VRIJESCHOOL – In het jaargetijde (3-1)

.
Dieuwke Hessels postte dit artikel in de Facebookgroep ‘Vrijeschool’:
(januari 2022)
Hier gepubliceerd met toestemming van de schrijfster.

 

Ochtendspel

Wat is dat?

Een spel dat is aaneengeregen door liedjes, versjes en beweging, waarbij het beleven van individualiteit en samenzijn wordt aangesproken, waarbij in- en uitademing, lachen en ernstig/aandachtig zijn, vrij bewegen en geleide beweging [nabootsen van de doorleefde beweging van de volwassene] aan de orde komen.

Een spel passend bij het jaargetijde/jaarfeest. Een spel van juf bedoeld voor álle kleuters, bedoeld om veel ontwikkelgebieden in het kind/ de kinderen aan te spreken, voorwaarde is dat een kind zich veilig mag voelen en dat er duidelijke regels zijn waarbinnen een kind zich kan ontplooien.

Het spel wordt een aantal weken aaneen gespeeld: zo komen de kleuters van doen tot begrip, van liever aan de kant zitten kijken tot actief mee kunnen doen.

Iedere dag heeft het spel een begin en een eind, lijkt heel logisch, maar samen met het feit dat het spel een aantal weken wordt gespeeld is het zo dat de kleuter hieraan zich vormt; ze weten wat er komt, wat ervan ze gevraagd wordt en duidelijk wordt het voor de kinderen wanneer er naar een volgend onderdeel van de dag wordt overgegaan. Ze leren er het proces van dat alles wat een begin heeft ook een einde heeft, [net als opruimen bij spelen hoort of: voor je een boek leest, moet je er eerst eentje ophalen en na het “lezen” het boek weer terugbrengen]

Er kunnen een heleboel elementen een rol krijgen in dit geleide spel:
In – en uitademing in de beweging [actie en rust] sterkte van het zingen [bijv.] herhaling en ritme.
Taal -reken-bewegen [fijn en grof] en sociale en muzikale vorming. [Klanken, geluidssterkte]. * kijk ook naar je leerlingvolgsysteem.
Beweging is wel het belangrijkst, aangezien het kind zich ten eerste oriënteert aan zijn eigen lijf en van daaruit zich oriënteert in de wereld om zich heen [ruimtelijke oriëntatie]. [Denk ook aan: van egocentrisme naar in de wereld
durven staan naast/met een ander]
Bij het zingen worden pentatonische liedjes gebruikt, maar ook liedjes met een grondtoon en eigengemaakte liedjes:
veel zingen geeft harmonie. * in de kleuterklas is er een liedje voor alle dingen die gangbaar gebeuren in de groep….
Tegenstellingen als: warm-koud, snel-langzaam, hoog-laag, hard-zacht, vrolijk-boos, uitbundig-ingetogen, samen-alleen.
Aarde-elementen als: aarde, water, lucht en vuur.
Oerbeelden: o.a. de bal, de poort, het huis en de weg. Met onze menswording hebben we kosmische beelden meegekregen die we [on] bewust herkennen op aarde. De beelden zijn wezenlijk voor het vertrouwen van het kind in het aardse leven, ze werken op het gevoel van veiligheid en vertrouwen.
De oerbeelden staan in relatie tot de onderste vier zintuigen: de tast-, levens-, bewegings- en evenwichtszin. Deze zintuigen informeren de ziel over het eigen lichaam.

Tastzin: Geborgenheid (ik heb mijn lichaam)
Levenszin: Welbehagen (ik ben mijn lichaam)
Bewegingszin: Gevoel van vrijheid (lichamelijk geen belemmeringen)
Evenwichtszin: Uniciteit (ik ben een IK)
Het oefenen van de zintuigen levert zowel een vaardigheid op als een nieuw vermogen. Van kunnen naar [her]kennen, de ziel zal het fysieke beter kunnen aanvoelen.

De belangrijkste vier oerbeelden zijn:

De bal:
is beeld voor het geheel, de kosmos, het ronde, het eindeloze. De bal is het beeld voor vertrouwen en hangt samen met het tasten. Het maken van ballen van zand, vilt of bijenwas heeft een therapeutische werking. Zo ook het doorgeven van ballen in een kring. De kring staat voor eenheidsgevoel, ook het kleine kringetje op schoot, eigenlijk een horizontale bal.

