.
Herhaaldelijk heeft Rudolf Steiner zich uitgesproken over het belang van de opvoeding in de eerste jaren van een kind.
In GA 297 o.a. citeert hij Jean Paul Richter die zei dat een kind de eerste drie jaar van zijn leven meer leert, dan in de drie academische jaren:
Wir lernen gewiß in unseren drei ersten Lebensjahren mehr als in unseren drei akademischen Lebensjahren, weil wir sozusagen ein organisch entwickeltes
Gedächtnis ja noch haben, weil da das Gedächtnis noch organisch wirkt.
Het is zeker zo dat wij in onze eerste drie levensjaren meer leren dan in onze drie academische levensjaren’- omdat wij zogezegd nog een organisch ontwikkeld geheugen hebben, omdat het geheugen nog organisch werkt.
GA 297/179
Op deze blog vertaald/179
Door Richter (1763-1825) wordt al een verband gelegd tussen geheugen en organen en Rudolf Steiner doet dat veelvuldig wanneer hij spreekt over de levenskrachten die aan het lichaam werken en met de tandenwisseling vrijkomen.
Pas dan kunnen deze krachten volledig gebruikt worden voor leren, dus onthouden, dus het geheugen.
In de eerste zeven jaar is een van de grootste vormende krachten bij de ontwikkeling de nabootsing.
Hier vind je de uitspraken van Steiner daarover.
Daar staan er ook bij de niet zomaar te begrijpen vallen. Juist daar waar hij een verband legt tussen deze eerste jaren en de latere gezondheid van de mens.
In 1907 al:
Was in der physischen Umgebung vorgeht, das ahmt das Kind nach, und im Nachahmen gießen sich seine physischen Organe in die Formen, die ihnen dann bleiben.
Wat er in zijn stoffelijke omgeving voorvalt, bootst het kind na en door de activiteit van het nabootsen worden zijn fysieke organen in de vormen gesmeed, die dan als model behouden blijven.
GA 34/324
De opvoeding van het kind/32
In GA 309, voordracht 1, gaat hij er uitgebreid op in:
Bv.
Aber bei dem Kinde geht alles Seelische in das Leibliche hinunter. Wenn das Kind einen Schreck erfährt an den Eindrücken der Umgebung, aber ebenso alles, was an Freude und Erhebung lebt, geht über, wenn auch nicht in so grober Art, sondern in feiner Weise, in die Wachstums-, Zirkulations- und Verdauungsprozesse. Ein Kind, das jede Stunde zu fürchten hat die Eindrücke, die von einem Jähzornigen ausgehen, der jeden Augenblick einen Zorn bekommt, erlebt etwas Seelisches, das sogleich eindringt in Atmung und Blutzirkulation und auch in seine Verdauungstätigkeit.
Maar bij een kind gaat alles wat ziel is over op het lichamelijke. Wanneer het kind schrikt door indrukken uit de omgeving, maar ook net zo bij plezier en een verheven stemming, gaat dat door, weliswaar niet op zo’n ruwe manier, maar subtiel, tot in de groeikrachten, de circulatie en stofwisselingsprocessen. Een kind dat ieder uur bang moet zijn voor de indrukken die een opvliegend mens op hem maken; die ieder ogenblik een woede-aanval krijgt, beleeft iets in zijn ziel wat tegelijkertijd in adem- en bloedcirculatie en ook in de stofwisseling binnenkomt.
GA 309/15
Op deze blog vertaald/15
De wetenschap is steeds aan het onderzoeken en aan de Harvard Universiteit, de afdeling ontwikkeling van het kind, komt men nu met deze bevindingen.
.
Het verbinden van de hersenen met de rest van het lichaam: ontwikkeling in de vroege kindertijd en levenslange gezondheid zijn nauw met elkaar verweven
De snel voortschrijdende grenzen van de biologische wetenschappen van de 21e eeuw leveren nu overtuigend bewijs dat de fundamenten van levenslange gezondheid ook vroeg worden gebouwd, met toenemend bewijs van het belang van de prenatale periode en de eerste paar jaar na de geboorte.
Wat er tijdens deze periode gebeurt, kan aanzienlijke gevolgen hebben voor zowel de korte- als langetermijnresultaten op het gebied van leren, gedrag en zowel lichamelijke als geestelijke gezondheid.
