Tagarchief: weerstand

VRIJESCHOOL – Opvoedingsvragen (12-3/2)

.

Nu, in deze coronatijd, kan een schoolgaand kind dat om wat voor reden een snotneus heeft, gezien worden als een potentiële bedreiging voor de leerkracht.

De ‘snotneusjes’ hoeven dan wel niet getest te worden, dus ‘zijn ze veilig’, maar toch.

Door allerlei tegenstrijdige berichten weet je niet meer wat waar is: heb je bv. wel een snotneus bij corona of heb je dat weer meer bij een andere griep.

Het is bekend dat vooral de kleinere kinderen met de grootste regelmatig ‘verkouden’ zijn, met dan een snotneus tot gevolg.

Ook in onderstaand artikel is sprake van ‘de snotneus’.
.

Stap voor stap sterker
.

De laatste jaren [geschreven 2005] is er in de medische wereld veel te doen over de hygiënehypothese.

Kort gezegd gaat die ervan uit dat in de westerse wereld de toename van allergie bij jonge kinderen te danken is aan een overmaat aan hygiëne.

Zo simpel is het natuurlijk niet, maar feit is wel dat de kleintjes te weinig kans krijgen ziek te worden.

De hygiënehypothese werd voor het eerst geformuleerd door een Britse epidemioloog in 1989. Hij ontdekte dat kinderen die niet of nauwelijks last hadden van allergie, op jonge leeftijd vaker waren blootgesteld aan kleine infecties, dan kinderen die wel allergisch waren. Omgevingsfactoren als leefstijl, voeding, gezinsgrootte, antibioticagebruik, vaccinaties, gering contact met de natuur, bleken voor 70 procent van invloed op het ontwikkelen van allergie, erfelijke aanleg voor slechts 30 procent.

Beter op eigen kracht

Iedere baby die gezond wordt geboren, beschikt over een aangeboren immuniteit. De witte bloedlichaampjes bijvoorbeeld gedragen zich als een soort gezondheidspolitie. Deze bescherming is echter beperkt en faalt bij massale infecties. Veel zekerder in dit opzicht is de immuniteit die het kind zelf opbouwt. Om die reden is het belangrijk dat hij in zijn eerste jaren een aantal infecties doormaakt, zodat hij afweerstoffen kan opbouwen. Met name na een virusinfectie ontwikkelen zich in het bloed bepaalde eiwitten die de weerstand verhogen en hem sterker maken. Kortom, ziek zijn en op eigen kracht beter worden, zorgt voor een stevige en gezonde basis. Natuurlijk kan het in uitzonderlijke gevallen voorkomen dat de koorts echt te hoog is en een antibioticum nodig is. Maar hoeft dit niet, dan zijn er talrijke minder heftige geneesmiddelen die ondersteunend kunnen werken.

Vies en gezond

Omdat kinderen tegenwoordig minder vanzelfsprekend in contact komen met micro-organismen, is het ook ‘moeilijker’ om ziek te worden. Onze huizen zijn schoner, het water is schoner, wij zelf zijn schoner en willen graag dat onze kinderen dat ook zijn, zeker de baby’s. Terug naar vroeger is geen optie.

Gelukkig zijn er mogelijkheden genoeg om aan een gezond portie ‘vuil’ te komen: de zandbak op het stadsplein, de kinderboerderij en het park met van die heerlijke diepe modderplassen. En laten we de crèche niet vergeten. Het klopt natuurlijk dat de gezinnen kleiner zijn dan vroeger en kinderen dus minder gemakkelijk virussen, schimmels en bacteriën op elkaar overdragen. Maar uit onderzoek is ook gebleken dat een baby al aan één dag opvang in de week – op een plek waar minstens vier andere kinderen zijn – genoeg heeft om zijn immuunsysteem te ontwikkelen. En nu maar hopen dat iedere crèche een snotverkouden baby accepteert..

.

Opvoedingsvragenalle artikelen

Ontwikkelingsfasenalle artikelen

Vrijeschool in beeldalle beelden

.

2336-2192

.

.

.

.

VRIJESCHOOL – De ontwikkeling van het jongere kind (2-4)

.

