.
‘Kinderen leren vooral wanneer ze echt spelen’
Jonge kinderen worden veel te vroeg aan een tafeltje gezet voor lesjes in taal en rekenen.
Ze moeten spelenderwijs leren, vindt lector Jonge Kind Annerieke Boland.
In een interview in het dagblad Trouw van 07-01-2015 zegt mevrouw Anneriek Boland, lector Jonge Kind (Hogeschool iPabo, Amsterdam/Alkmaar:
‘Op de peuterspeelzaal, in de kinderopvang en in de eerste jaren van de basisschool wordt ten onrechte onderscheid gemaakt tussen spelen en leren. Dat leidt tot een eenzijdige focus op lezen, schrijven en rekenen. Spelend leren zou veel beter werken.’
“In de praktijk zie je dat de leerkracht regelmatig groepjes kinderen aan een tafeltje zet om ze, ter voorbereiding op groep 3, bijvoorbeeld te leren tellen of letters herkennen. Dan worden er vaak werkvormen ingezet die niet passen bij jonge kinderen, zoals werkbladen en toetsen. Ze zouden veel meer opsteken als de leerkracht ze observeert en stimuleert in de speelhoeken. Daar liggen de echte ontwikkelingskansen. Leer ze woorden als ze in de bouwhoek een garage bouwen, leer ze een kind opmeten als ze doktertje spelen, leer ze rekenen en wat letters opschrijven als ze winkeltje spelen.”
“Er wordt vaak gedacht dat lesjes effectief zijn. Maar de vraag is of dat zo is. In zo’n setting leren jonge kinderen vooral nadoen wat juf of meester voordoet, ze kopiëren. Ze leren op zo’n manier maar één ding tegelijk. Ze nemen het niet echt op, kunnen het moeilijk toepassen buiten dat lesje aan tafel. Laat ze zich spelenderwijs de wereld eigen maken. In spelsituaties komen ze de dingen tegen die ze echt willen leren, en kunnen er meteen mee aan de slag.”
De term ‘spelenderwijs’ leren is echt aan vervuiling onderhevig. Er wordt van alles op de markt gebracht: lesjes verpakt als spelletjes. Maar kinderen leren vooral wanneer ze echt spelen.”
“VVE, de vroegschoolse educatie, is bedacht om kinderen zonder taalachterstand aan groep 3 te laten beginnen. Na de roep om geletterdheid volgde die op gecijferdheid.
Er leeft het idee van: als dat maar gebeiteld zit, dan komt het wel goed met dat kind. Dus: zoveel mogelijk aan dat tafeltje leren. Dat is doorgeslagen. Kinderen kunnen die vaardigheden ook leren als onderdeel van hun spel en dan vinden ze het zelf ook waardevol. Daarnaast leren ze door te spelen belangrijke vaardigheden als samen plannen maken en problemen oplossen
“Storm niet met veel kabaai een speelhoek in met plannetjes wat je die kinderen allemaal moet leren, want dan verstoor je het spel. wordt het alsnog een lesje. Zorg voor uitdagende speelhoeken, leef je in in het spel van de kinderen. Verdiep en verrijk dat spel waar dat kan, met de leerdoelen voor ogen. Wees flexibel en creatief. En vertrouw het kind: dat wil onderzoeken en ontdekken, het geeft zelf aan wat het wil leren.”
Een moeder in een ingezonden brief in Trouw 24-09-2021
Opvoeding
Vol verbazing heb ik het artikel gelezen over een lage balvaardigheid bij kleuters (Opvoeding & onderwijs, 22 september). Ik kom uit het onderwijsveld en concludeer dat er te veel van kleuters wordt geëist. Laat kinderen spelen, daar leren ze het meeste van. De kleuter in het verhaal wordt voorgedragen voor motorische remedial teaching. Dit is eerder het gevolg van te veel moeten, ook na schooltijd, en van de schermtijd. Kinderen worden sociaal vaardig door met andere kinderen te spelen. Geef ze thuis een bal, tekenspullen, verkleedkleren en dergelijke, om de fantasie te prikkelen. Ik snap best dat ouders tijdens de lockdown geen tijd hadden om met de kinderen bezig te zijn. Maar je bent niet de hele dag aan het werk. Er wordt al te veel van de opvoeding overgelaten aan de kinderopvang en scholen. En voor het onderwijs: test minder. Daar worden kinderen gelukkiger van en het zorgt voor minder werkdruk bij het personeel. Niet alle kinderen hoeven overal gelijk te scoren. Grietje Assies Harderwijk
.
laat dat kind toch lekker spelen!
kleuters leren meer van spel dan van school
Opspattend grind: alle artikelen
spel: alle artikelen
‘Daarom is het van doorslaggevende betekenis om als pedagoog, opvoeder het spelen van een kind zo te leiden: te kijken wat er uit het kind komt, te sturen wat er niet uit moet komen, omdat het kind daardoor ongeschikt zou worden voor het latere leven. Want je geeft het kind, wanneer je zijn spel in zijn meest prille leeftijd op de juiste manier leidt, iets mee voor de praktijk van het leven zoals zich dat pas in de twintiger jaren vormt. Het hele leven van de mens hangt samen en wat wij in de jeugd in de kinderziel planten, komt pas veel later in het leven tevoorschijn, op de meest verschillende manieren gemetamorfoseerd.’
GA 297A-52/53
Op deze blog vertaald-52/53