.
VINGER IN DE ROET
In het midden staat een kandelaar met een brandende kaars.
(Uiteraard is voorzichtigheid geboden: een emmer water en een paar natte doeken in de buurt.)
Op een veilige afstand van de kaars vormen de kinderen een kringetje met de handen vast en ze zingen het liedje ‘Vinger in de roet’.
Vinger in de roet, wie er mee doet!
Vanavond, met een kaarsje,
met een lichtje aan de deur
-hoezee!
Daarbij lopen zij op een holletje rond. Bij ‘hoezee’ laten zij los, waarbij ze zich mogen laten vallen.
Dan begint het weer opnieuw. De uitdaging kan zijn dat de kinderen de kring a.h.w. naar buiten toe oprekken, spannen, maar zonder dat die ‘breekt’.
Vroeger was dit spelletje bekend als een Driekoningenspel. ’s Avonds 6 januari werd het door kleine kinderen gespeeld. Zij hadden zich verkleed als de drie koningen: Caspar, Melchior en Balthazar, waarvan een. De ’zwarte Melckert’ had zijn gezicht met roet zwart gemaakt.
Bij de voordeur van het huis waar werd aangebeld, zetten ze een brandend kaarsje op de grond gezet en daar sprongen ze overheen (wat doet denken aan het St.-Jansfeest of de midzomervuren).
Daarna dansten ze er nog omheen en lieten zich omrollen.
Volgens Mellie Uyldert zou de vorm van het spel kunnen duiden op, dat dit een heel oud, voorchristelijk spel is, dat rond midwinter gespeeld werd als een welkom aan de levensgeest!
Dat is het kaarsje, het stelt zijn kracht voor, waaraan met deel wil hebben, en waardoor men zo in vervoering raakt, dat men ervan omvalt.
De zwarte figuur is dan Nöth, die door zijn vader op de schimmel gebracht en die als voorloper van Zwarte Piet met de levengevende roede bij de mensen komt!
Muziek en een variatie op het spel
.
Spel: alle artikelen
Peuters/kleuters: alle artikelen
Vrijeschool in beeld: kleuters: alle beelden
2841
.