.
noorderkroon
In heldere lente- en sterrennachten licht naast het sterrenbeeld van Boötes een krans van heldere sterren aan de hemel op, de Noorderkroon, die de godensmid Hephaistos als kroon voor de zeegodin Amphitrite vervaardigd zou hebben. Het was een krans van gouden bladeren met schitterende edelstenen. Hoe dit smeedkunstwerk aan de hemel kwam, komen we te weten uit de legende van Theseus en Ariadne.
Theseus, een zoon van de zeegod Poseidon, had ook een fysieke vader. Toen hij opgegroeid was tot een krachtige jongeling, bracht zijn moeder hem naar een rotsblok en vertelde hem: ‘Onder dit rotsblok heeft je vader een zwaard en zijn sandalen gelegd. Wanneer je er sterk genoeg voor zou zijn, moest jij de steen opzij rollen, het zwaard pakken en met de sandalen naar hem toegaan, want hij is een grote koning.’
Theseus aarzelde niet, rolde de steen weg en vond alles zoals zijn moeder het gezegd had. Toen nam hij het zwaard, gordde het om en trok de sandalen aan die hij naar zijn vader moest brengen. Hij liet door zijn moeder de weg beschrijven, nam afscheid en ging meteen op weg.
In plaats van de makkelijkere weg over zee te nemen, liep Theseus over land waar hij menig gevaar en beproeving moest trotseren. Daarbij nam hij het steeds op voor het recht en voor de waarheid en bestreed het kwaad. Nadat hij door zijn slimheid en zijn zwaard alle vijanden had overwonnen, kwam hij aan het hof van de koning die reeds zijn heldendaden had vernomen en hem uitnodigde voor een gastmaaltijd. Daarbij gebeurde het dat Theseus zijn zwaard gebruikte om een groot stuk vlees te verdelen. Dat zag de koning en die herkende zijn eigen zwaard dat hij twintig jaar geleden onder het rotsblok had gelegd. De sandalen bevestigden het en blij maakte hij zich aan zijn zoon bekend. Het volk van Athene vierden dat de jonge prins de toekomstige koning zou zijn want er was maar één erfgenaam.
De feestvreugde werd getemperd doordat de Atheners zeven van de knapste jongelingen en zeven van de schoonste jonge vrouwen als tribuut en offer voor de verschrikkelijke Minotaurus naar koning Minos van Kreta moesten sturen. De Minotaurus was een ondier, half mens, half stier die in een door koning Minos gebouwd labyrint huisde, een onderaards gewelf met talloze gangen waarin je zou verdwalen en dat zich voedde met mensenoffers. Toen Theseus dit verhaal hoorde, bood hij meteen aan samen met de slachtoffers naar Kreta te varen om of de Minotaurus te doden of om ook zelf te sterven.
Koning Minos stond op de kade van de haven van Kreta waar het schip van de Atheners aanlegde. Zijn blik viel op een van de schone jonge vrouwen waartoe hij zich vurig aangetrokken voelde. Toen hij op haar af wilde lopen, versperde Theseus hem de weg en beriep zich als zoon van Poseidon op zijn plicht de jonge vrouwen te beschermen. Minos lachte verachtelijk, nam zijn gouden ring van zijn vinger en wierp deze in zee. ‘Wanneer Poseidon werkelijk je vader is’, zei hij, ‘bewijs dat dan maar door mij die ring terug te brengen!’
Theseus sprong in zee en onmiddellijk kwam er een dolfijn aan, nam hem op zijn rug en bracht hem naar het paleis van de zeegod. Daar ontvingen de zeejonkvrouwen, de Nereïden, hem en leidden hem naar hun koningin Amphitrite die de kroon van Hephaistos die zij van de godin van de liefde, Aphrodite gekregen had, als bruiloftsgeschenk op haar hoofd droeg.
De Nereïden die erop uitgestuurd waren om de ring van Minos te zoeken, brachten deze weldra terug. Amphitrite echter nam de kroon en zette deze op de blonde lokken van de zoon van haar gemaal.
Toen Theseus met de ring én de kroon weer uit de zee oprees, stond Ariadne, de dochter van koning Minos aan de oever. In haar hart ontvlamde meteen de liefde voor de knappe jongeling die een zekere dood wachtte in het labyrint waaruit nog niemand teruggekomen was. Toen gaf ze hem een grote kluwen wol en bracht hem heimelijk naar het labyrint waar ze al een zwaard voor hem had klaargelegd. Theseus knoopte het einde vast aan de ingang en nam de kluwen mee, terwijl hij zonder angst het donker binnenging, want de edelstenen van zijn kroon verlichtten de weg voor hem waar aan het eind de Minotaurus op zijn slachtoffer wachtte. Verblind door de glans van de kroon schrok het ondier terug en Theseus kon het overmeesteren en doden. Met behulp van de draad vond hij de weg naar de uitgang terug en vluchtte met Ariadne en de Atheners, vóór de Kretenzers iets merkten. Pas op het eiland Naxos gingen ze weer aan land
Theseus huwde met de vrouw die hem redde, bij wie hij als dank de kroon op haar hoofd zette.
Terwijl hij sliep, verscheen in zijn droom de godin Athena die hem vertelde dat Ariadne al sinds lang geleden als echtgenote was beloofd aan de god van de wijn, Dionysos, die nu zijn recht kwam opeisen. Theseus moest zijn geliefde verlaten en alleen terugkeren naar Athene.
Met een zwaar hart gehoorzaamde Theseus de goddelijke beschikking en zeilde weg zonder afscheid te nemen. Ariadne werd wakker, door ieder verlaten en huilde bittere tranen. Maar daar naderde de god Dionysos al om haar te troosten en te vertellen dat zij hem als rechtmatige echtgenoot moest erkennen en hij slingerde haar kroon als teken van zijn goddelijkheid naar de hemel. Daar staat die nog even stralend als ooit tevoren.
No o zo
mrt. 1 24°°u apr. 1 23°°u* mei 1 21°°u*
15 23°°u 15 22°°u* 15 20°°u*
Het sterrenbeeld de Noorderkroon aan de rechterkant van Boötes vinden het best wanneer we eerst het sterrenbeeld van Boötes aan de hemel zoeken. In maart staan beide sterrenbeelden dicht bij de horizon in het noordoosten, in april hoger en bijna in het oosten (dit beeld) en in mei hoog in het oosten, dan aan de avondhemel.
De namen van de sterren betekenen
Gemma (Latijn) = edelsteen
Meer feiten
Sterrenkunde: alle artikelen
7e klas: alle artikelen
.
2589
.
Dit is op Een andere weg… herblogd.