.
bron onbekend
.
Snotverkouden, steeds maar weer
.
Heel jonge kinderen zijn veel vaker verkouden dan volwassenen. Bij sommigen van hen stromen de grote groengele snottebellen zelfs onophoudelijk uit de neus. Antibiotica en amandelen knippen, zijn de bekendste oplossingen. Sinds kort is er een nieuwe tip: afwachten tot het ongemak over gaat.
Anne Schilder is hoogleraar Kinder kno-heelkunde in het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU). Zij herkent dit soort klachten goed. „Het afweersysteem van kleine kinderen is nog volop in ontwikkeling. Dat moet uitrijpen, zoals ze ook moeten leren praten en lopen. In tegenstelling tot volwassenen maken ze nog niet of niet snel genoeg de juiste antistoffen aan.’ Daarom zijn baby’s en peuters zes tot tien keer per jaar verkouden, produceren veel snot en hebben een verstopte neus, een heel normale situatie. Volwassenen overkomt dit jaarlijks twee tot vijf keer. In gezonde toestand produceert de binnenzijde van de neus precies genoeg slijm om de ingeademde lucht vochtig te houden en binnendringers als stof, virussen en bacteriën buiten te houden. Bij een verkoudheid is het slijmvlies in de neus, de bijholten en de keel ontstoken. Oorzaak is de besmetting met een verkoudheidsvirus. Dat verspreidt zich makkelijk via vochtdruppeltjes in de uitgeademde lucht die anderen weer
inademen.
G. is 2,5 jaar als ze voor het eerst kinderdagverblijf X binnen-huppelt. Ze is dan een gezond meisje, blikt haar moeder terug: „Af en toe is ze verkouden, maar welke peuter is dat niet.” Eenmaal tussen haar leeftijdsgenootjes op de crèche verandert die situatie. Bijna onophoudelijk komen er grote, groengele
snottebellen uit G’s neus en ze ademt continu door haar mond. ’s Nachts vult gesnurk de kinderkamer en regelmatig wordt ze wakker.
Pas twee tot drie dagen na de infectie (dit heet de incubatietijd) worden de signalen zichtbaar. Er wordt te veel slijm aangemaakt, wat snotteren veroorzaakt in de neus en keel. Het hoesten begint, er kan sprake zijn van keelpijn, niezen en neusverstopping.
Kleine kinderen in groepen worden vaker verkouden dan kindjes die thuis in het gezin verblijven. Ze komen simpelweg sneller in aanraking met voor hen nieuwe virussen en bacteriën, zegt Schilder. „In een kinderdagverblijf zitten baby’s en peuters dichter op elkaar. Door te hoesten en eikaars speelgoed in de mond te steken, besmetten ze elkaar eenvoudig.”
Ook passief meeroken vergroot de kans op een verkoudheid, omdat de giftige deeltjes in rook het slijmvlies aan de binnenkant van de luchtwegen irriteert. Bij de inmiddels 3-jarige G. merken haar ouders dat de verkoudheden elkaar bijna non-stop blijven opvolgen.
Tot twee keer toe hebben ze contact opgenomen met de huisarts. De eerste keer stelt hij ze gerust en adviseert een neusspray (zie kader Maatregelen). Wanneer ze er een paar maanden later opnieuw aankloppen, besluit de huisarts over te gaan op een antibioticabehandeling. Dat helpt even, maar al snel produceert G. weer onophoudelijk haar groengele snottebellen, de verkoudheden hebben af en toe ook hun weerslag op de situatie thuis en op het werk. Moeder: „Mijn man en ik moesten nogal eens met agenda’s schuiven, als we besloten de erg vermoeide G. een dagje thuis te houden.” Lachend: „Bovendien zijn kortere nachten niet altijd even bevorderlijk voor een goed humeur.” Op zoek naar een betere oplossing wordt G. afgelopen winter doorverwezen naar een kno-arts in het Wilhelmina Kinderziekenhuis van het UMC Utrecht. Hij constateert een forse neusamandel. Maar tot moeders grote verrassing adviseert de arts niet datgene wat zij wel had verwacht: het knippen van die amandel.
