DE PALENSPLIJTER
Vijf gebeurtenissen, die naar tijd en plaats slechts in een ver verwijderd verband met elkaar stonden, hebben Abraham Lincoln tot president der Verenigde Staten gemaakt. Noch door zijn karaktereigenschappen en welsprekendheid, noch door zijn politieke wijsheid was Lincoln in het uur van het grootste gevaar aan het hoofd van zijn volk komen te staan, indien toevallige omstandigheden daar niet toe hadden meegewerkt.
Welke omstandigheden? Een uitnodiging om een lezing te komen houden tegen een honorarium van tweehonderd dollar. Het feit dat een jongeman zakte voor zijn toelatingsexamen voor Harvard. De onverwachte zin voor publiciteit, die een politicus in Decatur, Illinois, aan den dag legde. Een drukker die zijn belofte niet nakwam. En ten slotte een nachtelijke politieke samenzwering in een hotelkamer. Indien dit alles nogal ongerijmd lijkt en geheel verschillend van de algemeen aanvaarde historische versie, laten wij dan de gebeurtenissen zelf eens bezien — die toen schuilgingen achter de politieke opwinding van die dagen en nu verbleekt zijn omdat zij al zoveel jaren achter ons liggen – en vaststellen hoe Lincoln nu eigenlijk aan de macht is gekomen.
Eerst dienen wij kennis te maken met een mismoedig man in zijn kale advocatenkantoor in Springfield, Illinois. Dat was in de herfst van 1859. Lincoln was toen 50. Meer dan twintig jaar had hij het beroep van advocaat uitgeoefend, waarmee hij ongeveer 3000 dollar per jaar verdiende, hoewel het kantoor nog niet lang geleden aan enige zaken goed had verdiend. Zijn aardse bezittingen bestonden uit het huis, waarin hij woonde, 80 hectare land in de districten Crawford en Tama, in de staat Iowa, en wal bouwgrond en nog wat kleine percelen in de buurt van Council Bluffs, Iowa, die hij met een wissel had betaald. Zijn inkomen in geld was niet groot, en zijn kredietwaardigheid evenmin.
Onder zijn confrères begon men over hem te praten als kandidaat voor het presidentschap. Hijzelf kwam daartegen op. Waarom, vroeg hij, zou de Republikeinse Partij hem in overweging nemen, terwijl men vooraanstaande figuren als William H. Seward uit New York of Salmon P. Chase uit Ohio had? Niettemin wilde hij zelf wel president worden en nam daarvoor merkwaardig genoeg zijn toevlucht tot het houden van lezingen, misschien als middel om bij het publiek bekend te worden. Bovendien had hij het extra inkomen nodig en hij had dus wel belangstelling voor een aanbod van tweehonderd dollar plus onkosten voor een lezing in de Plymouth-kerk te Brooklyn. Het aanbod was nog om een andere reden aantrekkelijk. Het zou hem in de buurt van zijn oom Robert brengen, die in de herfst naar Cambridge was gegaan in de hoop op Harvard toegelaten te worden. Maar op het toelatingsexamen was Robert op vijftien van de zestien onderwerpen gezakt en was toen naar de Philips Exeter Academie in New Hampshire gegaan. Lincoln was benieuwd hoe zijn zoon het maakte en de lezing gaf hem een goede gelegenheid hem te bezoeken.
Nadat men de Plymouth-kerk voor Lincoln had besproken, vernamen de organisatoren dat hij zou spreken over een politiek onderwcrp en zij kozen toen een andere plaats van samenkomst, het Cooper Union-gebouw in het hartje van New York, dat meer mensen kon bevatten. Hoewel het op die 27ste februari een stormachtige avond was, kwamen er ongeveer vijftienhonderd mensen en met een toegangsprijs van 25 cent kwam men tot een recette van 367 dollar. De Newyorkers hadden al dikwijls over die lange advocaat uit het westen gehoord en waren benieuwd hem te zien.
Zelfs Lincolns vrienden maakten zich zorgen over de indruk die hij zou maken. “Maar,” aldus een van hen die de lezing bijwoonde, “hij hield het enorme gehoor geboeid met zijn logica en aan het eind kreeg hij een oorverdovend en langdurig applaus.” De volgende dag drukten de Newyorkse kranten de volledige redevoering af, met het gevolg, dat in heel Nieuw-Engeland de Republikeinse leiders een dringend beroep op Lincoln deden om langs zijn reisroute naar Exeter spreekbeurten te komen vervullen. In de daaropvolgende week gaf hij elf lezingen in Connecticut, Rhode Island en New Hampshire en maakte daarbij, gezien de latere gebeurtenissen, een onuitwisbare indruk. Robert Lincoln zou later altijd beweren, dat, indien hij niet gezakt was voor het toelatingsexamen voor Harvard, zijn vader die winter waarschijnlijk niet naar New York en Nieuw-Engeland zou zijn gekomen en misschien nooit president zou zijn geworden.
Laat ons nu terugkeren naar Springfield, waar Lincoln voor het eerst begon te geloven dat een kandidaatstelling voor het presidentschap tot de mogelijkheden behoorde. Seward, de eminente en populaire Republikeinse leider, had zich in Illinois reeds een sterke positie verworven. Daarom begon Lincoln aan invloedrijke werkers voor de partij brieven te schrijven. Hij wist dat hij geen kans zou hebben, tenzij hij op de Nationale Conventie van de partij zijn eigen staat achter zich had. Hij schreef Norman B. Judd aan, die Noord-Illinois vertegenwoordigde in het nationale partijbestuur, en vroeg hem: “Kunt u mij vanuit uw hoekje van de wijngaard een handje helpen?” Judd deed het zo goed, dat hij gedaan kreeg dat de Nationale Conventie in Chicago werd gehouden.