De poort:

beeld voor de ene werkelijkheid naar de andere(doorgang). Iedere nieuwe situatie is een ‘poortbeleving’. Hoe is het kind door de geboortepoort gekomen? Als dit te snel was kan er sprake zijn van onbestemde heimweegevoelens.
Dan is het kind vaak verdrietig zonder aanwijsbare reden. Was dit te langzaam dan heeft het kind moeite met verbinden. De poort hangt samen met de ontwikkeling van de levenszin. Alle poortspelletjes stimuleren de levenszin
Het huis: beeld voor omhulling, veiligheid en geborgenheid. Zorg dat er in de speelhuisjes een kleed ligt. Dit geeft letterlijk bodem en dus het gevoel voor veiligheid en welkom voelen: hier is plaats voor mij. Helpend zijn alle
huishoudelijke bezigheden, spel met de poppenkinderen en alle lichaamsversjes.

De weg:

is het beeld voor het volgen van je levenspad op aarde. Het op weg gaan. Hoe verloopt je levensweg? Welke ontmoetingen heb je? Een echte weg maken in de klas geeft veel vreugde. Welke arbeid ontmoeten we op de weg?
Boer, visser, houthakker, kleermaker, molenaar, machinist. Soms is de weg moeilijk en moeten we een brug maken.
Of springen we van de ene steen op de andere steen.
Opgetekend naar Mieke de Roodt

Hieronder heb ik een ochtendspel over wortelkindjes:
ook eigenlijk een oerbeeld als geheel.

Het is donker
Moeder aarde maakt wakker,
Geeft nieuwe dingen aan,
Zorgt dat vaardigheden uitgevoerd worden
Kinderen gaan samen met anderen op weg
Het wordt licht
Individueel gaat ieder door de poort tussen onder en boven
Neemt eigen plaats in de ruimte in
Er zijn medekinderen om te ontmoeten en mee te “spelen”
Je krijgt kou en warmte over je heen
Tijd om te rusten….



Het sneeuwklokje

Een verhaaltje aan het eind van de winter.

Het was nog winter. Op de bevroren grond lag een dun laagje sneeuw en daaronder, in de aarde, woonde een sneeuwklokje. Veilig geborgen lag het in zijn
bollenhuisje, maar het sliep niet meer. Het had zich lang genoeg in het donker verborgen. Nu was het nieuwsgierig geworden en wilde het graag zien of er al andere plantjes en bloemetjes boven de aarde tevoorschijn waren gekomen.
Rond de bol begon de aarde warm te worden, zodat de sneeuw uiteindelijk boven het sneeuwklokje een klein stukje aarde vrij maakte.
Zodra het sneeuwklokje het heldere voorjaarslicht zag, zond het de eerste blaadjes omhoog en strekte het zich uit naar het licht. Het opende langzaam zijn bloemkelkje en ontdekte dat het nog helemaal alleen op de koude aarde
was en dat er van zijn bloemenvriendinnen nog niets te zien was.
Bedroefd liet het zijn hoofdje hangen tot er een fris windje kwam aanwaaien: “Weken en maanden ben ik nu al onderweg zonder ook maar één bloemetje te zien. Wees gegroet, jij kleine lentebode!” riep het vrolijk. En het speelde met het klokje zodat dit een heel teer en zacht geklingel liet horen.
Door dit geluid werden langzaamaan ook de andere voorjaarsbloemen wakker. Toen het sneeuwklokje hier en daar madeliefjes, sleutelbloemen en viooltjes hun kopje boven de aarde zag steken, was het blij.
Het bedankte de wind, die geholpen had zijn bloemenvriendinnen wakker te luiden.


Uit: ‘Leven met het jaar’ Verhalen, recepten, liedjes, knutsels en spelletjes door het jaar heen. Christiane Kutik, Ineke Verschuren e.a. bovendien een sneeuwklokje van zijdevloei Voor de seizoenstafel.

