Tagarchief: wikkels

VRIJESCHOOL – Opvoedingsvragen (12-2-1)

.

RS-virus of gewoon verkouden?

Een hoestend kind is voor ouders vaak een bron van ongerustheid, zeker ais er benauwdheid bij komt. Meestal is een onschuldige verkoudheid de oorzaak. Maar sinds het RS-virus om zich heen grijpt, raken veel ouders bij het eerste hoestje van hun baby al in paniek. George Maissan, antroposofisch huisarts in Gouda, vertelt hoe je weet of je kind een RS-virusinfectie heeft en wat je eraan kunt doen.

De moeder van Jorinde komt met haar dochtertje van drie jaar op het spreekuur. Het meisje hoest al een paar dagen, soms zo heftig dat ze slijm overgeeft. Ze lijkt het dan ook benauwd te hebben. Jorinde heeft geen koorts. Ze eet weinig maar drinkt goed en heeft geen diarree. Wel heeft ze forse snottebellen en als ze door haar geopende mondje ademhaalt, is er een reutelend geluid hoorbaar. Als ik haar onderzoek, merk ik dat er geen tekenen te bespeuren zijn van een ontsteking of slijmvorming in de longen zelf. Bij onderzoek van haar oortjes zie ik wat matte trommelvliezen. Dat wijst er niet alleen op dat de bovenste luchtwegen zijn geïnfecteerd, maar dat ook haar oortjes zijn aangedaan. Om het slijm losser te maken en het hoesten te vergemakkelijken, schrijf ik omslagen met tijmolie (zie onder) en Echinacea hoestdruppels voor. Jorinde kreeg al Hoest-elixer.

Naar het ziekenhuis

Twee dagen later, om elf uur ’s avonds, belt Jorindes vader. Haar broertje Rob van zes weken is nu ook aan het hoesten. Tijdens de hoestbuien loopt hij rood tot blauw aan, en zijn hartje klopt dan hevig. Als hij niet hoest, gaat zijn ademhaling erg snel. Hij dronk de hele dag al moeilijk, maar nu wil hij zijn fles helemaal niet meer. Een half uur geleden was zijn luier bij het verschonen nog droog.

Ik ga direct kijken en vind Rob half slapend op de schouder van zijn vader. Hij schrikt wakker als ik hem wil onderzoeken, wat direct een heftige hoestbui tot gevolg heeft. Hij loopt rood aan en even lijkt zijn adem te stoppen. Bij verder onderzoek merk ik dat zijn neusvleugels meebewegen met het ademhalen en de spieren tussen zijn ribben intrekken. Het kereltje probeert op alle mogelijke manieren lucht te krijgen. Over zijn longen hoor ik een normaal ademgeruis, met tijdens het uitademen over beide longen een zacht gekraak. Dit wijst op een ontsteking van de kleinste vertakkingen van de luchtwegen, een zogenaamde bronchiolitis. Na een pufje via de babyinhaler met een luchtweg verwijdend middel, gaat het snel wat beter met hem. Toch besluit ik hem door te sturen naar het ziekenhuis omdat hij zo slecht drinkt en dit beeld mij aan een infectie met een RS-virus doet denken.

De volgende morgen belt de kinderarts. In de neus van Rob kon inderdaad het Respiratoir Syncytieel virus (RS-virus) worden aangetoond. Hij kreeg zuurstof en voeding via een infuus en werd regelmatig verneveld met een
luchtwegverwijderaar. Gelukkig doen zich geen complicaties voor en is Rob na twee weken in het ziekenhuis weer thuis. Wel blijft hij nog maanden hoesten. Zijn zusje is na een week alweer opgeknapt.

