VRIJESCHOOL – Rudolf Steiner over het geestzelf – GA 53

.

Over Ik, bewustzijnsiel en geest(es)zelf

GA 53

Om het begrip ‘geestzelf’ te verduidelijken, gebruikt Steiner ook weer zijn ‘methode’ om de dingen in hun tegenstellingen te bekijken; van verschillende kanten te benaderen.
Hier vergelijkt hij de ‘boodschappen’ die wij ‘binnen krijgen’ enerzijds vanuit de aardse wereld en anderzijds vanuit de geestelijke wereld. 

Om met de aardse wereld in contact te komen, kunnen we niet zonder de zintuigen. Kleuren, geuren, geluiden: we zouden ze niet kunnen waarnemen zonder de daarbij horende zintuigen. 

Van de lichamelijke kant uit bekeken, spreken we dan over ‘gewaarwordingen’ en omdat wij hier een stukje van de buitenwereld tot eigen wereld maken, hebben we daarvoor ‘de ziel’ nodig. Dit stukje ziel omschrijft Steiner als gewaarwordingsziel.

Nu kan je ook gewaarwordingen hebben van iets geestelijks. Die zijn niet zo duidelijk als bv. heldere kleuren die ‘op ons netvlies vallen’. 
Toch spreken we daar ook over ‘aan’- ‘in’voelen. 
Die geestelijke gewaarwording noemt Steiner ‘intuïtie‘.

En zoals de lichamelijke gewaarwordingen beleefd worden in de gewaarwordingsziel, d.m.v. de zintuigen, zo de geestelijke gewaarwordingen in de geestmens. d.m.v. de intuïtie.

We kennen nu de indeling van de ziel in drieën en die van de geest, ook in drieën.
We zagen hier en hier al dat we onze bewustzijnsziel kunnen verrijken.
Dit deel van de ziel wordt a.h.w. steeds vervulder, voller van geestelijke realiteit.
Ik-zelf heb meer aandeel aan deze geestelijke wereld. Mijn geest-zelf is in ontwikkeling.

We hebben hier te maken met een persoonlijke ontwikkeling.
Maar ook de mensen als mensheid maken een ontwikkeling door.
Het betreft hier eigenlijk een bewustzijnsontwikkeling.
Van deze bewustzijnsontwikkeling zegt Steiner bv. ook: 

Denn des Menschen Entwicklung besteht darin, daß er von Bewußtseinsstufe zu Bewußtseinsstufe sich entwickelt.

De ontwikkeling van de mens is een ontwikkeling van de ene bewustzijnsfase naar de andere bewustzijnsfase.
GA 54/372
Niet vertaald

En wat de pedagogie betreft: in de ontwikkeling van het kind naar volwassene, maakt ook het individuele kind een bewustzijnsontwikkeling door. 
Dit gegeven vind je terug in het leerplan van de vrijeschool.  

Het roept ook een bepaalde gedachte op over ‘het excuses aanbieden over zaken uit het verleden’.  
We gaan een puber niet kwalijk nemen dat hij ooit een soort ‘magisch’ bewustzijn (JeannPiaget) had. Hij hoeft daarvoor zeker geen excuses aan te bieden.
Kan het ons nu – die in een andere bewustzijnsfase zijn gekomen – we spreken niet voor niets over ‘met de kennis van nu’ of duidend op ontwikkeling: vanuit ‘voortschrijdend inzicht’- kwalijk worden genomen dat we ‘eens’ zo dachten als in de gewraakte perioden en kunnen we daar eigenlijk wel excuses voor aanbieden? 

In de eerste voordracht van de ‘Algemene menskunde’ merkt Steiner al meteen op:

De ontwikkelingsperiode waarin wij ons nu bevinden is omstreeks het midden van de vijftiende eeuw begonnen. In onze tijd komt – als het ware vanuit geestelijke diepten – het inzicht, wat in deze periode waarin wij leven gedaan moet worden, met name wat de opvoeding betreft.
GA 293/18-19
Vertaling/19

Wat de opvoeding betreft’, daarover doet Steiner vele uitspraken. Zie bv. deze, met verdere verwijzingen.

Mensen krijgen steeds meer het vermogen om ‘in te zien’, dit inzicht te verwerven. 
Bij de een is dat vermogen al groter, bij anderen minder of lijkt het alsof het nog totaal ontbreekt.

