.
Hulpjes bij het schilderen
Een breinaald met onder een kurk. Daarop het ei.
Een satéprikker kan natuurlijk ook en de kurk kan ook door iets anders vervangen waarop/in de breinaald/prikker blijft staan.
Eieren beschilderen
Eieren verven voor Pasen is een oude traditie. Vroeger gebruikte men natuurlijke kleurbronnen van fruit, groente of bloesem (uien, peen, rode bieten, brandnetels, malva enzovoort). Later kwamen poeders in de handel, ongiftige kleurstoffen. De eieren worden erin gekookt en staan te pronken op de paastafel. Soms worden ze liefdevol beschilderd of beplakt. Iedereen vindt het jammer, al dat moois kapot te moeten maken, om de inhoud op te kunnen eten.
Dit is zeker een van de redenen, waarom men eieren leegblaast en zich op de hulzen creatief gaat uitleven. Ieder jaar opnieuw zijn vele moeders van plan, om vroegtijdig met dat leegblazen te beginnen, zodat ze omstreeks Pasen tientallen keurig nette holle-bolle eitjes hebben liggen om met zijn allen gezellig te gaan beschilderen. Maar hoe gaat dat? Even gauw spiegeleieren of pannenkoeken bakken. Geen tijd voor die blaastoestanden, want dat duurt even. Volgende keer dan maar… En drie dagen voor Pasen wordt wat verf uit de drogisterij gehaald en het is het oude liedje!
Ga dus meteen beginnen!
Als je net een cake wilt bakken, neem de moeite, blaas de eieren leeg. Voor degenen, die misschien een beetje onwennig tegenover deze ademoefening staan, een kleine uitleg:
Prik aan de top en precies er tegenover een gaatje in het ei (stopnaald, satéstokje). Houdt het ei licht maar stevig in de holte van je hand. Het gaat niet stuk en het loopt ook niet vanzelf leeg! De gaten voorzichtig wat groter maken, en dan maar blazen. Bij kleine eitjes duurt het meestal wat langer dan bij grotere. Maar de inhoud komt beslist d’r uit!
Blijvende paasversiering
De hulzen schoonspoelen met koud water, en daarna een poos deponeren in warm zout water. Voor het drogen de eieren (ook later bij het schilderen) op bijvoorbeeld schroefdoppen van limonadeflessen zetten. Ze moeten werkelijk kurkdroog zijn, alvorens je begint met het artistieke werkje! Ik gebruik de verfdoos uit mijn schooltijd en werk nauwkeurig met penseeltjes — voor iedere kleur een ander. Zo droog mogelijk werken.
Voor het schrijven van dit stukje nam ik een proef met viltstiften. Gaat prima. Kinderen doen dat liever. Het resultaat is minder subtiel.
Voor de verdere — conserverende — bewerking is het enorm belangrijk, dat de schilderijtjes enkele dagen rusten alvorens de beschermende laag erop te brengen. Je kunt met vernis werken, met kleurloze nagellak of — dat vind ik het gemakkelijkst — met vetvrije haarlak. Ook daarmee lukt het pas na acht à tien dagen zonder uitlopen. Het drogen van de verf is mede afhankelijk van de tijd, die het ei leeg is geweest.
Knoop een houten kraal vast aan een lint of draad, trek deze door het ei, en hang het hele clubje op een veilige plaats (tochtig!) aan wasknijpers op. Besproeien met haarlak op een afstand van 15 centimeter, anders beschadigt de straal de verf! Ik hang ze op aan kale takken, maak er een boompje van en heb nog een krans van ‘henneneitjes’ liggen, die vijftien jaar geleden zijn beschilderd (toen zaten wij nog in Hamburg!) en alle verhuizingen hebben doorstaan Ze worden ieder jaar verpakt in een kartonnen doos in watten. Het is een schat — werkelijk iets kostbaars! De kinderen, die ze beschilderd hebben, zijn nu al grote mensen. Het is daarom leuk, als ieder kind zijn naam heel klein erop zet en het jaartal.