In 1998 gaf de firma Weleda het blad ‘Puur kind’ uit. 
Daarin werd veel aandacht besteed aan het jongere kind – vanaf de geboorte tot een jaar of drie, vier.

Zoals het meestal gaat met artikelen die als basis antroposofische menskunde hebben, zijn die – ondanks dat ze al jaren geleden zijn geschreven – nauwelijks verouderd.
Natuurlijk staan er voor die tijd ‘actualiteiten’ in die dat uiteraard nu niet meer kunnen zijn.

Waar het echter gaat om ‘ontwikkeling’ en hoe we die op een goede manier = een gezondhoudende/gezondmakende kunnen ondersteunen, heeft die aan actualiteit niets ingeboet.

Weerbaar de winter in

Verkoudheid, gezwollen neusamandelen en oorpijn: zodra de bladeren gaan vallen, zijn ze present in het leven van het kleine kind. Vooral peuters lijken geen kans onbenut te laten om elkaar aan te steken. Wat kun je eraan doen – en wat moet je vooral niet doen – om je kind weerbaar de winter door te helpen?

Soms kun je er wanhopig van worden. De ene verkoudheid van je kind is nog niet over of de volgende kondigt zich met hangerigheid en een beetje verhoging alweer aan. Je vraagt je af waarom juist jouw kind toch voortdurend wordt aangestoken. Hoe komt het toch dat hij zo weinig weerstand heeft en zo slecht in zijn vel zit?

Ziek zijn is voor een klein kind eigenlijk heel normaal, zeker als je bedenkt dat je kind op zijn eigen manier bezig is om juist beter in zijn vel te komen. Iedere infectie die hij oploopt geeft hem de gelegenheid zijn immuunsysteem te oefenen en zijn weerstand en weerbaarheid op te bouwen. Als je zo tegen je zieke kind kunt aankijken, ligt het voor de hand dat je niet altijd meteen in de weer gaat met krachtige geneesmiddelen om de ziekte snel te bestrijden. Wat niet wegneemt dat je hem kunt proberen te helpen om zijn weerstand te vergroten. Daarvoor is het belangrijk uit te gaan van de aard van je kind.

Wisselbaden

Het niet zo beweeglijke kind dat eten een feest vindt en regelmatig een beetje zit weg te dromen, heeft vaak snel ontstoken amandelen, opgezette klieren en een snotneus. Het lijkt wel of de stofwisseling, die bij hem graag en veel aan het werk is, zich niet tot zijn buikje weet te beperken, maar zelfs tot in zijn koppie werkzaam is. Je kunt hem helpen die woekerende stofwisseling een beetje in het gareel te krijgen door hem zure voeding te geven; dus geen zoete melkproducten, maar yoghurt en karnemelk. Zo nu en dan een zoutbad helpt hem ‘er wat meer bij’ te zijn. (In het vorige nummer [op deze blog in dit artikel] kun je lezen over het hoe en waarom van therapeutische baden voor kinderen.)

De overwakkere spring-in-het-veld, die door zijn rusteloosheid snel een beetje buiten zichzelf is, heeft meestal een warm hoofdje maar koude voetjes. Zelfs als hij koorts heeft, zijn zijn voetjes nog koud. Weerstand opbouwen betekent bij zo’n kind: zorgen dat de warmte evenwichtiger over zijn lichaam wordt verdeeld. Dat kun je voor elkaar krijgen door zijn voetjes wisselbaden te geven. Daarvoor heb je twee bakken nodig, een badthermometer, een badhanddoek en een paar warme sokken.

Vul een bak met water van 38 graden waar het kind vijf minuten met zijn voetjes in gaat. Dompel ze vervolgens tien tellen in de andere bak die je hebt gevuld met koud water. Warm intussen het eerste badje op tot 40 graden en laat hem daar weer 5 minuten in. Tot slot gaat hij met zijn voetjes nogmaals tien tellen in het koude water. Droog ze goed af en laat je kind op dikke sokken wat rondlopen. Bij een heel ongedurig kind kun je aan het warme voetbad een dopje Lavendelbad toevoegen. Dan kun je er zeker van zijn dat hij met warme voeten naar bed gaat en lekker zal inslapen.

