.
AUTORITEIT IN DE OGEN VAN LOUIS VAN GAAL
.
Rond de jaren 1980 heerste er onder jonge mensen in die tijd – vooral in de steden en wanneer ze studeerden of gestudeerd hadden, een gevoel, een mening dat zij de opvoeding die zij zelf hadden genoten en vooral de leiding die ze op hun scholen hadden ervaren, te streng was. Te veel van boven opgelegd, waarbij ze zelf geen of te weinig ruimte kregen om mee te beslissen.
Tegelijkertijd of al ruim daarvoor had de bezetting van het Maagdenhuis plaatsgevonden en wilden de vrouwen ‘baas in eigen buik‘ zijn.
Tegen deze achtergrond hoeft het niet te verbazen dat vanuit dit gevoel, deze meningen ook gekeken werd naar de opvoeding en omdat je niet vroeg genoeg kan beginnen, ontstonden er de zgn. ‘anti-autoritaire crèches’.
Ook in Groningen, bijv. En toen daar een vrijeschool werd opgericht – het enthousiasme daarvoor kwam voor een groot deel van de mensen die ik hierboven beschreef, ‘botste’ dit gevoel van geen of weinig autoriteit in de opvoeding – het zou me niet verbazen dat het woord ‘vrije’ in vrijeschool de grote trekpleister was – met Steiners opvatting over ‘autoriteit’.
Wanneer je Steiners opmerkingen daarover, zoals weergegeven in zijn pedagogische voordrachten, leest, valt op dat het steeds gaat over de ‘vanzelfsprekende’ autoriteit. En wat je moet doen om deze vanzelfsprekende en niet afgedwongen autoriteit te worden.
Veelvuldig komt het voor dat Steiners uitspraken die in de (pedagogische) voordrachten wat geïsoleerd lijken te staan en van ‘100 jaar’ terug, volkomen buiten ‘het leven (van nu)’.
Maar wie intensief met Steiners opvattingen bezig is, er openstaand mee leeft, zal vaak ‘bevestiging’ van zijn woorden vinden vanuit totaal andere invalshoeken, maar wel vanuit het praktische leven.
In Trouw van dinsdag 20 april 2021 stond een interview met de bekende voetbaaltrainer Louis van Gaal.
Een stukje uit dit interview dat verrassend bekend klinkt als je Steiners opvattingen over ‘voor de klas staan’ kent:
Van Gaal:
Het belangrijkste is dat je een goed mens bent en dat betekent in ieder geval dat je doet wat je gezegd en afgesproken hebt. Als je als coach geen goed mens bent, haken de mensen met wie je werkt op den duur af.
Autoriteit moet je verdienen
Vroeger was de titel coach al voldoende voor een grote mate van gehoorzaamheid. Dat is niet meer zo, en dat is een goede ontwikkeling. Ik weet dat ik soms de indruk kan wekken dat ik de oude cultuur veel meer waardeer, maar er zijn zeker ook veel voordelen aan de huidige cultuur en dit is er één van. Autoriteit moet je verdienen. Je moet dus altijd het goede voorbeeld geven.
Veel leiders zijn met zichzelf bezig, te weinig afgestemd op hun omgeving, te weinig helder in hun visie, niet duidelijk en niet logisch in wat ze zeggen. De combinatie van duidelijkheid, logica en zelf het goede voorbeeld geven is een belangrijke kwaliteit die door de meeste mensen gewoon wordt nagevolgd. Leider zijn op zichzelf heb ik nooit echt een verdienste gevonden, omdat ik denk dat sommige mensen met leidinggevende kwaliteiten geboren worden. Kennis vergaren, inzichten opdoen: dat is een ander verhaal, of een goed mens zijn in de maatschappij, de kwaliteiten ontwikkelen om een goed leider te zijn, het ontwikkelen van een goede leiderschapsstijl.
Dat vind ik een grotere verdienste.