Ik heb enkele suggesties getekend (hier niet afgebeeld)— beestjes, bloemen, ornamenten. Ieder kind kan het terrein kiezen, waarop het meent het beste resultaat te bereiken. In deze keuze spiegelt zich al vroeg het karakter van onze oogappels! Het is een boeiend schouwspel, als er een groep met elkaar zit te werken. Als moeders meteen afspreken, vanaf vandaag alle eitjes leeg te blazen (mits er geen sneeuw geklopt moet worden!), kunnen de kinderen spoedig aan de slag gaan. Wie ook een krans (voor onder de lamp of aan het plafond) wil maken, adviseer ik: Rijg steeds niet meer dan vijf eitjes aan een touw, en knoop deze dan aan elkaar. Op deze manier ontstaat een mooie boogkrans.
Katja Lobbe, ‘Jonas”, 12 maart 1976
.
Eiertak(ken)
Blaas een ei uit door er aan twee kanten een gaatje in te prikken, dan voorzichtig blazen boven een kopje.
Hang het ei op door in het gaatje een halve lucifer aan een draadje te laten zakken. Hang de uitgeblazen eieren op aan een uitlopende tak of aan een hoepel die omwikkeld wordt met groen crêpepapier.
Bron: ‘Jonas’ 5 april 1974
.
Paaseieren versieren
U zult het wel allemaal met mij eens kunnen zijn, wanneer ik zeg: Pasen en eieren horen bij elkaar.
Ik wilde wel, dat u het ook met mij eens bent, dat bij Pasen geverfde eieren – en niet gewone witte – horen, waardoor u zoveel de nadruk legt op het eten van de eieren, wat toch niet de hoofdzaak van het paasfeest is….
Denkt u ook niet, dat speciaal onze kinderen het veel meer een “paasfeest” zullen kunnen vinden als de eieren mooi gekleurd en beschilderd zijn?
Er zijn nog grote gebieden in Midden-Europa, waar een paasei alleen maar een beschilderd ei kan zijn; waar in elk gezin op Witte Donderdag een schaal met eieren op tafel komt, en waar iedereen, die maar enigszins een penseel kan hanteren, de paaseieren beschildert.
In Rusland werd op paasmorgen je ei door de Pope gezegend en het werd dan zuinig bewaard, want, nietwaar, een paasei is géén gewoon ei; in Czecho-Slowakia versiert men elk drie eieren en biedt deze als paasgeschenk aan.
Ongetwijfeld denkt u, dat het heel moeilijk is, om eieren kunstig te beschilderen – enhet kan inderdaad tot kunstwerk worden -. Maar we moeten eens eenvoudig beginnen, en als we dan de techniek beter beheersen en de verschillende materialen ons geen poets meer kunnen bakken, dan kunnen we kunstiger patronen of voorstellingen gaan tekenen.
De meest gebruikte manier, die ook voor niet – ervaren moeders (èn vaders! èn kinderen!) tot leuke resultaten leidt, is de z.g. batiktechniek.
U tekent daarvoor met een dun houtje of lucifer, die U in au-bain-Marie verwarmde bijenwas doopt, of met een penseel en vloeibare Arabische gom, patroontjes of motieven op de eieren. Begint u vooral zo simpel mogelijk; er zijn in de natuur en in de volkskunst motieven te over te vinden, als u zelf geen ontwerpersgaven heb. (Ik noem bv. een zonnetje, bloem, plant of blad, een haasje, lammetje of engel, het zonnerad of de levensboom, ja zelfs nóg eenvoudiger: kruisjes, lijntjes en stippeltjes!) U moet met de was vooral snel werken, en steeds opnieuw indopen, want de was stolt bijna onder uw handen; het is in het begin niet makkelijk om een egale, ononderbroken lijn te maken, en toch moet de lijn niet dun of beverig zijn, anders kruipt later de kleurstof eronder. Na het tekenen van de motieven gaan de eieren n.l. in een verfbadje..
Zult u niet te veel motieven op een ei zetten? Het moet rustig en fijntjes worden en niet te bont, zoals tegenwoordig vaak alle versieringen zijn!
