.
Een kleine inhoudsopgave bij de opmerkingen die Rudolf Steiner in de pedagogische voordrachten maakte over dierkunde. Toevoegingen in blauw zijn van mij.
GA 294 vertaling: Opvoedkunst
3e voordracht blz. 50 vert. blz.60
In de natuur wandelend genieten, geen uitleg. In de klas de natuur als lesstof.
7e voordracht blz. 96 vert. blz. 101
Vóór het 9e jaar vertel je anders over de dieren dan erna; mens synthese van natuurrijken; menselijke gestalte: hoofd (bol), romp (fragment van bol) ledematen (stralen); hoofd: zintuigen, romp: ademhaling; ledematen stofwisseling; ‘dienen om’ of ‘ten dienste van’; verschil armen/handen – benen/voeten; vrijheid en zelfzucht; kunstzinnig vertellen over inktvis (hoofd); muis (romp); handen en moraliteit
14e voordracht blz. 189 vert. blz. 190
Vóór het 9e jaar kind anders t.o.v. dieren en planten; volgorde dier- plantkunde.
GA 295 vertaling: Praktijk van het lesgeven
3e voordracht blz. 37 vert. blz. 37
Alle dieren: de hele mens.
blz. 46 vert. 45-46
Dieren uitgebreid beschrijven, gedetailleerd bekijken.
14e voordracht blz. 152 vert. 145-146
Waarnemen van de Egyptenaren; zij tekenden dierenkoppen.
GA 297 vertaling 3e voordracht
3e voordracht vert. blz. 50-51
Dieren vergelijken met de mens: hoofd-lagere dieren, bijv. inktvis; mens uniek in ledematen; dit besef is van invloed op de moraliteit;
GA 300B blz. 14 niet vertaald vert. blz. 14
Dierkunde na het 9e jaar; mens samenvatting hele dierenrijk
GA 300C blz. 98 niet vertaald vert. blz. 98
Het gaat om hoofddieren, ritmische dieren en stofwisselingsdieren
GA 301 vertaald: De vernieuwing van de pedagogisch-didactische kunst door geesteswetenschap
8e voodracht blz. 127-129 vert. blz. 127-129
Vooreerst geen indeling in klassen, orden e.d., maar levendige verbinding met mens: eerst pedagogie, dan wetenschap; Oken; dier één aspect, mens alle aspecten bij elkaar; gevoel voor de wereld; niet vóór het negende jaar
blz. 131-132 vert. 131-132
mens synthese, dier eenzijdig
GA 303 vertaald: Gezondmakend onderwijs
9e voordracht blz. 162-163 vert. blz. 175
Vertellen als kunstenaar
10e voordracht
blz. 188-192 vert. 211-216
Dierenwereld betrekken op de mens; hoofd en lagere dieren; vis: ruggengraatdier, middendier; leeuw en kameel: stofwisseling-ledematendieren; diervorm begrijpen die als een eenzijdige ontwikkeling van een menselijk orgaansysteem te beschouwen; het hele dierenrijk is een uitgebreide mens; de mens is een samenstelling van het hele dierenrijk; een juist wereldgevoel geven
blz. 227 vert. blz. 256
Het dier in verband brengen met de mens; over het beschrijven.
GA 304 niet vertaald
7e voordracht blz. 170 – 173 vert. blz. 170-173
Dierenrijk synthese: mens; innerlijke houding t.o.v. de wereld = liefde voor de wereld;
GA 305 vertaald: Opvoeding en onderwijs
5e voordracht
blz. 107- 108 vert.107-198
Mens synthese van dierenrijk; kind en wereld verbinden
GA 306 niet vertaald
4e voordracht blz. 93 – 94 vert. blz, 93-94
Mens synthese van dierenrijk, dier eenzijdig ontwikkeld in bepaald orgaan;
5e voordracht blz. 97 – 98 vert. blz. 97-98
iedere diervorm op te vatten als een stukje mens dat eenzijdig gevormd is.
blz.101 vert. blz.101
beeldend neerzetten;
blz. 109 vert. blz. 109
in de gestalte zit al wat een dier doet; wat het kind verlangt.
GA 307 vertaald: Opvoeding en moderne kultuur
9e voordracht blz. 167-173 vert. blz. 211-220
De planten naar de aarde, de dieren bij de mens gebracht, dat moet onderwijsprincipe worden; drieledige mens; hoofd, ritmisch systeem, stofwisseling/ledematen; lagere dieren: ons hoofd, ‘middelste’ dieren – vissen – onze romp, hogere dieren: bewegingsorganen; dierenwereld als eenzijdige ontwikkeling; dierenrijk: uit elkaar gelegde mens; mens: samenvatting van hele dierenwereld; vogels; door kunstzinnig presenteren; mens dichter bij dier; versterking van de wil; verbinding mens en wereld
GA 308 vertaald: De lesmethode en de existentiële voorwaarden voor het opvoeden
4e voordracht blz. 69 – 72 vert. blz. 69-72
leeuw, stier, adelaar, engel – de mens; rund; leeuw; adelaar; mens als synthese; Oken; dieren ‘losse toon’ – mens ‘symfonie’; eerbied, religieus gevoel voor schepping
GA 309 Vertaald: Uitgangspunten van het vrijeschoolonderwijs
4e voordracht blz. 71 – 73 vert. 71 – 73
koe – menselijke stofwisseling; leeuw – menselijke borstgebied; vogel – hoofd; dieren: stukjes mens – mens in harmonie; Oken; biologie: verhouding van het kind met de aarde (plantenrijk) en de dieren: moraliteit; deze aanpak: je thuis voelen op de wereld
GA 310 Vertaald: Menskunde, pedagogie en kultuur
4e voordracht blz. 77 – 79; vert. blz. 81 – 83
relatie mens – dier; Oken; mens samenstelling van de afzonderlijke diervormen; fundament leggen voor een relatie tot de wereld
GA 311 Vertaald: De kunst van het opvoeden vanuit het besef: wat is de mens
3e voordracht blz. 48 – 55 vert. blz.48-55
dieren worden gekarakteriseerd door zieleneigenschappen; bij de mens veel minder uitgesproken eigenschappen; mens: synthese; dierenrijk is uitgebreide mens en mens een gecomprimeerd dierenrijk; hond en reukzenuw;
6e voordracht blz. 101 – 102 vert. blz. 101-102
door plant- en dierkunde het kind verbinden met zijn wereld
.
Dierkunde: alle artikelen
Rudolf Steiner: alle artikelen
VRIJESCHOOL in beeld: 4e klas dierkunde
.
290-273
.