.
In ‘Opspattend grind’ ging het al wel vaker over muziekonderwijs op de basisschool.
In 2014 kon je in de krant een artikel vinden: ‘Zingende kinderen zijn socialer‘
In 2015 opnieuw een pleidooi om ‘te zingen‘.
In 2016 is de kop van een artikel: ‘Muziekonderwijs verbroedert‘
Nu is het 2024 en als je dit artikel mag geloven, is er nog niet veel verbeterd:
.
Muziekonderwijs helpt leerling ook bij rekenen en taal
Twee Pabo-muziekdocenten merken op dat de resultaten van leerlingen voor de basisvakken taal en rekenen achteruit hollen. De keuze voor de oplossing is meestal: wekelijks extra uren inzetten voor deze vakken.
Maar volgens de schrijvers levert dat nauwelijks resultaten op, terwijl de oplossing voor het grijpen ligt: investeren in muziekonderwijs.
Zij beroepen zich op wetenschappers die keer op keer het positieve effect van muziekonderwijs op de hersenen aantonen.
Aan het samen musiceren worden nu nog meer kwaliteiten toegeschreven:
cognitieve functies zoals taalverwerving, leesvaardigheid, concentratievermogen, plannen en zelfbeheersing gaan erop vooruit. Kinderen die wekelijks muziekles krijgen, presteren beter op taken die executieve functies* vereisen.
* de denkfuncties die je nodig hebt om succesvol te kunnen functioneren in het dagelijks leven, met alle uitdagingen of veranderingen die dit dagelijks leven met zich mee brengt.
Daarnaast versterkt muziekonderwijs sociale vaardigheden zoals empathie en emotionele intelligentie, wat een positief effect heeft op het individu en de klas.
Dat van de sociale vaardigheden is voor vrijeschoolleerkrachten geen onbekend gegeven, in 1919 zei Steiner al:
Niet vergeten moet worden dat al het plastisch – beeldende werkt aan de individualiteit van de mens, maar al het muzikaal-dichterlijke daarentegen bevordert het sociale leven .
GA 294/46
Vertaald
Dan trekken de auteurs een interessante conclusie:
In deze tijd, waarin het vaak gaat over burgerschap, kansengelijkheid en diversiteit, zou je daarom verwachten dat muziek een vaste plek in het basisschoolcurriculum heeft.
Maar, zoals uit alle artikeltjes blijkt waarnaar hierboven wordt verwezen: daar waar muziek een belangrijke factor zou moeten zijn: in de opleiding voor leerkracht, de PABO – daar wordt muziek nauwelijks van belang geacht.
Op 1 augustus stond in dagblad Trouw nog dat pabo’s aankomende leerkrachten vrijwel niets leren over muziekonderwijs. De meeste groepsleerkrachten in het basisonderwijs hebben maar een beperkte basis van het vak muziek . Als zij zich niet competent voelen, sneuvelt muziek in die klassen, met alle desastreuze gevolgen van dien.
Maar er is hoop:
Op diverse pabo’s in Nederland wordt de post-hbo-opleiding vakspecialist muziek aangeboden. Hierin worden huidige en toekomstige groepsleerkrachten opgeleid tot kartrekker voor muziek in een basisschoolteam. De vakspecialist muziek is onderdeel van het team en fungeert als bruggenbouwer in de school: geeft muzieklessen, ondersteunt teamleden, legt contacten met culturele instellingen, werkt samen met vakleerkrachten en is zo een echte spin in het web. Groepsleerkracht, vakleerkracht en vakspecialist muziek dragen zo samen zorg voor goed muziekonderwijs op school.
Als we het onderwijs op de basisschool willen versterken en verrijken, dan is die vakspecialist muziek een uitgelezen kans: de groepsleerkracht wordt ondersteund en alle leerlingen krijgen de kans zich cognitief, sociaal en muzikaal beter te ontwikkelen. Basisscholen, grijp die kans.
Belén Kerkhoven en Herman Weelink,
Netwerk Muziekdocenten Pabo
In Trouw, 18-10-2024
.
Blokfluitspelen
Over het aanleren van het notenschrift
Opspattend grind: alle artikelen
Vrijeschool in beeld: alle beelden
.
3342-3144
.
.
.
.




c