Jaarlijks wordt in Nederland bij meer dan 20.000 kinderen de neusamandel geknipt. In andere westerse landen gebeurt dit veel minder vaak. Dit verschil is volgens hoogleraar Schilder cultureel bepaald. „Waar ouders en artsen in ons land kiezen voor een operatie, wordt in omringende landen vaker en langduriger antibiotica voorgeschreven. In Nederland kiezen we hier niet voor. We weten dat deze medicijnen meestal geen effect hebben op de verkoudheidsvirussen.”
Bij chronisch verkouden kinderen blijkt dat het verstandiger is gewoon af te wachten tot de verkoudheden overgaan, dan meteen te opereren. Zo bleek dit najaar uit een twee jaar durende studie, onder leiding van Schilder. „We hebben steeds gedacht dat neusamandel knippen echt hielp, omdat de klachten na de ingreep minder werden. Maar nu weten we dat ditzelfde ongemak meestal ook afneemt als kinderen ouder worden.”
Toch is het knippen van de neusamandel hiermee niet van de baan, integendeel. Blokkeert de ontstoken amandel de luchtweg? Of heeft een kind een chronische oorontsteking? Dan zal nog altijd worden gekozen voor de operatieve verwijdering van de neusamandel.
Moeder: „G. is intussen net 4 jaar en gaat naar school. Wat was het afgelopen winter raar om het advies te krijgen haar niet te opereren. Terwijl je om je heen nog altijd verhalen hoort van kinderen waarbij wel voor die oplossing is gekozen. Maar goed, in onze situatie hebben we samen met de arts besloten af te wachten. Nu merken we simpelweg dat G. over haar ongemak aan het heengroeien is: ze is niet meer zo vaak verkouden en slaapt veel beter. Natuurlijk zit er weieens een onrustige nacht tussen, maar deze situatie is niet alleen voor ons, maar vooral voor haar heel acceptabel.”
.
Maatregelen
Ouders kunnen zelf bijdragen om de hinder en verspreiding van een verkoudheid zo veel mogelijk te beperken. Hoogleraar Anne Schilder belicht er een paar:
Rook niet (binnen)
Zorg voor een goede hygiëne: veeg de snottebellen af met een schone zakdoek; gebruik deze geen tweede keer. Was regelmatig de handjes van het kindje (en die van jezelf) om verspreiding van de ziektekiemen te beperken.
Gebruik neusdruppels of – nog liever – een spray met een zoutoplossing. Dit spoelt het snot weg en vermindert de zwelling in de neus. Overleg met uw huisarts als de klachten aanhouden, in het uiterste geval: zoek naar een andere vorm van kinderopvang waarin minder kinderen tegelijkertijd in een ruimte verblijven en de kans op het krijgen van een nieuwe verkoudheid kleiner is. „Al is dat lastig te realiseren bij kinderen: het virus verspreidt zich makkelijk, omdat ze elkaar juist opzoeken om te spelen.”
Lang leefde de gedachte dat helder, doorzichtig snot wordt veroorzaakt door een virus. Groengeel snot daarentegen zou een gevolg zijn van een bacteriële infectie. Hoogleraar Anne Schilder hangt die theorie niet meer aan: „We weten inmiddels dat ook virussen kunnen zorgen voor de groengele kleur.”
Snot bestaat vooral uit slijm. Normaal gesproken is dit helder van kleur. Dit kan veranderen als een ziekteverwekker in de neus terechtkomt. Er ontstaat een
ontsteking waar het lichaam vanaf wil. Als reactie hierop maakt het lichaam meer slijm en antistoffen aan: het wil van de ziekteverwekker af. Het snot verandert dan van kleur, omdat het resten van virussen en bacteriën en witte bloedlichaampjes bevat.
Bij kleine kinderen kan de ene verkoudheid de andere
opvolgen.
.
Opvoedingsvragen: alle artikelen
Ontwikkelingsfasen: alle artikelen
voor consultatiebureaus: www.kinderspreekuur.nl
.
1859
.