.
GERBERT GROHMANN
‘LEESBOEK VOOR DE DIERKUNDE’
blz. 128 hoofdstuk 17
Nawoord voor de volwassenen
De schrijver heeft bij het schrijven én aan school én aan het gebruik thuis in het gezin gedacht en allereerst rekening gehouden met de behoefte van tien- tot twaalfjarige kinderen. Dat daarmee het gebruik van het boek niet beperkt wordt, zal hopelijk de ervaring leren.
Dit boek is een leesboek, maar geen leerboek. Noch de keus, noch de volgorde van de besproken dieren zijn onderhevig aan wat voor dwang of systeem dan ook. Ze zijn in volledige vrijheid gemaakt en ook achter het getal 16 zit niet het allerkleinste geheim.
Nadrukkelijk wordt opgemerkt dat dit leesboek niet in de plaats kan en wil komen van bv. het eerste dierkundeonderwijs zoals dat op de vrijeschool wordt gegeven.
Dit fundamentele eerste kennismaken met het wezen van de mens en de dieren is zo mogelijk al voorafgegaan.
In hoeverre de auteur – zeker tot voordeel van de kinderen – heeft kunnen vermijden de thans zo populaire vermenselijking van het individuele dier, nag de lezer zelf beoordelen. Echte dierenliefde kan tenslotte toch door niets anders opgeroepen worden dan door een goed begrip.
Dat op een paar plaatsen klassieke woorden in de tekst werden gevlochten, zoals bv. uit Brhems Tierleben, zal wel niemand veroordelen, maar met het oog op het doel van het boek werden er geen bijzondere literatuurverwijzingen gegeven.
Mag dit kleine werk over de ‘oceaan van meningen’ diegenen vinden die het graag willen hebben!
Pasen 1957 Dr.Gerbert Grohmann
Meer van de auteur:
Grohmann: leesboek voor de dierkunde – inhoud
dierkunde: alle artikelen
Grohmann: leesboek voor de plantkunde
VRIJESCHOOL in beeld: 4e klas- dierkunde.
1947
.