VRIJESCHOOL – Rudolf Steiner – Algemene menskunde – voordracht 14 (14-5)

.

RUDOLF STEINER
.

ALGEMENE MENSKUNDE ALS BASIS VOOR DE PEDAGOGIE

GesamtAusgabe (GA) 293*
Vertaald**

Enkele gedachten bij blz. 202-204 van de vertaling**

Op bladzij 202 van de vertaling stelt Steiner een paar eisen aan het onderwijs aan de beginnende puber. [14-4]
Dat is a.h.w. een opmaat naar nog een paar eisen.

Blz. 202   vert. 202

Das aber wirft ein Licht auf die Art, wie der Lehrer selber sein muß.

En dat werpt een licht op hoe een leraar moet zijn.

Er darf in keinem Momente seines Lebens versauern.

Hij mag nooit ofte nimmer een zuurpruim worden.

En meteen daarbij:

Und zwei Begriffe gibt es, die nie zusammenpassen, wenn das Leben gedeihen soll, das ist Lehrerberuf und Pedanterie.

En er zijn twee dingen die niet samengaan in een beweeglijk leven: dat zijn leraarschap en pedanterie.

Blz. 202    vert. 203

En dan spreekt Steiner ons aan op ‘een soort innerlijke moraal van het lesgeven, een innerlijke verplichting’.
Dat heeft m.i. te maken met ‘voel je je geroepen’ tot dit werk, m.a.w. is dit je ‘beroep’, of heb je ‘een baantje?
Voel je je diep verbonden met de kinderen of ‘draai je een klas?’

Blz. 202  vert. 203

Sie sehen daraus auch, daß es eine gewisse innere Moralität des Unterrichtens gibt, eine innere Verpflichtung des Unterrichtens. Ein wahrer kategorischer Imperativ für den Lehrer! 

U ziet, er bestaat een soort innerlijke moraal van het lesgeven, een innerlijke verplichting. Een ware categorische imperatief voor de leraar!

Steiner gebruikt hier een opvatting van Kant, wiens werk hij zeer goed kende, ‘de categorische imperatief’.
“(de categorische imperatief) … betreft niet de materie van de handeling en hetgeen er uit moet volgen, maar de vorm en het principe waaruit zij zelf voorkomt en het wezenlijk goede ervan bestaat in de gezindheid, wat ook het resultaat moge zijn. Deze imperatief kan die van de zedelijkheid genoemd worden.”

En opnieuw: de fantasie:

Und dieser kategorische Imperativ für den Lehrer ist der: Halte deine Phantasie lebendig.

En deze categorische imperatief is: houd je fantasie levend.

Und wenn du fühlst, daß du pedantisch wirst, dann sage: Pedanterie mag für die anderen Menschen ein Übel sein – für mich ist es eine Schlechtigkeit, eine Unmoral! – Das muß Gesinnung für den Lehrer werden.
Wenn es nicht Gesinnung für den Lehrer wird, dann, meine lieben Freunde, dann müßte eben der Lehrer daran denken, dasjenige, was er für den Lehrerberuf sich erworben hat, für einen anderen Beruf im Leben nach und nach anwenden zu lernen. Natürlich können diese Dinge im Leben nicht dem vollen Ideal gemäß durchgeführt werden, aber man muß das Ideal doch kennen.

En voel je dat je pedant wordt, zeg dan tegen jezelf: pedanterie mag van anderen een slechte eigenschap zijn, voor mij is het uit den boze, ethisch onverantwoord. – Dat moet de instelling van de leraar worden. Wordt het dat niet, beste vrienden, dan moet de leraar er maar eens over denken zijn capaciteiten langzamerhand in een ander beroep in praktijk te brengen. Natuurlijk kunnen deze dingen in het leven niet ideaal verlopen, maar men moet het ideaal toch kennen.

Waarschijnlijk omdat Steiner in deze voordracht aan het begin over hoofd, borst en ledematen sprak, koppelt hij daaraan dat we enthousiast moeten zijn voor de pedagogische moraal, we moeten doordrongen zijn van dat fundamentele inzicht. Maar hier had hij natuurlijk vele andere aspecten kunnen noemen waarvoor we enthousiast moeten zijn. Eigenlijk geldt dat voor alle achtergronden die wij in de vrijeschoolpedagogie nodig hebben!

En geldt dit niet voor alle inzichten?:

Blz. 203  vert.  203

Wenn Sie dieses Fundamentale anwenden, dann bekommen Sie aus diesem Fundamentalen heraus jene innere Kraft, die Ihnen durchdringen kann Ihre pädagogische Moral mit dem nötigen Enthusiasmus.

Wanneer u dit fundamentele inzicht in praktijk brengt, dan krijgt u daaruit de innerlijke kracht die het nodige enthousiasme kan brengen in uw pedagogische moraal.

We  moeten het inderdaad ruimer zien:

Dasjenige, was der Mensch als Intellektualität ausbildet, das hat einen starken Hang, träge, faul zu werden. Und es wird am faulsten, wenn der Mensch es nur immer fort und fort speist mit materialistischen Vorstellungen. Es wird aber beflügelt, wenn der Mensch es speist mit aus dem Geiste gewonnenen Vorstellungen. Die bekommen wir aber nur in unsere Seele hinein auf dem Umweg durch die Phantasie.