Mijn visie kun je samenvatten als het ‘totale-mens-principe’ en dat betekent dat de mens achter de sporter of collega belangrijk is. Ik wil me kunnen verplaatsen in de individuele mens om te kijken wat hem raakt, wat hem of haar beweegt en Wat ervoor kan zorgen dat iemand beter gaat functioneren. Als coach vraagt dat een goed oriëntatievermogen om dat beeld van de individuele speler in een rol in het team te plaatsen zodat hij een meerwaarde voor het team kan zijn, maar ook voor zichzelf.
Wanneer een jongen of meisje naar een amateurclub gaat om te voetballen, wordt hij of zij meestal op een bepaalde positie in het team gezet waar toevallig een positie vrij is gekomen. Maar dat wil niet zeggen dat daarmee voor die speler de beste positie is uitgezocht. Het totale-mens-principe betekent dat je op een andere manier kijkt en al die aspecten meeweegt en daarbij ook een gesprek aangaat en afweegt of iemand dan op die positie past.
Wetenschappers zeggen dat mensen in hun jongste jaren, tussen de één en tien jaar, het meest worden gevormd. Ik denk dat die periode voor mij een belangrijke basis heeft gelegd in het leven. Ik had een gelukkige jeugd en ben opgegroeid met veel zelfvertrouwen, maar ook kreeg ik dat vertrouwen van mijn omgeving. Dat draag ik nog steeds met mij mee. Dat betekent niet dat ik in de loop van de jaren niet ben veranderd. Het leven vraagt ook dat je je voortdurend aanpast.
Ik vind: je moet jezelf altijd blijven evalueren. Niet iedereen weet of denkt van mij dat ik dat regelmatig doe, maar iedere keer als ik weer in de auto zat en naar huis reed na een wedstrijd heb ik mezelf geëvalueerd. Je kunt nooit stilstaan. Je moet je steeds weer aanpassen aan de omstandigheden. [ ]
Grote ego’s zijn vaak wel de creatiefste figuren op het veld, en ja: die heb je nodig in het voetbal. Tegelijk zijn ze vaak eigenwijs en hebben ze een stevige eigen mening gevormd, omdat ze soms te snel dachten dat ze vanwege hun creatieve talent boven de rest van het team stonden. Maar voetbal is en blijft een teamsport, en als coach is het je taak om dat te managen. Daarbij bereik je meer met belonen dan met straffen. Dat heb ik altijd in gedachten gehouden, maar ik deinsde er ook niet voor terug om te corrigeren als dat, in het belang van de groep, nodig was.
Om goed te kunnen presteren is zelfvertrouwen de belangrijkste voorwaarde. Maar wel ook gebaseerd op wat anderen daarover zeggen. Daarmee bedoel ik dat het gevoel van vertrouwen niet alleen uit jezelf moet komen: het is belangrijk dat het ook wordt bevestigd door anderen. Daarom moetje als leider of coach van een groep in staat zijn om te belonen, te corrigeren, zonder te straffen op een manier die het zelfvertrouwen van iemand beschadigt.
De essentie is voor mij: duidelijkheid, eerlijkheid en empathisch zijn in je communicatie. Ik hoop dat mensen die met mij gewerkt hebben op die manier ook aan mij zullen terugdenken. Als iemand die niet alleen uitging van hemzelf, maar ook altijd rekening hield met zijn medemens en in de medemens geloofde. Mijn geloof in de medemens is bijna net zo groot als het geloof in mezelf.
Jonge sporters vragen mij vaak: wat zou je mij kunnen adviseren? Dan zei ik altijd: ‘Blijf dicht bij jezelf’. Maar eigenlijk is dat niet helemaal waar. Omdat ik als voetbalcoach heb geleerd dat je juist niet altijd bij jezelf moet blijven, dat je dat soms juist moet laten gaan. In het begin van je carrière moet je vooral open staan voor opbouwende kritiek, en dankzij die kritiek jezelf nog beter leren kennen.
Wat ik heb ontdekt: het begint altijd bij jezelf, maar het eindigt niet bij jezelf, omdat je in het belang van het team jezelf soms moet kunnen vergeten.”
.
Algemene menskunde: voordracht 9 – alle artikelen
Algemene menskunde: alle artikelen
Rudolf Steiner: alle artikelen op deze blog
Menskunde en pedagogie: alle artikelen
.
2434
.