VRIJESCHOOL – Weekspreuken

.

WEEKSPREUK(EN)

Toen ik begin jaren 1970 met het vrijeschoolonderwijs kennis maakte en ik op zeker ogenblik wat invalwerk deed alvorens met een 1e klas te beginnen, stapte ik voor het eerst vóór het begin van de lessen de leraarskamer in. Zo rond 8.15u gingen de leraren in een kring staan en ik werd daarbij ook uitgenodigd. Iemand had een klein blauw boekje en begon daar een spreuk uit voor te lezen. In het Duits, want een vertaling bestond (nog) niet. Het was de zgn. weekspreuk waarvan Steiner er 52 had gemaakt – voor elke week één, te beginnen met Pasen!
Ik begreep niet alles, want sommige woorden waren volstrekt nieuw voor me, ondanks mijn ruime voldoende voor deze taal.

Ik hoorde ze aan, was op zeker ogenblik ook aan de (vrijwillige) beurt om ze een week lang voor te lezen. 
Hoewel ik best ijverig was wat het bestuderen van Steiners werk betrof, m.n. natuurlijk voor de pedagogiek en de didactiek, bleven de weekspreuken wat ze waren: een dagelijks – in ieder geval de vijf schooldagen – luisteren – in de vakanties kwam ik er zelf vaker niet dan wel toe om ze in die tijd voor mijzelf te zeggen.
En zo vergezelden zij mij gedurende al die jaren. 

Wanneer Steiner het over het kind heeft tussen het 7e en 14e jaar, komt van tijd tot tijd het ‘aanschouwelijkheidsonderwijs’ ter sprake en m.n. de opvatting – volgens Steiner – in die tijd dat men het belangrijk vond dat de kinderen alleen moeten horen en leren wat ze kunnen begrijpen. Omdat er voor Steiner veel wezenlijke dingen zijn, die niet  aanschouwelijk zijn, vond hij het zelfs wezenlijk dat de kinderen iets hoorden en leerden wat ze nog niet begrepen. Als zij die dingen aannemen van de opvoeder en/of leraar omdat ze voor deze een groot respect hebben, dan nemen ze dat in vertrouwen op. Maar dat blijft niet onveranderd in het wezen van het kind zitten. Dat verandert mee, volgens Steiner en ineens kan het op latere leeftijd uit de ziel opborrelen en duidelijk worden of een bepaalde betekenis krijgen.

Ik heb met de weekspreuken eenzelfde ervaring. Jaren heb ik de tekst gehoord en gesproken. Schijnbaar ben ik steeds weer vergeten om welke spreuk het ging. Maar ooit was ik eens in een bos dat met prachtige herfstkleuren getooid was. Ik zat op een bankje en at een boterham. Ik keek rond en plotseling zei ik bijna vanzelfsprekend ‘als Sommersonnengabe in Herbstesstimming wärmend lebt’. En verder denkend ‘stroomde’ een hele filosofie naar boven, die ik daarvoor niet eerder had beleefd.

In die drukke schooltijd was het af en toe wel zwaar toch door te gaan met wat nog moest. Nog maar een dagje uitstellen dan? Eigenlijk kan dat niet. Ik was moe en had slaap. En terwijl ik even op de bank wilde gaan liggen, hoorde ik in mijzelf; ‘zum Schlafe drängt natürlich Wesen; der Seele Tiefen sollen wachen’. Wat schuldbewust sprong ik weer van de bank en maakte af, wat die dag prioriteit had.

Je kan ook een studie maken van de weekspreuken, ze meer met bewustzijnskracht benaderen. Dat is er bij mij niet van gekomen, maar gezien mijn ervaringen kan ik zeggen dat ze ‘werken’.

Veel mensen hebben zo hun eigen omgaan met de weekspreuken.

Soms wordt daarover bericht, zoals in onderstaand artikel.

Wanneer je zelf bijv. door werkzaam te worden op een vrijeschool de weekspreuken leert kennen, besef dan, dat er niets hoeft – ze vragen alleen warme belangstelling.

Arianne Collee, Motief, nr. 188  dec. 2014 

Hoe weekspreuken je door het jaar heen meenemen

TROOSTRIJK, ZINGEVEND, OPTIMISTISCH, HELEND?