Materiaal:
pijpenrager of dun bloemistenijzerdraad
wit en groen zijdevloeipapier
een stukje bruine bijenwas
lijm en schaar

• Omwikkel de pijpenrager of het ijzerdraad met een
reepje groen zijdevloeipapier en plak het uiteinde vast.
• Knip van wit zijdevloeipapier drie bloemblaadjes
volgens het voorbeeld en eveneens van wit
zijdevloeipapier drie kleinere bloemblaadjes (ongeveer
1/3 van de grootte van de eerder geknipte blaadjes).
• Plak deze laatste als eerste om de bovenkant van de
pijpenrager, en plak vervolgens de drie grotere
eromheen.
• Neem nog een klein reepje groen en rol dit een paar keer om het punt waar de bloemblaadjes vastgeplakt
zitten aan de pijpenrager of het ijzerdraad.
• Buig het sneeuwklokje even, zodat het klokje hangt.
• Knip twee blaadjes en plak die onderaan de steel vast.
• Steek het steeltje in het stukje bijenwas, nadat u dit tot een plat bolletje hebt gekneed.

Met het wakker worden van de aarde, worden niet alleen wortelkindjes wakker, ook andere wezentjes in en vlak boven de aarde, de grond waarop wij leven: de elementarwezens.
“Wat is een natuurwezen?”
Wat moeten we nu onder een natuurwezen verstaan?
Een wezen dat leeft in de natuur op, in of boven de aarde. Het heeft met ons mensen gemeen dat het Aardegebonden is.
Het leeft in een bepaalde omgeving, liever gezegd sfeeromgeving die aan bepaalde eisen moet voldoen:
Er moet begroeiing zijn voor bepaalde wezens.
Er moet energetische voeding zijn vanuit bijvoorbeeld een breuk, een waterader, de bodem, de kosmos, of een bepaald menselijk handelen.
Aan- of afwezigheid van mensen. Soms kan de natuurlijke omgeving voor deze wezens kloppen maar door intensief bezoek en gebruik van mensen, stoot het hen af. Een voorbeeld is Challice Garden in Glastonbury. Daar tref je vrijwel
geen natuurwezens op horizontaal vlak aan, wel erboven en eronder.
Je kunt de wezens ook ordenen, zoals in de School van Chartres gebeurde, naar de elementen.
Bijvoorbeeld aardewezens: kabouter, trol; waterwezens: neptunus, zeemeermin; luchtwezens: Jan de wind; vuurwezens: vuursalamander. En tussenwezens zoals de groene man.
Ze hebben hun eigen wegen om zich te verplaatsen: bovengronds, ondergronds of over het aardoppervlak. Daarvoor kunnen ze bepaalde energetische lijnen gebruiken. Zo verplaatsen lichtwezens als elfen zich over bepaalde
lichtlijnen.
Natuurwezens hebben een vorm die voor ons mensen niet direct zichtbaar is, doch wel subtiel ervaarbaar is als een gevoel, aanwezigheid, geluid
Ze hebben een specifieke taak in het grote geheel, die ook door de mens worden gerespecteerd.
Natuurwezens kunnen mensen heel makkelijk beïnvloeden door gedachteoverdracht en andere overdrachtsmechanismen, zoals beelden, motorische stimulatie e.d.” Op deze site
 vind je beschrijvingen, ervaringen e.d. over deze prachtige wezens…

Natuurwezens
Verdiepingscursus voor opvoeders
De cursus pedagogie voor het jonge kind organiseert modules die afzonderlijk gevolgd kunnen worden. In deze modules worden lessen met pedagogisch en theoretische inhoud gecombineerd met
kunstzinnige lessen.
Natuurwezens: Carmencita de Ruijter neemt ons mee in de wereld van de natuurwezens, de elementenwezens en
de engel hiërarchieën. Wat doen deze wezens die voor de meeste van ons onzichtbaar zijn?
Antroposofie: Hoe zijn de aarde en de mensheid ontstaan? Is er sprake van een zinvolle, doelgerichte ontwikkeling?
In de antroposofielessen bespreken we hoe de mensheid zich gedurende verschillende cultuurperioden heeft ontwikkeld en hoe de natuurwezens daarin een rol spelen.
Schilderen: In de schilderlessen verdiepen we het gevoel voor de natuurwezens die in de natuur om ons heen werkzaam zijn.



.
Meer artikelen van Dieuwke Hessels:

Advent, Kerstmis, Driekoningen, Maria-Lichtmis
Peuter/kleuterklas: alle artikelen

Jaarfeesten: alle artikelen

Vrijeschool in beeld: alle beelden

.

2593

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.