.
Enige jaren bezocht ik een ‘alternatief’ driekoningenspel. Het speelde zich af in deze tijd waarin we geconfronteerd worden met aanslagen, angst, maar ook hoop en positivisme.
Het gaat me nu niet om de inhoud. Hoewel die genoeg ‘stof tot spreken geeft’ om met de jongelui van de bovenbouw in gesprek te komen.
Ik vond de beelden indrukwekkend, het verhaal meeslepend en het taalgebruik beeldend en verzorgd.
Ik kan niet anders dan heel positief reageren op wat er geboden werd.
Een jaar later zag ik het opnieuw en, nu ging ik toch voornamelijk omdat er iemand meespeelde die ik van zeer nabij ken, vond ik het weer ‘boeiend’, maar ‘het nieuwe’ was er toch vanaf.
Een jaar later had ik om dezelfde reden weer kunnen gaan, maar iets weerhield me – ik kende het stuk nu wel: de verrassing was totaal weg.
Waarom heb ik dit gevoel nooit gehad met de Kerstspelen uit Oberufer. Waarom keek ik daar ieder jaar naar uit, ook al kende ik op den duur vrijwel de hele tekst uit mijn hoofd?
Jesse Mulder verwoordde in onderstaand artikel nagenoeg mijn gevoelens:.
Jesse Mulder, Antroposofisch \magazine, nr. 5 2017
.
GOEDE BEDOELINGEN
“Let’s make Judea great again!” riep Koning Herodes, tot vermaak van de vele ouders en belangstellenden die naar het vernieuwde, moderne driekoninginnen-spel kwamen kijken op vrijeschool De Vuurvogel te Driebergen. [Inderdaad: driekoninginnenspel.) Ik was er bij: na lezing van het prikkelende stuk in de laatste Seizoener was ik nieuwsgierig geworden, zij het met een bedenkelijk voorgevoel. En zoals je dat soms kunt hebben, bleek dat voorgevoel niet onterecht. Niet dat het slecht theater was. Het was een goeddeels bevlogen gespeeld, vermakelijk stuk waarin het enthousiasme van de spelers duidelijk voelbaar was. En ik ben er ook niet principieel op tegen om vastgeroeste gewoontes eens radicaal om te gooien, integendeel. Mijn onbehaaglijke voorgevoel duidde op iets anders, namelijk op de vraag: wat is eigenlijk vernieuwing? Als je iets bestaands vernieuwt, dan moet je het wezenlijke van dat bestaande wel meenemen. Anders is het geen vernieuwing maar eerder een vervanging. En daar lag voor mij het probleem. Er was iets verloren gegaan dat mij wezenlijk scheen in het traditionele spel: de algemeen-objectieve beelden. Die waren namelijk vervangen door persoonlijk-subjectieve belevenissen. De centrale figuren in het oorspronkelijke spel stijgen boven het persoonlijke uit: in de koningen kun je bijvoorbeeld beelden zien van wijsheid, schoonheid, en goedheid of kracht. De koninginnen in het vernieuwde spel bleken daarentegen vooral bezig met hun persoonlijke ontwikkeling, getuige de aan het einde toegevoegde ‘evaluatie’ van wat ze op hun reis hadden geleerd. En zoals bovenvermelde uitroep van Herodes laat zien, werd zelfs expliciet de link naar onze eigentijdse context gelegd, met alle verheerlijking van het persoonlijke dat daarbij hoort. In die zin beleefde ik de ‘moderne versie’ dus niet als vernieuwing, maar als vervanging: het driekoningenverhaal was hier een instrument om typisch modern-individualistische boodschappen over te brengen, zoals dat het om de weg gaat en niet om het doel (aldus Caspara aan het slot]. Nu is onze tijd uiteraard de tijd van het individualisme en het intellectualisme, maar juist daarom, zou ik zeggen, wordt er op de vrijeschool zo veel aandacht besteed aan beelden die geen persoonlijke belevenissen uitbeelden en ook geen instrument zijn om iets over te brengen dat ‘begrepen’ moet worden. Ze werken veel meer op de bodem van de ziel, waar ze op mysterieuze wijze een vermoeden wekken van het grotere, persoonlijkheid overstijgende geheel waar wij individualisten uit voortgekomen zijn en dat we niet uit het oog moeten verliezen. En dat staat haaks op de drijfveer van de vernieuwers in Driebergen: “De kinderen snappen het in deze vorm niet, dus het moet persoonlijker, subjectief navoelbaar.” Op die basis is échte vernieuwing eigenlijk bij voorbaat al onmogelijk, alle goede bedoelingen ten spijt.
Jesse Mulder is universitair docent Theoretische Filosofie bij het departement Filosofie en Religiewetenschap, waar hij tevens verbonden is met het onderzoeksproject Responsible Intelligent Systems. Hij promoveerde in 2014 cum laude op het thema Conceptual Realism, over de structuur van metafysisch denken. Jesse is vader van twee dochters.
.
In de 1e voordracht van de ‘Algemene menskunde‘ geeft Steiner het vrijeschoolonderwijs een soort opdracht: de opvoed- en onderwijskundige taak proberen te zien als iets moreels en geestelijks, i.p.v. een van intellect en gemoed.
De eerste past in het bewustzijnzielentijdperk, de andere is uit de tijd van de verstands-gemoedsziel.
Ik denk dat Mulder een paar eigenschappen van deze tijdperken karakteriseert, zonder ze zo te noemen, wanneer hij over het bovenpersoonlijke en het individualistische spreekt.
.
Kerstspelen: alle artikelen
.
2563
.
Dit is op Een andere weg… herblogd.