Gewoon verkouden

Het RS-virus is een van de vele virussen die verkoudheid veroorzaken. Het wordt momenteel erkend als de belangrijkste verwekker van luchtweginfecties bij jonge kinderen. Een RS-virusinfectie is zeer besmettelijk en wordt overgebracht via nauw contact (knuffelen, zoenen, inademen van uitgehoeste lucht). Kinderen die vaak in een omgeving zijn waarin wordt gerookt, blijken vatbaarder voor een infectie met het RS-virus. Handen wassen en niet anders hoesten dan met de hand voor de mond zijn de beste maatregelen om verspreiding zoveel mogelijk te voorkomen. De incubatietijd is ongeveer veertien dagen. Het virus steekt vooral de kop op in de winter en kan op de huid een half uur en op zakdoeken uren overleven. Nu het virus als een epidemie om zich heen lijkt te grijpen, raken vooral ouders van pasgeboren baby’s vaak bij het eerste hoestje al in paniek. Maar een RS-besmetting kan ook heel mild verlopen met alleen wat hoesten en snotteren. Uit onderzoek bleek dat bijna alle kinderen in een kinderdagverblijf tijdens hun eerste levensjaar besmet waren geweest met het RS-virus. Toch kreeg slechts een heel klein percentage daarvan een bronchiolitis. Een besmetting wil dus nog niet zeggen dat een kind ook ernstig ziek wordt. Meestal manifesteert de ziekte zich doordat het kind flink hoest en wat lichte koorts heeft.

Bij kinderen die ouder zijn dan een jaar treden vooral ontstekingen van de grotere luchtwegen en overmatige slijmvorming op. Bij peuters en kleuters zie je ook regelmatig middenoorontstekingen. Als de ziekte zich uitbreidt tot de lagere luchtwegen, verdwijnt de koorts meestal. Het virus kan zich daardoor makkelijk vermeerderen en dan kan de infectie, vooral bij kleine baby’s, uitlopen op een bronchiolitis. Bij een bronchiolitis, eigenlijk een soort longontsteking, klopt het hart snel. De ademhaling is kort, droog en steunend en over de longen klinkt vaak een zacht gekraak. De neusvleugels bewegen mee met de ademhaling en de spieren tussen de ribben trekken naar binnen.

Wat je kunt doen

De basis van een goede behandeling is zorgen dat je kind goed drinkt zodat het minimaal drie keer per dag plast. Meestal nemen de ziekteverschijnselen vanzelf al na een dag of drie, vier af. Bij baby’s die jonger zijn dan zes weken is het echter raadzaam zeer alert te blijven. De mate waarin een baby nog in staat is te drinken, is een goede graadmeter voor de ernst van de benauwdheid. Want een kind dat zijn luchtwegen vol slijm heeft kan niet drinken. Als de baby tijdens een hoestbui rood tot blauw aanloopt, kan het soms even stoppen met ademen. Houd de baby dan rechtop, klop zachtjes op zijn rug en bel de dokter.

Als kinderen jonger zijn dan zes weken of als ze slecht drinken en weinig plassen bij hoest en benauwdheid is het altijd goed om de dokter te bellen als je een RS-virusinfectie vermoedt. Maar in verreweg de meeste gevallen komen ouders er zelf wel uit, vooral als er extra aandacht aan warmte in het borstgebied wordt besteed, bijvoorbeeld door de borst in te wrijven met verwarmende tijmolie (te verkrijgen bij de apotheek) of een tijmolie-wikkel te geven. Viermaal daags vijf druppels Echinacea hoestdruppels helpen voor de hoest. Antibiotica zijn meestal niet zinvol.

Tïjmoliewikkel

Nodig zijn een wollen omslagdoek (en eventueel een flanellen tussendoek), een lange, smalle wikkeldoek van katoen of flanel die om de borst van je kind past, een kleine warmwaterzak en een pannetje met deksel en zeef.

