.
ALGEMENE GEZICHTSPUNTEN
[1] Opsomming van activiteiten per klas voor iedere taal; literatuur algemeen en per taal.
[1-2] Vreemde* talen in de onderbouw
Tom de Greeuw over: hoe een klein kind talen leert; het gemak, de nabootsing; doel van niet-Nederlandse talen op de vrijescholen: niet meteen om te leren, maar erin en mee te leven.
[1-3] Een creative benadering van de vreemde* talen
René M. Querido over: talen in klas 9, 10, 11 en 12: voorbeelden van literatuur, gedichten enz,; hoe kind een taal leert; ‘typisch’ Duits, Frans, Engels; de sociale kant van een taal kennen.
ENGELS
Engels in klas 1, 2, en 3: een paar voorbeelden van wat er gedaan wordt
Engels klas 1:
Christl Schultz over: hoe kan de eerste Engelse les in klas 1 eruitzien?
Engels klas 1
Erica von Baravalle over: hoe kan de eerste Engelse les in klas 1 eruit zien?
Engels klas 4
Pieter HA Witvliet over: laten we voortaan spreken over ‘niet-Nederlandse talen’ i.p.v. ‘vreemde’ taal: een taal is niet vreemd, maar anders; een manier om de -ingvorm aan te leren; tevens een voorbeeld van karakteriseren i.p.v. definiëren
Engels klas 5: Wonder van het andere
Erhard Dahl over: soms in het Engels 2 woorden t.o. het Nederlands maar 1 en omgekeerd;wat betekent eigenlijk een niet-Nederlandse taal leren; door de taal het andere en de ander leren kennen;
Engels in de verschillende klassen: 1e; 4; 7e, 9e, 12e
Engels in verschillende klassen: begin- of eindspreuken; tafelspreuken
Engels voor een hogere klas: een sprookje om op te voeren voor een lagere klas.
DUITS
Duits in klas 1, 2, en 3: een paar voorbeelden van wat er gedaan wordt.
Duits in klas 1, 2, en 3: bewegingsversjes
Duits 3e klas: spelletje over koe en stier
Spraakoefeningen voor alle klassen
Kerstgedichtjes voor verschillende leeftijden
FRANS
Leerplangezichtspunten voor de klassen 1 t/m 7
Frans in de 1e klas
Frans in klas 1, 2, 3 en verder
Een herderspelletje en een paar kerstliederen (die niet op ‘Vrijeschoolliederen staan’)
.
* ‘vreemde’ is m.i. een woord dat we i.v.m. andere talen niet zouden moeten gebruiken. Er is in wezen niets ‘vreemds’ aan deze talen – ze zijn alleen anders dan de onze. Wellicht is het goed dat kinderen ‘anders-zijn’ niet associëren met ‘vreemd = raar’.
.
399-376
.