Het intellectuele dat de mens ontwikkelt, heeft sterk de neiging lui te worden. En het wordt het meest lui wanneer de mens het steeds maar weer voedt met materialistische voorstellingen. Maar het krijgt vleugels wanneer de mens het voedt met voorstellingen uit de geestelijke wereld. En die dringen tot onze ziel door via de fantasie.

Nog steeds gaat het over de fantasie die Steiner hier – het is zijn tijd – verdedigt tegen de tijdgeest, die in de fantasie ‘onwaarheid’ ziet.
M.a.w. leerkrachten die wél de fantasie als een zeer reële kracht zien voor de opvoeding [14-4] moeten in die tijd tegen de stroom oproeien.
En daarvoor is moed nodig!

Blz. 203    vert. 204

Man hatte nicht den Mut, selbständig zu sein, frei zu sein im Denken und dennoch der Wahrheit sich zu vermählen statt der Unwahrheit. Man fürchtete, sich frei zu bewegen im Denken, weil man glaubte, dann würde man gleich die Unwahrheit in seine Seele aufnehmen. 

Men had niet de moed zelfstandig te zijn, vrij te zijn in zijn denken en toch met de waarheid in zee te gaan in plaats van met de onwaarheid. Men had angst om zich vrij te bewegen in zijn denken, omdat men meende dat men dan dadelijk ook de leugen in zijn ziel zou opnemen.

En dan is daar de oproep om ‘de moed tot waarheid’ te hebben:

So muß der Lehrer zu dem, was ich eben gesagt habe, zu dem phantasievollen Durchdringen seines Unterrichtsstoffes, hinzufügen Mut zur Wahrheit. Ohne diesen Mut zur Wahrheit kommt er mit seinem Willen im Unterrichte, insbesondere bei den größer gewordenen Kindern, nicht aus. Das, meine lieben Freunde, was sich als Mut zur Wahrheit entwickelt, muß aber auch gepaart sein auf der anderen Seite mit einem starken Verantwortlichkeitsgefühl gegenüber der Wahrheit.

De leraar moet daarom niet alleen de leerstof doordrenken met fantasie, wat ik daarnet vertelde, maar daarbij ook de moed tot waarheid ontwikkelen. Zonder deze moed tot waarheid kan hij met zijn wil in het onderwijs niets beginnen -zeker niet bij grotere kinderen. De ontwikkeling van deze moed tot waarheid moet bovendien gepaard gaan met een sterk verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van de waarheid.

De ontwikkeling van deze moed tot waarheid moet bovendien gepaard gaan met een sterk verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van de waarheid.’
Dit gezichtspunt komt vaak bij naar voren als er in het onderwijsveld iets moet van hogerhand, terwijl dat volledig in strijd is met de inzichten waarop de vrijeschoolpedagogie gebouwd is. En waarom er dan niets zichtbaar wordt vanuit de vrijescholen aan moed ‘om dit niet te accepteren’. 

Om idealen te verwezenlijken heb je veel moed nodig. Schiller zei eens:

Und setzet ihr nicht das Leben ein, nie wird euch das Leben gewonnen sein‘.
En wanneer je je leven niet inzet, zal je nooit het leven winnen.

Voor ‘het leven’ kun je m.i. van alles invullen. In ons geval zou dat bijv. ‘echte vrijheid van onderwijs’ kunnen zijn.

Steiner komt dan bij een soort kern die in de pedagoog verankerd moet zijn:
de kwintessens van de pedagogie:

Blz. 204  vert. 204

Phantasiebedürfnis, Wahrheitssinn, Verantwortlichkeitsgefiihl, das sind die drei Kräfte, die die Nerven der Pädagogik aind. Und wer Pädagogik in sich aufnehmen will, der schreibe sich vor diese Pädagogik als Motto:

Durchdringe dich mit Phantasiefähigkeit,
habe den Mut zur Wahrheit,
schärfe dein Gefühl für seelische Verantwortlichkeit.

Behoefte aan fantasie, zin voor de waarheid en verantwoordelijkheidsgevoel – dat zijn de drie krachten die de kwintessens van de pedagogie zijn. En wie zich deze pedagogie eigen wil maken, die schrijve er als motto boven:

doordring jezelf met fantasiekrachten,
heb de moed tot waarheid,
scherp je gevoel voor individuele verantwoordelijkheid.

Aan het einde van de cursus sluit Steiner af met een toespraak. Wat hij hierboven aanstipte, komt daarin weer terug. [Zie 14-5/1] nog niet oproepbaar.

*GA= Gesamt Ausgabe, de boeken en voordrachten van Steiner

[1] GA 293
**Algemene menskunde als basis voor de pedagogie
[2] 
GA 294
Opvoedkunst. Methodisch-didactische aanwijzingen
[
3] GA 295
Praktijk van het lesgeven

Algemene menskunde voordracht 14alle artikelen  

Algemene menskundealle artikelen

Menskunde en pedagogiealle artikelen

Rudolf Steineralle artikelen op deze blog

Vrijeschool in beeldalle beelden

.

2772

 

 

 

 

.

 

 

 

 

 

.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.