Maak de wikkel een beetje vochtig en verdeel er twee maatdopjes tijmolie druppelsgewijs over.
Rol de wikkel van twee kanten naar het midden toe op.
Breng het water in de pan aan de kook, leg de wikkel in de zeef die erboven hangt (zonder dat de zeef het water raakt) en laat met het deksel erop tien minuten koken.
Leg het kind op bed of op de bank op een wollen deken met daaroverheen op borsthoogte de wollen omslagdoek (en de tussendoek).
Breng de verwarmde wikkel in de kruik naar het kind en rol de wikkel voorzichtig (eerst deppen om de huid aan de warmte te laten wennen) om de rug en de borst van het zittende kind.
Doe de wollen doek eromheen, maak deze eventueel met veiligheidsspelden dicht en rol het kind in de deken. Zorg dat hij het lekker warm heeft.
De warmwaterzak op de borst houdt de wikkel warm.
Die mag beslist niet koud gaan aanvoelen.
Laat het kind ongeveer 20 minuten in de wikkel liggen.

Als het in slaap valt, mag hij langer blijven zitten. Kinderen blijven rustig als je ze een verhaaltje voorleest of zacht voor ze zingt.

De wikkel kun je in een plastic zak bewaren. De volgende keer kun je volstaan met 1 dopje olie.

.

George Maaissan, Weleda Puur Kind, lente 1999 nr. 3

.

‘Handje voor de mond’ is nog altijd ‘in’. We leren het onze kinderen en doen het zelf. Maar, vraag ik me af, als we met die hand, volgehoest met bacteriën, de hand van een ander schudden, geven we de ziektekiemen dan niet gewoon heel gemakkelijk door?
Ik hoest al jaren niet meer met de hand voor de mond, maar a.h.w. in de kom van mijn elleboog. Hetzelfde resultaat wat verspreiding betreft, maar geen kans op oversmetting bij het handengeven. 

Meer internetinformatie

Opvoedingsvragen: alle artikelen

Ontwikkelingsfasenalle artikelen

voor consultatiebureauswww.kinderspreekuur.nl

.

1713

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.

VRIJESCHOOL – Opvoedingsvragen (15-2)

.

Als Klaas Vaak niet komen wil

Terecht maken ouders zich zorgen als hun kind niet goed slaapt. Vaak is er met eenvoudige middelen iets aan te doen.

De slaap van een kind is heilig.
In de slaap groeit hij, verteert hij wat hij overdag aan belevenissen opnam en wordt hij wijzer. Na ingrijpende gebeurtenissen, die het kind zwaar op de maag liggen, raakt de slaap meestal als eerste verstoord. Ook angst, onrust of een ingeslepen, verkeerde gewoonte kunnen leiden tot een ongewenst slaappatroon. Zoals bij Eva, een wilskrachtige dame van 16 maanden. Zij werd plotseling iedere nacht een paar keer wakker. Omdat zij altijd fors van zich laat horen als niet direct gebeurt wat ze wil, nam haar moeder haar, voor ze de hele boel bij elkaar kon krijsen, uit bed. Ze vermoedde dat Eva last had van doorkomende kiezen en als troost mocht ze bij haar ouders in bed. Daar viel ze rustig in slaap. Na een week – de kiezen waren intussen doorgekomen – werd Eva ’s nachts nog steeds wakker. Haar ouders pakten haar op om haar te kalmeren en legden haar daarna weer in haar eigen bedje. Maar dan kon niets Eva meer tot bedaren brengen. Ten einde raad nam haar moeder haar toch maar weer bij zich in bed; wie weet had ze wel buikpijn of last van een boze droom.

‘Als je wilt kun je altijd wel een excuus vinden voor het gedrag van je kind,’ zegt Eva’s moeder nu. Bij toeval kwam ze er achter dat ze het anders moest aanpakken. Aanvankelijk wachtte ze altijd eerst even tot Eva echt begon te huilen voor ze naar haar toeging. Maar toen ze haar een keer direct bij het eerste geluidje uit bed haalde, merkte ze dat het kind nog duf en slaapdronken in haar armen hing. Zonder dat ze echt wakker werd, kon ze haar weer in haar bedje leggen. Na een paar nachten sliep Eva weer de hele nacht ongestoord door. De vicieuze cirkel was doorbroken en er was een nieuwe gewoonte voor in de plaats gekomen.