Al deze domeinen zijn opmerkelijk van elkaar afhankelijk en het potentieel om te leren is onlosmakelijk verbonden met de kwaliteit van de fysieke en mentale gezondheid.
Af en toe voeg ik in dit verslag opmerkingen tussen [ ] toe, die alle terug te vinden zijn in het pedagogisch voordrachtenwerk van Steiner.
Daarnaast een enkele opmerking en cursief.
Een kind dat leeft in een omgeving met ondersteunende relaties [het kind in eerbied ontvangen en met liefde opvoeden] en consistente routines [gewoontevorming = versterking van het etherlijf] heeft meer kans om goed functionerende biologische systemen te ontwikkelen, waaronder hersencircuits, die een positieve ontwikkeling en levenslange gezondheid bevorderen.
Kinderen die zich bedreigd of onveilig voelen, kunnen fysiologische reacties en copinggedrag ontwikkelen dat is afgestemd op de moeilijke omstandigheden die ze op dat moment ervaren, wat op de lange termijn ten koste gaat van hun fysieke en mentale welzijn [in de verschillende voordrachten over de gevolgen van de omgeving op de latere gezondheid], zelfregulatie en effectief leren.
De uitkomsten van het onderzoek zijn bestemd voor allen die met opvoeding en onderwijs te maken hebben om innovatieve oplossingen te creëren om ziekten te voorkomen en vroegtijdige sterfgevallen en het verlagen van de hoge kosten van de gezondheidszorg voor chronische ziekten die hun oorsprong vinden in de vroege kinderjaren te voorkomen.
Bijna alle aspecten van vroege ontwikkeling en latere gezondheid worden beïnvloed door interacties tussen ervaringen, genen, leeftijd en de omgeving waarin jonge kinderen leven. Deze interacties beïnvloeden elk biologisch systeem in het lichaam, met vooral krachtige effecten in de vroegste jaren.
Systemen met betrekking tot de ontwikkeling van de hersenen, hart en longfunctie, spijsvertering, energieproductie, infectiebestrijding en lichamelijke groei zijn allemaal met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaars ontwikkeling en functie. Elk systeem “leest” de omgeving, bereidt zich voor om te reageren en deelt die informatie met de andere systemen. Elk systeem “geeft dan signalen terug” aan de andere systemen via feedbacklussen die al bij de geboorte functioneren.
Kinderen die leven in omstandigheden van bedreiging en ontbering lopen als volwassenen een groter risico op verschillende vormen van cardiometabole ziekten [hierboven GA 309: circulatie- en stofwisselingsprocessen] . Kortom, de omgevingen die we creëren en de ervaringen die we jonge kinderen en hun families bieden, hebben niet alleen invloed op de zich ontwikkelende hersenen, maar ook op veel andere fysiologische systemen, van cardiovasculaire functie en immuunrespons tot metabolische regulatie. Al deze systemen zijn verantwoordelijk voor ons hele leven.
Ook uit GA 309:
In jedem Lebensalter muβ eben durchaus darauf gesehen werden, daβ man nicht bloβ für dieses Lebensalter erzieht, sondern für das ganze irdische Menschenleben, ja noch darüber hinaus.
In iedere leeftijdsfase moet er dus volstrekt op gelet worden dat je niet alleen voor deze leeftijdsfase opvoedt, maar voor heel het aardse mensenleven, zelfs voor wat daar op volgt.
GA 309/80
Op deze blog vertaald/80
De hersenen en alle andere organen en systemen in het lichaam, elk met een gespecialiseerde vaardigheid die de andere aanvult zijn allemaal toegewijd aan een gemeenschappelijk doel. Ze lezen elkaars acties, passen hun eigen acties aan op basis van wat er om hen heen gebeurt en leren voortdurend van elkaar. Na verloop van tijd groeien biologische systemen in het lichaam uit tot een fijn afgestemde eenheid en reageren ze als één geheel op een veelheid aan uitdagingen. Als hun gedeelde ervaringen of omgevingen veranderen, moeten deze systemen zich aanpassen. Elke prestatie bouwt voort op wat ervoor kwam en hoewel aanpassingen altijd mogelijk zijn, is het moeilijker – en kostbaarder – om strategieën, patronen en gewoonten later te veranderen dan om vanaf het begin een goed functionerende en efficiënte samenhang op te bouwen.