In GA 53 zegt Steiner van dit ‘inzichtdeel’:

Ursprung und Ziel des Menschen
Grundbegriffe der Geisteswissenschaft

Oorsprong en bestemming van de mens
Basisbegrippen van de geesteswetenschap

Voordracht 2, Berlijn, 13 oktober 1904 


Die menschliche Wesenheit

Het wezen mens

Blz. 60

Der unterste Teil der Geist-Manas-ist in der Anlage bei dem heutigen denkenden Menschen entwickelt. Es ist diese Manas ebenso fest verbunden mit dem höchsten Gliede der Seele, wie die Empfindungsseele mit dem Seelenleib, so daβ wieder das Höchste der Seele und das Niederste des Geistes ein Ganzes bilden, weil man sie nicht unterscheiden kann.
(  )
Der Geist ist heute bei der Menschheit bis zum Manas entwickelt.

Het onderste deel van de geest [hij gebruikt hier ook het Sanskriet] manas is in aanleg bij de denkende mens van nu [1904] ontwikkeld. Dit manasdeel is met het hoogste deel van de ziel vast verbonden, net zoals de gewaarwordingsziel met het zielenlijf, zodat het hoogste van de ziel weer met het laagste van de geest een eenheid vormt, je kan ze niet onderscheiden.
(  ) De geest heeft zich nu bij de mensheid tot aan manas ontwikkeld.
GA 53/60    
Niet vertaald

In GA 34 kwam de vergelijking van het geestzelf en de bewustzijnsziel met de gewaarwordingsziel en het gewaarwordingslijf ook al aan de orde.

Voordracht 10, Berlijn 9 februari 1905

Ursprung und Ziel des Menschen

Oorsprong en bestemming van de mens

Blz. 210

Wenn man den Menschen hinsichtlich seines Ursprunges erkennen will, so muß man sich klar darüber sein, was das Wesen des Menschen ist. Der, welcher auf dem Standpunkte steht, daß der Mensch nur der Zusammenhang dieser physischen Organe ist: Hände, Füße, Lunge, Herz und so weiter bis hinauf zum Gehirn, der wird kein anderes Bedürfnis haben, als aus materiellen Kräften den Ursprung des Menschen zu erklären. Dadurch wird für ihn die Frage eine andere werden als für denjenigen, der den Menschen als eine Ganzheit betrachtet. Er wird den Menschen als ein Wesen ansehen, welches nicht nur aus Leiblichem, sondern auch aus Seele und Geist besteht. Inwiefern sich der Mensch aus den drei Gliedern Leib, Seele und Geist zusammensetzt, das haben wir schon gesehen. Leib, Seele und Geist, das sind die Glieder, aus welchen der Mensch zusammengesetzt ist

Wanneer je de mens wat zijn oorsprong betreft, wil leren kennen, dan moet het duidelijk zijn voor je, wat het wezen van de mens is. Wie op het standpunt staat dat de mens alleen maar de samenhang van zijn fysieke organen is: handen, voeten, longen, hart enz., tot en met het brein, zal geen andere behoefte hebben dan de oorsprong van de mens te verklaren vanuit stoffelijke krachten. Daardoor zal de vraag voor hem anders worden dan voor iemand die de mens als een totaliteit ziet. Die zal de mens zien als een wezen dat niet alleen uit het levend-lichamelijke bestaat, maar ook uit ziel en geest. Lichaam, ziel en geest zijn de wezensdelen waaruit de mens samengesteld is. 

Das was man Seelisches und Geistiges nennt, ist von der modernen Psychologie zusammengefaßt worden in einem einzigen Begriff, in dem Begriff der Seele. Darin besteht die Verwirrung der modernen Seelenlehre, daß sie nicht unterscheidet zwischen Seele und Geist. Das ist das, worauf die Theosophie immer wieder hinweisen muß. Das was von der einen Seite Seelenwesen ist, was fühlt und vorstellt und sich Gedanken macht über die alltäglichen Dinge, das alles ist für uns Theosophen auch Seele. Der Geist beginnt erst da, wo wir das sogenannte Ewige im Menschen gewahr werden, das

Wat men ziel en geest noemt, wordt door de moderne psychologie samengevat in één begrip, het begrip ‘ziel’. Dat is de verwarring in de moderne psychologie: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen ziel en geest. Daarop moet de theosofie voortdurend wijzen. Wat aan de ene kant zielenwezen is, wat voelt, zich voorstelt en gedachten vormt over de alledaagse dingen, is voor ons theosofen ook ziel. De geest begint pas daar waar wij het zogenaamde eeuwige in de mens gewaar worden, dat

