.
Pieter HA Witvliet, vrije weergave van het voorwoord van de uitgever van ‘Die Bildsprache der Märchen’ van Friedel Lenz
.
DE BEELDENTAAL VAN DE SPROOKJES
Aan het eind van haar boek ‘Die Bildsprache der Märchen‘ geeft de schijfster Friedel Lenz een reeks woorden die veelvuldig in de sprookjes voorkomen. Zij geeft er een verklaring voor, m.a.w. ze zegt wat deze woorden in de sprookjes ‘verbeelden’.
Bij dit soort uitleg bestaat het gevaar dat degene die de uitleg ‘leert’ in een bepaalde intellectuele afstand tot het sprookje komt te staan, immers: bij het ‘weten’ kan het ‘gevoel’ makkelijk op de achtergrond raken.
Dat is natuurlijk niet de bedoeling, eerder omgekeerd: dat het doorleven van het beeld leidt tot een andere houding bij het vertellen: een houding waarin de eerbied en de bewondering voor deze beeldentaal dóórklinken.
Je moet er a.h.w. zelf in ‘geloven’, ze als ‘ware beelden’ kunnen beleven, wil je het kind ermee bereiken. Dat leert immers van ‘ziel tot ziel’ en niet van ‘oor tot oor’. (Steiner in GA 294, voordracht 1)*
Om niet in het intellectuele te vervallen, kun je allerlei ‘inlevingswegen’ bewandelen.
Als je over een onderwerp nadenkt. het a.h.w. zonder oordeel beschrijft, erbij zoekt wat erbij hoort, de eigenschappen, de kleur, het gebruik enz. en je zoekt ook via de taal, m.n. bij de spreekwoorden, dan gaat zo’n voorwerp anders voor je leven dan alleen maar het hieronder meegedeelde ‘weetje’.
6.Voorwerpen
Haard = oven
Kuip = vat
Oven
De warmtebron van het huis wordt tot symbool voor de warmtebron in het lichaam: het hart.
Fysieke en psychische ‘hartervaringen’ worden daarin gespiegeld, bijv. wanneer over een gloeiende oven wordt gedroomd.
Vgl, ook de beeldende woorden zoals ‘brandende liefde’, ‘gloeiende liefde’, ‘verkillende vriendschap.’
Spinwerktuigen
Met spindel en spinnenwiel wordt gesponnen. Deze wijzen naar het denkproces. Zij symboliseren het spinnen van gedachtedraden, de draad van de logica.
In beeldende woorden: Duits heeft: ‘Jemand spinnt’ = iemand denkt iets uit; ‘spintisieren’ = mijmeren, peinzen, piekeren; hij heeft last van ‘hersenspinsels’, hij heeft ‘de draad verloren’, je ‘neemt de draad weer op.’
De spoel is er om er iets op te winden, de gesponnen draden bij elkaar te houden. Spoel en kluwen wijzen zo op meer of minder tot het einde gebrachte gedachtestromen. Komen die ongeordend bij elkaar, duidt dit op een ‘ver’wikkeling, worden ze afgewikkeld, betekent dat een ‘ont’wikkeling.
De haspel is er om de draden bij elkaar te houden. Dat is een beeld voor het vermogen logische gedachten tot een eenheid, een idee te verbinden. Beeldend: iets verhaspelen (door gedachten die in de war zijn.
Ton = vat
Vat
De equivalente woorden ton, kuip e.d.: deze woorden staan in de sprookjes met de betekenis van: kleinst mogelijke behuizing op de kleinste ruimte. Vgl. uitdrukkingen zoals ‘in het nauw gedreven worden’, ‘heel klein voelen’.
.
De beelden nader uitgelegd (inhoudsopgave)
In alfabetische volgorde
Sprookjes: alle artikelen, waaronder ook sprookjes uit bovengenoemd boek
Vertelstof: alle artikelen
Vrijeschool in beeld: sprookjes
.
2228
.