Het is werkelijk al heel leuk, als u het ei door lengte- of breedtelijnen in een paar grote vlakken verdeelt, die U dan vult met bv. een paar stipjes, of een schuin kruisje, of een sterretje. Let U er ook op, vóórdat u begint, dat handen en eieren goed droog en schoon zijn, anders ‘pakt‘ de verf soms niet!
Als u nu een aantal eieren met de was beschilderd hebt, gaan ze in een verfbad. U kunt hiervoor speciale eierverf kopen, in kleine envelopjes met nogal sprekende vormen.’ Wat ook heel leuk is: de kleurbadjes maken volgens de oeroude methode van planten- en vruchtensappen, waarvan bv. het kooknat van spinazie, rode kool of biet, en het sap van vlierbessen of rode bessen goed bruikbaar zijn. Dat koffie bruin verft, weet u natuurlijk al; verder geeft lindebloesemaftreksel rosig-, en sterke camillenthee zacht-geel.
Ik moet u wel waarschuwen, dat de plantensappen veel zachtere kleuren geven dan de (chemische) eierverf, die u in de winkel koopt, en velen onder u zullen dat maar “flauwe” kleuren vinden. U moet zelf beslissen wat u wilt doen. Vindt U, dat een paasei een sterke kleur mag hebben, dan kan ik beter de eierverf aanraden, anders bevredigt het resultaat U toch niet. Neemt U de verf niet warm, anders smelt de was er weer af en is al Uw werk voor niets geweest! Daardoor moeten de eieren wel lang in de verf blijven liggen, wel meerdere uren!
Voor degenen, die nog huiverig staan tegenover de gesmolten wastekeningen is er de omgekeerde manier, n.l. eerst de eieren in het verfbad en als ze droog zijn, er met andere, afstekende kleuren de motieven op aanbrengen. Dat gaat heel aardig met plakkaatverf, en er is ook een synthetische verf op basis van aceton in de handel, die het voordeel heeft, dat ze direct droogt. Past u bij het drogen van de eieren na het verven wel op, dat de “onderkant” niet “smet”, anders krijgt u daar een witte plek. Een goed hulpmiddel daarvoor is een touwtje of draadje katoen er kruiselings omheen te binden en het ei op te hangen.
Als u de wasfiguren er na het verfbad afkrabt, steken de lijnen of motieven goed af tegen de geverfde ondergrond. Als u in tweekleurentechniek werkt, kunt u de gom ook laten zitten. Vindt u het zo al heel wat, dan bent u klaar; de moedigen onder ons gaan nu nog de witte lijnen en motieven in een andere, afstekende kleur (of misschien zelfs wel meerdere kleuren?) verven. Als de gewaste plekken niet heel goed gereinigd zijn, zullen ze niet makkelijk andere verf aannemen, daarom ried ik u die synthetische verf aan, die tenminste “pakt”. Om te beginnen is het tweekleurenwerk heus heel fijntjes en mooi, en het is toch beter een geslaagd ei in twee kleuren, dan een mislukt met meerdere kleuren!!!
Als de eieren heel goed droog zijn, kunnen we ze wat met een wollen lap poetsen, waardoor ze gaan glanzen; in vroeger tijden gebruikte men daarvoor een stukje spekzwoerd en tegenwoordig wel vaseline.
U kunt nu begrijpen, dat de beroemde, Russische paaseieren heel wat werk vragen, want de motieven worden daar wel in zes kleuren uitgevoerd, waarvoor nodig is, dat telkens was opgebracht, de eieren in een verfbad gaan, en dan weer nieuwe motieven geschilderd worden, soms hele taferelen of voorstellingen, die ons aan de ikonen doen denken.
Maar als ons mandje met zelfversierde eieren dan op paasmorgen op tafel staat – en de kinderen, die ons gezwoeg en gezucht niet hebben meegemaakt, zien ze voor het eerst, zullen ze het heus prachtig vinden! En voor onze kinderen willen we het paasfeest toch een blij en kleurig feest maken?
Wie weet, kunt u het dan achteraf toch wel met mij eens zijn, dat bij Pasen beschilderde eieren horen!?