Elk kind is daarin anders.
De onderzoekers wijzen erop dat resultaten van deze verstoringen slechte onderwijsprestaties, lagere economische productiviteit, hogere criminaliteitscijfers en hogere kosten voor gezondheidszorg betekenen.
Alle biologische systemen in het lichaam interageren met elkaar en passen zich aan aan de context waarin een kind zich ontwikkelt – ten goede of ten kwade – en aanpassingen in het ene systeem kunnen aanpassingen in andere systemen beïnvloeden. Bedenk hoe alle systemen in het lichaam van een jong kind op een sterk gecoördineerde manier moeten functioneren om te reageren op uitdagende omstandigheden. De initiële biologische respons is hetzelfde, of het nu gaat om een kortstondige, normatieve ervaring, zoals de eerste dag in een kinderdagverblijf, of het aanhoudende trauma van herhaaldelijk fysiek misbruik – het zijn de duur, de ernst en de timing van de ervaring (samen met de beschikbaarheid van ondersteunende relaties) die bepalen of de respons uiteindelijk schadelijk of groeibevorderend is.
In beide situaties reageren de stresssystemen van het lichaam door meerdere interactieve componenten te coördineren: het autonome zenuwstelsel verhoogt de hartslag en de ademhaling, zodat het cardiovasculaire systeem wordt geactiveerd.
De hersenen ontvangen signalen van elk systeem, die de werking ervan beïnvloeden (en zelfs de chemie en architectuur ervan kunnen veranderen), en sturen vervolgens signalen terug naar andere organen.
Verschillende onderzoeken tonen bijvoorbeeld aan dat lichaamsbeweging de gezondheid van hart en bloedvaten bevordert en ook de processen stimuleert die leiden tot nieuwe neurale verbindingen en een verhoogde bloedstroom in de hersenen die het geheugen en de stemming verbeteren. [hier kunnen we denken aan de opmerkingen dat ‘de handen het hoofd beïnvloeden‘]
Metabole verstoringen kunnen ook veranderingen in de hersenarchitectuur veroorzaken die kunnen leiden tot een verminderde stemming en geheugen, evenals een verhoogd risico op latere dementie. [In GA 59 legt Steiner een verband met een bepaalde manier van opvoeden en dementia preacox.
Dit zijn slechts enkele van de vele voorbeelden die de connecties tussen de hersenen en de rest van het lichaam illustreren.
Verschillende keren geeft Steiner het voorbeeld van de driftige ouder en de hartproblemen op latere leeftijd.
De onderzoekers:
Bij een kind dat de aanhoudende dreiging van mishandeling ervaart, is er een voortdurende activering van de stressrespons die de investering van het lichaam in groei in gevaar brengt. Het proces waarbij het lichaam zich aanpast aan bedreigingen, zoals een verhoogde bloeddruk als reactie op stress, noemen wetenschappers allostase. Als een bedreiging of ontbering te intens of langdurig is, resulteert dit in allostatische belasting of overbelasting. Zoals bij elk overbelast systeem kan allostatische belasting leiden tot storingen (d.w.z. fysiologische en gedragsveranderingen die zowel de lichamelijke als geestelijke gezondheid kunnen ondermijnen). Een verhoogde bloeddruk is bijvoorbeeld in eerste instantie onderdeel van de stressrespons die ervoor zorgt dat het benodigde bloed, voedingsstoffen en zuurstof naar alle cellen in het lichaam gaan, maar als de bloeddruk te lang te hoog is, beschadigt hij de slagaders, wat kan leiden tot een hartaanval of beroerte.
Om mijn artikel hier niet te lang te maken, verwijs ik naar de Engelse tekst [ Bron ] waarin nog veel meer staat, dat we zullen herkennen als ‘wat we ook bij onze achtergronden’ tegenkomen.
.
Algemene menskunde voordracht 9 over nabootsing en tandenwisseling
Menskunde en pedagogie: alle artikelen
Ontwikkelingsfase 0 – 7 jaar
Opvoedingsvragen: alle artikelen
Vrijeschool in beeld: alle beelden
.
3330-3134
.
.
.
.
Pingback: Bij een kind gaat alles wat ziel is over op het lichamelijke – De grote Rudolf Steiner Citatensite