz. En in het huiswerk strekt zich de invloed van de school, tot in het ouderlijke huis toe, uit.

Dat alles moet verwerkt worden en daartoe is het schoolkind in zijn labiele toestand vaak niet in staat. Weliswaar lijkt het over het algemeen, alsof het uiterlijk met de op hem afkomende dingen klaarkomt, maar innerlijk is er veel, dat het kind niet helemaal kan verwerken. Dat geeft dan aanleiding tot die typische storingen in de gezondheid van het schoolkind, die samengevat worden onder de naam ziekten van het schoolkind.

Wat men onder ziekten van het schoolkind verstaat

De kinderen klagen over hoofd- en buikpijn, over misselijkheid, neiging tot overgeven, hartkloppingen, storingen in de ademhaling, duizeligheid, zwakte. Af en toe zijn er ook kort durende aanvallen van hoge koorts, die schijnbaar zonder reden optreden. Soms heeft het kind angsttoestanden of neiging tot flauwvallen. De moeder maakt zich zorgen over de bleekheid en in ’t algemeen het slecht uitzien van het kind, de kringen onder de ogen, het gebrek aan eetlust, de nervositeit, de vermoeidheid en de onrustige slaap. De leraar bericht, dat het kind snel vermoeid is en dat het vermogen tot concentratie achteruitgaat.

Deze klachten, waarvan er soms slechts een of enkele optreden, worden gekenmerkt door wisselend verloop en horen bij het algemene beeld van de leeftijd. Ze komen en gaan.

*Nu er ook gezinnen zijn waar niet alleen uitsluitende de moeder voor het kind zorgt in de context van dit artikel, kan er natuurlijk gelezen worden, wat van toepassing is.

.

Opvoedingsvragen: alle artikelen

Ontwikkelingsfasenalle artikelen

Leerproblemenalle artikelen

Vrijeschool in beeld: alle beelden

.

2566
Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.