Blz. 211

Unvergängliche, das, wovon Plato gesagt hat, daß es sich von geistiger Nahrung nährt. Erst der Gedanke, der frei ist von dem sinnlichen Inhalt, der sich erhebt zu dem Charakter der Ewigkeit, der vom Geist erschaut wird, wenn der Geist nicht mehr durch die Tore der Sinne nach außen sieht, sondern in sein Inneres blickt, dieser Gedanke ist es erst, der den Inhalt des Geistes ausmacht. Der abendländische Forscher kennt diesen Gedanken nur auf einem einzigen Gebiet, auf dem Gebiet der Mathematik, der Geometrie und Algebra. Da sind Gedanken, die uns nicht von der Außenwelt zufließen, die der Mensch nur von innen her, intuitiv schafft. Niemand könnte einen mathematischen Lehrsatz bloß aus der Anschauung gewinnen. Niemals könnten wir aus der Anschauung erkennen, daß die drei Winkel eines Dreiecks zusammen 180 Grad ausmachen

onvergankelijke, waarvan Plato heeft gezegd dat het zich voedt met geestelijk voedsel. Pas de gedachte die vrij is van zintuiglijke inhoud, die zich verheft tot de toestand van de eeuwigheid, die door de geest waargenomen wordt wanneer de geest niet meer door de poorten van de zintuigen naar buiten kijkt, maar in zijn eigen innerlijk, pas deze gedachte vormt de inhoud van de geest.
De onderzoekers uit het Avondland kennen deze gedachte maar op één enkel gebied, op het gebied van de wiskunde: de meetkunde en de algebra. Daar hebben we gedachten die niet vanuit de buitenwereld naar ons komen, maar die de mens alleen van binnenuit, intuïtief schept. Niemand kan een wiskundige leerstelling alleen maar halen uit een uiterlijke waarneming. Nooit kunnen we vanuit het waarnemen inzien, dat de drie hoeken van een driehoek samen 180º zijn.

Steiner zal in andere voordrachten, maar bv. ook in zijn boekDe weg tot hoger inzicht’  uitleg en aanwijzingen geven hoe we tot dit ‘zintuigvrije’ denken kunnen komen als voorwaarde om onze geest meer in geestelijke richting te scholen. 

.Blz. 212

Da haben Sie dasjenige, was der Mensch mit seinem Verstand in der Alltäglichkeit tut, dies verständige Auffassen der unmittelbaren zeitlichen und vergänglichen Wirklichkeit, auf ein höheres Gebiet erhoben, in die reine Gedankenwelt. Und Sie können da in sich etwas erleben, wenn Sie sich zum reinen Gedanken erheben, wenn Sie von den sinnlichkeitserfüllten
Gedanken abstrahieren können, was zum Ewigen gehört.
Die Theosophie nennt dieses erste Element des Geistes auch Manas. Ich habe versucht, in meiner «Theosophie» diesen Ausdruck mit «Geistselbst» zu übersetzen. Es ist das höhere Selbst, das sich herauslöst aus dem, was nur auf die irdische Welt beschränkt ist.

Dan krijg je, wat de mens met zijn verstand in het alledaagse leven doet, het met het verstand begrijpen wat nu de tijdelijke en vergankelijke werkelijkheid is, op een hoger niveau geplaatst, in de wereld van de pure gedachten. En als je dat doet, kan je in jezelf iets beleven van wat tot het eeuwige behoort, als je dus van de gedachten die door de zintuigen gevuld zijn, weg kan komen. 
De theosofie noemt dit eerste element van de geest ook manas. Ik heb geprobeerd in mijn boekTheosofie’ deze uitdrukking te vertalen met ‘geestzelf’. Het is het hogere zelf dat zich losmaakt van wat alleen maar beperkt is tot de aardse wereld. 
GA 53/210-212   
Niet vertaald

In deze gehele GA 53 gaat Steiner vanuit allerlei gezichtspunten nog verder in op ‘manas’.
Ik wil dit niet allemaal toevoegen. het gaat erom dat we op een elementaire manier leren begrijpen wat Steiner met ‘geestzelf’ bedoelt.
.

Algemene menskunde: voordracht 1 – alle artikelen

Algemene menskundealle artikelen

Rudolf Steineralle artikelen op deze blog

Menskunde en pedagogiealle artikelen

.

2895

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.

 

 

 

 

 

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.