In 1912 gaf Rudolf Steiner zijn Anthroposophische Seelenkalender uit. In dit boekje wordt voor iedere week een meditatiespreuk gegeven. Meer dan honderd jaar later lezen vele mensen over de hele wereld deze weekspreuken nog altijd, in verschillende vertalingen en versies. Wat bezielt hen? Hoe gebruiken ze de teksten en wat brengt hen dat? M. L. heeft er een atypische omgang mee: soms leest ze er twee per week, een ander keer leest ze twee weken achter elkaar dezelfde spreuk. “Dat is niet zoals het hoort, maar het maakt het spontaner voor mij.”
Verbinding met de onzichtbare wereld “Het jaar heeft een eigen leven en via de spreuken krijg ik daar toegang toe,” vertelt M. L. (65). “Ik vind het beroerend en ontroerend om me zo te verbinden met die onzichtbare wereld. Ik ben niet iemand die onzichtbare dingen ziet. En toch kan ik me er via de weekspreuken mee verbinden en zo de natuurwezens ervaren. Tegelijk geven de spreuken me een diepe verbinding met de ‘zichtbare’ wereld en de natuur. Ze scherpen mijn zintuigen. En dat alles gebeurt alleen al door het lezen zelf. Er schuilt een grote kracht in de herhaling.” Ze leest al dertig jaar de spreuken; de eerste vijftien jaar onregelmatig, daarna trouw, mede dankzij de Engelse vertaling[1].

“Ik heb er wel een atypische omgang mee hoor,” lacht ze. “Soms doe ik twee spreuken in een week, terwijl ik een andere spreuk twee weken achter elkaar lees. Dat is niet zoals het hoort, maar het maakt het spontaner voor mij. En, ik kom uiteindelijk wel altijd goed uit aan het einde van de cyclus.” Vaak pakt ze de afbeeldingen (schilderijen) van Mieke Fielmich erbij. “Haar beelden zijn steviger, aardser, dichter bij de mens en de natuur dan die van Eva Mees die ik te zweverig vind. Naast de Engelse versie lees ik soms de vertaling van Wilfried Nauta, die plechtstatige taal combineert met dagelijks taalgebruik.”

M maakte kennis met de weekspreuken via haar collega bij de Boekerij in Zutphen. Eerst werkte ze met de oorspronkelijke versie, in het Duits. “Hoewel ik meteen voelde dat die spreuken belangrijk waren, kon ik me echter niet goed vinden in de ‘stampende zwaarheid’ van de taal waarin de spreuken gevat waren. Later ontdekte ik de vertalingen van Doorlie Gerdes – dat was revolutionair toen – maar ook daar was er die zwaarheid.” Na een zoektocht kwam M bij de Engelse versie uit: “Die is muzikaler, opener, ik vind ‘m ook lichter. De Engelse spreuken maakten dat ik de inhoud echt kon gaan ervaren.”

De spreuken geven M – ook gezien alles wat er in de wereld gaande is – een geruststellend gevoel. “Het lezen ervan is troostrijk en ik geniet er ook zo van. Het gaat om mooi en poëtisch gecomponeerde antroposofie. Ik voel me er beter door. Ze bieden me een verbinding met de aarde en de kosmos. Ik beleef de seizoenen intenser. Dat elke weekspreuk ieder jaar opnieuw weer terugkomt, geeft me een feestelijk gevoel.”

Bewustwording van bewegingen in de natuur en mijzelf

F K (33), kunstzinnig therapeut en docent levensbeschouwing, maakte vijftien jaar geleden kennis met de weekspreuken. “Ze helpen me om de gang door het jaar mee te beleven en maken me bewust van de bewegingen buiten me, in de natuur, en binnenin mij, in de mens.” Door de afbeeldingen in het boekje van Wijnand en Eva Mees-Christeller[2] spraken de spreuken haar meer aan. De afgelopen tien jaar heeft ze een dagelijks ochtendritueel waarvan de weekspreuk een onderdeel vormt. “Na het opstaan start ik met wat euritmieoefeningen en dan werk ik met – onder meer – de weekspreuk. De eerste dag van een nieuwe week besteed ik extra aandacht aan de weekspreuk, de dagen erna lees ik alleen de spreuk in de vertaling van Wijnand Mees en kijk ik naar de afbeelding daarbij.” Elke nieuwe week volgt F verschillende leesstappen: “Eerst lees ik de Duitse spreuk van Rudolf Steiner uit het oorspronkelijke boekjes, dan lees ik de Nederlandse vertaling die ernaast staat. Daarna lees ik de Nederlandse versie van de spreuk van Wijnand Mees plus de toelichting daarbij en ik bekijk de schildering van Eva Mees. Tot slot lees ik opnieuw de spreuk. Ik doe dat staand en hardop, dat heeft een krachtiger werking.”

