.
Houd je het vol als (vrijeschool)leerkracht?
Uit eigen ervaring weet ik dat het ‘glijden naar de vermoeidheidsput’ langzaam gaat, het ‘hellend vlak’ is aanvankelijk niet zo steil. Maar ineens is daar toch de rand van het gat en het is geen prettige toestand als je (daar) in(-)stort.
Inzichten als onderstaande en de later genoemde verwijzingen naar ‘burn out’ e.d. kunnen je voor het te laat is, inzicht verschaffen in waar jij je op de helling bevindt.
.
Ineke van der Duijn Schouten i.s.m. George Maissan, huisarts, Weledaberichten nr 167, winter 1995
.
Kiezen tegen vermoeidheid
Het thema vermoeidheid begint, wellicht dankzij de aandacht voor het chronisch vermoeidheidssyndroom , in de publieke belangstelling te komen. Moe zijn wordt niet meer alleen toegeschreven aan zeurkousen en kinderen die geen zin hebben om naar school te gaan. Veel mensen in onze tijd lijden in meer of mindere mate aan vermoeidheid. Hoe komt dat?
In onze cultuur vragen zo veel dingen de aandacht, is er zo veel te zien en te beleven, dat je al gauw tijd tekort komt om alles wat je wilt doen bij te benen. Wat dat betreft kun je onze cultuur omschrijven als een begeerte-cultuur. Met een geweldige honger naar indrukken, naar ervaringen en naar materiële zaken spoeden we ons van hot naar haar.
Bij de meeste mensen is er tot hun vijfendertigste niets aan de hand. De jeugdige kracht is tot die tijd op een vanzelfsprekende manier aanwezig, zij het in afnemende mate. Een drukke baan met veel verantwoordelijkheid, kleine kinderen die het nodige vergen, de voetbal- of tennisclub, het bestuur van de school, invallen voor een zieke collega, je ouders verzorgen, het huis opknappen, het kan allemaal.
Tot de eerste vermoeidheidssymptomen zich aandienen: hoofdpijn, vermoeide ogen, concentratiestoornissen, snel geïrriteerd raken, problemen met inslapen. Het is al heel wat als je dan onderkent dat je in een toestand van constante vermoeidheid bent beland. Vaak gebeurt dat niet en doet zich het eigenaardige verschijnsel voor dat je in plaats van minder, steeds meer hooi op je vork neemt: meer werk, meer hobby’s, meer functies in de vrijetijdssfeer. Zolang je immers maar bezig blijft, voel je niet hoe moe je bent.
Ook komt er dagelijks een grote hoeveelheid prikkels op ons af via de televisie, de computer, de video, maar ook op de weg in de vorm van verkeersborden, reclame-uitingen, lichten en het gedrag van andere weggebruikers. Als je een dag aan de computer hebt gezeten of op de snelweg hebt doorgebracht, heb je eerder de neiging om ’s avonds naar een spannende film te kijken (wat nieuwe prikkels geeft) dan naar een boek te grijpen. Dat komt doordat het ik, de sturende kracht van de mens, de veelheid van indrukken niet meer aankan en zich terugtrekt. Als je oververmoeid bent, neemt het vermogen tot kiezen af. Je ondergaat dan alleen nog maar wat op je afkomt en je bent minder bestand tegen verleidingen. Het is de overprikkeling die een mens allereerst moe, en ten slotte ziek maakt. Dat geldt ook voor mensen onder de vijfendertig. Je kunt het aan kinderen vaak zien als ze de vorige dag een aantal uren tv hebben gekeken of veel computerspelletjes achter de kiezen hebben.
Moeten we dan dus maar alles wat kan opjagen en vermoeien uit ons leven bannen? Weg tv, computer, auto, krant en werk? Nee, want die elementen zijn een onderdeel van ons dagelijks leven. Waar het om gaat, is daarin naar een zekere mate van harmonie te streven, zodat je niet uit het lood raakt.
Harmonie is met je ik het midden vinden tussen twee uitersten. Harmonie zoeken betekent voortdurend keuzes maken tussen het een en het ander. Zelf sta je als oordelende, keuzemakende instantie (als ik) tussen de dingen waaruit je kiest. Wil je de vermoeidheid te lijf gaan, dan zul je dus heel bewust, vanuit je ik, keuzes moeten maken.
Wat betekent dat concreet? Bij fysieke vermoeidheid geldt allereerst: opbouwen door slaap, rust en goed eten. Wie moe is, gaat zich vaak te buiten aan grote hoeveelheden zoetigheid of koffie, omdat dat tijdelijk helpt. Later volgt dan een ‘dip’. Ook bij psychische overbelasting is rust het allerbelangrijkste. Verder helpt het als je streeft naar ritme in de dag- en weekindeling. Wie door de week vroeg opstaat en zaterdags lang uitslaapt om eens goed bij te komen, kan er tot zijn verbazing een katterig, duf gevoel en een dag hoofdpijn aan overhouden. Rust nemen op zondag is belangrijk als je op maandag met gebundelde kracht aan de slag wilt.
Wat ook goed werkt is terugkijken op de week die achter je ligt. Waaraan heb ik mijn tijd besteed? Waar lagen de moeilijke momenten? Welke rustmomenten heb ik ingebouwd?
Op de week die voor je ligt kun je je voorbereiden, zodat de dingen je minder overkomen en je meer greep krijgt op je leven. Een te volle agenda kun je bijstellen en er kan ruimte worden gemaakt voor een ‘gezinsavond’, zodat je niet langs elkaar heen leeft.
Keuzes maken en grenzen trekken is moeilijk. Daarbij ontstaat vaak angst: angst om niet meer mee te tellen, de boot te missen, de verkeerde dingen te kiezen. In de praktijk blijkt die angst meestal ongegrond. Van het maken van eigen keuzes gaat juist een geweldige kracht uit: de beste remedie tegen overmoeidheid!
Bij dit artikel stond deze illustratie van Sonia van der Klift:
.
Gezondheid, m.n. die van de leerkracht – alle artikelen
Gezondmakend onderwijs voor de kinderen: alle artikelen
Vrijeschool in beeld: alle beelden
Geen vreugde en snel moe (Rudolf Steiner Citatensite, 7 september 2019)
Zie ook de artikelen over ‘sociaal gedrag‘ bij Sociale driegeleding (onder nr. 5)
.
.
2691
.