P.Rijs-Bruyn, schoolblad Haagse vrijeschool, jaar onbekend
.
Eieren verven en versieren
eieren hard koken: als je ze een half uur kookt, kunnen ze nauwelijks meer bederven
verven met natuurlijke kleurstoffen:
geel: uien (grof gesneden), even koken, saffraan
bruin: thee, koffie, uienschillen, eikenschors
rood: uienschillen + azijn, bietjes (grof gesneden) meekrap
groen: spinazie, klimopbladeren, wortels en blaadjes brandnetel
zwart/grijs: elzenschors, elzenkatjes
Al dit materiaal koken in water en zeven. Hoeveelheid per liter heel verschillend, zelf uitproberen. Scheutje azijn verhoogt intensiteit van kleur. In warme vloeistof de eieren leggen; wil je zachte tinten: kort; wil je krachtige kleuren ca 1 uur. Eieren afdrogen en opwrijven met wollen lapje waarop druppeltje olie.
versieren:
geverfde eieren kun je versieren met goed geknede, gekleurde bijenwas of versierwas. Heel geschikt voor kleintjes.
technieken van versieren vóór het verven:
Jonge, groene blaadjes plukken (topje varen of fluitekruid, bv.) even laten verwelken en met tipje olie voorzichtig op ei plakken. Stukje nylonkous er stevig omheen binden. Verven. Kous losknippen. Motief van blaadjes is dan uitgespaard. Beeldig effect. Grassen en fijne bloempjes doen het ook goed.
Doe bijenwas en stearine (gewone witte kaars) half om half in vuurvast kommetje en verwarm dit op waxinelichtje of spirituslichtje. Het mag niet gaan koken!
Prik spijkertje met kleine kop in oud potlood of houtje (handvat) en doop dit in vloeibare was. Tip snel op het ei, voor ieder motiefje even indopen. ’t Gaat ook met fijn penseeltje. Verven niet warm en onder 40′, anders smelt de was. Afdrogen en voorzichtig was wegwrijven met warm doekje, niet krabben.
bron onbekend
.
Paaseieren kleuren met bloemblaadjes
Benodigdheden: eieren, uienschillen, jonge blaadjes en bloempjes, koffiedik, wit katoenen lapjes, garen.
Enkele dagen voor Pasen gaan de kinderen buiten allerlei kleine blaadjes en bloempjes zoeken: speenkruid, madelieven, hondsdraf, krokussen, blaadjes van fluitenkruid, van vroege heesters en wat er nog meer aan jong groeisel is te vinden.
Op een vierkant oud wit lapje wordt een laagje uienschillen gelegd. Daarop komt een laagje bloem-en-blad, liefst van verschillende soorten. Het ongekookte ei wordt dan midden op dat bloemenlaagje gelegd en het lapje met schillen en groen wordt voorzichtig om het ei dichtgevouwen en met een stevige witte draad omwonden zodat alles goed op zijn plaats blijft zitten.
Die ingepakte eieren worden nu 15 à 20 minuten gekookt in water waarin flink wat koffiedik gedaan is.
Na het koken worden de eieren voorzichtig uitgepakt en tot verbazing van oud en jong zijn de eieren dan prachtig geverfd – men zou het beter “gebatikt” kunnen noemen – in geel (van de uienschillen), bruin (van het koffiedik) en wit (waar de blaadjes hebben gezeten), zelfs met hier en daar een blauw, lila, of roze kleurtje van een bloempje dat af gaf.
Men moet eerst eens een proef-ei gemaakt hebben om te begrijpen dat het de kunst is zoveel mogelijk de eierschaal met fijn getekende blaadjes af te dekken – ook weer niet teveel, niet over elkaar heen, maar zo, dat een fijn varenachtig blaadje of een straalbloempje van de madelieven gaaf afgedrukt wordt.
Met een stukje spek of een vet lapje worden de gekookte eieren nog even opgewreven. Het worden natuurlijk erg hard gekookte eieren.
Paaseieren verven
Je kunt prachtige eieren krijgen door er allerlei planten- of bloemblaadjes omheen te leggen, dit geheel vervolgens in een lapje te wikkelen en 20 minuten koken in water of koffie.