F is er niet zozeer op uit de spreuken verstandelijk te begrijpen: “Het gaat mij allereerst om de beleving. Het lezen van de spreuken helpt me om de veranderingen in de natuur en tijdens de seizoenen mee te kunnen beleven en zo word ik me bewuster van de bewegingen die zich in mij door het jaar heen voltrekken. Het helpt dat ik de spreuken in verschillende vertalingen lees. Ik vind het belangrijk om de originele tekst van Steiner te gebruiken, maar met de vertaling van Wijnand Mees kan ik me beter verbinden. Ook zijn toelichtingen maken de spreuk toegankelijker. De schilderingen van Eva Mees bekijk ik elke dag. Dat heeft zeker een meerwaarde.” Met sommige spreuken heeft F    meer affiniteit dan met andere, maar veel spreuken roepen herkenning op. “De spreuk bij week 25 is mij het meest dierbaar. En dan vooral de eerste zin: “Ik mag mijzelf nu toebehoren.” In mijn studietijd was dat vaak de spreuk waar ik na een zomerstop weer mee begon. Elke keer opnieuw kan ik na het uitspreken van die zin weer voelen hoe fijn ik het vind om me in de herfst- en wintertijd meer op het innerlijke te richten.” De twee boekjes met de weekspreuken liggen altijd op de juiste pagina geopend in F’s praktijkruimte.

In de materie Christus herkennen

J O (69), Neerlandicus en beeldend kunstenaar, leest de weekspreuken sinds de kinderen de deur uit zijn. “Elke morgen, samen met mijn vrouw. De ene dag leest zij voor, de andere dag lees ik. Soms praten we na om de betekenis te zoeken. In elke spreuk zit een ‘buiten’ en een ‘binnen’: Steiner verwijst naar het cyclische proces in de natuur en legt een relatie met het zich ontwikkelende ik.” Hij ‘leeft’ nu zo’n zeven jaar intensief met de weekspreuken: “Wat opvalt, is dat de teksten telkens een andere betekenis krijgen. Ik ontdek elk jaar nieuwe dingen. Op dit moment zien mijn vrouw en ik bijvoorbeeld steeds meer opmerkingen over het denken. Over het ‘zintuiglijke’ – het gewone, het kleine denken – en het ‘kosmische’ – grote denken, waarmee je via meditatie in contact kunt komen.”
Samen lezen ze de weekspreuken uit de oorspronkelijke uitgave: “Het is compact archaïsch Duits, we hebben moeite moeten doen om er toegang toe te krijgen. Dat moet je leuk vinden, anders knap je erop af. Er zitten typische Steinerwoorden in zoals ‘Werdelust’ – je zou dat kunnen vertalen als ‘wordingslust’ – wat zoveel betekent als ‘vreugde in het worden’. Ik maak zelf met enige regelmaat vergelijkbare woorden die niet in het Nederlands voorkomen!”

J ervaart dat de spreuken hun werking hebben op verschillende niveaus. “Allereerst start ik de dag wakkerder en bewuster. Hiernaast bieden de teksten me volop innerlijke voeding. Mijn voornaamste drijfveer om me dagelijks met de spreuken bezig te houden, is dat ze me helpen om in contact te komen met Christus. Door het verloop van de seizoenen te volgen en als het ware door de materie heen te kijken, zijn er momenten dat ik in die materie Christus kan herkennen.” De spreuken maken het leven ‘spannender’, zegt hij. “Neem de herfstspreuken. Die gaan over het sterven van de natuur, maar daar staat de ontwikkeling van het innerlijk tegenover. Ze zijn niet melancholisch, maar optimistisch en verwachtingsvol: ‘Er staan boeiende dingen te gebeuren’.”

