.
KERST OP GEBOORTEDAG PERZISCHE ZONNEGOD
Romeinen bepaalden datum; heidenen de rituelen
Dat Kerst op 25 december valt, danken we aan de Romeinen. Die vierden op die dag het feest van de zonnegod Mitras, die van Perzische oorsprong is. Veel rituelen rond Kerst zijn terug te voeren naar ‘heidense’ gebruiken.
In de eerste eeuwen van het christendom was er geen kerstfeest. Christenen noch joden vierden hun geboortedag; dat was een Romeins gebruik. Het is dan ook een bekeerde Romeinse generaal, Julius Africanus, die in 211 voorstelt om de geboorte van Jezus te vieren en wel op 25 december, de geboortedag van de Perzische zonnegod Mitras.
Deze Mitras was door keizer Aurelius tot God van het Romeinse rijk verheven. Toen de Romeinse keizer Constantijn (306-337) zich bekeerde tot het christendom, beval hij de geboortedag van Jezus te vieren op 25 december om op die manier het feest van Mitras (bekend als Sol Invictus – onoverwinnelijke zon, of Saturnalia) te kerstenen. Dat feest van Mitras ging gepaard met het geven van pakjes, muntstukken en kaarsen, het versieren van groenblijvende bomen (wat al een eeuwenoude traditie was), takkenkransen aan de voordeur en muren en een gezamenlijke maaltijd.
Paus Liberius maakt de datum 25 december officieel in 354. Overigens vieren orthodoxen het kerstfeest op 9 januari en de Armeense kerk op 19 januari.
Ons kerstverhaal met stal, os en ezel komt noch in het evangelie van Mattheüs noch in dat van Lucas voor. Wél in het geboorteverhaal van Mitras. Waarschijnlijk zijn die symbolen onder Romeinse druk overgenomen.
Mitras-verhaal
Volgens de Perzische traditie werd Mitras geboren uit een ‘onbevlekte, maagdelijke’ moeder Anahita en kwam het zaad van Zarathustra, bewaard in een heilig meer. In de Iraakse versie is de moeder Semirames of Astarte. Zij noemde zich maagdelijk omdat haar man Nimrod (ook Marduk genoemd of Ninus, de bouwer van Ninevé) al eerder gedood was. Deze Nimrod (Hebreeuws voor rebel) komt in het Oude Testament voor als zoon van Kus, kleinzoon van Cham, die door diens vader Noah vervloekt werd omdat hij diens naaktheid gezien had (Genesis, vers 20-25). De rebel Nimrod bouwde een machtig rijk, waartoe ook de (bijbelse) volkeren van Kanaän behoorden zoals de Filistijnen. In dat rijk werd de god Bel/Bellus/Baäl vereerd, waarschijnlijk de vergoddelijking van Nimrods vader Kus. Nimrod bouwde de Toren van Babel (babel betekent poort naar God). Waarschijnlijk waren er meerdere babels: archeologen vonden in het huidige Irak en Iran 30 heilige torens, ziggurats. De familie Nimrod, Semirames en zoon Mitras (ook wel Tammuz genoemd) was wellicht het voorbeeld voor het Egyptische goddelijke trio Osiris, Isis en hun kind Horus; het Griekse drietal Kronos, Rhea en Zeus en in Rome: Saturnus, Venus en Jupiter. Zelfs in de Aziatische tradities komt een ‘goddelijke moeder’ voor. De christelijke familie Jozef, Maria en Jezus moest voor de Romeinen deze oude voorbeelden doen vergeten op de geboortedag van de zonnegod Mitras.
Jezus werd vrijwel zeker niet op 25 december geboren. Zelfs niet in de maand december. Bisschoppen konden het vanaf het eerste begin van de christenheid al niet eens worden over Jezus’ geboortedag, vanwege het verschil tussen joodse maanmaanden (29-30 dagen) en Romeinse zonnemaanden (30-31 dagen). Als de gegevens uit de Bijbel over Jezus’ sterven, doop en vooral zijn gang naar de tempel gelegd worden op de joodse (tempel)kalender, moet Jezus geboren zijn in augustus/begin september. Dat klopt ook beter met het tijdstip van de Romeinse volkstelling, waarvoor Maria en Jozef naar Bethlehem moesten. Je houdt toch geen volkstelling in december, in de regentijd, als de zandwegen in een modderpoel zijn veranderd en dus vrijwel onbegaanbaar? Volgens de joodse traditie moesten Jozef en Maria op de 41ste dag na de geboorte van hun zoon Jezus naar de tempel in Jeruzalem om te offeren.