Lincoln had een andere goede vriend in Richard J. Oglesby uit Decatur, die een voor de grensstreek in de jaren ’60 zeldzaam gevoel voor publiciteit bezat. De vergadering voor de staat Illinois zou in Decatur worden gehouden en Oglesby stelde zich ten doel, de afgevaardigden hun steun aan Lincoln te laten geven.
Oglesby had gehoord, dat Lincoln in zijn jeugd in de buurt vau Decatur samen met John Hanks, die nog altijd in de streek woonde, palen had gespleten. Hij ging Hanks dus opzoeken en vroeg hem of er nog enkele van die palen in gebruik waren. Hanks herinnerde zich dat zij een omheining hadden gemaakt op een boerderij een kilometer of vijftien ten westen van de stad, van gespleten acacia- en notenboomstammetjes. Oglesby nam de oude John Hanks daarop mee in zijn sjees en reed naar de boerderij, waar zij ontdekten dat de omheining nog altijd dienst deed. Zij namen er twee gespleten stammetjes uit, sjorden die vast op de sjees, namen ze mee naar Decatur en verstopten ze in Oglesby’s schuur. Een week later stond Oglesby op het juiste ogenblik in de vergadering op en deelde mee dat een vroegere Democraat de vergadering iets kwam aanbieden. Daarop verscheen de oude John Hanks ten tonele met de stammetjes die hij en Lincoln in 1830 hadden gespleten. Er was een bord aan bevestigd met:
ABRAHAM LINCOLN
DE PALENSPLIJTER
KANDIDAAT VOOR HET
PRESIDENTSCHAP IN 1860
De vergadering werd wild enthousiast. Seward en zijn aanhang leden een verpletterende nederlaag en op staande voet zegde Illinois officieel zijn steun toe aan Lincoln. En dat niet alleen; John Hanks en zijn palen werden een vaste verschijning op alle politieke vergaderingen. “Abraham Lincoln, de palensplijter” werd een nationale politieke leuze.
Maar er wachtten nog twee beslissende gebeurtenissen in dit spel van het lot. De Nationale Conventie van de Republikeinse Partij kwam op woensdag 16 mei 1860 in Chicago bijeen. Op donderdag werd het kiesprogramma aangenomen. Die avond zou de partijkandidaat worden benoemd. Over het resultaat scheen geen twijfel mogelijk. Seward was de eerste keuze. Proefstemmingen onder de passagiers van vier treinen, die de stad binnenliepen, gaven Seward 860 stemmen, Lincoln 144 en alle anderen samen 288. De stemming van de afgevaardigden scheen louter een formaliteit en op die donderdagavond nam iedereen als vaststaand aan, dat Seward kandidaat en daarna president zou worden.
Maar de tellijsten, die de drukker beloofd had tegen negen uur af te leveren, kwamen niet opdagen. Na enige tijd werden er boodschappers uitgestuurd om ze te gaan halen. Na een half uur waren die nog niet terug, de afgevaardigden werden rusteloos en ten slotte kwamen er twee met het voorstel, de vergadering tot de volgende ochtend tien uur te verdagen. Aldus werd besloten en zo werd een onbekend en onbetrouwbaar drukkertje een werktuig van het lot. Want in die nacht veranderde de loop der geschiedenis.
Toen de vergadering verdaagd was, gingen Lincolns vrienden koortsachtig aan het werk. Hun redenering was, dat Seward, indien hij benoemd werd, Pennsylvania, Indiana en Illinois niet zou kunnen winnen en zonder ten minste twee van die staten plus New Jersey zou de Republikeinse zaak verloren zijn.
Dit argument sloeg in bij vele weifelende afgevaardigden. Maar men had hele groepen nodig, niet alleen individuele stemmen en de nacht vorderde. In afzonderlijke hotelkamers begonnen twee van Lincolns politieke agenten de strijd om hele staatsdelegaties. Lincoln, die zich in het op 250 kilometer afstand gelegen Springfield bevond, moet iets vermoed hebben, want hij zond hun een boodschap: “Doe niets dat mij bindt.” De onderhandelaars waren verbijsterd. Eerst werden ze nijdig, maar toen besloten zij snel: “Wij doen alsof wij die boodschap nooit ontvangen hebben.”
In de tijd die hen nog van de dageraad scheidde, maakten zij twee afspraken. In ruil voor twee posten in het kabinet beloofden Pennsylvania en Indiana hun stemmen op Lincoln te zullen uitbrengen.
Toen de vergadering de volgende ochtend weer bijeenkwam, had Seward een flinke voorsprong in de eerste ronde, terwijl verscheidene staatsdelegaties voor eigen kandidaten stemden. In de tweede ronde gingen Pennsylvania en Indiana als eersten naar Lincoln over. In de vierde ronde kwam Ohio zich bij hen voegenm rn toen was het pleit beslist. Van de 466 stemmen, uitgebracht in de laatste ronde, waren er 354 voor Lincoln. Met zijn benoeming als Republikeins kandidaat was het presidentschap voor hem verzekerd, want de Democraten, hopeloos verdeeld over de kwestie van de slavernij, hadden drie afzonderlijke kandidaten aangewezen.
In november werd Lincoln tot president gekozen, met veertig percent van het totale aantal stemmen.
Zo had een vreemde reeks op zichzelf staande gebeurtenissen tot gevolg dat hij in het Witte Huis kwam. Maar was het wel toeval? Was het louter een kwestie van politieke intrige? …. Of móést het zo zijn? Is het niet mogelijk, dat op die beslissende dag de hand van het lot op Abraham Lincolns schouder rustte?
Meer over Lincoln
Zie ook: Trevithick; Stephenson
Vertelstof: alle artikelen
8e klas: alle artikelen
.
737-674
.
,
.