.
Op verschillende plaatsen onderstreepte Steiner het belang onderscheid te maken tussen het kind vóór het negende jaar en erna, m.n. wat betreft het geven van de zaakvakken.
Wat dit verschil is en hoe je daar methodisch-didactisch naar handelt, komt vooral naar voren in zijn opmerkingen over ‘vertellen‘.
In dit artikel komt het eveneens aan bod
ga 298
Die pädagogische Grundlage der Waldorfschule
Blz. 14
Bedeutungsvoll für die Gemütsbildung ist, daß das Kind vor Vollendung des neunten Lebensjahres die Beziehung zur Welt so entwickelt,
wie der Mensch geneigt ist, sie in phantasievoller Art auszugestalten.
Wenn der Erziehende selbst nicht Phantast ist, so macht er auch das
Kind nicht zum Phantasten, indem er in märchen-fabelartiger und
ähnlicher Darstellung die Pflanzen- und Tier-, die Luft- und Sternenwelt
in dem Gemüte des Kindes leben läßt.
Voor de vorming van het gevoel is het belangrijk dat het kind voordat het negende jaar voorbij is, zijn verbondenheid met de wereld zo ontwikkelt als de mens geneigd is te doen in een fantasievol weergeven, Wanneer de opvoeder zelf geen fantast is, dan maakt hij ook het kind niet tot een fantast wanneer hij in sprookjes- en/of fabelvorm de wereld van planten en dieren, van lucht en sterren in de ziel van het kind laat leven.
Blz. 15
Wenn man mit Naturbeschreibungen aus der Tier- und Pflanzenwelt
nach dem vollendeten neunten Lebensjahre beginnt und dieselben so
hält, daß aus den Formen und Lebensvorgängen der außermenschlichen
Welt die menschliche Form und die Lebenserscheinungen des Menschen verständlich werden, so kann man diejenigen Kräfte im Zögling wecken,
die in diesem Lebensabschnitt nach ihrem Entbundenwerden aus den
Tiefen des Menschenwesens streben. Dem Charakter, den das Ich-Gefühl in dieser Lebensepoche annimmt, entspricht es, das Tier- und
Pflanzenreich so anzusehen, daß, was in ihnen an Eigenschaften und
Verrichtungen auf viele Wesensarten verteilt ist, in dem Menschenwesen
als dem Gipfel der Lebewelt wie in einer harmonischen Einheit sich
offenbart.
Wanneer je met het beschrijven van de natuur begint, over de dieren- en plantenwereld, wanneer het negende levensjaar voorbij is, en dat zo doet dat uit de vormen en levensprocessen van de wereld om de mens heen de menselijke vorm en hoe de mens in het leven verschijnt begrijpelijk wordt, dan kan je in de opvoedeling die krachten wekken die in deze levensfase vanuit de diepte van het mensenwezen naar het vrij worden streven. Bij het karakter dat het Ik-gevoel in deze fase krijgt, hoort om zo naar het rijk van de planten en dieren te kijken, dat wat bij hen aan eigenschappen en activiteit over vele soorten verdeeld is, bij de mens als het hoogtepunt van de levende wereld, zich in een harmonieuze eenheid vertoont.
GA 298/14
Gedeelten van dit artikel zijn vertaald
Het artikel staat in GA 24/83
Een vrije vertaling vind je hier
Ansprache mit Aussprache am Elternabend
Stuttgart, 13 januari 1921
Blz. 76/77 vert. 19
Bis zu diesem neunten bis zehnten Jahr muß man versuchen, das Kind möglichst mit solchem Unterrichtsstoff zu beschäftigen, der es nicht dazu zwingt, viel über sich nachzudenken, sondern über die Dinge, die draußen im Leben sind. Und zwischen dem neunten und zehnten Jahr muß man anfangen, ihm Begriffe, Vorstellungen beizubringen von Pflanzen und Tieren so, daß es von einem solchen Nachdenken über die Welt den Übergang findet zu einem Nachdenken über sich selber. Daraufhin muß aller Unterricht gestaltet werden, daß man richtig in den betreffenden Zeitpunkten, in denen gewissermaßen die innere Natur des Kindes es fordert, mit einer Sache einsetzt.
Tot aan dit negende, tiende jaar moeten we proberen het kind zoveel mogelijk bezig te houden met onderwijsstof die hem er niet toe dwingt veel na te denken over zichzelf, maar over de dingen buiten hem in het leven. En tussen het negende en tiende jaar moeten we beginnen hem begrippen en voorstellingen van planten en dieren bij te brengen zodat hij vanuit zo’n nadenken over de wereld de overgang vindt naar een nadenken over zichzelf. Alle onderwijs moet vormgegeven worden vanuit het principe dat je juist op die tijdstippen waar in zekere zin de innerlijke natuur van het kind het vereist, met een onderwerp daarop inspeelt.
GA 298/76-77
Vertaald/18
Rudolf Steiner over plantkunde
Plantkunde: alle artikelen
Rudolf Steiner: alle artikelen
Vrijeschool in beeld: 5e klas plantkunde
.
2546
.