.
In het NRC van 29-12-2022 zegt (niet-vrijeschool)juf Anne Steenhoff:
Het leesniveau van kinderen daalt en dat ligt aan ons
.
Ze heeft in haar groep(en) 8 geëxperimenteerd en komt tot de conclusie:
Wie wil dat kinderen beter lezen moet eerst kijken naar het aanbod. Met begrijpend lezen en populaire maar laagwaardige kinderboeken komen we er niet.
Volgens de onderwijsinspectie ‘haalt aan het eind van het basisonderwijs slechts de helft van de kinderen niveau 2F, de minimale vaardigheid om mee te kunnen komen in de maatschappij’
Hoe komt het toch dat meer kinderen dan vroeger – schijnt het – niet graag lezen.
Ook juf Steenhoff ziet dat ‘iedereen direct wijst naar de schermen, leestijd zou ingeruild zijn voor tijd op de iPad en achter de televisie.
Zij ziet dat ook wel, maar ze gaat veel verder en trekt een m.i. verrassende en enigszins schokkende conclusie: ‘het ligt aan ons!‘
Juf Steenhoff:
‘Al vier jaar doe ik, als leerkracht van groep acht in het basisonderwijs, onderzoek naar deze vraag. Ik heb van de schooldirectie de vrijheid gekregen te experimenteren. Het duurde niet heel lang om drie belangrijke oorzaken te achterhalen;
= niet elk kind heeft een gelijke start,
= we onderschatten de kracht van kinderliteratuur in plaats van begrijpend lezen = de kwaliteit van de boeken die we aanbieden is de afgelopen tien jaar drastisch gedaald.’
‘In een gemiddelde klas besteedt een leerkracht vijftien minuten aan het lezen van kinderliteratuur, terwijl juist deze boeken cruciaal zijn voor de leesontwikkeling. Kinderen leren niet alleen lezen, maar ook de ontwikkeling van empathie en sociale vaardigheden zijn direct te linken aan het lezen van kinderliteratuur. Zaken die in de teksten bij begrijpend lezen veel minder aan bod komen. Aan begrijpend lezen wordt in het schoolprogramma aanzienlijk meer tijd besteed maar de vraag is of dat goed is. De teksten zijn vaak gortdroog, saai en zorgen er meer dan eens voor dat kinderen lezen gaan haten. Zelfs mijn échte boekenliefhebbers slaken bij begrijpend lezen een diepe zucht.’
Deze woorden zijn mij – oud-vrijeschoolleerkracht – uit het hart gegrepen.
Het ‘begrijpend lezen’ heb ik altijd beschouwd als een vrucht van het intellectuele onderwijs. Sterk een beroep doend op de krachten van ‘het spiegelen’, dus van de antipathie – wie deze vrijeschoolvaktaal beter wil leren kennen, zal Steiners ‘Algemene menskunde‘ moeten bestuderen, m.n. voordracht 2 – hier met uitleg.
(Uiteraard is dit geen pleidooi tegen de noodzaak dat kinderen leren begrijpen – het gaat erom HOE en WANNEER dat gebeurt.)
Wat zij over de kinderliteratuur zegt, heeft eveneens mijn volledige instemming.
Ik heb hier een poging gedaan iets van literatuur voor een 2e klas aan te dragen.
Wat de inhoud van de boekenkast betreft:
‘Het niveau van de gemiddelde boekenkast op school en thuis is de afgelopen tien jaar drastisch is gedaald. Van ongeveer 1960 tot 2010 groeiden kinderen op met werken van dezelfde populaire auteurs, Annie M.G. Schmidt, Tonke Dragt en Astrid Lindgren bijvoorbeeld. Allemaal kwalitatief hoogwaardige auteurs, met substantiële boeken en taalgebruik waar kinderen iets van opsteken. Kijk naar de huidige kinderboeken top tien en het valt al snel op dat de boeken van die auteurs zijn vervangen door series Amerikaanse strips, zoals Het leven van een loser of Dogman. Dit zijn vertaalde stripboeken, er is weinig tekst en ze zijn in de meeste gevallen taalkundig van een zeer lage kwaliteit. We hebben onze kinderen wat betreft lezen op een fastfood dieet gezet en vragen ons nu af waarom ze dik en ongezond aan het worden zijn.’
Als je de oorzaak weet is het niet moeilijk je beleid erop aan te passen. Ik ging met een grote vuilniszak door de boekenkast op school, en verving alles wat niet aan mijn eisen voldeed door oude en nieuwe boeken van hogere letterkundige kwaliteit. Ik verlengde de leestijd van vijftien naar minimaal dertig minuten per dag en maakte begrijpend lezen in mijn klas eerder uitzondering dan regel. Het resultaat? Het gemiddelde leesniveau in mijn klas ligt na een half jaar op 3F, het niveau dat leerlingen na afronding van havo of mbo 4 bereikt moeten hebben.
En wij wisten al: opvoeding is zelfopvoeding.*
Volgens mij geldt dat hier ook:
Waarom doen we dit in onderwijsland dan niet massaal, hoor ik u denken. Omdat het van de leerkracht vraagt dat zij of hij weet wat hoogwaardige kinderliteratuur is en dus zelf aan het lezen moet slaan. Ik heb elk boek dat ik mijn leerlingen aanbied eerst zelf gelezen.
Ik adviseer ze boeken waarvan ik weet dat de onderwerpen aansluiten bij het individu en dat het leesniveau hen persoonlijk uitdaagt. „Juf heb je dit zelf gelezen, waar gaat het over?”, is een veelgestelde vraag in mijn klas, ze kijken voor het verder ontwikkelen van hun eigen leesvaardigheid logischerwijs naar mij. Dus de volgende keer dat iemand stelt dat het leesniveau van kinderen en jongeren zo slecht is vanwege alle schermtijd, vraag hen dan: wanneer las jij voor het laatst een goed kinderboek?
*Iedere opvoeding is in wezen zelfopvoeding.
Jede Erziehung ist im Grunde genommen Selbsterziehung des Menschen.
GA306/131
Op deze blog vertaald/131 Wegwijzer
.
Schrijven en lezen: alle artikelen
Hier staan veel kinderboeken die het niveau van ‘literatuur’ halen.
Menskunde en pedagogie: alle artikelen
.
2838
.