VRIJESCHOOL – Zintuigen – tastzin (2-5/1)

.

Dr. H. B. von Laue, Weledaberichten nr. 97 juni 1973
.

BOUW EN FUNcTIE VAN DE HUID
.

Wanneer we de embryologische ontwikkeling van de opperhuid (epidermis) bekijken, dan zien we dat in de vierde week van de ontwikkeling van de menselijke kiem de belangrijkste inwendige ruimten van het lichaam zich gevormd hebben. Dan begint de ontwikkeling van de huid (epidermis). Deze epidermis, die oorspronkelijk slechts uit één laag cellen bestaat, verdikt zich, waarbij de buitenste laag snel hoornachtig wordt. Deze eerste hoornvorming (peridermis) is zo intensief, dat de zich ontwikkelende haren er niet doorheen kunnen groeien. Als deze verharding niet reeds in de 7e week werd overwonnen en de peridermis in het vruchtwater afgestoten, dan zou de kiem zich niet verder kunnen ontwikkelen. De onder deze hoornachtige laag liggende kiemlaag van de huid blijft als aanleg voor de verdere ontwikkeling behouden.

Aan het begin van de huidvorming staat dus een teveel aan verharding dat overwonnen moet worden. Het tegenovergestelde beeld vertoont zich aan het eind van de ontwikkeling in het moederlichaam. Het organisme scheidt nu vloeibaar-weke substantie af en vertoont de neiging om week te worden en uit te vloeien. Aan het begin van de ontwikkeling van het lichaam staat dus duidelijk een verhoorning van de huid, een vast worden; aan het eind ervan de neiging weker te worden.

Na de genoemde tijdelijke verharding begint de blijvende vorm van de hoornlaag van de opperhuid pas in de 4e-5e maand van de embryonale ontwikkeling. Deze begint aan de handpalmen en aan de voetzolen en breidt zich van hier over het gehele organisme uit. Al spoedig vertoont zich de vorming van blijvende lagen. Aan de oppervlakte schilferen voortdurend fijne hoornachtige schubjes af. Het zijn cellen die in de daaronder liggende kiemlaag gevormd worden, dan hoornachtig en naar de oppervlakte geschoven worden.

Deze opbouw in twee lagen duidt op dezelfde wetmatigheid. De hoornhuid van de oppervlakte is hard, vast en bijna levenloos. Bovendien is hij tamelijk ongevoelig voor beschadigingen van buitenaf. Bij de kiemlaag is dit heel anders. De afzonderlijke cellen vertonen alle kenmerken van een sterke levensvatbaarheid. Het feit dat vele huidwonden genezen zonder grote littekens is een uitdrukking van dit plastisch-levendige gebied. De nagels en haren zijn gespecialiseerde organen uit de hoornlaag; de verharding vertoont zich hier intensiever. De huidklieren daarentegen moeten beschouwd worden als metamorfosen van de kiemlaag.

De opbouw van de opperhuid, die overal plaatsvindt, wordt door het organisme gespecialiseerd aan de handpalmen en aan de voetzolen. Daar wordt de vorming van de hoornhuid eerst recht duidelijk bemerkbaar. Dikke, ongevoelige eeltlagen maken de neiging tot verharding zichtbaar. Alleen op die plaatsen van het lichaam vormen zich lagen tussen het gebied van de groei en van de verhoorning. Hier alleen vormen zich de lagen, die het mogelijk maken dat de handen kunnen worden gebruikt om te werken en de voeten om te lopen. De huid zou zich in blaren oplossen en ontsteken wanneer niet de verdikkingen en de lijnen in de handen en voetzolen gevormd waren. Het patroon van de lijnen in de handen is individueel. Handen en voeten zijn de plaatsen aan ons lichaam waarmee we onze omgeving veranderen en sporen en persoonlijke afdrukken achterlaten. Hier overweegt de verharding van de opperhuid. Het vormende principe dat zich in de nagels en de haren volledig toont, komt hier voor het eerst tot uitdrukking.

De tegengestelde ontwikkeling aan de oppervlakte van het lichaam komt eveneens tot uiting; de huid wordt omgevormd tot slijmvlies. Vervolgt men deze ontwikkeling dan zou men komen tot de kleine en de grotere klieren die zich in de huid ontwikkelen. Aan de lippen is die verandering van buitenkant-huid via het rood van de lippen tot slijmvlies vooral heel duidelijk. Dezelfde wetmatigheid vertoont zich ook aan de neus en in het gebied van de genitaliën en de anus. De oppervlakte wordt daar teer en gemakkelijk kwetsbaar. Uitscheiding uit de klieren moet deze ‘inwendige oppervlakten’ vochtig houden, anders ontstaat er ziekte. Het eelt, de harde huid en de verhoorning van de opperhuid ontbreken. We hebben dus gespecialiseerde plekken van de oppervlakte van het lichaam bekeken, die tegengestelde tendenties laten zien. Hierdoor komen een paar eigenaardigheden van deze plaatsen aan het licht en deze laten hun ordening in het gehele organisme duidelijk zien: de totale huid heeft een bijzondere relatie tot het licht die zich toont in de pigmentering, de huidkleur. Alleen aan de slijmvliezen en aan de handpalmen en de voetzolen, de plaatsen waar het lichaam zich in het werken met de wereld verbindt, vertoont zich bij alle rassen het bij de mens behorende inkarnaat. Alleen hier is de oppervlakte van het menselijke lichaam werkelijk onbehaard, naakt.