Voedingsbad

Als een kind werkelijk chronisch tegen ziek zijn aansuddert, kun je ook voedingsbaden overwegen. Een voedingsbad kun je eigenlijk altijd aan een kind geven als hij het om wat voor reden dan ook zwaar te verduren heeft. Bijvoorbeeld omdat hij verzwakt is na een kinderziekte als kinkhoest of een longontsteking, maar ook na schokkende ervaringen als een auto-ongeluk. Een voedingsbad mag nooit warmer zijn dan 37 graden.

Hoe maak je het? Aan het badwater voeg je een halve liter melk toe waarin een ei is losgeklopt. Snijd onder water een citroen in partjes en pers het sap eruit. Het water flink omroeren en het kind erin zetten.

Laat het 10 minuten lekker spelen met de citroenschillen, dep het droog en stop het onder de wol. Of het nu voor het middagslaapje is of ’s avonds voor het naar bed gaan, na een voedingsbad is absoluut bedrust nodig.

Voedingsbaden geef je meestal als kuur om de paar dagen met een totaal van zeven keer. Het is een ritueel dat in eerste instantie misschien wat wonderlijk overkomt, maar zulke baden hebben een zeer versterkende werking op het hele organisme.

Vitamines

Het geven van extra vitaminepreparaten is overbodig als een kind goede voeding krijgt. Alle kinderen hebben wel eens een periode dat ze niets eten. Dat is geen ramp.

Maar als dat langdurig het geval is kun je wel overwegen wat extra vitaminen te geven. Hetzelfde geldt voor de A-D druppeltjes. Op het consultatiebureau worden ze uit routine voorgeschreven ter voorkoming van rachitis. Dat is een begrijpelijke, maar ook een wat ongenuanceerde benadering. Een kind dat ’s zomers voldoende buiten is en ’s winters als hij buiten is zijn muts niet helemaal over zijn voorhoofd heeft getrokken zodat die aan het daglicht is blootgesteld, heeft geen extra A-D nodig.

Huisapotheek

Er zijn een paar milde geneesmiddelen waarvan het zinvol is ze in je huisapotheek te hebben, omdat ze je kind bij de opbouw van zijn weerstand kunnen helpen.

Anaemodoron zorgt ervoor dat het ijzer in de voeding beter door het lichaam wordt opgenomen. Dat is niet alleen goed voor slechte etertjes, maar ook voor kinderen die voortdurend verkouden zijn omdat ze vaak ook wat bloedarmoede hebben.

Het is zinvol om Kinfludo bij de hand te hebben als je kind vaak grieperig is. Geef het niet preventief, want het kan griep niet voorkomen. Maar is het eenmaal zover, dan kan het heel heilzaam werken.

Voor de hoest is er Hoestelixer of Echinacea hoestdruppels. En met een klein beetje Neuscrème kan je verkouden kind ook weer wat opgeluchter ademhalen.

.

Petra Weeda met dank aan George Maissan, huisarts, Weleda Puur Kind herfst 1998 nr. 2

.

Petra Weeda, Weleda Puur Kind nr.1, lente 1998

.
ontwikkelingsfasenalle artikelen

menskunde en pedagogiealle artikelen

opvoedingsvragenalle artikelen

*Dit is geen commerciële blog; onderstaande afbeeldingen zijn niet op verzoek van Weleda geplaatst.

Ik ben een groot deel van mijn leven al blij met Weleda! Van veel producten heb ik de weldadige werking mogen ondergaan. Maar ook onze kinderen, zolang ze thuis woonden. En op school. Hoe vaak heb ik geen builen, kneuzingen e.d. snel kleiner en minder pijnlijk zien worden door de niet genoeg te prijzen Arnicazalf, b.v.
Daarom, als een soort eerbewijs en tegelijkertijd een vorm van dankbaarheid dat het bestaat, zal ik in deze artikelenreeks over het jongere kind af en toe een genoemd product als afbeelding toevoegen.

1702-1596

.

.