In het zielenzonnelicht ontluiken in mij
de rijpe vruchten van het denken;
in de zekerheid van het zelfbewustzijn
transformeert zich alle voelen.
Vreugdevol kan ik beleven
het geestelijk ontwaken van de herfst:
de winter zal in mij de zielenzomer wekken.
                                                                                     week 30

Helende werking

M F (68) is dusdanig door de spreukteksten geboeid dat ze die nu al dertig jaar lang schildert. Ze leest ze in maar liefst drie talen. “Ik lees de oorspronkelijke Duitse versie – die geeft me een lyrisch gevoel, de Nederlandse variant en – omdat ik in Zweden ben gaan wonen – de Zweedse versie^ die kort en aards is. Ik vergelijk ze om te kijken welke tekst het beste bij mij past.”
Toen M met de spreuken in aanraking kwam, herkende ze de inhoud meteen als haar eigen waarheid over de natuur en de geestelijke wereld. “Daarom wilde ik ze zo graag schilderen. Ik heb de afgelopen dertig jaar bij elke weekspreuk verschillende schilderijen gemaakt. De gebaren die bij de stemming van de spreuk passen, probeer ik in het schilderij te brengen. Als het geschilderde de kracht van de spreuk in zich draagt, ben ik soms tot tranen toe geroerd. Ik ervaar zo’n schilderij als een geschenk; ik doe het niet zelf, het ontstaat – van mij wordt vooral wakkerheid en techniek gevraagd.”
Sinds voorjaar 2014 is er een ‘cassette’ te koop van M’s hands met daarin de afbeeldingen van 52 van haar schilderijen bij de weekspreuken en een boek met de spreuken in de Nederlandse vertaling van Antrovista[6]. In het boek wordt een groot aantal van de spreuken vergezeld door een notitie van de kunstenares, of een door haar gekozen gedicht of muziekstuk. “Soms staan er heel aardse toelichtingen bij waarin ik de vertaalslag naar het dagelijks leven maak. Bij de spreuk van half oktober staat bijvoorbeeld: ‘Nu het buitenwerk is afgesloten, komt er tijd en ruimte voor mijn atelierwerk.’

M F hoopt met haar schilderijen te bewerkstelligen dat mensen zich makkelijker met de spreuken verbinden. “De tekst benader je vaak meer met je bewustzijn, de afbeeldingen spreken meestal meer tot het gevoel. Sommige mensen hebben zelf een groot beeldend vermogen, voor anderen kunnen mijn beelden een hulp zijn. Ook bied ik mensen graag de troost van de schoonheid. De schilderijen worden weleens ‘heelbeelden’ genoemd: ik hoop dat ze helend zijn, net als de spreuken.” 

1 The lllustrated Calendar of the Soul: Meditations for the Yearly Cycle. Rudolf Steiner, vertaling: John Thomsom. Illustraties: Anne Stockton. Uitgever: Tempel Lodge.

2 Meditaties voor de weken van het jaar. Rudolf Steiner, vertaald door Wijnand Mees met afbeeldingen en korte toelichtingen van Eva Mees-Christeller. Uitgeverij Christofoor.

3 Anthroposofische Weekspreuken. Meditaties voor de weken van het jaar. Rudolf Steiner. Eerste druk (kalender 1912/13), Berlijn 1912, achtste druk (Anthroposophischer Seelenkalender) Dornach 1977. Vertaling van de spreuken: Doorlie Gerdes. Uitgeverij Vrij Geestesleven, Zeist (1979).

4 Rudolf Steiner Antroposofisk Sjalskalender. Rudolf Steiner, vertaling Hans Möller. Uitgever: Antroposofiska bokförlaget, Stockholm.

5 Te bestellen bij Mieke Fielmich. Per mail: mielou@live.nl of per post: Blomma, Ginkgohuset 67292 Arjang, Zweden. Afbeeldingen van Miekes schilderijen zijn ook te vinden op: http://www.antrovista.com, E-cards weekspreuken.

6 Bij Antrovista is een digitaal weekspreukenboekje te vinden: http://week-spreuken.antrovista.com. De Duitse versie is te vinden op: http://seelenka-lender.antrovista.com

.

 

2372

 

 

 

 

 

 

/

 

 

 

 

 

/

 

 

 

 

Wat op deze blog staat

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.