Als planten kun je o.a. gebruiken: viooltjes, spinazie, krokussen, grasjes, uienschillen, enz.
Als je de nog warme eieren nawrijft met spekzwoerd, krijgen ze een prachtige glans.
Je kunt ook de eieren voor het verfbad met vloeibare bijenwas beschilderen. De eieren worden daarna koud geverfd en de met was beschilderde plekken nemen dan geen verf aan. Later wordt de was er voorzichtig afgekrabd. De restjes was worden er afgehaald door de eieren even in warme doeken te wikkelen.
Ook kunnen we op gekleurde eieren met een gewone stalen pen, die we in een oplossing zoutzuur (1/2 zoutzuur- -1/2 water) hebben gedoopt. Ook dit is een oude volkskunst.
bron onbekend
.
Verrassingseieren van chocola
Verse eieren leeg maken: geef een zacht tikje op de stompe kant, prik een behoorlijk groot gaatje en laat het ei (na zacht schudden) leeglopen. Uitspoelen en laten drogen.
Vullen met een mengsel van gesmolten chocola (au bain-marie) stukjes marsepein, koekkruimels, stukjes noot, oranjesnippers, evt. zuidvruchten, sucade.
Bij het vullen af en toe schudden, zodat het ei goed vol is. In de koelkast hard laten worden.
bron onbekend
.
Feest van de chocola
Pasen is het feest van de banketbakkers, van de chocolade-eieren, hazen en wat dies meer zij.
Het Studiecentrum Snacks en Zoetwaren (SSZ) rekent voor dat we per hoofd van de bevolking, per jaar, in totaal zo’n vier kilo chocolade wegwerken. Hoeveel paaseitjes daar exact tussen zitten, is niet bekend. Ze vallen met de chocoladeletters en kerstkransjes onder de ‘seizoensartikelen’. Daarvan peuzelen we per saldo vier ons op. Dat is toch mooi zeventig miljoen euro. Oftewel één-achtste van de totale berg repen, candy-bars, chocolaatjes en bonbons.
Een willekeurige Leonidaszaak meldt in de twee weken voor Pasen normaal zeker een verdubbeling van de omzet te kunnen boeken. Het loopt overigens wat minder hard dan vorig jaar* – de recessie eist overal zijn tol.
Vanwaar chocola?
Vanwaar die chocolade-eitjes met Pasen? Dat is een een-tweetje tussen de paassymboliek en de chocolade-industrie. Chocola was lange tijd een luxe, iets voor de aristocratie en de rijke bourgeoisie. Het drinken van chocolade – de vaste vorm moest nog bedacht worden -gaf status. Het persen van chocolade tot een harde massa lukte rond 1828. Begin 19e eeuw is begonnen met de productie van chocoladepaaseieren. “Deze, aanvankelijk zeer harde en korrelige eieren, werden in eerste instantie vooral in Frankrijk en Duitsland vervaardigd”, schrijft Gert-Jan Maaskant op de site van SSZ. “Deftige mensen wilden eieren snoepen. Het was een echte luxe. Na 1900 konden er ook holle figuren van hazen en kippen gemaakt worden. De producten werden goedkoper en dus toegankelijk voor het gewone volk”, voegt Ineke Strouken van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur eraan toe. “Mensen gaven elkaar eieren en deden er een chocolade-eitje bij. Frappant is dat het eten van chocolade in die tijd gestimuleerd werd door de arbeidsbeweging. Het voorzag in de behoefte aan veel calorieën.”
Heidens
“Het ei en de paashaas hebben hun betekenis gekregen in een ver heidens verleden”, stelt Maaskant. “Het ei gold eeuwenlang als symbool van de vruchtbaarheid, wedergeboorte en zelfs als symbool van alle begin. De Germaanse gewoonte om eieren te offeren aan hun lentegodin Eostre is hiermee ook te begrijpen. Het christendom heeft het ei een plaats kunnen geven. Het werd symbool voor de wederopstanding.”