Om de functies die door het organisme in de huid tot uitdrukking gebracht worden te leren kennen, willen we om te beginnen deze speciale plaatsen van het organisme bekijken, om de huid beter te leren begrijpen.

We willen eerst ons bezig houden met die plaatsen waar een sterkere verhoorning aan de handpalmen en voetzolen optreedt. Ons lichaam beschermt zich nergens anders door een zo dikke laag. Hoe sterker de mens, die met zijn handen werkt in de wereld ingrijpt, des te dikker wordt deze hoornvorming. Zodra de handen niet genoeg gebruikt worden om te werken, verdwijnen de eeltlagen, de grens wordt weer dunner. Ook de voetzolen worden leerachtig en hard wanneer de mens veel loopt en sporen in de wereld achterlaat. Verandering en omvorming van de omgevende wereld door middel van de handen en de voeten en de begrenzing van het eigen lichaam, horen op die manier bij elkaar. Hier blijkt hoe het lichaam zich verandert, wanneer de mens door middel van zijn wil, zijn handelen, met de wereld in verbinding treedt. Maar ook voor ons bewustzijn zijn deze plaatsen van het lichaam kenmerkend: nergens kunnen wij zo fijn aanvoelen, nergens zo gedifferentieerd vorm en oppervlakte van de dingen tastend onderkennen, dan aan de vingertoppen. Voor dit contact met de hem omgevende wereld is de mens hier open — terwijl hij aan de kant van het handelen reageert met hoornvorming en afsluiting. Begrenzen en openen van deze gebieden van het lichaam hebben dus een affiniteit tot het willen en waarnemen op het gebied van de ziel.

Ook de slijmvliezen vertonen bijzonderheden: bij het uitscheiden van vloeistoffen en zouten stelt het lichaam zijn grenzen, beschut zich door de afgescheiden substanties. Dat is vooral duidelijk zichtbaar bij de vorming van het speeksel en de tranen, maar het geldt voor ieder slijmvlies dat bedekt is door een vloeibare laag. Uitscheidingen vormen een grens tegenover de substanties van de omgeving en beschermen het daaronder liggende gevoelige slijmvlies. Maar deze afsluiting is ook slechts de ene kant van de hier besproken mogelijkheden. Dezelfde slijmvliezen kunnen ook stoffen, vloeistoffen en zouten in het organisme opnemen. Wanneer medicijnen in de vorm van zetpillen of onder de tong gegeven worden, dan wordt dit vermogen van het organisme benut. Diezelfde medicijnen behoeven niet te werken wanneer ze ingeslikt en via de stofwisseling opgenomen worden. Het organisme laat hier zien hoe het substanties kan grijpen en metamorfoseren, d.w.z. opnemen in zijn functies. Het menselijke lichaam vertoont ook hier weer twee vermogens; het sluit zich af voor vreemde substanties en opent er zich tegelijkertijd voor en neemt ze op. Openheid en begrenzing tegenover de omgevende wereld wordt op die manier steeds in het lichaam tot stand gebracht; aan de slijmvliezen voor substanties, aan die delen van de huid waarmee de mens in contact komt met zijn omgeving voor de vermogens van waarnemen en handelen.

Al deze vermogens zijn in de huid aanwezig. In de begrenzing en waarneming  kan zij zo reageren als handpalmen en voetzolen, maar ze kan zich ook bij het resorberen en uitscheiden gedragen als een slijmvlies. In deze zo zeer verschillende vermogens neemt de huid een bemiddelende plaats in. Het vormende principe wordt aan de handpalmen en voetzolen gemetamorfoseerd tot een zekere graad van vastheid; in de slijmvliezen, die met de epidermis verwant zijn, komt ze tot een zekere oplossing. Door baden, omslagen, door pasta’s, zalven en oliën kan voor het organisme een genezende werking opgewekt worden, De verschillende vermogens van ons organisme om via de huid met de wereld in contact te komen worden daarbij geactiveerd. De kennis van de vormende tendenties van de huid en de met haar verwante organen is een hulp voor de apotheker en de arts om medicijnen en cosmetica op de juiste manier te vervaardigen en toe te passen.

Tastzin en huidzintuigen onder nr. 2

Opvoedingsvragenalle artikelen

Vrijeschool in beeldalle beelden

.

2607
Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.