Dat maakt het waarschijnlijk dat de vlucht naar Egypte daarna heeft plaatsgevonden, waarschijnlijk kort vóór Jezus’ tweede jaar. Dat zou tenminste verklaren waarom Herodes, getipt door de wijzen uit het Oosten, kinderen tot twee jaar oud liet vermoorden.
Wijzen
De wijzen uit het oosten waren geen koningen, maar waarschijnlijk Perzische sterrenkundigen. Het waren zeker niet koning Caspar uit Tarsus, Melchior uit Arabië of Baltasar uit Ethiopië, want die rijken liggen niet in het oosten, maar resp. in het noorden, zuidoosten en zuidwesten. Nergens in de Bijbel staat trouwens dat het er drie waren. Het zouden er drie zijn geworden om het drietal Zaratrustra, Anahita, Mitras en opvolgers te doen vergeten. Jezus’ geboorteverhaal zou gelezen moeten worden in de joodse contekst. Zo zou ‘kribbe’ berusten op een verkeerde vertaling. Een jood zou zijn baby niet graag in een voederbak voor ‘onreine’ dieren leggen. Waarschijnlijk gaat het om een houten bak waarin broden in een doek moesten rijzen. De bevalling had wellicht plaats in een verlaten ‘loofhut’ van het joodse loofhuttenfeest.
‘Er was geen plaats in de herberg’. In die tijd werd een zwangere vrouw als onrein beschouwd en mocht om die reden niet in de gemeenschappelijke ruimte van een herberg. Daarbij moet je niet denken aan een hotel, maar aan een omheinde ruimte rond een bron, een caravanserai.
Zonnewende
Kerst is de Germaanse uitspraak van Christus. Kerst moest bij de Germanen het feest van de zonnewende (21-22 december) ‘kerstenen’. Bij de zonnewende werden (mensenoffers voor de Germaanse god Odin in een boom gehangen. Kelten hingen dode vogels en andere offers in bomen. Druïden ontleenden hun kracht aan bomen, bijvoorbeeld aan de maretak. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het kerstfeest rond een boom werd gesitueerd. In de Achterhoek en andere plaatsen werd tot in de vorige eeuw rond eenzame bomen in het bos gebeden. In Zweden begon men met een kunstmatige boom in elk dorp te plaatsen, op welks takken lichten geplaatst waren; later vervangen door een driearmige kandelaar. In middeleeuwse afbeeldingen is soms een kerstboom vol etenswaar en een naakt kerstkind te zien. Het eerste bericht over een kerstboom binnen in huis komt uit Straatsburg in 1605: versierd met veelkleurig papier, appels, wafels, chocola en klatergoud.
De gewoonte dennenbomen als kerstboom te nemen ontstond in Duitsland. Prins Albert bracht die Duitse gewoonte in 1841 over naar Engeland. Tenslotte rukte de dennenboom op naar Italië, waar ‘dit heidens gebruik’ aanvankelijk door het Vaticaan werd veroordeeld. De kerstballen waren natuurlijk symbolen van de zon, maar Europa kende ook 300 jaar ‘heksenballen’ in ramen in het huis, die heksen zouden afschrikken of juist vangen. Ook paddenstoelen, rood met witte stippen, in kerststukjes gaan terug naar ‘heidense’ tijden: het waren hallucinerende paddenstoelen die door toverdokters, sjamanen, werden gebruikt. De kerstman zou uiteindelijk teruggaan op de Germaanse God Odin, die vaak met rendieren werd afgebeeld en ergens in het verre noorden (vandaar de Noordpool) zou huizen.
Zo kreeg kerst elementen van een feest van een zonnegod, joodse gebruiken, heidense boomverering en heksenangst.
(Jan Meulemeester, Brabants Dagblad, 18-12-2000)
.
Kerstmis: alle artikelen
jaarfeesten: alle artikelen
kerstspelen: alle artikelen
VRIJESCHOOL in beeld: advent jaartafel Kerstmis jaartafel
.
406-382
.