Maar daar gelooft Ineke Strouken geen sikkepit van. “Daar is geen enkel bewijs voor. Het ei is een heel oud christelijk symbool. Het wordt al in 325 genoemd in een liturgie. Het ei staat voor het graf waar Christus uit opstaat.” “Na maanden van schaarste, met als dieptepunt de vastenperiode, werd met de paasmaaltijd de komst van vers voedsel gevierd. Eieren golden als bijzonder voedzaam en dus geschikt om de verzwakte mens na de winter aan te laten sterken”, zegt Strouken. “Als ultiem
vruchtbaarheidssymbool werden eieren bovendien geverfd of verpakt in mooie papiertjes cadeau gedaan om de medemens een goed seizoen te wensen.”
Zo ontstond ooit de traditie om elkaar eieren te geven.Van daaruit verschenen de beschilderde (kippen- en eenden-) eieren. Eivormig speelgoed kwam in de handel.
Toppunt van luxe: Carl Fabergé bezette eieren met juwelen. Oma’s en opa’s die eitjes in de tuin verstoppen, een kleurrijk lichtsnoer, het zijn varianten op een stokoud thema.
Maarten van Rakt in Brabants Dagblad 10 april 2004
.
Bijzondere eieren uit Perzië
In het eerste begin was er Ahoera-Mazda, de Grote Geest uit wie alle licht voortkwam. Het licht kwam uit de Grote Geest en uit dit licht kwamen Ormoezd en Ahra-Manyu. Twee broers, maar Ahra-Manyu (Ahriman) hield niet van Ormoezd en bestreed hem waar en wanneer hij maar kon en bedierf de goede werken van Ormoezd. Daarom veroordeelde de Grote Geest Ahriman en werd hij voor drieduizend jaar naar de diepste duisternis verbannen. In de duisternis nam de haat van Ahriman jegens zijn broer alleen maar in hevigheid toe. Tenslotte bestond hij alleen nog maar uit leugen, boosheid en duisternis. Toen de drieduizend jaar verstreken waren, schiep Ahriman een groot aantal boze geesten en stuurde hen ten strijde tegen de goede geesten die Ormoezd dienden. Toen maakte Ormoezd, de Heilige Geest, een ei en vulde dat met goede geesten. Ahriman, de Verwoestende Geest, zag het en maakte eveneens een ei maar vulde het zijne met de boze geesten van leugen en boosheid. En het geschiedde dat de eieren braken en de inhoud zich verspreidde over de aarde. Naar alle uithoeken van de aarde gingen de boze en de goede geesten en zetten hun strijd voort.
Zo is goed en kwaad onder de mensen gekomen.
(Perzische legende)
Net als veel andere vóór-christelijke cultuurvolken vierden de oude Perzen, die ons deze legende hebben nagelaten, aan het begin van de lente een voorjaarsfeest. En net als overal was dat het feest van het nieuwe leven dat triomfeert over dood en duisternis.
Naast het ‘nieuwe vuur’, speelden eieren de hoofdrol bij deze feesten. De koude witte steen die het geheim van het leven in zich draagt, dat moet een goddelijk teken, een godsgeschenk zijn. Geen mens kan dat zelf nemen. Bij het opstandingsfeest schenkt men de ander middels het ei hoop op (levens)-kracht, vruchtbaarheid op aarde en in de geest, onkwetsbaarheid voor ziekte en betovering, kortom de zegen der Goden.
Vaak was het ei het eerste, geheiligde voedsel na de kortere of langere vastentijd die van oudsher aan dit feest vooraf ging. Zelden in ‘natuurlijke’ staat, maar gekleurd, gezegend, van spreuken voorzien of…als doosje.
Doosjes van eieren kennen we in onze tijd uit Rusland en andere Oost-Europese landen waar de paasviering nog steeds het religieuze feest bij uitstek is.
In het westen is dat Kerstmis. Hier gedenken wij het begin van de lijdensweg om onzer wille, daar viert men de glorieuze overwinning van het licht op de duisternis en begroet men elkaar op paasmorgen met:
‘Hij is waarlijk opgestaan’.
Men schenkt elkaar eieren, het wit gepleisterde graf waaruit het leven met Christus is opgestaan.
