VRIJESCHOOL – Opspattend grind (87)

.

Zo af en toe vind je een artikel in een krant of tijdschrift waarin een leerkracht over onderwijs schrijft.
En soms vind je gezichtspunten waar je weer zo enthousiast over kan worden, omdat ze iets vertegenwoordigen van ‘waarom het ook al weer gaat’.

Zo schreef docente Gerda Harleman in Trouw (06-01-2022):

Vergeet de cijfers, laat leerlingen vallen en opstaan

Vanuit haar ervaring kan ze zeggen dat door de nadruk die er op het behalen van goede cijfers is komen te liggen, de taak van de school naar de achtergrond is verdreven: nl. voor de leerling een proeftuin voor het leven te zijn.

Zonder zich dat te realiseren (neem ik aan) spreekt ze hier uit wat Rudolf Steiner al eens opmerkte in 1924, toen hij over de opdracht van het vrijeschoolonderwijs sprak:

Wij hebben de opdracht om voor de school van het leven de voorbereidende school te zijn. [74]

En iets uitgebreider:

We moeten echt zo lesgeven dat ons onderwijs levend is, dat wil zeggen: we moeten er niet alleen voor zorgen dat de kinderen bepaalde voorstellingen, gevoelens en vaardigheden krijgen, maar ook dat ze iets levends meenemen in dit leven, al naar gelang hun aanleg en hoe die aanleg ontwikkeld is. [101]

Docente Haleman legt de vinger op een pijnlijke plek: als we over de kwaliteit van het onderwijs spreken, gaat het over scores en prestaties.
En zonder dat expliciet uit te spreken,
kunnen we uit haar woorden de conclusie trekken dat ‘kwaliteit’ verworden is tot ‘kwantiteit’:

‘Om die kwaliteit te kunnen ‘meten’, zijn scholen gedwongen meer en meer cijfers te produceren. Dit intensieve meten zorgt voor prestatiedruk, bij leerlingen, docenten, schoolleidingen en ouders.’

En ze verzucht: Maar onderwijs is méér dan cijfers alleen. Hoe vaak moeten wij, docenten, dat nog zeggen?

Ik denk, beste mevrouw Haleman, tot het ogenblik waarop de overheid zich niet meer bemoeit met de inhoud van het onderwijs. Het ogenblik waarop ze haar regentenhouding afzweert, gaat inzien dat deze tijd niet om paternalistische bevoogding vraagt en tot de overtuiging komt dat leerkrachten meer dan wie ook de verantwoording voor goed onderwijs volledig op zich kunnen nemen. M.a.w. tot het ogenblik waarop er werkelijk vrijheid van onderwijs is.

Vicieuze cirkel

Door de huidige meetcultuur zijn ouders zich ook steeds drukker gaan maken over het onderwijs(niveau) van hun kind. Angst lijkt hier de leidraad: haalt hun kind wel het verwachte niveau? De scorelijstjes doen de angst alleen maar groeien met alle gevolgen van dien: ouders worden kritischer op scholen, op docenten, ze steken elkaar aan in het wanhopig zoeken naar grip op de resultaten van hun kind.

Ze heeft geen opbeurende boodschap voor de ouders, want het is onmogelijk in het hoofd van je kind te kijken. En het gaat haar om veel meer dan ‘het hoofd’, het gaat haar om de ontwikkeling van het kind.
Dan zijn we wel heel dicht bij fundamentele aspecten van het vrijeschoolonderwijs:

‘Je kunt naast hem staan, vragen stellen, luisteren, ondersteunen en vertrouwen geven, gewoon door er te zijn. De rest is aan het kind zelf. Kinderen, leerlingen, zijn namelijk geen machines.’

Aan docenten de taak om de leerlingen te zien, ze persoonlijke aandacht te geven, soms een schop onder hun kont of extra uitleg, een grap met ze te maken, verhalen met ze te delen over het leven of ze gewoon even met elkaar te laten kletsen over afgelopen weekend. De sfeer die je neerzet als docent is van doorslaggevend belang voor het leerklimaat, voor het feit of de leerling aan het werk gaat voor het vak of niet. Deze sfeer bereik je niet als er een inspectie, een schoolleiding en ouders in je nek hijgen, die vinden dat hun kind het pas goed doet als het minstens een 8 haalt. Of die vinden dat je als docent totaalverant-woordelijk bent voor het cijfer dat een leerling haalt.

Vallen en opstaan

Onderwijs is de proeftuin van het leven. Laat ze proeven, laat ze proberen en vallen en opstaan. Zoals docent Yasin Yaylali in het programma Scheefgroei zei: ‘‘Resultaten zeggen niks over hoe gelukkig leerlingen vertrekken of hoe leuk ze het hebben gehad op school of hoe rijk ze zijn geworden als persoon.”

En ze besluit:

Is dat niet juist het beste onderwijs? Dat leerlingen rijker worden als persoon en dat kennis daar een onderdeel van is?

Nog een paar uitspraken van Steiner die al zo’n eeuw oud zijn, maar die evenzogoed mede de basis hadden kunnen vormen van wat mevrouw Harleman ons hier wil zeggen.

Wil men als opvoeder en pedagoog werken, dan moet men juist werken met dat wat zich diep in de menselijke natuur afspeelt. [11]

Het is van het grootste belang dat men voortdurend voor ogen heeft niets in de wordende mens te doden, maar hem zo op te voeden en les te geven dat hij levend blijft, dat hij niet uitdroogt en verstart. [23]

Je moet niet zo zeer het idee hebben dat kinderen dit of dat moeten bereiken, maar je moet je afvragen wat kinderen kunnen bereiken op grond van hun psychologische geaardheid. Volledig vanuit het kind werken! [77]

Dit zijn maar enkele van de opmerking van Steiner over opvoeding en onderwijs die zo treffend illustreren wat hierboven wordt opgemerkt door een leerkracht die – wat mij betreft – het ‘lerarenhart’ op de juiste plaats heeft.

.

Opspattend grindalle artikelen

Menskunde en pedagogiealle artikelen

Vrijeschool in beeldalle artikelen

.

2613

.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.