In deze rubriek is plaats voor wat me opviel in kranten- en tijdschriftartikelen, brochures enz. aan pedagogisch nieuws, pedagogisch-didactische opvattingen. Wel zoveel mogelijk bezien tegen de achtergrond van de vrijeschoolpedagogie. Het is niet mijn bedoeling een onderwerp helemaal te bespreken, te analyseren.
‘Zingen, dat is beter dan muziekonderwijs’
betoogt Evert Bisschop Boele, lector aan het Prins Claus Conservatorium.
‘Muziek is te veel een zaak van experts geworden. Terwijl iedereen kan zingen. Investeer daar dan ook in.’
Jarenlang heeft Nederland geïnvesteerd in het marginaliseren van muziekles op de basisschool. Muziek is inmiddels opgeslokt door een abstract en amorf ‘leergebied kunstzinnige oriëntatie’ waarin het gaat om ‘gevoelens en emoties uitdrukken’, ‘communiceren’ en ‘reflecteren’. En, oh ja, om ‘enige kennis’. De invulling daarvan wordt geheel overgelaten aan de school en de onderwijzers, die ondertussen met Cito-scores en Pisa-resultaten om de oren worden geslagen. Ook op vele pedagogische academies is het vak muziek gemarginaliseerd. En de resultaten in het basisonderwijs zijn ernaar.
[PHAW]: Het is wel jammer en ook een tekort dat de vrijescholen hier niet worden genoemd. Wat ik hierover verder wil zeggen, vind je hier.
Maar het tij keert. Vrijdag* maakte minister Bussemaker (onderwijs) bekend dat er 25 miljoen uitgetrokken wordt voor verbetering van het muziekonderwijs op basisscholen. Joop van den Ende levert nog eens 25 miljoen en ook het Oranje Fonds springt bij. Fantastisch nieuws, zeker waar de minister meldt dat met het extra geld ook de deskundigheid van de onderwijzers wordt bevorderd. De minister zegt: “Ze missen vaak het zelfvertrouwen om bijvoorbeeld te zingen voor en met de klas”.
Specialisme
Inderdaad, de kern van het probleem is dat we van muziek, het wonderbaarlijke en vanzelfsprekende verschijnsel dat in het dagelijks leven van vrijwel iedereen zo’n belangrijke rol speelt, een specialisme hebben gemaakt. Muziek wordt het liefst overgelaten aan de expert – en dus niet aan de juf of meester zelf. Dat is trouwens een algemeen maatschappelijk verschijnsel. Het Vocalisten Concours in Den Bosch, maar ook ‘The Voice of Holland’, leren ons dat alleen de besten door mogen. En ‘Holland’s Got Talent’ leert ons wat we doen met de minder getalenteerden: uitlachen en afzeiken.
Dat moet veranderen. Ik geef de minister graag drie adviezen. Ten eerste: investeer niet in muziekonderwijs, investeer in zingen, de toegankelijkste vorm van muziek maken. Iedereen kan het, iedereen doet het: in voetbalstadions, op verjaardagsfeestjes, onder de douche. Vroeger stond niet ‘muziek’ maar ‘zingen’ op het rooster. Misschien moeten we daar eerst naar terug. Pas als er in de klas weer luidkeels en met plezier gezongen wordt, kunnen we nadenken over instrumenten in de klas, over componeren en improviseren, over ‘reflecteren’ en ‘enige’ kennis. Ten tweede: zet niet alleen in op wat de minister “eigentijdser muziekonderwijs” noemt. Zingen kan bevolkingsgroepen en generaties verbinden, en dat is hard nodig in onze samenleving. Daarvoor is een gezamenlijk te zingen repertoire onontbeerlijk. Repertoire moet zichzelf voortdurend aanpassen aan de tijd, maar we leven ook in het verlengde van onze voorgangers. Als de kinderen met Sint- Maarten de de deuren langsgaan, schept het een band als niet alleen de ‘Sint-Maartens-Blues wordt gezongen, maar we elkaar ook herkennen in de koeien die staarten hebben en de meisjes die rokjes aan hebben. Anachronistisch, zeker, maar zonder anachronismen wordt ons bestaan wel érg a-historisch
Kunstenaars in de klas
En ten derde: leer de juffen en meesters weer zingen. Niet door lessen zangtechniek en notenlezen, maar door ze te leren vertrouwen te hebben in zichzelf als muzikale persoonlijkheid. Zodat ze weer het gevoel krijgen dat ze mógen zingen in de klas. Dat moeten ze leren op de pedagogische academie. Dus, minister, stop even met investeren in het brengen van ‘kunstenaars in de klas’ sleutel eerst aan het échte probleem. Zorg dat muziek – en vooral zingen – op de pedagogische academies de ruimte krijgt. Want daar begint het! Als we dan over tien jaar merken dat onze scholen weer zingende scholen worden, hebben we een enorme eerste stap gezet.
(Bron: dagblad Trouw, *29-10-2014)
.
Die ‘zingende scholen’ bestaan al: de vrijescholen. En al hééééél lang. Zo lang, dat sommigen menen dat het leerplan ‘dan wel achterhaald’ zal zijn.
Maar, door de ogen van Evert Bisschop Boele, duurt het nog minstens tien jaar eer ‘het onderwijs’ het niveau van het vrijeschoolmuziekonderwijs zal hebben benaderd.
Zo’n krantenberichtje maakt het weer heel concreet: de juffen en meesters zijn nog geen ‘kunstenaars’.
Vrijeschooljuffen- en meesters hebben wél de opdracht het te worden:
Steiner:
‘Want opvoeden en onderwijzen kan de mens alleen maar wanneer hij, wat hij moet ontwikkelen, moet vormen, begrijpt, zoals de schilder alleen schilderen kan wanneer deze de kwaliteit, het wezen van de kleur kent; de beeldhouwer alleen maar werken kan wanneer hij het wezen van zijn materiaal kent, enz.
Wat voor de kunst in het algemeen geldt, die met concrete materie werkt, zou dat niet opgaan voor die kunst die met de edelste materie werkt die de mens maar in handen krijgt: de mens zelf- hoe die wordt en zich ontwikkelt.’
GA 308/9
Vertaald: ‘De wordende mens‘ blz. 21/22
‘Alle methodiek moet in een bad van kunstzinnigheid gedompeld zijn.’
‘Opvoeding en onderwijs moeten tot een ware kunst worden.’
GA 294/11
Vertaald: ‘Opvoedkunst‘ blz. 12
‘Alleen uit echte menskunde kan een echte onderwijs- en opvoedkunst ontstaan.’
GA 297A/50
Op deze blog vertaald
( ) ‘Maar dat doen we ook met het muzikale, zodat het kind er van het begin af aan aan went een of ander instrument te bespelen. Daardoor kan het kunstzinnig gevoel in het kind opgewekt worden.’
GA 294/11
Vertaald: ‘Opvoedkunst‘ blz. 12
Muziek: alle artikelen
Opspattend grind [7] [24] [26] [66]
Opspattend grind: alle artikelen
Menskunde en pedagogie: alle artikelen
Vrijeschool in beeld; alle beelden
746-683 |
.
.