De oude Perzen vierden hun opstandingsfeest met dezelfde blijheid, maar zij waren een nuchter volk. Had niet ook Ahriman een ei geschapen? Dus schonken zij sommigen van hun vrienden doosjes in de vorm van eieren gevuld met plagerijtjes.
Het is eigenlijk helemaal niet moeilijk om van een ei een doosje te maken. Het vraagt van ons dat wat elk jong leven vraagt, behoedzaamheid.
Een ganzenei is wel het grootste ei waar men vrij eenvoudig, bij poelier of goede marktkoopman, aan kan komen. Een ganzenei geeft ook een zeer spectaculair resultaat. (Met kippeneieren gaat het natuurlijk ook. Neem dan alleen wel echte scharreleieren. Ik heb met een legbatterij-ei meegemaakt dat hij bij het uitblazen gewoon plofte.)
Zo wie zo is dit een knutsel waarbij de temperamenten zich al snel verraden, eerst bij het uitblazen en later bij het doorzagen. Er zijn mensen die kunnen volstaan met twee kleine blaasgaatjes, zelf heb ik meer middenmaat gaatjes nodig, voor mensen als ik de volgende hint: een ganzenei kan heel wat hebben.
Blaas het ei uit en spoel het schoon.Teken een lijn op de schaal waar u hem wilt doorzagen, zo recht mogelijk en plak een stuk plakband langs deze lijn. Eventueel meerdere lagen over elkaar om de rand wat dikker te maken. Dit plakbandrandje geleid de ijzerzaag over de gladde schaal. Neem een fijn ijzerzaagje en begin zachtjes langs het randje te zagen steeds rondom, niet drukken! Eigenlijk is het meer doorslijpen dan zagen. Bij zagen ontstaan er onherroepelijk schilfers terwijl de snede helemaal gaaf kan zijn. Een zacht kussentje onder het ei maakt het gemakkelijker. Wanneer de schaal is doorgeslepen is het beter om het vliesje dat taaier is met een scherp mesje door te snijden. Nu hebben we eigenlijk al een doosje maar het is zo erg breekbaar. Verstevigen van de binnenkant gaat het beste met een laagje Darwiklei, een spierwitte kleisoort die goed aan het ei hecht en niet gebakken hoeft te worden. Hiermee maken we ook een voetje voor de schaal en een knopje voor de deksel. Laat het een dag drogen en beschilder het met hobbyverf.
Nicole Karrèr, ‘Jonas”29 maart 1985
.
Wat doen we met de eieren?
Wat doen we met al die koude geverfde eieren ?
Eierragout b.v. met 4 à 5 eieren.
Uitje fruiten, mosterd,(flinke theelepel) knoflook (naar believen), 1 laurierblad, 1 bouillontablet oplossen (bv. kerrie bouillon van Hügli of uienbouillon) met 3/4 I melk, nootmuskaat, beetje kerrie.
binden: met een drupje citroen, paar korrels suiker en zout en met wat peterselie afmaken. De fijngesneden eieren er door roeren.
geven: bv. met geroosterd brood.
Kerrieragout
ui fruiten, fijn gesneden appel erbij, flinke hand rozijnen, kerriepoeder erbij, een bouillonblok en water toevoegen. Binden en op smaak maken met snufje zout/suiker en citroen. Eieren in plakjes erdoor heen roeren..
geven: met rijst en sla of als rauwkost
Kruidenboter met ei;
3/4 pakje roomboter – zout, peper, knoflook, peterselie, wat
druppels citroensap – bieslook (als er is) en of dillekruid-
fijn gewreven eieren erdoor (evt. een dopje sherry toevoegen]
Heerlijk op warm stokbrood!
Lege eierdoppen kunnen prachtig in onze lente- en paastuintjes gebruikt worden.
Zet er kleine bloempjes in: speenkruid en klein hoefblad of zaai er (in een piepklein beetje aarde) sterrenkers in. Lekker op een beschuitje met een beetje citroensap.
bron onbekend
.
.
Palmpasen/Pasen: alle artikelen
Jaarfeesten: alle artikelen
121-116
.