Ritueel

Gewoontevorming gaat bij de hele kleintjes pijlsnel. Als je je onrustige baby meeneemt voor een ritje in de auto omdat hij alleen van autorijden inslaapt, zal hij snel nergens anders meer willen slapen. Verandering van zo’n patroon veroorzaakt heftige reacties. Wanneer je toch besluit je aanpak te veranderen en dat, tegen alle protesten in, wilt volhouden, zijn standvastigheid en de innerlijke overtuiging dat je de goede beslissing hebt genomen bepalend voor het succes. Rituelen helpen om het ‘gewoontelichaam’ op te voeden. Het vertrouwen in steeds hetzelfde verloop, maakt voor een kind de overgang van de ene fase naar de andere gemakkelijker. Een ritueel voor de overgang van de dag naar de nacht kan bestaan uit een vaste volgorde in uitkleden, tanden poetsen, schone kleren klaarleggen, een plaat bekijken of een verhaal vertellen, een liedje zingen, een aai over de bol, een kus en dan welterusten. Een spreuk tot slot waarin een engel of een mens voorkomt die de wacht houdt over het kind als het slaapt, kan het gevoel van geborgenheid nog versterken.

Buikpijn

Voor peuters en kleuters die alles zien en horen en hypergevoelig zijn voor indrukken, kan het moeilijk zijn om het wakkere bewustzijn los te laten en zich over te geven aan de slaap. Ze hebben snel last van darmkramp of buikpijn omdat ze de (te) diep binnenkomende indrukken niet goed kunnen verteren. Je helpt ze door hun buik te omwikkelen met warme doeken die zijn gedoopt in kamillethee. Dit ontspant de buik en stimuleert de stofwisseling, waardoor ook het psychische verwerkingsproces beter verloopt. Iets warms drinken tijdens het voorlezen werkt ook ontspannend. Als je de tijd neemt voor deze dingen, kunnen (wat oudere) kinderen de gelegenheid aangrijpen om te vertellen over gebeurtenissen van de dag. Dat werkt als een soort voorvertering.

Voor kinderen die ’s ochtends niet goed wakker worden, kan een koele zoutafwassing helpen. Want om ’s avonds weer te kunnen loslaten, moet je overdag goed in je vel zitten. Wanneer deze eenvoudige middelen niet helpen, is het aan te raden samen met de arts naar de oorzaak van het slaapprobleem te zoeken.

Kamillewikkel

Leg een katoenen doek ter breedte van de buik in een schaal. Leg daarop een zeef met twee eetlepels kamillebloemen en overgiet die met kokend water. Niet laten trekken. Haal de doek uit de hete thee en leg hem op een handdoek. Rol die op en wring hem goed uit, zodat de kamilledoek erin zo droog mogelijk wordt, maar nog wel vochtig en warm blijft. Vouw de doek open en wapper tot de lap de temperatuur heeft die je kind kan verdragen. Leg hem vlug op de buik zonder dat hij verder af koelt en leg er een dikke handdoek of wollen doek zonder kieren overheen. Laat je kind zo een half uurtje rusten of ermee inslapen. Geef de kamillewikkel ’s middags of ’s avonds. Houdt dat een.aantal weken vol, las dan een pauze in en wikkel dan weer een periode. Tip: oefen eerst ‘droog’, zodat je handigheid krijgt in het snel en zeker aanbrengen van de wikkel.

Zoutafwassing

Een theelepel zout in een kwart liter koel water oplossen en daarmee (met een washand) stevig gezicht en schouders wassen. Niet afspoelen of af drogen. Doe dit zes weken, vervolgens drie weken niet en dan weer zes weken. Kijk goed naar het effect op je kind. Als de huid te intens rood wordt van de afwassing, dan halveer je de dosis. Geef een zoutafwassing alleen ’s ochtends.

.

Noor Prent, arts, in Puur kind, Weleda herfst 2000 nr. 6
(met toestemming van de auteur)
.

voor consultatiebureauswww.kinderspreekuur.nl

Michaela Glockler en Tomas GoebelKinderspreekuur

Ontwikkelingsfasenalle artikelen

Opvoedingsvragenalle artikelen

.

1671

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.